Uw zoekacties: R.F. Scheltema de Heere

030 R.F. Scheltema de Heere ( NIMH / Nederlands Instituut voor Militaire Historie )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Aanvraag- en citeerinstructie
De collectie dient in de studiezaal van het NIMH als volgt te worden aangevraagd:
Collectie: Scheltema de Heere
Toegangsnummer: 030
Bij het citeren van stukken in publicaties dient men de vindplaats ten minste eenmaal volledig en zonder afkortingen te vermelden, vervolgens kan volstaan worden met een verkorte titel.
Volledig:
Nederlands Instituut voor Militaire Historie, Den Haag, Scheltema de Heere, toegang 030, inv.nr. ...
Verkort:
NIMH, Scheltema de Heere, 030, inv.nr. ...
Inleiding
1. R.F. Scheltema de Heere
Reinder Frits Scheltema de Heere is geboren op 26 december 1899 te Den Haag als zoon van Gerardus Arnoldus Nicolaus Scheltema en Hendrika Gerardina De Bruine. Hij doorliep het Gymnasium te Utrecht en werd in 1918 opgeroepen voor militaire dienst. Na de dienstplicht studeerde hij aan de Technische School te Delft waar hij in 1928 zijn diploma voor scheepsbouwkundig ingenieur haalde. Na eerst in dienst te zijn geweest bij Burgerhout's Machinefabriek en Scheepswerf te Rotterdam werd hij, met ingang van 1 september 1929, benoemd tot Ingenieur der Marine.
Achtereenvolgens werd hij geplaatst bij de afbouw van torpedojagers, bij de Rijkswerf te Hellevoetsluis, bij de werf te Willemsoord en bij het Bureau Scheepsbouw van het Ministerie van Marine, dat daarna Ministerie van Defensie (Marine) werd. Hier behaalde hij de rangen van Hoofdingenieur en Hoofdingenieur A. In 1963 ging hij over naar het Bureau Maritieme Historie van de Marinestaf waarna hij op 1 januari 1965 met pensioen ging. Naast zijn werk als ingenieur heeft hij enkele artikelen geschreven voor het Marineblad:
1936: 'De Ruyter, negen schepen van die naam'.
1937: 'Over moderne oorlogsschepen'.
1938: 'De Keizerlijke Duitse slagschepen'.
1939: 'De scheepsbouw in 1939" en "De snelheid van torpedoboten'.
1941: 'De invloed van de snelheid op de ontwerpen van oorlogsschepen'.
1965: 'Oostenrijks-Hongaarse slagschipontwerpen en slagkruiser- ontwerpen'.
Verder schreef hij voor 'Onze Vloot', 'Het Nederlandsch Zeewezen', 'Schip en Werf', 'Het Financieel Dagblad', 'Ons Zeewezen', 'Roering', 'The Mariner's Mirror' en het tijdschrift van de Nederlandse Vereniging voor Zeegeschiedenis. Hij is ook de (co-) auteur van twee publicaties:
- Deel 6 van Bijdragen geschiedenis zeewezen: Dreadnoughts in de Middellandse zee-tot 1918.
- Buoyancy and stability of ships. Based on the lectures of J. Gerritsma-R.F. Scheltema de Heere, J. Gerritsma, A.R. Bakker en W.P.A. van Lammeren
Hij trouwde op 14 oktober 1929 met Hendrika Lieth te Amsterdam. Zij kregen één dochter en twee zonen.
2. De Collectie
3. Verwant materiaal

Kenmerken

Categorie:
  • Zonder categorie