In de tweede helft van negentiende eeuw werd de situatie waarin veel armen woonden, door steeds meer mensen als zorgelijk ervaren. Na allerlei particuliere initiatieven werd ook vanuit de overheid actie ondernomen. In 1901 werd een Woningwet aangenomen om de ergste uitwassen aan te pakken. Voor woningbouwverenigingen werd het financieel mogelijk gemaakt om te bouwen.
In Steenwijk deed in 1903 de Gezondheidscommissie een onderzoek naar de woningen in de stad. De uitkomst was dat de kwaliteit van veel woningen bedroevend slecht was.
Het plaatselijke Departement tot Nut van het Algemeen riep aan het eind van 1904 een commissie in het leven die moest onderzoeken hoe de volkshuisvesting verbeterd kon worden. De commissie overlegde op 17 januari 1905 met de heer Faber, inspecteur van de volksgezondheid te Zwolle. Dit leidde tot de oprichting van een vereniging met de naam: "Vereeniging tot bevordering van de bouw van werkmanshuizen." Onder de aanwezigen op de oprichtingsvergadering waren B. Koster, J.H. Tromp Meesters, J. Tromp Meesters, H. Krop, burgemeester W. Baron Bentinck van Schoonheten en mr. H.H. Viëtor.
Men kon lid worden van de vereniging door in te tekenen op het aandelenkapitaal.
De naam van de vereniging werd veranderd in: "Algemeen Belang". Het doel was: "de verbetering van de volkshuisvesting te Steenwijk".
Het bestuur telde vijf leden. Twee zouden benoemd worden door de aandeelhouders, twee door de gemeente Steenwijk en één door het kantongerecht Steenwijk.
Voorzitter werd dr. B. Koster (arts), secretaris mr. H.H. Viëtor.

De vereniging had nauwe banden met de gemeente. De gemeente moest de plannen goedkeuren en voor financiële middelen (uiteindelijk afkomstig van het Rijk) zorgen. Veel aanvragen voor voorschotten zijn door de gemeente afgewezen, bijv. omdat men de woningen te duur vond.
De vereniging begon met het bouwen van twaalf arbeiderswoningen in de "Beitel". Later werden in dit gebied nog meer woningen neergezet. Tot 1922 heeft de vereniging 60 woningen gebouwd. Daarna stopte het bouwen en werd onderhoud van de woningen de voornaamste taak van de vereniging.
In de jaren vijftig vonden de gemeente, Algemeen Belang en Woningstichting Steenwijk (opgericht in 1916 op initiatief van burgemeester en wethouders) dat de krachten gebundeld moesten worden, wilde men nog goedkope woningen kunnen bouwen of onderhouden. Alle woningwetwoningen zouden worden ondergebracht in het gemeentelijk woningbedrijf.
Algemeen Belang droeg haar woningbezit aan de gemeente over. De vereniging werd geliquideerd door het aandelenkapitaal uit te keren aan de aandeelhouders.