Uw zoekacties: Kortenhoef, polder

20 Kortenhoef, polder ( Waterschap Amstel, Gooi en Vecht )

Terug naar "zoek in alles" / het beginscherm.

Wat is een archieftoegang?

Een archieftoegang is een beschrijving van wat er in een archief zit. Zo'n toegang bestaat uit een of meer van de volgende onderdelen:

  • Kenmerken van het archief
  • Inleiding op het archief. Hierin staat informatie over de organisatie en over het archiefbeheer.
  • Inventaris of plaatsingslijst. Hierin staan de beschrijvingen van dossiers of documenten. Deze zijn ondergebracht in rubrieken, bijvoorbeeld "financiën" of "beheer van waterstaatswerken".
  • Bijlagen. Bijvoorbeeld een lijst dijkgraven, of een omnummeringstabel.

Meer uitleg

Meer uitleg over inventarissen en onderzoek doen staat in onze onderzoeksgidsen. (De link opent in nieuw venster.)

 

beacon
 
 
1. Inleiding
Notitie bij de inleiding, april 2020
Sinds het publiceren van deze inleiding heeft de tijd niet stilgestaan, en zijn teksten niet altijd meer actueel. Archiefstukken worden bewaard in de archiefbewaarplaats van het waterschap Amstel, Gooi en Vecht te Amsterdam. Indien gesproken wordt over archief dat nog niet toegankelijk is, kan men het beste onderzoeken of dit nog steeds het geval is. Ook zijn namen van archiefinstellingen gewijzigd.
Onderstaand een overzicht van de belangrijkste veranderingen:
Voorheen Rijksarchief Noord-Holland, nu het Noord-Hollands archief (link opent in een nieuw venster)
Archief gemeente Kortenhoef wordt bewaard bij het Streekarchief Gooi en Vechtstreek (link opent in een nieuw venster)
Het lag in de bedoeling om tijdens de periode (september 1982-oktober 1983) dat ik bij de provinciale archiefinspectie van Noord-Holland werkzaam was, in het kader van mijn opleiding aan de Rijksarchief school enkele waterschapsarchieven uit het Gooi te inventariseren. Besloten werd om met het grootste, dat van de polder Kortenhoef, te beginnen. En daar is het dankzij de complexiteit van het archief en een later binnengekomen "staartje" bij gebleven. Het archief bevat stukken vanaf 1811 tot 1979, het jaar waarin de polder opging in het waterschap Drecht en Vecht *  . De oudere stukken zijn bij een eerdere inventarisatie teruggebracht naar het archief van de gemeente.
De polder, die ongeveer 1.500 ha groot is, ligt op het grensgebied van Holland en Utrecht. Het landschap is bepaald door de uitgestrekte plassen die er tengevolge van de verveningen in de 18e en 19e eeuw zijn ontstaan. Van oudsher heeft het gebied behoord tot het Utrechtse. Aan het einde van de 11e eeuw kreeg het kapittel van St-Marie de Utrechtse bezittingen rondom het Horstermeer in leen van de bisschop. Uit de schouwbrief van 1596 blijkt dat het kapittel nog steeds ambachtsheer van Kortenhoef was *  . Bij de wijziging van de provinciegrens in 1819 is de gemeente Kortenhoef overgegaan naar Noord-Holland. Daarmee is ook nagenoeg de hele polder onder deze provincie komen te ressorteren, slechts een klein gedeelte van de polder onder de gemeente Vreeland is onder Utrecht blijven vallen. Vandaar dat alle belangrijke besluiten door beide provincies goedgekeurd moesten worden. Duidelijk is het in ieder geval dat wij voor een goed begrip van de geschiedenis en de structuur van de polder vooral Utrechtse bronnen zullen moeten raadplegen.
In het navolgende zullen wij wat dieper ingaan op de komst van de heer Sanderson als nieuwe burgemeester en polderschout en de reglementering van de polder die onder zijn bestuur tot stand is gekomen. Dan zullen wij het hebben over de waterhuishouding met name over de problemen rond het onderhoud van de Horstermeerdijk en de Alembertskade alsmede de aanleg van het Hilversums kanaal. Vervolgens zullen wij in het kort ingaan op het ontstaan en functioneren van de verschillende fondsen besteden wij aandacht aan de problemen die de inventarisatie met zich mee bracht.
1.1. Komst van Sanderson, orde op zaken
1.2. Reglementering * 
1.3. De waterhuishouding
20 Kortenhoef, polder
1. 1. Inleiding
1.3.
De waterhuishouding
Zoals in elke polder, en Kortenhoef is hierop geen uitzondering, is de eerste taak van het bestuur de polder te vrijwaren van wateroverlast. De polder Kortenhoef wordt in dit opzicht van twee kanten bedreigd door twee grote watermassa's: in het westen door Het Horstermeer en in het zuiden door de plassen van de totaal uitgeveende Loenderveense polder. Van oudsher vormde het Horstermeer de boezem waarop de polder uitwaterde. In die situatie kwam verandering toen men in de 17e eeuw het meer bedijkte om het droog te leggen ten behoeve van de omliggende polders werd er buiten de bedijking een ringsloot gegraven waarop de polders konden uitwateren. Enkele jaren later werd deze ringsloot aan beide zijden van de polder afgedamd zodat de verbinding met de andere polders werd verbroken. Alleen de verbinding, via de ringsloot, met het poldertje Het Kormof hield men in stand. Dit poldertje werd voor f 3.500,- per jaar door Kortenhoef bemalen. Nadat de droogmaking van het Horstermeer definitief was mislukt schoof de grens van de polder een stukje op en werd de Horstermeerdijk de nieuwe waterkering van de polder. Toen de verbinding met Het Kormof werd verbroken omdat de ingelanden daar de Horstermeerdijk ernstig verwaarloosden, verloor de ringsloot zijn laatste functie en werd gedempt.
De Horstermeerdijk was dus de waterkering geworden van de polder. Aan het begin van de 19e eeuw echter was de dijk zo ernstig verwaarloosd dat het water er geregeld overheen kwam. Hiervoor waren twee oorzaken aan te wijzen. Allereerst het slechte bestuur van de polder. Door het ontbreken van controle werd de dijk ondermijnd door de verveningen. Een tweede oorzaak moet gezocht worden in het feit dat de schout en poldermeesters van mening waren dat de eigenaar van het Horstermeer verantwoordelijk was voor de wateroverlast en daarom de dijk diende te onderhouden. Dit conflict sleepte zich jarenlang voort totdat uiteindelijk gedeputeerde staten in het nadeel van de polder beschikte onder het motto "wien 't water deert, 't water keert". Aan de problemen kwam pas definitief een einde toen in 1880 het Horstermeer, nu met stoomkracht, werd drooggemaakt. De polder had hiervan dubbel voordeel. Het gevaar voor het doorbreken van de dijk was geweken. Maar bovendien was door de droogmaking het grondwaterpeil zodanig gezakt dat sindsdien de watermolens nauwelijks meer in bedrijf hoefden te komen. Toen er een in 1889 afbrandde vond men het dan ook niet nodig om deze te herbouwen.
Bij het nieuwe reglement van 1982 werd het Kormof bij het grondgebied van de polder getrokken, maar bleef buiten de bemaling vallen. Aan de zuidkant grenst Kortenhoef aan de Loenderveense polder. De waterkering hier, de Alerobertskade, ligt aan beide zijden ingesloten door het water omdat het land volledig is uitgeveend. Toch is het van belang om deze zeer kwetsbaar geworden dijk in stand te houden. Wanneer de kade zou breken, ontstaat er een grote aaneengesloten watervlakte ten zuidwesten van de dorpskern van Kortenhoef. Bij zwaar weer en harde wind, die bij ons meestal zuid-west is, zou het water door opstuwing een directe bedreiging vormen voor het dorp. Daarbij komt dat over deze kade sedert lange tijd en ook nu nog de grens loopt tussen Noord-Holland en Utrecht. Ook daarom is het van belang om de Alembertskade in stand te houden. Nu was de Alembertskade aan het begin van de 19e eeuw ernstig verwaarloosd. Het water liep er op veel plaatsen overheen en het gevaar bestond dat bij een flinke storm de hele kade zou worden weggeslagen.
De beide betrokken polders waren niet bij machte om de jaarlijks terugkerende kosten van onderhoud te dragen. Er werd jarenlang onderhandeld tussen Noord-Holland, Utrecht en het Rijk om gezamenlijk financieel bij te springen. Tot een definitieve regeling is het echter nooit gekomen heeft de provincie Noord-Holland aan de polder toegezegd om jaarlijks de kosten voor zover die boven de 250 gulden zouden uitgaan te dragen *  . In 1938 werd dit bedrag gesteld op f 1.750,- en in de jaren zestig heeft de polder alle kosten op zich genomen.
1.4. De aanleg van het Hilversums kanaal * 
1.5. Het Veenderijfonds
1.6. Het Fonds van Geabandonneerde Landen en Huizen
1.7. Het Wegenfonds
1.8. Eerdere inventarisatie * 
1.9. Verantwoording
1.10. Noten
1.11. Literatuuropgave

Kenmerken

Datering:
1612-1979
Openbaarheid:
volledig
Rechtsopvolger:
Drecht en Vecht, HAV
Archiefvormer(s):