Uw zoekacties: Stadsbestuur Zwolle, archieven van de opeenvolgende stadsbesturen
0700 Stadsbestuur Zwolle, archieven van de opeenvolgende stadsbesturen ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )
Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
'Dit zint de koeren ende willekoeren, de de scepenen ende raidt ende de gemene stadt van Swolle gewillkoert hebben.
Ende van de koeren de men brecket mach men elcke betuygen met twen gueden knapen offte met enen manne ende met eenre vrouwen.
Mer van vrede sal men elck betuygen met tween gueden mannen'.
Stadsrecht van Zwolle
1. Papier en werkelijkheid
2. Geschiedenis van het archief
3. De inventarisatie
4. De Ordening
5. Gesloten testamenten
Inventaris
1. Archief van Schepenen en Raden en de hun opvolgende besturen
1.1. Eerste afdeling: Stukken van algemene aard
1.1.4. Ingekomen- en minuten van uitgaande stukken
De ingekomen stukken bij het bestuur van de stad Zwolle, veelal bestaande uit brieven met of zonder bijlagen, werden aanvankelijk opgeborgen in loketkasten naar afzender. Dit geschiedde naar alle waarschijnlijkheid om de raadpleegbaarheid van de stukken te vergemakkelijken. Het stadsbestuur is daarin niet altijd consequent geweest. Meermalen bleven stukken bij andere stukken liggen, zodat van een 'dossier' gesproken kon worden. Bijzonder verfijnd kan de opberging in de loketkasten ook niet zijn geweest, gezien de geringe ruimte. De stukken van steden uit het Duitse Rijk werden niet nader gespecificeerd onder het hoofdje 'Duitse Rijk' opgeborgen, waartussen ook wel eens een brief terecht kwam van een Rijksvorst, die vanuit een bepaalde stad schreef.
In 1732 ging de stedelijke administratie er toe over om de ingekomen en uitgaande stukken af te schrijven in registers, sedert 1736 in twee aparte series. Het aantal bewaarde stukken van na die tijd is dan ook beduidend minder, zodat waarschijnlijk een groot deel van de originelen daarna werd vernietigd. Ook zijn er stukken die niet werden afgeschreven, zonder dat daaraan een systeem ten grondslag lag.
Bij de herordening van de losse stukken is zoveel mogelijk de ordening van de loketkasten gevolgd, zij het, dat een nadere verfijning werd aangebracht.
Voor wat betreft de inhoud van de brieven, hebben die veelal betrekking op het administratief handelen van de stedelijke regering, maar ook op zaken die behoorden bij de rechtsprekende taak van de stad.
Aan het einde van de negentiende eeuw zijn de door de archivarissen Van Riemsdijk en Van Hasselt in dossiers aangetroffen stukken veelal gelicht en ondergebracht in de rubriek 'ingekomen stukken'.
1.1.4.2. Ingekomen rekwesten
0700 Stadsbestuur Zwolle, archieven van de opeenvolgende stadsbesturen
Inventaris
1. Archief van Schepenen en Raden en de hun opvolgende besturen
1.1. Eerste afdeling: Stukken van algemene aard
1.1.4. Ingekomen- en minuten van uitgaande stukken
1.1.4.2.
Ingekomen rekwesten
De ingekomen rekwesten of verzoekschriften bij het bestuur van de stad Zwolle kunnen gericht zijn aan de magistraat, schepenen en raden, of aan het gezamenlijke college van schepenen, raden en meente. Kenmerkend van de rekwesten is, dat zij niet getekend en gedateerd zijn; sedert het midden van de 18e eeuw gebeurde dit wel. Op de ingediende rekwesten verkreeg de rekwestrant of supplicant een antwoord in de vorm van een besluit van het betreffende college, meestal apostille genoemd. Dit besluit werd op de gebruikelijke wijze in de marge van het verzoekschrift geschreven en geretourneerd aan de indiener van het stuk. Van dit besluit werd in de meeste gevallen in de resoluties van de onderscheidene colleges aantekening gehouden.
De gewone gang van zaken was, dat de indiener van het rekwest het stuk indiende ten stadhuize. In de eerstvolgende vergadering van schepenen en raden werd hierover gedelibereerd en werd een besluit genomen. De secretaris tekende dit besluit aan in de marge van het stuk onder vermelding van de datum van het besluit en door welke burgemeesters het besluit was genomen. Vervolgens voorzag de secretaris het stuk van zijn handtekening en werd het terugbezorgd bij de rekwestrant.
Rond 1600 werd wel aan de achterzijde van het stuk (in dorso) aantekening gehouden, wanneer het rekwest was ingediend. Het betrof dan meestal verzoekschriften, waarover de cameraars of andere stedelijke functionarissen advies dienden te geven. Heel soms werd dit advies in de marge of dorsaal neergeschreven.
Het overgrote deel van de hieronder beschreven rekwesten zijn niet voorzien van dergelijke in marge of dorsaal gestelde aantekeningen en apostilles. In een enkel geval zou het rekwesten kunnen betreffen, die niet aan de indiener zijn teruggezonden.
Tussen deze rekwesten bevonden zich verschillende 18e eeuwse briefjes met de mededeling 'Afgedane en geseponeerde requesten', met vermelding van een nummer, kennelijk bestemd om het pakket aan te duiden. Daaruit kan geconcludeerd worden, dat de meeste van de rekwesten om een of andere reden niet zijn behandeld, dan wel dat er op het verzoek geen besluit is gevolgd.
Aan het einde van de negentiende eeuw zijn de door de archivarissen Van Riemsdijk en Van Hasselt in dossiers aangetroffen rekwesten soms daaruit verwijderd en naar deze rubriek over gebracht.

Kenmerken

Datering:
1230 - 1813
Omvang archiefblok:
526,8 24,2 meter(s)
Omvang in stuks:
3124 458
Voorwaarden voor raadpleging en gebruik:
Het archief is openbaar.
Publicaties:
G. Callenbach, "Stevichheit om te leren gaen" : De stedelijke Zwolse weeshuizen tussen 1550 en 1970, Nijkerk 2019
Opmerkingen:
* Charters worden alleen ter inzage gegeven na overleg met de studiezaalmedewerker. Raadpleeg eerst de regesten.
* In verband met de materiële toestand is besloten om gesloten testamenten niet te openen. Deze zijn derhalve niet in te zien.
Toegang:
Mensema, A.J., Stadsbestuur Zwolle, archieven van de opeenvolgende stadsbesturen, 1230 - 1813, Zwolle (2007).