30 Gemeente Giethoorn 1796-1942 en Rietvlechtschool 1918-1928 ( Gemeentearchief Steenwijkerland )
30
Gemeente Giethoorn 1796-1942 en Rietvlechtschool 1918-1928
Inleiding
1.2. De rietvlechtschool
30 Gemeente Giethoorn 1796-1942 en Rietvlechtschool 1918-1928
1. Inleiding
1.2.
De rietvlechtschool
"De Gietersen gewend aan het verblijf in de buitenlucht en open veld voelden zich gevangen in zo'n gesloten ruimte." Zo verklaart Tom Vos het mislukken van de rietvlechtschool in Giethoorn. * Deze school werd in 1915 opgericht op initiatief van ds. T.O. Hylkema, die ook gedurende het hele bestaan ervan voorzitter van het bestuur was. Doel ervan was de arbeidende klasse de mogelijkheid te zich bieden in tijden van werkloosheid te voorzien van een inkomen. De school stond onder toezicht van de directeur van de rijksschool te Noordwolde en de inspecteur van het middelbaar onderwijs. *
De gemeente ondersteunde de school sinds 1917 met kleine bedragen en steunde het initiatief ook. * De "Commissie tot het behartigen van het vlechtwerkonderwijs in Giethoorn", zoals het schoolbestuur zich noemde, vroeg intussen steeds hogere subsidiebedragen. De invoering van de Nijverheidsonderwijswet 1920 veranderde de verhouding tussen de gemeente en het schoolbestuur aanzienlijk. De gemeente was op grond van deze wet verplicht 30 % bij te dragen in de kosten van de school en de burgemeester en een deel van de gemeenteraad vond het rendement ervan te laag, ondanks een provinciale bijdrage voor de gemeente ten behoeve van de school. De bouw van een nieuwe school aan het Paardepad had de financiële positie van de school intussen verzwakt. *
De gemeentelijke bijdrage leidde in de gemeenteraad tot felle discussies, meestal tussen de progressieve, die het schoolbestuur steunden, en de overige leden. * De gemeente was vrijwel steeds ver achter in de uitbetaling van het subsidie en de relaties tussen schoolbestuur en gemeentebestuur werden er niet beter op. Burgemeester Hazenberg streefde in elk geval vanaf het najaar van 1923 naar de opheffing van de school, of de volledige overname ervan door het rijk. Hij zag de school als een broedplaats van de S.D.A.P. Op 4 februari 1924 kwam de inspecteur van het nijverheidsonderwijs zich persoonlijk op de hoogte stellen van de toestand van de school en de noodzaak tot instandhouding ervan. Dit gebeurde in een zeer turbulente bijeenkomst met leden en oud-leden van de gemeenteraad en het bestuur en leerlingen van de rietvlechtschool. * De minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen wilde daarop het rijkssubsidie intrekken, maar op voorstel van het schoolbestuur kon de winteravondopleiding worden gehandhaafd. Het bestuur besloot op 30 december de dagopleiding per 1 januari 1925 te sluiten. *
De invoering van de Nijverheidsonderwijswet had voor de school ook het gevolg, dat zij haar praktijkklas (de afdeling Handel) per 1 januari 1922 moest afstoten. In deze klas werd op bestelling en tegen betaling gewerkt, onder begeleiding van docenten. Het ministerie zag hierin geen onderwijsinstelling en dreigde de rijksbijdrage aan de school in te trekken. *
De avondopleiding wist haar bestaan nog tot 1928 te rekken, zij het kwijnend, maar toen trok de minister van onderwijs, kunsten en wetenschappen het subsidie geheel in en werd de school per 1 oktober gesloten. Het oude schoolgebouw werd verkocht aan K. Schieving, het nieuwe aan de gemeente, om er het gemeentehuis in te vestigen. *
laatste wijziging 23-04-2024
1.103 beschreven archiefstukken
5 gedigitaliseerd
totaal 521 bestanden
Inventarissen
laatste wijziging 23-04-2024
1.103 beschreven archiefstukken
5 gedigitaliseerd
totaal 521 bestanden
Kenmerken
Auteur:
ODRP facilitair
Categorie:
laatste wijziging 23-04-2024
1.103 beschreven archiefstukken
5 gedigitaliseerd
totaal 521 bestanden