Uw zoekacties: Vereniging ter Bestrijding der Bedelarij door middel van Wer...

61 Vereniging ter Bestrijding der Bedelarij door middel van Werkverschaffing te Steenwijk 1893-1953 ( Gemeentearchief Steenwijkerland )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1.1. Geschiedenis van de vereniging
61 Vereniging ter Bestrijding der Bedelarij door middel van Werkverschaffing te Steenwijk 1893-1953
1. Inleiding
1.1.
Geschiedenis van de vereniging
Na de strenge winter van 1892-1893 nam burgemeester jhr. C.J. Lewe van Aduard het initiatief een vereniging op te richten om het bedelen te bestrijden door in de winter werk te schaffen aan de armen in Steenwijk. In een rondschrijven rekende hij voor hoeveel dit zou kosten. Op 10 juli 1893 kwamen geïnteresseerden bij elkaar en werd de vereniging opgericht. De burgemeester van Steenwijk werd voorzitter. Het eerste bestuur stond uit vijf leden, waaronder Jan Hendrik Tromp Meesters.
De vereniging werd opgericht voor een tijdsduur van 29 jaar met een mogelijke verlenging van 29 jaar.
De armen kregen werk van januari tot en met half maart. De werkzaamheden die verricht werden waren zeer divers. Touw pluizen, steen kloppen, ophalen en sorteren van oud papier, tabak strippen, erwten uitzoeken waren werkzaamheden die een tijd lang aangeboden werden. Eén winter wordt de ijsbaan op het bevroren Steenwijkerdiep geveegd.
In 1893 werd H. Wagter tot werkbaas aangesteld. Hij zou dat blijven tot aan de opheffing van de vereniging, 58 jaar later. In 1899 werd een controleur op schoolverzuim en op het maken van russen aangesteld. Ook was er iemand die de dagelijkse lonen uitbetaalde. In april 1927 kwam er een officiële administrateur.
Salco Tromp Meesters gaf vlak na de oprichting een lening van 1000 gulden zodat er voor de winter van 1893/94 materialen gekocht konden worden.
In april 1895 gaf hij 8000 gulden voor het oprichten van een gebouw en de rente van 25.000 gulden voor het onderhoud (625 gulden). Het geld moest worden belegd in een inschrijving in het grootboek van de nationale schuld. Ook nam hij het geld voor het onderhoud als legaat op in zijn testament.
In 1896 werd een gebouw aan het Steenwijkerdiep neergezet.
Inkomsten kreeg de vereniging uit contributie en uit een jaarlijkse collecte. Voor de contributie kregen de leden een koperen plaatje, zodat er bij hun niet gebedeld zou worden.
Voor de verlenging van de vereniging werden de statuten gewijzigd. In de statuten werd opgenomen dat als de vereniging zou worden opgeheven een eventueel financieel overschot naar de wijkverpleging zou gaan.
In 1933 was er een geschil met de familie Tromp Meesters over het legaat van Salco Tromp Meesters (inv. nr. 17).
In de loop van de tijd daalde het aantal mensen aan wie 's winters werk gegeven werd. Na 1920 zijn het vooral ouden van dagen en invaliden. In 1922 wordt er toch verlenging gevraagd.
Op de ledenvergadering van 20 september 1950 komt de naderende opheffing ter sprake.
Het bestuur is dan al in overleg met de familie Tromp Meesters over het legaat van Salco Tromp Meesters. De inschrijving in het grootboek van de nationale schuld wordt verdeeld tussen de familie Tromp Meesters en de vereniging. Het deel van de vereniging gaat na de vereniging voor wijkverpleging, die er een "Tromp Meesters fonds" van moet stichten.
Het batig saldo van de overige bezittingen ging via de gemeente Steenwijk naar het Tuttelfonds (14.000 gulden) en het Proevefonds (11.000 gulden). Het gebouw aan het Steenwijkerdiep werd aan de gemeente verkocht. Bij de opheffing werd een financiële regeling voor de heer Wagter getroffen.
Op 7 september 1951 hield de vereniging op te bestaan.
1.2. Geschiedenis van het archief
1.3. Verantwoording van de inventarisatie
1.4. Literatuur

Kenmerken

Auteur:
L. van Beek