[Eerste alinea:] Caerte ende ontwerp gedaen bij mijn ondergheschreven, ten versoucken ende volgens aenwijsinghe ghedaen bij den molenmester, de croossheemraeden ende eenijghe vande ingelanden vande West-Esscampssepolder, omme een gedeelte vande selve polder somerdaechs met vars water te besorgen. Ende hebbe het selve affgezijen ende betreden, oock bij 't ooch aengeteijckent eenijge bouchten ende slooten comende binnen den ommeganck, hetwelcke onder dese bevarssinghe souden werden begrepen. Ende aengeteijckent eenijge eijgenaers ende bruijckers die binnen den buijtensten omeganck zijn gelegen [Tweede alinea:] Ende omme het selve gedeelte soomersdaechs vars water in te laeten hebbe geordonneert datsse een pomp souden leggen door de Looserlaen tegens de Noortwaterijnck inden houck vande Groenewecht ter plaetssen geteijckent met A [Derde alinea:] Ter plaetssen geteijckent met B sal een nijeuwen dam geleijt werden ende den dam daer 't heck nu op staet sal opgenomen werden [Vierde alinea:] De dam geteijckent met C sal een pomp deurgeleijt werden [Vijfde alinea:] Ende alle de slooten geteijckent met D comende aende Nieuweslootswaterijnck sullen met somerdammen gemaeckt werden [Zesde alinea:] Aldus gedaen de XXVII november 1655 [Ondertekend:] Pieter Floris vander Sallem, gheswooren lantmeter [Losse tekst:] de Nieuweslootswaterijnck, Bastijaen Heijndrijckxssen, Blintsloot, de heere procureur Vijnckx' pachter, de heere procureur Vijck, Maerten vander Voort, Blaes Louwen, Blaeserus Lourissen, Noortwaterijnck, de heere 't Hooft, laen, de heere secretarius Junijus, de Looserlaen, de Groenewecht, den Houtwecht, de heere De Raet, Barent Jochemsen Bruijcker, Teunis Claessen, de vaert vanden Haech, Jacob Cornelissen van Groen, Ansem, de cooremolen van Loosduijnen, Loosduijnen, naer Honsholredijck, watermoleken, den commijs Braeckel