Dit polderarchief begint in 1812. Voor de vVerantwoording en verdere uiteenzetting betreffende deze cesuur met het oude ambachtsarchief verwijzen we naar de inleiding op de inventaris van de archieven van de gemeente Stolwijk. Tot het nieuwe polderreglement van 1860 was het Beijerse, hoewel zelfstandig, voor de gemeenschappelijke "ambachtsbelangen" verplicht een deel bij te dragen, de smaldeling, zoals dat ook vóór 1812 het geval was. Maar dat het "samengaan" in één ambacht nog verdere consequenties had, heeft op het archief geen invloed gehad. Vandaar dat het archief van het "ambacht" van na 1811 in feite het polderarchief van de polder Stolwijk is en vandaar dat we het niet als een geheel hebben behandeld.

Het bestuur bestond als vanouds uit een schout en 7 heemraden of poldermeesters of gezworenen, die een dagelijks bestuur vormden. In het concept van 1835 *  lezen we, dat elk der 7 leden één blok vertegenwoordigt. Zowel de schout, als de heemraden als ook de secretaris worden door en uit de ingelanden voor de tijd van 2 jaar gekozen. De schout en secretaris was onmiddellijk herkiesbaar, de heemraden met een tussenpauze van een jaar. De schout had geen stemrecht. De voltallige vergadering werd gevormd door alle stemgerechtigde ingelanden, overblijfsel van de oude "buurspraken". Door het nieuwe polderreglement van 8 november 1860, bij K.B, van 13 december 1860, nr. 72 goedgekeurd *  , werd het bestuur opgedragen aan een voorzitter en zes leden, onder de benaming van schout en poldermeesters. De rechten en verplichtingen aan de vergadering van de stemgerechtigde ingelanden toegekend en opgelegd werd sindsdien opgedragen aan 14 gecommitteerde ingelanden. Doordat een duidelijke grensomschrijving in het reglement van 1860 ontbrak en het reeds in 1864 moest gewijzigd worden *  , kwam men er eerst in 1914 toe het bijzonder polderreglement op dit punt te herzien. De samenstelling van het bestuur bleef ongewijzigd, alleen werd aan de vergadering van het bestuur met de gecommitteerde ingelanden de naam "Vereenigde Vergadering" gegeven. * 

Het archief zelf is zeer slecht bewaard. Tussen 1860 en 1912 ontbreken vele stukken zoals de begroting *  , de rekening en bijlagen *  , wijzigingen in het bijzonder polderreglement *  etcetera.

Stolwijk, dat met de polders het Beijerse, de Agterbroek, Kattendijksblok, Middelblok en Veerstalblok een gemeenschappelijke bemaling had werd met deze polders tot een grote polder samengevoegd onder de naam "polder Stolwijk". *  Per 1 januari 1967 is de polder Berkenwoude daarbij nog gekomen. *  De archieven van de verschillende polders, die in de huidige polder Stolwijk zijn opgegaan zijn in deze inventaris niet opgenomen e Het archief van de polder Den Agterbroek en van de polder Het Beijerse (inzover dit bewaard gebleven is, aangezien het oude archief van het Beijerse van voor 1860 bijna geheel verdwenen is) waren reeds eerder geïnventariseerd en berusten met dit archief in de kluis van het gemeentehuis te Stolwijk. Het archief van het Waterschap Stolwijk c.a. werd thans mede geïnventariseerd en een afzonderlijke inventaris werd hiervan opgesteld.

Wat betreft de polders Middelblok, Veerstalblok en Kattendijksblokp deze berusten in het gemeentehuis van Gouderak en wachten nog op inventarisatie. Dit is echter ondoenlijk, wanneer niet gelijktijdig ook het gemeentearchief van Gouderak wordt geïnventariseerd, wil men later niet tot aanvullingen en wijzigingen behoeven over te gaan. Het zelfde geldt voor het archief van de polder Berkenwoude, dat zonder enige systematiek in dozen verpakt berust in de kluis van het gemeentehuis van Stolwijk.

Het zal wel voorlopig een vrome wens blijven, dat de verschillende archieven van genoemde polders in één inventaris verenigd worden.

Stolwijk, april 1968. dr. A.J. Kölker.

Door de opheffing van de polders in de Krimpenerwaard is het beheer van de polder Stolwijk per 1 januari 1975 overgegaan naar het Hoogheemraadschap van de Krimpenerwaard. De archieven van de polder Stolwijk zijn in 1977 uit de kluis van het gemeentehuis te Stolwijk overgebracht naar het Streekarchief van de Krimpenerwaard te Schoonhoven. De beschrijving van de supplement-inventaris is gedaan voorlopig zonder vernietiging.

Schoonhoven, februari 1979. P. de Jong.