Uw zoekacties: Stadsbestuur Zwolle, archieven van de opeenvolgende stadsbesturen

0700 Stadsbestuur Zwolle, archieven van de opeenvolgende stadsbesturen ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
'Dit zint de koeren ende willekoeren, de de scepenen ende raidt ende de gemene stadt van Swolle gewillkoert hebben.
Ende van de koeren de men brecket mach men elcke betuygen met twen gueden knapen offte met enen manne ende met eenre vrouwen.
Mer van vrede sal men elck betuygen met tween gueden mannen'.
Stadsrecht van Zwolle
1. Papier en werkelijkheid
2. Geschiedenis van het archief
3. De inventarisatie
4. De Ordening
5. Gesloten testamenten
Inventaris
1. Archief van Schepenen en Raden en de hun opvolgende besturen
1.2. Tweede afdeling: Stukken betreffende bijzondere onderwerpen
1.2.6. Handel, verkeer en nijverheid
1.2.6.1. Handel
De stad Zwolle vormde een knooppunt van verschillende handelsroutes. De voornaamste was die van west naar oost. De Hessenweg verbond Zwolle via de Venebrugge met het achterland in het Duitse Rijk; de Hessenweg over de Veluwe met de Hollandse gewesten aan zee. Om het de kooplieden zo goed mogelijk naar de zin te maken werden verdragen met vreemde heersers, steden en landschappen gesloten. Omgekeerd gebeurde natuurlijk ook. De rivier de IJssel vormde voor de Zwolse handel de belangrijkste schakel naar de Noordse landen in Scandinavië en met de steden in de Rijnstreek in het zuiden.
1.2.6.1.5. Munt
0700 Stadsbestuur Zwolle, archieven van de opeenvolgende stadsbesturen
Inventaris
1. Archief van Schepenen en Raden en de hun opvolgende besturen
1.2. Tweede afdeling: Stukken betreffende bijzondere onderwerpen
1.2.6. Handel, verkeer en nijverheid
1.2.6.1. Handel
1.2.6.1.5.
Munt
Keizer Frederik III van het Heilige Roomse Rijk van de Duitse Natie verleende in 1488 aan de stad Zwolle het recht om munten te slaan. Om dit recht te verkrijgen had de stad diep in de buidel moeten tasten. De stad trachtte door het slaan van een eigen munt aan de grote variëteit van munten een halt toe te roepen. Tevens zou het bijdragen tot grotere welvaart van de handel en de nering. Om zich tegen de muntverzwakking te verdedigen werd een verbond gesloten met de andere IJsselsteden Deventer en Kampen en met de stad Groningen. Daaraan kwam al gauw een einde toen de noodzaak verviel na de revaluatie van de Bourgondische munt. Na 1528 werd de samenwerking op het gebied van de munt tussen de drie Overijsselse steden geïntensiveerd en ontstond de driestedelijke muntslag. De gezamenlijke muntslag werd gevestigd te Deventer en bleef daar tot 1583 toen zij werd verplaatst naar Kampen. Toen Deventer in 1587 in Spaanse handen geraakte kwam een einde aan de gemeenschappelijke muntslag. In 1590 benoemde de stad Zwolle een eigen muntmeester. Doordat de grote handel zich meer in het westen van de Republiek concentreerde werd de noodzaak van een eigen munt steeds minder. Weliswaar was de munt nog wel aantrekkelijk doordat er veelvuldig te lichte munt werd geslagen, maar door het strenge optreden van de Staten-Generaal kwam daaraan een einde.
De Staten-Generaal boden in 1606 een bedrag van 6.000 gulden voor het sluiten van de munt, mits dat geld werd aangewend tot versterking van Zwolle. Zwolle ging daar op in en sloot de munt voor drie jaar. Dit herhaalde zich enige malen. In 1612 begon men weer te slaan, waarna vanaf 1659 controle plaats vond door de muntmeester-generaal van de Staten-Generaal.
In 1694 werd het muntstelsel binnen de Republiek gesaneerd, waardoor aan het geknoei met de munten een einde kwam. Het hebben van een eigen munthuis was nu overbodig geworden. Tegen een jaarlijkse douceur van 4.000 gulden per jaar van de Staten-Generaal zag Zwolle er van af om in het vervolg munten te slaan. Een definitief einde kwam, toen bij koninklijk besluit van Lodewijk Napoleon van 26 februari 1809 de munt officieel werd opgeheven *  .

Kenmerken

Datering:
1230 - 1813
Omvang archiefblok:
526,8 24,2 meter(s)
Omvang in stuks:
3124 458
Voorwaarden voor raadpleging en gebruik:
Het archief is openbaar.
Opmerkingen:
* Charters worden alleen ter inzage gegeven na overleg met de studiezaalmedewerker. Raadpleeg eerst de regesten.
* In verband met de materiële toestand is besloten om gesloten testamenten niet te openen. Deze zijn derhalve niet in te zien.
Toegang:
Mensema, A.J., Stadsbestuur Zwolle, archieven van de opeenvolgende stadsbesturen, 1230 - 1813, Zwolle (2007).