0700 Stadsbestuur Zwolle, archieven van de opeenvolgende stadsbesturen ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

0700
Stadsbestuur Zwolle, archieven van de opeenvolgende stadsbesturen
Inleiding
'Dit zint de koeren ende willekoeren, de de scepenen ende raidt ende de gemene stadt van Swolle gewillkoert hebben.
Ende van de koeren de men brecket mach men elcke betuygen met twen gueden knapen offte met enen manne ende met eenre vrouwen.
Mer van vrede sal men elck betuygen met tween gueden mannen'.
Stadsrecht van Zwolle
Ende van de koeren de men brecket mach men elcke betuygen met twen gueden knapen offte met enen manne ende met eenre vrouwen.
Mer van vrede sal men elck betuygen met tween gueden mannen'.
Stadsrecht van Zwolle
laatste wijziging 30-11-2024
23.674 beschreven archiefstukken
10.597 gedigitaliseerd
totaal 296.062 bestanden
Inventaris
2. Archief van de cameraars
Het politieke jaar in Zwolle bestond uit dertien maanden * , elk van vier weken. Telken jare, op Pauli Conversio (25 januari) werd de nieuwe magistraat gevormd. Het nieuwe stadsbestuur bestond uit 12 schepenen en de raad werd gevormd door de 12 afgaande schepenen van het vorige jaar, de raden. De 12 schepenen van de stad Zwolle verdeelden elk jaar de zes bestaande functies (cameraars, gruitmeesters, keurmeesters, tichelmeesters, timmermeesters en tollenaars), die steeds door een tweetal werden vervuld. De schepenen die gedurende het gehele jaar belast waren met de administratie van de stedelijke financiën werden cameraars genoemd. De beide cameraars zou men kunnen beschouwen als het 'dagelijkse' bestuur van de stad Zwolle.
Het latere stadsrecht-na 1703-en vooral dat van 1794 beperkte het getal van schepenen op acht en dus ook het aantal raden op acht. Het nieuwe stadsrecht maakt nog wel apart vermelding van de functie van cameraar, maar al sedert het midden van de zeventiende eeuw zijn de benamingen van de overige magistraatsleden nog wel in zwang, maar vervullen zij soms functies, die daarmede niet meer in overeenstemming zijn.
Door de functie van cameraar, die niet alleen de geldmiddelen van de stad beheerden, maar ook drie maanden per jaar formeel aan het hoofd van het stadsbestuur stonden, werden zij tot de feitelijke regering van de stad Zwolle. In de praktijk kwam het er op neer, dat men eerst alle andere magistraatsfuncties moest doorlopen alvorens men tot cameraar werd verkoren. Alle andere schepenen moesten aan de cameraars rekening en verantwoording afleggen. In de praktijk kwam dat er veelal op neer, dat de cameraars overal een 'vinger in de pap' hadden en daarvan ook gebruik maakten.
De functie van cameraar is tot in het recente verleden onderschat, doordat men zich conditioneerde op het formele functioneren van de cameraar, maar niet naar zijn feitelijke machtsinvloed keek.
2.2. Tweede afdeling: Stukken betreffende bijzondere onderwerpen
2.2.3. Leningen en subsidies, verstrekt aan de stad en verstrekt door de stad aan derden
0700 Stadsbestuur Zwolle, archieven van de opeenvolgende stadsbesturen
Inventaris
2. Archief van de cameraars
2.2. Tweede afdeling: Stukken betreffende bijzondere onderwerpen
2.2.3.
Leningen en subsidies, verstrekt aan de stad en verstrekt door de stad aan derden
Organisatie: Collectie Overijssel locatie Zwolle
laatste wijziging 28-11-2024
15 gedigitaliseerd
totaal 5.353 bestanden
De stad Zwolle had voortdurend behoefte aan geld om daarmede de voorzieningen voor de burgers op peil te houden en om in verband met bijzondere omstandigheden over het nodige geld te beschikken.
Soms gaf de stad aan personen schuldbekentenissen af voor een verstrekte lening. Dit betrof meestal bedragen, die de stad snel nodig had en die ook weer spoedig konden worden afgelost.
Voor langer lopende schulden gaf de stad rentebrieven uit, die later ook wel obligaties werden genoemd. Voor rentebrieven gaf de stad veelal als onderpand alle stedelijke inkomsten en renten, gewoonlijk de 'stadskist' genoemd. Ook stelde zij wel als onderpand de inkomsten uit de stedelijke accijnzen, renten en tollen. In de praktijk golden beide onderpanden als gelijkwaardig, maar de laatste bood bij wanbetaling meer houvast, omdat een aantal concrete zaken werd genoemd, zoals de accijnzen en tollen. Deze laatste formulering gaf de geldverstrekkers tenminste het idee van een grotere zekerheidsstelling.
In bijzonder incidentele gevallen vestigde de stad een rente op een onroerend goed, maar al spoedig raakte dat in onbruik.
Het grootste deel van de hier geplaatste stukken en charters betreft afgeloste renten en leningen en dient feitelijk als bewijsstukken bij de verschillende stedelijke rekeningen. Zowel in het verleden en vooral in meer recente tijd zijn veelal de charters uit de bijlagen bij de rekeningen verwijderd met het doel om ze materieel beter te kunnen bergen. Daarbij is meestal niet aangegeven uit welke bundel bijlagen het charter is verwijderd en door de chronologische ordening nadien van de charters is bijna ieder verband met hun oorspronkelijke plaats in het archief verloren gegaan, ook al doordat vermenging optrad met charters uit andere rubrieken.
Soms gaf de stad aan personen schuldbekentenissen af voor een verstrekte lening. Dit betrof meestal bedragen, die de stad snel nodig had en die ook weer spoedig konden worden afgelost.
Voor langer lopende schulden gaf de stad rentebrieven uit, die later ook wel obligaties werden genoemd. Voor rentebrieven gaf de stad veelal als onderpand alle stedelijke inkomsten en renten, gewoonlijk de 'stadskist' genoemd. Ook stelde zij wel als onderpand de inkomsten uit de stedelijke accijnzen, renten en tollen. In de praktijk golden beide onderpanden als gelijkwaardig, maar de laatste bood bij wanbetaling meer houvast, omdat een aantal concrete zaken werd genoemd, zoals de accijnzen en tollen. Deze laatste formulering gaf de geldverstrekkers tenminste het idee van een grotere zekerheidsstelling.
In bijzonder incidentele gevallen vestigde de stad een rente op een onroerend goed, maar al spoedig raakte dat in onbruik.
Het grootste deel van de hier geplaatste stukken en charters betreft afgeloste renten en leningen en dient feitelijk als bewijsstukken bij de verschillende stedelijke rekeningen. Zowel in het verleden en vooral in meer recente tijd zijn veelal de charters uit de bijlagen bij de rekeningen verwijderd met het doel om ze materieel beter te kunnen bergen. Daarbij is meestal niet aangegeven uit welke bundel bijlagen het charter is verwijderd en door de chronologische ordening nadien van de charters is bijna ieder verband met hun oorspronkelijke plaats in het archief verloren gegaan, ook al doordat vermenging optrad met charters uit andere rubrieken.
laatste wijziging 30-11-2024
23.674 beschreven archiefstukken
10.597 gedigitaliseerd
totaal 296.062 bestanden
Kenmerken
Datering:
1230 - 1813
Omvang archiefblok:
526,8 meter(s)
Omvang in stuks:
3124
Voorwaarden voor raadpleging en gebruik:
Het archief is openbaar.
Publicaties:
G. Callenbach, "Stevichheit om te leren gaen" : De stedelijke Zwolse weeshuizen tussen 1550 en 1970, Nijkerk 2019
Opmerkingen:
* Charters worden alleen ter inzage gegeven na overleg met de studiezaalmedewerker. Raadpleeg eerst de regesten.
* In verband met de materiële toestand is besloten om gesloten testamenten niet te openen. Deze zijn derhalve niet in te zien.
* In verband met de materiële toestand is besloten om gesloten testamenten niet te openen. Deze zijn derhalve niet in te zien.
Toegang:
Mensema, A.J., Stadsbestuur Zwolle, archieven van de opeenvolgende stadsbesturen, 1230 - 1813, Zwolle (2007).
laatste wijziging 30-11-2024
23.674 beschreven archiefstukken
10.597 gedigitaliseerd
totaal 296.062 bestanden