Mijn Studiezaal (inloggen)
14 Stad Steenwijk tot ca. 1811 ( Gemeentearchief Steenwijkerland )
14
Stad Steenwijk tot ca. 1811
Inleiding van het oud-archief der stad Steenwijk
1.1. Bestuursinrichting
1.2. Geschiedenis van het archief.
1.3. Ordening van het archief
laatste wijziging 03-04-2024
1.094 beschreven archiefstukken
116 gedigitaliseerd
totaal 9.351 bestanden
Inventaris
2.1. Archief van het stedelijk bestuur tot 6 Februari 1795 
2.1.18. Onze-Lieve-Vrouwe-memoriebroederschap en Swindermansstichting
14 Stad Steenwijk tot ca. 1811
2. Inventaris
2.1. Archief van het stedelijk bestuur tot 6 Februari 1795
2.1.18.
Onze-Lieve-Vrouwe-memoriebroederschap en Swindermansstichting
N.B.: Met het dagelijksch beheer van de bezittingen van de broederschap was een Memoriemeester belast, wiens functie Schepenen en Raden in 1690 opdroegen aan een Rentmeester. In 1602 betaalde de Memoriemeester nog de kosten van een maaltijd, op den rekendag gehouden door 13 gemeene gildebroeders. Huiszittende armen (proveniers) ontvingen periodieke uitkeeringen in geld en rogge. Voorts werden behoeftigen hier en daar in den kost besteed of op andere wijze ondersteund. Na 1714 betaalde de Rentmeester een gedeelte van het bedrag, waarmede de Magistraat de jaarwedde van den Schoolmeester-orgelist had verhoogd.
De zoogenaamde "Swindermansstichting" had haar ontstaan te danken aan (den kanunnik) mr. Harmen van Swinderen, die omstreeks het jaar 1560 moet zijn overleden * Haar oorspronkelijk doel was steun te verleenen aan de tot armoede vervallen familieleden van den stichter en hunne nakomelingen, alsmede aan eenige huiszittende armen. Mr. Harmen had de Schepenen tot "overste patronen" van zijne stichting aangewezen en deze droegen, het beheer er van op aan Provisoren of Administrateuren. * Den 1sten Maart 1627 bestemden Raad en Meente de inkomsten tot onderhoud van de in dat jaar gebouwde nieuwe school en de gage van den Rector. * In de rekeningen treft men verder o. a. posten aan wegens uitgaven aan vroedvrouwen, kosten van examens en werken aan het schoolgebouw en de "Swindermanshuisjes". De jaarwedde van den Rector werd in en na 1684 betaald door den Memorie-meester of Rentmeester van de O.-L.-Vrouwe-memoriebroederschap. De aanleiding van deze overschrijving kon ik niet ontdekken.
Eenige jaren vóór 1719 was de administratie van deze twee- instellingen opgedragen aan één persoon. Deze verantwoordde de ontvangsten en uitgaven van elk rentambt nog afzonderlijk, maar door zijn in dat jaar benoemden opvolger werden zij vereenigd. Tot de lasten behoorde, behalve de bij elk rentambt afzonderlijk genoemde gages, van 1748 af het tractement van den Schoolmeesterorgelist en koster, dat Raad en Meente den 20en April van dat jaar op het rentambt assigneerden. Tevens besloot het stedelijk bestuur, zooals het ook reeds in 1710 had gedaan, ten laste van de Memorie-goederen geene proven meer te begeven, de proveniers te laten uitsterven en het rentambt van het kapittel te subsidiëeren met de revenuën, die daardoor jaarlijks van de Memoriegoederen zouden overschieten. * Nietteman ging de Rentmeester na deze resolutie geregeld met het doen van uitkeeringen aan proveniers voort.
laatste wijziging 03-04-2024
1.094 beschreven archiefstukken
116 gedigitaliseerd
totaal 9.351 bestanden
Kenmerken
Auteur:
P. Berends
Categorie:
laatste wijziging 03-04-2024
1.094 beschreven archiefstukken
116 gedigitaliseerd
totaal 9.351 bestanden
