N.B. Het conglomeraat der onroerende goederen en rechten van de familie de Vidal de Saint Germain is ontstaan door vererving, huwelijk en aankoop. Het bestond bij het overlijden van Gabriel Jasper Gerrit de Vidal de Saint Germain in 1887 uit eigendommen onder Raalte, Heino, Dalfsen, Zwolle, Ermelo en Apeldoorn. Zo is het landgoed 't Reelaer, dat de kern vormt van de goederen onder Raalte en Heino, afkomstig uit de nalatenschap van Jhr. Jasper Gerrit van Ittersum, wiens enig kind Margaretha Isabella was gehuwd met Gabriel Lambertus Vidal de Saint Germain. De goederen onder Zwolle, Ermelo en Apeldoorn, onder meer bestaande uit de Oldenbroekse en Staverdense tiend, de grove Appelternse tiend bij Beekbergen en een huis en het Ordense bos onder Apeldoorn, zijn aangekomen door het huwelijk van Gabriel Jasper Gerrit de Vidal de Saint Germain met Rudolphine Christine Antoinette Gravin van Rechteren, die van vaderszijde de Apeldoornse goederen meebracht en van moederszijde de bezittingen onder Zwolle en Ermelo.

Het complex landerijen onder Dalfsen is in hoofdzaak verworven door toescheiding en aankoop van woeste gronden uit de in 1845 opgeheven marke Dalmsholte. Bij testament legateerde Gabriel Jasper Gerrit de Vidal de Saint Germain zijn goederen onder Raalte en Heino aan zijn zoons Gabriel Jasper, Rudolph en Ir. Karel, en zijn overige onroerende eigendommen aan zijn zoons Jacob Hendrik en Willem Carel. Na zijn dood werden de Gelderse bezittingen afgestoten en kwamen de Overijsselse goederen in één speciaal voor dit doel gecreëerde hand, namelijk de tussen Gabriel Jasper, Rudolph en Ir. Karel de Vidal de Saint Germain aangegane Maatschap tot exploitatie voor gemeenschappelijke rekening van alle goederen onder de gemeenten Raalte, Heino en Dalfsen. Het dagelijkse beheer en toezicht werd opgedragen aan Gabriel Jasper de Vidal de Saint Germain, die als zodanig tevens zou blijven resideren op het huis Het Reelaer. In 1910 werd het landgoed Het Reelaer voor Hfl. 159.000 verkocht aan E.R. van Welderen Baron Rengers en diens vrouw N.A. Hoevenaar van Geldrop, met aanvaarding op 1.1.1911, en de Maatschap ontbonden, waarbij Ir. Karel de Vidal de Saint Germain zich de eigendom voorbehield van de goederen onder Dalfsen. Deze laatsten zijn successievelijk in de jaren 1911-1940 verkocht.