Uw zoekacties: Gasthuis te Rijssen

0196 Gasthuis te Rijssen ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0196   Gasthuis te Rijssen
Regestenlijst
1 Hermen van Eghen, Hermen Boenkeerl. Berent Kaneken, Willem ten Nijenhaus, Lambert ten Haue, Henric Wormgoer, Schepenen te Rijsen, verklaren bij rade der meente verkocht te hebben aan Johan den stadsbode, eene hofstede geheeten des Huusmans stede, binnen der stad wicbolde gelegen, welke aan de stad "ledich" geworden was door verseten tins van 12 Loevenschen, die 14 jaar onbetaald gebleven was.
Tegenw. Coep ten Have, Arent Humberting, Lubbert Dop, Gheert Scharphof en andere goede luden.
Met het stads zegel.
2 Johan die Reijgher, Rigter op Kedinghen, verklaart, dat Lambert Slicher en diens vrouw Kunne ter eere Gods en van S. Anthonius aan het gasthuis te Rijsen, ten behoeve der armen, die dagelijks komen en geherbergd worden geschonken hebben ene erfrente van 1 mud winterrogge Rijsener maat uit het erve en goed het Eschuijs, in het kerspel Rijssen, buurschap Rechtem op elken S. Marten in den winter te R te betalen, ging het gasthuis te niet, zoo moest de rente ter eere van S. Dyonisius aan de kerkmeesters te R. betaald worden.
Keurnoten + Wolter Loeninck en Henric Becker.
het zegel des Rigters is af gevallen: van het spijt nog iets over.
3 S. en R. van Rijsen verklaren dat Johan ten Bussche en Hensse zijn vrouw aan de Provisoren van S. Annen-gilde verkocht hebben 3 schepel winterrogge Rijsenermaat per jaar jaar uit hun erve en woonhuis.
Het stads zegel is afgevallen.
4 Schepenen en Raad van Rijsen verkoopen aan de Provisoren van S. Anthonius-gasthuis aldaar 1 mud winterrogge Rijsener maat uit het stads-erve en goed de Maet, gelegen binnen der stad wigbold, te betalen op elken S. Peter in den winter.
Met het zegel der stad.
5 B., S. en R. van Rijsen verklaren, dat Juffer Mijge van Steijgheren, met Albert Brouwer als momber, om gods wil aan Peter Reijndissoen en Ghese diens vrouw geschonken heeft het regt tot wederkoop eenen rente uit hun huizen, gaarden en 6 mud vrij land, voor 100 hertog Philipsgl.
Met geschonden stads zegel.
6 Johannes Husichen, hofmeyer te Oetmersem, doet kond, dat Johan Vrijlinck, een vrije van den Hof in Oetmersem en Metteken, diens echte huisvrouw, voor hem en keurnoten als eigenaars van het goed Vrijling te Wederden in het gerigt van Rijsen aan Henrick Harckamp en diens erfgenamen of bezitters van het erve en goed Harcamp in hetzelfde kerspel en gerigt, een voortdurende grote weg en een drijweg door hunnen kamp en land van Vrijlin voor eene welbetaalde som gelds verkocht hebben; worden zij te eenigertijd in het gebruik van die weg belemmerd, door toedoen van verkoopers, zoo mogen de koopers de schade in kosten met geestelijk en wereldlijk regt uitmanen en inwinnen op de bezitters van Vrijling "uth ende an aers plaget deel"
Keurnoten en gerigtsluden: Johan Lovelt en Johan Bolter hofvrijen van den hof te Oetmershen, die met den rigter hunne oorkonde hierop ontvingen.
Met het zegel in z.w. van de Hofmeyer.
7 Schepenen en Raad der stad Rijssen oorkonden, dat Johan Rottynck en zijn vrouw Aernt ten hunnen overstaan hebben verkocht aan heer Henrijck Schutten met zijn momber Herman Bertolss, houder van dezen brief een mudde winterrogge , Deventer maat uit hun huis en hof aan de Enterstraat met het recht van wederinkoop van 12 gulden.
In dorso een notitie d.d. 1563 St. Marten, dat de provisoren van het gasthuis met consent van schepenen hebben afgerekend alle achterstallige renten en dat voortaan voor het mud rogge zullen geven een halve daler.
8 S. en R. van Rijssen verklaren, dat Gijsbert Weuer en Henrich zijn vrouw zonder losse verkocht hebben 1/2 g. keurv. R.gl. per jaar aan de Provisoren van het gasthuis te Rijsen ten behoeve der armen in dat gasthuis, uit hun van het gasthuis gekocht huis, gelegen tusschen Euert Palten en Arnt Hermelijnk, en uit hun daarachter liggenden "gaerden" van bijkans 1 spint gezaai.
Met geschonden stads zegel.
Deze Rijssensche stukken door zijn door Mr. R.E. Haltink aan het archief ten geschenke gegeven.
9 Schepenen en raad over stad Rijssen oorkonden, dat ten hunnen overstaan Johan van Voerst toe Grimberge en Hermanna Mulert e.l. hebben getransporteerd aan Berend Reiger en Johan ten Stockentreeff als provisoren van het gasthuis binnen Rijssen ten behoeve van de thuiszittende armen een jaarlijksche rente van 11 goudgulden en 3 1/2 stuiver brab. te betalen op Paaschdag, uit het goed Het Veer, met recht van opzegging aan beide zijden, waarbij als koopsom terugbetaald zal worden 185 1/2 goudgulden. Gegeven int jaer ons Heren vijftijnhondert ende dree und tseventich up palm sondach.
Met het stadszegel van Rijssen en het zegel van Johan van Voerst, beide licht geschonden.
10 Burgemr., schepen en raadt van Rijssen, met medeweten van de gezworen gemeente, oorkonden dat zij verkoopen aan Nicolaus Luycksen als momber van Mechtelt nagelaten kind van Frederick Arentzen en (Cathari)na (Geyges?) een jaarlijksche rente van 9 goltgulden à 28 stuver, gevestigd op het stadsgoed de Maet, op Pinksteren te betalen, losbaar met 150 goltgulden. Gegeven int jaer unsses herenn viftin hundert twe unde tachtentich den ... tienden dach Junii.
Met het geschonden zegel der stad Rijssen.
11 Burgemeester, schepenen en raad van Rijssen oorkonden, dat ten hunnen overstaan Jorgen Zeine en Jenne e.l. tranjsporteeren aan Johan Post de Jonge en Gese e.l. een stuk bouwland gelegen naast Baniscamp de Imhoeff geheeten met recht van wederzijdsche inlossing tegen betaling van 39 goldgulden.Gegeven anno duzent vijffhundert tachtentich achte, den eerste Aprillis.
Met het geschonden zegel der stad Rijssen.
12 Gerardt de Gruiter, richter van Kedingen, oorkondt dat Hieronymus Helmiss en Gerarda e.l., transporteeren aan Gerrardt Stockers en Herman Wolters als provisoren van de armen te Rijssen hun 2 "umlevende koetersteden", de een genaamd Harman in den Mars, de andere Engele in den Mars, in de buurschap Rektum, behoudens een jaarlijksche uitgang van een paar hoenders uit Engele v.d. Mars aan de bezitters van het huis Grimbergen, en zulks tegen afstand van een verzegeling van 200 dalers, gaande uit Lambertinck Albe(r)s te Enter.
Gegeven in den jaere sestienhundert unde elvens am twe unde twintigsten dach deze mandt May stilo veteri.
13 Geraerdt de Grueter, richter van Kedingen, oorkondt, dat ten overstaan van Henrick Wichman, gesubstitueerd richter, Jan Sweerssen en Gebbeken e.l. voor de eene helft, en Truide Kosters als beste moeder en mombersche over de zal. Jan te Tijhuis kinderen en Henrich Wilmsen ten Tijhuis en Roloeffchen e.l. voor de andere helft verkoopen aan Gerrijtt Meijer en Herman Rottinck, als provisoren van het armengasthuis binnen Rijssen, hun "hoymate" of stuk groenland, zall Willem te Tijhuismaete geheeten, gelegen in de buurtschap Rectum.
Gegeven in den Jaere sestienhondertt twie unde dertich den negen unde twintigsten novembris.
Met de zegels van Gerard Grueter en gerichtscriver Gerd. Hermelinck.
14 Burgemr. schepenen en raad van Rijssen oorkonden ten overstaan van de gezworen gemeensluiden, dat zij ter aflossing van de verponding aan den ontvanger Scholier transporteeren aan Albert Rottinck en Gerryt Meijer als provisoren van het gasthuis der armen van Rijssen een stuk groenland of toeslach hooilands aangeslagen uit de marke en gelegen achter den Rijssener windmolen.
In den jaere ons Heeren sestienhundert vierendertich den derthienden Decembris stilo veteri.
Met het stadszegel van Rijssen.
15 Johan Conders tot den Ramstall, gezworen richter van Kedingen, oorkondt dat ten overstaan van getuigen en gerichtsluden Jr. Sweeder van Langen tott Dackhorst en Wilhelm Huirninck en voorts de vertegenwoordigers van de buurschap Rectum, t.w. Jan Hoffmeyer, Jan te Mockelenskatte, Willem ter Huelshoorst, Willem te Keddinckhuis, Henrich te Bockdam, hebben overgedragen aan Henrick Janssen en Arendt Rottinck als provisoren van het gasthuis der armen te Rijssen zoodanige landerijen met een uitdrift naar armen te Rijssen zoodanige landerijen met een uitdrift naar Lotter rechte in den Rectemer Morss, bij Morss Egberts huis angegraven als bij openbare verkooping op 27 Sept. 1634 zijn verkocht.
Gegeven den een und twintigsten Februarij Jaers sestienhondert agt unde dertig alten calenders.
Met geschonden zegels van Johan Conders en (Herman Swam?).
16 Burgemrn, schepen en raad van Rijssen oorkonden, dat Post Hendrick die Olde en Judith Jansen e.l. erkennen hun op 16 Juni 1649 afgegeven obligatie, groot honderd daalders, ten behoeve van nu wijlen Jan Hulsink, later vermeerderd met nog 50 gld., totaal nu 200 car. gld., benevens 40 gld. achterstallige rente, belovende vóór St. Michaël a.s. voornoemde som te zullen aflossen, bij gebreke waarvan zij 5% rente zullen betalen over een hoofdsom van 240 gld., voor de eerste maal op 16 Juni 1671, waarvoor zij tot onderpand stellen aan Michaël Helmich en Maria Sophia Hoefslach, als erfgenaam van Jan Hulsinck, hun goed genaamd die Maete.
In de Jaare onss heeren sestienhondert ende seventich den 11en Junij.
Met het zegel der stad Rijssen.
In dorso: een aantekening d.d. 4 Dec. 1676, waarbij wordt overgedragen door Michaël Helmich aan de provisoren der armen te Rijssen het capitaal van 240 gld. met 72 gld. loopende interessen.
17 Henrick Wichman, richter van Kedingen oorkondt, dat Arent, Willem, Henrick en Joost Wassinck, en Jan Schuyrinck, broeders en zwager, kinderen en erfgenamen van wijlen Gerrit Wassinck te Rijssen, ede caveerende voor hun huisvrouwen transporteeren aan Gerrit Ipello en Gerrittien Claess e.l. te Rijssen hun 1/4 deel in het hooiland den Dimberch, gelegen tusschen den Heer Ittersum tho den Oosterhoff en Assinckx land.
In het jaer onses Heeren en Zalichmaeckers Jesu Christi duysent ses hondert seventich den ... der maent October. Met het eenigszins geschonden zegel van Henrick Wichman.
18 Burgemr. schepen en raad van Rijssen oorkonden dat Wilhelm Crop, secretaris en zijn zoon Hermannis Crop, gemeensman, transporteeren aan de provisoren van de armen te Rijssen het 1/12 deel van de windmolen, waarvan Mevr. v. Ittersum de halfscheid en vrouw van Langen en Jacob Muller de andere deelen hebben.
Met het grootzegel en een fragment van het kleinzegel van Rijssen.
0196 Gasthuis te Rijssen
Regestenlijst
18
Burgemr. schepen en raad van Rijssen oorkonden dat Wilhelm Crop, secretaris en zijn zoon Hermannis Crop, gemeensman, transporteeren aan de provisoren van de armen te Rijssen het 1/12 deel van de windmolen, waarvan Mevr. v. Ittersum de halfscheid en vrouw van Langen en Jacob Muller de andere deelen hebben.
Met het grootzegel en een fragment van het kleinzegel van Rijssen.
Datering:
1698 Jan. 8
Organisatie: Collectie Overijssel locatie Zwolle
laatste wijziging 09-08-2016
laatste wijziging 12-05-2022
18 beschreven archiefstukken

Kenmerken

Datering:
1403 - 1698
Toegang:
Doornick, J. van, en A. Haga, Regesten van charters van het gasthuis te Rijssen, 1403 - 1698.
Voorwaarden voor raadpleging:
Het archief is openbaar.
Openbaarheid:
Het archief is openbaar.
Categorie:
laatste wijziging 12-05-2022
18 beschreven archiefstukken