Uw zoekacties: Stadgericht Goor

0054.2 Stadgericht Goor ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0054.2   Stadgericht Goor
Plaatsingslijst
1 Kosterie te Markelo ca Lubbert sluters. I.z. zes schepel rogge rente, 1547.
2 Johan Dop Wesselsoen en Hindrick Avijnck als momberen over de minderjarige kinderen van wijlen Reyndt Synen en Aerne zijn huisvrouw, eisers ca de wed. Herman Hollender, gedaagde. In zake vordering tot het geven van een inventaris der goederen onder gedaagde berustende, en voornoemde minderjarige kinderen toekomende, tot verklaring omtrent de aanwezigheid van goederen dier kinderen onder derden en tot betaling van de jaarlijkse pachten die gedaagde van de goederen die kinderen ontvangen heeft, enz., 1569.
3 Johann Wessels en Wessel Schomaker, klagers ca de erfgenamen van wijlen Willem ten Broiell, beklaagden. Dupliek van beklaagden d.d. 24 april 1598 in zake vordering tot aflossing eener schuldbekentenis van .....1570 (de schuldbekentenis is aanwezig), 1598.
4 Gert Hessels, cum suis, klagers ca Jacob de Lange, nomine uxoris, beklaagde. Sententie (zonder datum) in zake vordering tot betaling ener geldsom met renten, ongeveer 1600.
5 Jan Wessels, beklaagde, ca Bernhart vann Bulo, beklaagde. Dupliek voor beklaagde in zake het verschil tussen partijen betreffende de verkoop van "de halve Huerne", ongeveer 1600. i
6 Wilbrandt Boreas en Alheit ten Kevelham als pretense ergenamen van wijlen Johan ten Nijenhave en Elsken ten Kevelham ca Johan en Arnt Schulten cum suis "sambt andre creditoren van't rode Herte". (Enige stukken in zake van praeferentie en concurrentie uit de opbrengst "van 't rode Herte".), 1602.
7 Kondschappen (ingenaaid) voor schepenen van Goor gegeven door eenige personen ter instantie van de Magistraat der stad Rijssen in hun zaak tegen de markerichter van Enter, genaamd Keppel, over het schutten van koeien van burgers van Rijssen door gemelde markerichter, 1609.
8 Memorie van de in het schepengericht de 30e Nov. 1612 door Toenis Oelen gedane belediging van Berndt van Lochum, van zijn weigering om deswegen de geeiste boete te betalen en van zijn weigering om aan de stadsdienaar de door dezen tot verhaal van die boete geeiste panden te laten volgen, enz, 1612.
9 Accoord tussen het kapittel van Borchorst en de kerkmeesters van Goor, d.d. 9 jan. 1612, aangaande de afdoening ener schuld groot 100 gold gulden en achterstallig rente daarvan, door de Kerkmeesters van Goor aan het vermeld Kapittel verschuldigd, door welk accoord de procedure daarvoor gevoerd voor het Stadgericht van Goor is opgeheven, 1612.
10 Matthias Engelkens ca Reiner Liefftincks. Request aan Unico toe Boeduloe, Drost van Twenthe van Matthias Engelkens verzoekende dat de Burgemeester van Goor zullen worden gelast de stukken van zijn proces, tegen Reiner Liefftincks gevoerd, ter belering aan onpartijdige rechtsgepromoveerden te verzenden, met beschikking van de drost in margine, d.d. 6 juni 1614, 1614.
0054.2 Stadgericht Goor
Plaatsingslijst
10
Matthias Engelkens ca Reiner Liefftincks. Request aan Unico toe Boeduloe, Drost van Twenthe van Matthias Engelkens verzoekende dat de Burgemeester van Goor zullen worden gelast de stukken van zijn proces, tegen Reiner Liefftincks gevoerd, ter belering aan onpartijdige rechtsgepromoveerden te verzenden, met beschikking van de drost in margine, d.d. 6 juni 1614, 1614.
Datering:
1614.
Organisatie: Collectie Overijssel locatie Zwolle
laatste wijziging 03-08-2021
11 Kerspel Goor ca Buurschap Hengevelde, 1618. i
12 Geert ten Hengel, gekozene en geapprobeerde curator, Jan Schutte namens zijn huisvrouw Aeltien Meiers en hare minderjarige kinderen, Arent, Jan en Christoffel bij wijlen Christoffel Stuer in echt verwekt ca Catarina ten Kalstter Wed. Johan Stuer in leven Burgemeester van Goor. "Eisch en conclusie" met bijlagen, geexhib. (17 Jan 1631?) in zake vordering tot het geven van inventaris der nalatenschap van wijlen Johan Stuer en tot scheiding en deling, waarbij zich bevindt een inventaris van voormelde nalatenschap, geexhib. 22 Nov. 1630, 1631.
13 Tonnis en Jan Bruningh, aanleggers ca Jochem Spijlen, verweerder. Enige stukken inzake eis tot restitutie van gedane voorschotten en schadevergoeding door aanleggers geleden als zijnde door soldaten gevangen genomen wegens vervoer naar Deventer van aan verweerde toebehorende goederen, 1632.
14 Catharina ten Kalfsseer Wed. Johan Stuir ca Arent Stuirs. Protest van de wed. Stuirs tegen de door Arent Stuirs tegen haar de 17e April 1632 bekomene contumacie, geexhib. 25 April d.a.v., 1632.
15 Joan Schutte als man en momber van Aeltjen Meijers, klager ca Jeremias van Goer, genaamd van Curbach, als man en momber van zijn huisvrouw Geessien Camphuijs, beklaagde. Stukken in zake vordering wegens injurie, 1647, 1648.
16 Agnes Potthoff bij afwezigheid van haar man Lammert Couper bijgestaan door haar broeder Wolter Potthoff, aanleggers, ca Jan die Meijer, beklaagde. Stukken in zake vordering tot vergoeding der waarde enz. van een door Lammert Couper aan Jan die Meijer geleend paard, als zijnde hetzelve gezond afgestaan en door een met hetzelve gehouden ongeluk ziek terug gebracht en spoedig daarna gestorven, 1647 - 1649. i
17 Jan Alberts ca Jan Tangenae. Alleen: Designatie van kosten, 1649.
18 Berent ten Noever ca Elizabeth Stuers, wed. van wijlen Jan de Meijer, 1649.
19 Mr. Adolph Wessels, chirurgijn te Goor, gedaagde in conventie, eiser in reconventie ca Anthonis Coninck, vaandrig te Hasselt, klager in conventie, gedaagde in reconventie. In conventie: vordering tot opheffing van een arrest door gedaagde gelegd op koorn- en geldpacht van het erve Weijnink gelegen in de heerlijkheid Borckeloe "in die voogdije Nede". In reconventie: tot betaling van gedaagde's aandeel in hetgeen eiser van gedaagdes vader Gerrit Coninck competeert. Exceptionele eis: tot borgstelling voor de te maken kosten deze procedure in appèl, 1649 - 1654.
20 Henrick Roeterinck ca Wolter achter die Molle, als borge voor Jan Simerinck. Enige stukken in zake vordering tot voldoening van verdiend salaris en voorschot, 1649, 1650.
21 Johann Bresson ca Wed. wijlen Johan Hoefslach, 1650.
22 Wolter Potthoff ca Gerrit te Mehrem. (?), 1650.
23 Otto Schutte, schoolmeester te Diepenheim ca Rolof Pothof. Acte van aanpanding, geexhib 11 Febr. 1650 aan een maat gelegen "aen dn Rosngarden int Laer" tot verhaal achterstallige roggepacht verschuldigd aan een "Seeker Vicarije toe Depenheim, waer van die Landt droste van Twente collator is" aan die schoolmeester voornoemd competerende, 1650.
24 Wibbe Breijmaecker als "momboir ende tutrice harer nichte"ca Beernt ten Noever "Decretum" gepronuncieerd 1 April 1650 in zake vordering tot voldoening van het "meesterloon" verschuldigd wegens een armbreuk, door te Noevers stiefdochter aan Wibbe's nicht toegebracht., 1650.
25 Hermen van Ledden, burger te Goor, aanlegger ca Mr. Claesz (Benszen?) d' oude, gedaagde. "Eijsch ende anspraeck" ingediend 4 Febr. 1650 in zake vordering tot vergoeding van schade en onkosten geleden wegens door aanlegger van gedaagde ondergane mishandeling, 1650.
26 Henrich van Coesfelt, geinjurieerde ca Agnieta Schrunders. "Eijsch ende aenspraecke" met bijlage, geexhib. 14 mei 1650 in zake vordering tot betaling ener boete aan geinjurieerde enz. wegens hem aangedane belediging., 1650.
27 Jhr. Wilhelm Keije, impetrant (gehuwd met Clara Maria Besson) ca Everhard Meijer, gedaagde. In zake vordering tot betaling van de impetrant van gedaagde competerende gelden., 1650 - 1652.
28 (gesurrogeerd gericht) Erfgenamen Thomas Braemcamp (Rijssen) ca Magistraat van Rijssen, 1651.
29 Jonker Ensse ca Berent van Grolle, 1651. i
30 Burgemeesters van Goor ca Jonker Frederik van Ensse, 1651. i
31 Joan ten Nover ca Gerrit van Ommen. "Aanspraak" geexhib. 23 Juni 1651 en ene getuigenverklaring d.d. 16 Juni 1651 in zake vordering tot levering van de door van Ommen aan Ten Nover verkochte halve maat genaamd "Gert Heszels maete" in het Elsenerbroek gelegen, met teruggave van het door verkoper daarvan gewonnen hooi., 1651.
32 Jan ten Nover, excipient ca wolter Pothoff, namens Anna en Odilia ten Nover, geexcipieerde. "Antwoord super exceptionibus" (met een bijlage) geexhib. 27 Jan. 1651 in zake vordering tot betaling van hetgeen geexcipieerden van excipient competeert, 1651.
33 Mr. Adolff Wessels, aanlegger ca Volcker Keijser, gedaagde.
Antwoord van gedaagde, geexhib. 16 juni 1651 in zake vordering tot betaling van huishuur, 1651.
34 Agnis Poththoff wed. Lambert Couper. ca Dr. Knippenborgh. Enige stukken in zake vordering tot betaling ener geldsom., 1651, 1652. i
35 Jor Wilhelm Keije, aanlegger ca Elijsabeth Stour wed. Joan die Meijer in leven hofrichter te Goor, verweerderse. Stukken in zake vordering tot betaling van de aan aanlegger competeerende gedeelten van pacht van enig land behorende tot de hof te Goor. Compleet met setentie., 1651, 1652.
36 De wed. van wijlen Lambert Couper ca mede-crediteuren van Willem van Ledden en wijlen diens huisvrouw Jenneken van Rijnen. Deductie voor de wed. Couper, geexhib. 15 Nov. 1652 in zake praeferentie en concurrentie., 1652.
37 Wolter Pothoff, aanlegger, ca Jan donders, verweerder. Stukken in zake vordering tot het schadeloos houden van aanlegger door verweerder van een schuld zijnde restant kooppenningen van door partijen gekocht hout en daarop gelopende kosten van Jor Mulert ten Baeckenhaegen., 1652,1653. i
38 (gesurrogeerd gericht)

Burgemr. Evert Swam te Rijssen. ca de wed. Gesken Kistemaekers en hare kinderen. Enige stukken in zake vereffening van wederzijdse rekeningen, ingediend bij Burgemeesters van Goor als tot deze zaak door de Landdrost van Twenthe gesurrogeerd., 1652, 1653.
39 Henrich Wessels namens zijn vrouw, geinjurieerd designant ca Stijna Ubbinck en dezelver curatoren ad litem Henricus Schutte in zake vordering tot betaling ener geldsom (boete) aan designant enz. wegens belediging met woorden van zijn vrouw Stijna Ubbinck en in zake van declaratie van kosten., 1654, 1655.
40 Fenneken Elberdinck ca Johan Schutte n.u., 1655.
41 Arnolt van Erckelens ca Mr. Adolph Wessels, chirurgijn. Enige stukken in zake vordering tot betaling ener rekening van gemaakte kosten wegens weigering tot het geven van getuigenis der waarheid gemaakt., 1655.
42 Rynt tho Laer ca Jurrien Spraekel. 1 kondschap, 1655.
43 Geert ten Tije ca Roloff Bruggink, 1655.
44 Evert Swam, Burgemeester te rijssen, requirant ca Henricum Raterinck, gerquireerde. In zake vordering tot het doen van rekening en "reliqua" van het door partijen gemeenschappelijk gepachte geslacht en paardengeld van het gericht Kedingen over de jaren 1648 tot 1654, 1655 - 1657.
45 Jan Couper ca Albert Meisters n.u. Frerichien Hoofslagh, 1657.
46 Henrick van Coesfelt, inleider en aanlegger. ca Wolter Pothoff, verweerder en uitleider. "Replijcq"met bijlagen door aanlegger geexhib. 1 maart 1658 in zake: het tussen partijen bestaande geschil over het recht van aanlegger tot het vrije gebruik van een weg over, aan verweerder toebehorende, en naast diens huis gelegen grond., 1658. i
47 Metta Schouwinck wed. Frederick van Coesvelt, aanleggerse, geinjurieerde en geexcipieerde ca Henricus Raterinck, beklaagde, injurant en excipient. Eis tot betaling ener gelsom aan aanleggerse wegens belediging met woorden en handelingen. Exceptionele vordering: tot terugname van enige door aanleggerse bij Tripliek gevoegde documenten., 1658 - 1661.
48 Henrick Weesels voor zich en als man en momber van zijn vrouw Anna de Das, klager en geexcipieerde ca Wessel Broecker, beklaagde en excipient. In zake vordering tot betaling van een geldsom aan klager enz., wegens beleediging met woorden en mishandeling van klagers vrouw. Exceptionele eis: tot admissie van de exceptie intentionis et facti et praematuri libelli. tot terugname van een bij "persistit" of tripliek door aanlegger gevoegd document , 1658 - 1661.
49 Wolter Pothoff, aanlegger en geexcipieerde ca Berent ten Hengel en Berent ten Nover, als erfgenamen van hun broeder wijlen Joan ten Nover, gedaagden en excipienten. In zake vordering tot nakoming der transactie gesloten tussen partijen over aanleggers vordering tot betaling van het bedrag hem door wijlen Joan ten Nover beloofd en waarover tussen hen een proces gevoerd is voor het gericht van Kedingen. Exceptionele vordering: tot admissie der exceptie litis pendentiae, 1659, 1660.
50 Joan Tangena pro se en als man en momber zijner huisvrouw Hermtjen Frijlinck, impetrant en geinjurieerden ca Fenne Conerinck, vrouw van Willem Nijhuis, gedaagde en injuriante. Eis tot betaling ener geldsom aan impetrant enz. wegens belediging., 1659 - 1660.
51 Hendrick Pothoff, verweerder en excipient ca de erfgenamen van wijlen Claes van Boeckholt te Deventer, aanleggers en geexcipieerden. Eis tot betaling van restant kooppenningen der door wijlen Claes van Broeckholt aan gedaagde geleverde goederen. Exceptionele eis: tot admissie van de exceptien: "non probate intentionis praescriptionis, et in eventum petitionis", 1659 - 1661.
52 (gesurrogeerd gericht)

Gerh. Hermelinck ca Henrich Wichman senior, richter van Kedingen. Request aan de Drost van Haexbergen, verwalter Drost van Twenthe, N. van Bevervoerde van H. Wichman Sr. Richter van Kedingen verzoekende een ander gericht te surrogeren in plaats van het Schoutambt Rijssen, als zijnde hetzelve Suspect, met beschikking van de verwalter Drost in margine, het stadsgericht Goor surrogerende, d.d. 12 Febr. 1660, 1660.
53 Henr. Schutte ca Jan Tangena. Enige stukken in zake eis tot voldoening ener rekening van verdiend salaris, 1660, 1661.
54 Berent ten Noever ca Paul Pelt, 1661.
55 "Sententie over delicten van eenige borgers binnen Goor oproer gemaeckt hebbende", 1661.
56 Willem Ruse, namens de weduwe van Jan ter Welberch ca Lambert Everts. Justificatie der panding door Willem ruse gedaan op goederen van Lambert Everts tot verhaal van onbetaalde rente van een hypotheek, geexhib. 21 Jan. 1661, 1661.
57 Rotger ten Hengel en zijn vrouw Stina Cuipers ca Wolter Cuiper, Stoffer- en Henrich Pothoff. Enige stukken zijnde informatien omtrent de tussen meerdere personen ten huize van Rotger van Hengel de 29e Oct. 1661 plaats gehad hebbende vechtpartij., 1661, 1662. i
58 Wessel Oele ca Hendr. van Thijnen, 1662.
59 Jan Tangena ca Herman Tangena. "Antwoort" voor Herman Tangena en specificatie van enige posten lastens Jan Tangena, geexhib. 15 Juni 1662 in zake vordering tot voldoening van het aan Jan Tangena van Herman Tangena competerende, 1662.
60 Berent van Coesfelt als man en momber zijner huisvrouw Geertjen te Wijricke, inleider en aanlegger ca Joan te Wijricke, verweerder. "Justificatie van inleidinge" gegeexhib. 21 Sept. 1663.In zake vordering tot betaling van hetgeen aan aanleggers vrouw volgens contract over de boedel van hun ouders van haar broeder(verweerder in dezen) competeert, 1663.
60 Gerhard Velthuis en zijn stiefzoon Adolph Meijer met hun echtgenoten ca Henr. Cuiper, diens huisvrouw en kinderen. Copie compromiss. uitspraak d.d. 5 Oct. 1663. Zie: stadgericht Delden proces 17 a en Snuif, blz. 452, 1663.
61 Wolter Pothoff en Wessel Jalinck als gerichtelijk gestelde curatoren van Jutjen dochter van wijlen Willem te Wijrick, klager ca Joan te Wijrick, beklaagde. "Eisch ende conclusie" geexhib. 31 Oct 1664 en "Intendit" voor aanleggers in zake vordering tot betaling van hetgeen aan Jutjen te Wijrick volgens contract over de boedel van hun ouders van haar broeder (beklaagde in dezen) competeert, 1664.
62 Alagunda d'Anseau ca Catharina Toetelinck wed. Hermen Gerrits van Wilsum. enige stukken in zake vordering tot naleving van een accoord tussen partijen opgericht over een tussen hen gevoerd proces, 1664.
63 Joan Hachman, aanlegger ca Jan de Maegh, gedaagde. "antwoort" voor gedaagde, geexhib. 20 Febr. 1665 in zake vordering tot betaling van een geldsom, 1665.
64 Johanna Margreta van Ensse vrouw tot Heekeren, eiseres ca Mr. Derck Schulten, verweerder. "Reces"voor eiseres, geexhib. 9 Nov. en "Protest" wegens informaliteit van het Reces voor verweerder geexhib. 16 Nov. 1668 in zake vordering tot aflossing van een obligatie, 1668.
65 Joannis Schutte ca Mich. Helmich c.s., 1669, 1670.
66 Christina van Kernebeecke wed. van Jan Borgerinck, pro se et q q, arrestante ca Jan Broeckhuizen, commies der stad Nimwegen en Joost ter Swaken, gearresteerden. Eis tot verklaring dat arrestante ingevolge maagscheiding opgericht tussen erfgenamen van wijlen Burgemeester Laurens Borgerinck gerechtigd is tot de "Naarkoop"van diens goederen, in dezen "den gaerden op den Malbergh" door Jan van Broeckhuizen, commis der stad Nimwegen aangekocht ter betaling of in mindering der koopsom van die gaerden..
67 Adolph Wessels en Adolph de Meijer, aanleggers ca proc. Johan Schutte, gedaagde wegens verdiend meesterloon

1. incidentele procedure 1760, compleet volgens bijliggende inventaris.

2. vervolg, 1670 1671, compleet volgens bijliggende inventaris. Alleen de bijlagen van no 5 ontbreken, 1670, 1671.
68 Reint toe Laer ca Jan Couper, 1671.
69 Jan to Middendorp ca Reint to Laer, als invervenient v. Wolter Coupe. I.z. borgstelling, 1671.
70 Kennisgevingen van Burgemeesters, schepenen en Raden van Goor aan de crediteuren van Jan Tangena schoemaecker d.d. 8 Nov. 1679 dat op enige vaste goederen van deze door de erfgenamen van Br. Wessel Jalinck en Catrina tho Noever wed. Mollenbachs met "athmaels rechte" is geprocedeerd, weshalve die crediteuren worden geciteerd tegen 15 December 1679 om hun vorderingen en bewijzen van proeferentie in te leveren en conditien der publieke verkoping dier goederen op 15 Dec. 1679, 1679.
71 Willem ten Ruenharst ca Jan te Wittbroeck. "Specificatie van 't geene Willem ten Ruenharst als conjuncta persona van zijn suster wegens geadjudiceerde Bruydtschatt, kraemcosten, onderhoud van 't kind tot sijne mundige jaeren toe en de costen van de proceduire van Jan te Wittbroeck tokomt '' geexhib. 5 januari 1693, 1693.
72 Proc. Jakob Bloemendal, declarant ca Docter Wilh. Hulsken, gedeclareerde. Declaratie van kosten gemaakt in een procedure (over kooppenningen van het huis "het wapen van Overijssel"?), 1711.
73 Dr. wilh. Hulsken in qualiteit als advocaat fiscaal van de heer Drost van Diepenheim en Haaksbergen, impetrant ca Berent ten Thije als borg voor Hermen Elssebroek, geimpetreerde in zake vordering tot vergoeding der schade enz. geleden wegens het op borgtocht van geimpetreerde ontslaan uit de gijsselkamer te Goor van Hermen Elssebroek, daar dezelve na expiratie van de termijn der borgtocht zich niet weder in gijzeling begeven heeft, 1715 - 1717.
74 de Advocaat fiscaal van Twenthe, klager ca Procurator Jacob Bloemendael, beklaagde. enige stukken in zake vordering tot verklaring dat beklaagde voortaan niet gerechtigd is het offficie van procurator te bekleden wegens "praevaricatie ende begaende falsiteit", 1716 - 1718.
75 Tonnis ten Cathe ca Gesina Brueninck, 1717.
76 Dr. Wilhelm Hulsken "namens de Hoogheidt"klager ca "D'oude Burgemeester Wessel Jalinck, Henrick Jalink, Henrik Welmers en Jan schimmel, beklaagden. "Klaagh Libel"met bijllagen overgegeven 12 Juli 1717 in zake vordering tot veroordeling van beklaagden in de betaling ener boete wegens bij de verkiezing van Burgemeesters van Goor op Petri 1717 gepleegde valsche handelingen, 1717.
77 Lamb. Couper ca de minder recht hebbende crediteuren van de boedel van wijlen Adolph de Meijer en Johanna Brandt, 1718.
78 Rekening ten laste van de boedel van wijlen Adolph de Meijer en Johanna Brandt, ca 1718.
79 Doctor Johan van der Sluis, richter te Haaksbergen, pandeiser en geexcipieerde ca Martinus Jalinck, Burgemeester der stad Goor en secretaris van de heer Dorst van Haaksbergen en Diepenheim, pandverweerder en excipient. Enige rekeningen van salaris en verschot, zomede de sententie, gepronuncieerd 21 Sept. 1722 in zake vordering tot aflossing van een hypotheek d.d. 1 Juni 1712 met achterstallige renten, lastens verweerder en dien vrouw Odilla Pothoff, 1718 - 1722.
80 Otto Hilderink ca Antoni ter Swake. I.z. het zetten van een smidshuis in de nabijheid van Hilderink's turfhuis, 1718 - 1723.
81 Docter Henr. Michorius, nomine uxoris Johanna Maria Margrieta Claphouwers, alsmede voor de weduwe Johanna ten Hengel te Deventer, aanleggers en gerequireerden ca de Heer Assuerus Fokkink, richter van Kedingen, intervenient voor Burgemr. Werner Jalink en Teike Altena, verweerder en requirant. In zake vordering tot betaling der kooppenningen van het door verweerder aangekochte huis "Scherpenzeel cum amexis, 1718 - 1726.
82 Assuerus Fockinck, richter van Kedingen, inleider ca Joan Oortwijn Westenberg als getrouwd aan Johanna Margaretha Brands, uitleider. In zake van in- en uitleiding in de eigendom van "een gestoelte of bancke in de kerk der stad Goor" behorende tot het huis Scherpenseel door inleider bij publieke en executoriale verkoop aangekocht, 1721, 1722.
83 W. Borreas, ca Berent ten Hengel, 1721, 1727.
84 Chirurgijn Cornelis de Wolff, pandeiser en requirant ca Dr. Wilh. Hulsken, richter van Enschede, als erfgenaam en executeur van het testament van wijlen Anna Ursela ten Oever wed. Werner Jalink, pandverweerder en gerequiteerde, 1721 - 1727.
85 Enige stukken inzake van praeferentie en concurrentie tussen crediteuren en interessenten in de gedistraheerde boedel van Burgemeester Martinus Jalinck en Odilla Pothoff, echtelieden., 1723.
86 (gesurrogeerd gericht)

De heren Georg van Monkhuisen tot d'Oldemeule, keppel van Odink tot Hengelo, Mulert tot Bakenhage, Harde tot Wilkinghege en de douarière Blankevoorts tot Dubbelink, klagers ca Carel Otto Borchards, Henrik van Heek, Willem Bellink, Jan Smekes, enige stukken in zake van injurie van klagers door beklaagden bij hun bericht aan Heren Gedep. Staten van Overijssel v.d. 29 mei 1722 over en ter zake de beroeping van eren predikant te Delden, 1723 - 1725.
87 Tobias van Ommen ca Assuerus Fockinck, rechter van Kedingen. I.z. vertimmering van het huis Scherpenzeel., 1724.
88 Johan Schutte te Zutphen ls gevolmachtigde van zijn oom Harmen Frankemeule ca Margrieta Brands wed. Westenbergs. "Protocollandum" d.d. 27 nov. 1724 met twee bijlagen, houdende verzoek tot oproeping van crediteuren die enig recht mochten pretenderen op goederen van wed. Westenbergs voornoemd, waarop door haar vrijwillig verwin is verleend tot verhaal van het aan Harmen Frankenmeule competerend kapitaal met renten, 1724.
89 Tonnis ten Zijthoff, stadsdienaar van Goor ca de oude Burgemeester Wessel Jaling. Prothocollaire extracten en enige bijlagen in zake wederzijdse vordering tot afdoening van rekeningen., 1724, 1726.
90 Theodorus Volbier, weduwnaar van Anna Christina van Munster, arrestant en protestant ca Harmen Otto van Munster, "Rooms priester tot Grol off Groenlo", gearresteerde en geprotesteerde. In zake vordering tot nakoming van de bepalingen van het accoord den 29en Juli 1723, tussen arrestant en gearresteerde pro se et qq. over hun ouderlijke boedel opgericht, en om te "extraderen" een volmacht krachtens welke gearresteerde dat accoord uit naam van zijn broeder en zusters met arrestant heeft gemaakt., 1725.
91 de Heer rechter Assuerus Fockinck ca Bernt ten Thije. Decreet, gepronuncieerd 16 febr. 1725, inzake het verschil: of de richter voornoemd voldoende gequalificeerd was om uit naam van de Landrentmeester Potkul aan ten Thije voornoemd enige penningen te presenteren en bij nonacceptatie dezelve in den gerichte te deponeren en consigneren, 1725.
92 Joncker Frederick van Ensse to Hekeren ca Berent ten Hengelo, c. 1725.
93 Willebrand Borreas en Jan Cuijper als momberen van de kinderen van wijlen Henric Sweerink an zijn huisvrouw, pandeisers en geexcipieerden ca de wijnkoper Derk Vollebier, pandverweerder en excipient. Eis tot restitutie van een geleend kapitaal met renten en kosten. Exceptionele vordering: tot admissie der exceptie "informalitatis et nullitatis", 1725 - 1727.
94 De weduwe Gerrit Knape, pandeiseres ca Hendrik ten Thije, pandverweerder. In zake vordering dat op de onder verweerder berustende kooppenningen van een huis aan de echtelieden Jan Jacob Stromeijer en Anna Kuipers toebehoord hebbende verhaalbaar zullen zijn de eiseres competerende renten van het door haar aan voornoemde echtelieden verstrekt kapitaal, 1726.
95 De wed. van wijlen Wijand Roesinck in leven commies en ontvanger van de convoijen en Licenten te Enschede ca Joost Frederick ter Swaak. "Extract prothocollair" aanv. 17 juni 1726 en eindigende 20 jan. 1727 in zake vordering tot betaling ener rekening van Licenten en schrijfgeld, 1726, 1727.
96 Pr. Lambert Couper ca Wed. wijlen Br. Joan ten Thije, 1727.
97 Hendr. Cuiper, Bernard van eerden en Herman donders, excipienten ca Tonnis ten Caethe, geexcipeerde. "Antw. op de Exceptiën" geexhib. 2 Febr. 1728 "Replijcq exceptioneel" geexhib. 7 Juni 1728 een een fragment van een processtuk in zake van praeferentie en concurrentie in de opbrengst der goederen van de monopolist Haeverkamp, 1728.
98 Crediteuren en interessenten van Joost Fred. ter Swaak, 1728, 1729.
99 De weduwe van Wernerus Imminck, in leven predikant te Eijbergen, pro se et qq, aanleggerse ca Assuerus Fockink, richter van Kedingen, verweerder.
In zake vordering tot restitutie van hetgeen door aanleggerse betaald is aan verweerder voor de aanstelling van haar zoon Wilhelm Imminck tot secretaris van het gericht Kedingen "So verre het quartier van Rijssen aangaat" tot welke aanstelling de approbatie van de Landdrost van Twenthe niet is kunnen worden verkregen, 1728 - 1733.
100 Wed. Altena ca Abraham Havercamp, 1729.
101 Betreft desolate boedel van Jan ten Camphuis, 1729.
102 Willem Seemsmaker, pandeiser ca Willem Henrik Kooijman, pandverweerder. In zake vordering tot voldoening ener rekening wegens geleverd bier enz., 1729, 1730.
103 Hendrina Elverinck Wed. Hendrik ten Thije, pandeiseres ca de oud Burgemeester Berent ten Hengel, pandverweerder. Prothocollaria lopende van 14 Maart 1729 tot Oct. 1730 in zake vordering tot betaling van restant kooppenningen van geleverde planken, 1729, 1730.
104 Procurator Jacob Bloemendal, eiser ca de Wed. Gerr. Knape, gedaagde. In zake vordering tot betaling van hetgeen aan eiser bij sententiem is geadjudiceerd van de kooppenningen van het huis door gedaagde gekocht en zulks uit dat gedeelte die kooppenningen Andries Stikkel competeerende, 1729 - 1731.
105 Herman Donders ca Jan Nilant of Tankink, 1730.
106 Isaak Klockenaar en Steven van Delden, als curatoren van de boedel van Jan Meinders, pandeisers ca Egbert Schutten, pandverweerder. Eis tot voldoening van de voor verweerder aan de boedel van Jan Meinders verschuldigde gelden, 1730.
107 B. ten Hengel ca Theod. Vollbier, 1730.
108 Jan Keupers ca A. Fockink, richter van Kedingen, 1730.
109 Wolterus van Eijll, koopman te Deventer, aanlegger ca Willebrand Borrias, koopman en oud Burgemeester te Goor, gedaagde. Enige stukken in zake vordering tot betaling van restant-kooppeningen van door aanlegger aan gedaagde geleverde tabak met renten en kosten. Niet compleet of niet vervolgd, 1732.
110 Acte van panding d.d. 19 mei 1732, geexhib. 21 juli 1732, met diverse bijlagen ter instantie van Wolter Jalinck, nomine uxoris, op goederen van Berent ten Thije tot verhaal van diens aandeel in achterstallige pacht, 1732.
111 Engelbert Vrijdag tot Steinfort, pandeiser en gerequireerde ca Burgemeester en procurator Bernard Pothof, pandverweerder en requirant. Eis tot betaling van een geldsom door verweerder voor pandeiser van Jan Esendam ontvangen krachtens met deze namens eiser gemaakt accoord van de 18de Maart 1728.

Incidenteele zaak over de verplichting van eiser tot borgstelling pro reconventione
, 1732 -1734.
112 Dr. Wilh. Hulsken, Advocaat fiscaal van de Lands Hoogheid van Twenthe, klager en impetrant ca Henderick Tangenae, beklaagde en geimpetreerde. In zake vordering tot veroordeling van beklaagde in de betaling ener boete aan de Hoogheid wegens mishandeling van Anna ten Clooster vrouw van Willem ten Geusendam, hospes in "den Wildeman", zijn de een herberg buiten Goor gelegen.


Dr. Adolf Henric Putman ca Henric Tangenae. Inzake declaratie van kosten voor vermelde proces, 1732 -1734, 1739 - 1741.

113 Wolter Knape ca Laurens Nijenhuis. Iz. injurie, 1733.
114 Stukken inzake van praeferentie en concurrentie tussen de crediteuren in de boedel van wijlen Jan Doeschate en echtgenote Agnes Cremer, 1726, 1729, 1733 - 1735.
115 Johannes Tangenae, chirurgijn te Goor, aanlegger en pandeiser ca Assuerus Fockink, richter van Kedingen, als erfgenaam en boedelhouder der nalatenschap van zijn zuster wijlen juffr. Barbara Fokkink, pandverweerder.
"Justificatie van pandinge" met bijlagen, geexhib. 1 nov. 1734 in zake vordering tot betaling van aanleggers rekening wegens meesterloon en leverantie van medicijnen, 1734.
116 Tonnis ter Zijthoff ca Henric Michorius, 1734, 1736.
117 Wed. Bakkers geb. ter Swaak ca Berent ten Thije. I.z. weigering tot het geven van kondschap der waarheid, 1735.
118 De wed. Feike Altena, pandeiseres en geexcipieerde ca de oud Burgemeester Berent ten Hengel, pandverweerder en excipient. In zake vordering tot betaling van hetgeen aan eiseres uit kracht ener afrekening van 12 febr. 1726 competeert. Exceptionele eis: tot admissie van de exceptie van informaliteit, 1735 -1737.
119 Doctor Wilh. Meeuwsen, pro se et qq, pandeiser ca de wed. en erfgenamen van wijlen Tonis ten zijthof, pandverweerders. In zake vordering tot voldoening van achterstallige interessen van een hypothecaire schuldbekentenis d.d. 20 sept. 1708., 1735 - 1744.
120 Herman Donders, pandeiser en geexcipieerde ca Hendrik ten Thije, pandverweerder en excipient. In zake vordering tot betaling van hetgeen verweerder aan eiser wegens leverantien en geleend geld schuldig is. Exceptionele eis: tot admissie van de exceptie van informaliteit, 120.
121 De wed. Otto Hilderink, pro se et qq, impetrante ca Henrik Stokkers, geimpetreerde en gedaagde. "eis en Aanspraek" geexhib. 7 mei 1736 in zake vordering tot het doen van rekening en verantwoording van het door gedaagde voor impetrante bereide leer en betaling van hetgeen impetrante deswegen zoomede uit anderen hoofde competeert en enkele andere stukken ook van latere datum, 1736.
122 Stukken inzake van preaferentie en concurrentie tussen de crediteuren van de insolvente boedel van Jan Dambrink, 1736 - 1738.
123 Oud Burgem. B. ten Hengel ca Burgem. Pothoff, 1736 - 1741.
124 Dr. Corn. ten Cate ca Herman Donders en diens huisvrouw Johanna Twenhuijs. Stukken in zake vordering tot het geven van kondschap der waarheid in appèl, 1737.
125 De wed. Henrik de Pas te Amsterdam, pro se et qq, eiseres ca Jurriaan Jets, Burgemeester van Goor, gedaagde. "Eijsch en Aensprake" met bijlagen, geexhib. 23 Sept. 1737 in zake vordering tot betaling van de achterstallige rente van een door gedaagde schuldig beleden kapitaal, 1737.
126 Burgemr. en Pr. Bern. Pothof, aanlegger ca Nicolaas van Dalen, koopman, gedaagde. Een defect processtuk met een bijlage geexhib....? In zake vordering tot betaling der kooppeningen van een huis., na 1737.
127 DR. Wilh. Hulsken namens de Hoogheid van Twenthe, klager ca Jan Beerent Borrias, beklaagde. "Claaghlibel" met bijlagen, geexhib. juni 1739 in zake vordering tot veroordeling van beklaagde in de betaling ener boete wegens bezwangering van Diena Roesink, 1739.
128 Maria van Laar wed. van de rentmeester Egbert Meuwsen ca de erfgenamen van wijlen Derk Nijhuis. Enkele stukken in zake vordering tot aflossing ener hypothecaire schuldbekentenis., 1739 - 1741.
129 Cecilia Catharina van Keppel, Douairière Coenraad Wilhelm Mulert en de heer Cornelis Jacob Mahony, Heer van Borculo etc., als in huwelijk hebbende Nicolina Judith van Keppel, aanleggers en gerequireerden ca Dr. Wilhelm Hulsken, secretaris van de landdrost van Twenthe en richter van Enschede, gedaagde en requirant.

In zake vordering tot het doen van rekening, bewijs en reliqua van de administratie en ontvangst van enige "stoevelaarsse" goederen, speciaal van de erven "Huijssteede tot Markel en Eeffink in Elssen".

Incidentele kwesties: over editie van stukken, over termijnen van handelingen, enz., 1739 - 1745.
130 Allard Joan Baron Gansneb gent Tengnagel, Heer van Bonkenhave, etc., pandeiser en gerequireerde ca Dr. Wilh. Hulsken, richter van Enschede, pandverweerder en requirant. In zake vordering tot uitkering van hetgeen verweerder, wegens het door hem gevoerde bewind en administratie over de ervan Olinck, onder zich heeft, tot verhaal van een "rentschrijvinge" lastens die boedel ten behoeven van eiser. Incidentele eis: tot editie van alle acten en stukken uit krachte waarvan aanlegger in dezen ageert., 1739 - 1745.
131 Gerrit Dambrinck ca Jan Semmers. Protocollaire handelingen d.d. 17 nov. 1741 in zake verschil over de eigendom van een aan Dambrinck ontstolen en door Semmers gekocht paard, 1741.
132 Harmen Donders, eiser ca Henderick- en Gerrijt ten Thije, gedaagden. Een paar stukken in zake vordering tot voldoening van de door gedaagden aan Gerrit ter Horst te Deventer verschuldigde restant-kooppeningen van een zeil, waarvoor eiser zich als borg heeft ingelaten, 1741.
133 Sententie, gepronuncieerd 20 Juli 1750, in zake van praeferentie en concurrentie tussen de crediteuren van wijlen Burgemeester Jurriaan Jets en verschillende andere stukken, 1741 - 1750.
134 (gesurrogeerd gericht)

W. Baron Bentink, Heer van Diepenheim en Schoonheeten etc. in kwaliteit als Landdrost van Twenthe, klager ca de Rooms- en Aartspriester Warmolt Cremer, beklaagde. Twee defecte processtukken, waarschijnlijk Re- en dupliek, geexhib........1742? In zake het zich onbevoegd gedragen als erfgenaam van de nalatenschap van Jenneken Immink door beklaagde, 1742?.
135 W. Baron Bentinck, Heer van Diepenheim en Schoonheeten, in qualiteit als hoofdofficier van Twenthe, klager ca Coenraad ter Swaeke, beklaagde. In zake vordering tot veroordeling van beklaagde in de betaling ener boete aan de Hoogheid van Twenthe wegens mishandeling van Berent Koninck, 1742 - 1746.
136 Berend Koning, nomine uxoris, klager ca Koenraad ter Swaak, beklaagde. In zake vordering tot betaling ener geldsom aan klager voor geleden pijn en smart, geleden schade en kosten wegens mishandeling van klagers vrouw door beklaagde, 1742 - 1746.
137 (Gesurrogeerd gericht in plaats van het stadgericht Rijssen)

Jan Gosens voor hem zelf en namens zijn huisvrouw Aleida Hilderinck ca Jan ter Horst, nomine uxoris.In zake wederzijdse vordering inzake belediging en mishandeling
, 1742 - 1749.
138 Annetje Dirks wed. Tobias van den Bos, pandeiseres en geexcipieerde ca de oud Burgemeester Jacob van Doeschate, pandverweerder en excipient. In zake vordering tot restitutie van het door wijlen Tobias van den Bos aan wijlen verweerders broeder Albert ten Doeschate geleend geld met betaling der verschenen renten en kosten. Exceptionele eis: tot admissie van de exceptie: "mutati libelli et non refusarum expendarum" enz., 1742 - 1749.
139 St. H. Rasge ca Bernard Borias. Alleen: Eis en Aanspraak, 1743.
140 Derk van der Wijck, Burgemeester der stad Zwolle, pandeiser ca Hend. Helmich, pandverweerder. In zake vordering tot voldoening van onbetaald pacht van de "Stoevelaarse meule" bij Goor staande, 1744 - 1746.
141 Jan Goossens, nomine uxoris, en zijn mede-erfgenamen van Otto Hilderinck ca Berent ten Thije. In zake vordering tot vereffening van rekeningen, 1744 - 1747.
142 Doctor Henr. van Rijssen, impetrant ca Matthijjs en Kasper Kleijne, geimpetreerden. "Eijs en Aanspraeke" met bijlagen, geexhib. 28 juni 1745, in zake vordering tot voldoening van restant kooppeningen van aan geimpetreerden geleverde ossen enz., 1745.
143 Gerrit Jan Welmers, aanlegger ca Jan Hendrik Altena, gedaagde. In zake vordering tot veroordeling van gedaagde in de betaling ener geldsom ten behoeve van aanlegger wegens mishandeling van deze door gedaagde, 1746 - 1748.
144 Jan te Boerman, aanlegger ca de oud Burgemeester Wolter Knape, als in huwelijk hebbende Nicolina Heisen vroeger gehuwd geweest zijnde met Arnoud te Boerman, gedaagde. "Eisch en Aensprake" met bijlagen, geexhib. 10 juni 1748 in zake vordering tot scheiding en deling der nalatenschap van wijlen Arnoud te Boerman, 1748.
145 Egbert van Haarst, koopman te Zwolle, aanlegger en impetrant ca Hendrik Nilant, gedaagde en geimpetreerde. "Eijsch en Aensprake" met bijl. geexhib. 15 jan. 1748 in zake vordering tot voldoening ener rekening van aan gedaagde geleverde goederen, 1748.
146 F.R. Baron van Heerdt, Heer van Eversbergh, als verwalter Landdrost van Twenthe, namens de Hoogheid, aanlegger ca Burgemeester Jan Menger, beklaagde en gedaagde. "Klaaghlibel" met bijlagen, geexhib ........1748. In zake vordering tot veroordeling van beklaagde in de betaling ener boete wegens het niet aangeven van ten zijnen huize enz. plaats gehad hebbende vechtpartijen en verwondingen., 1748.
147 Den heer Derk Herman Rietberg, gemeensman der stad Zwolle, aanlegger ca Mons. Jacob ten Crajeveld, koopman te Goor, gedaagde. "Eisch en aenspraeke" met bijlagen, geexhib. 2 maart 1750 in zake vordering tot voldoening ener rekening van aan gedaagde geleverde goederen, 1750.
148 Harmen Jan te Meerman, aanlegger ca Fenneken ten Bockum, laatst weduwe van Hermen te Meerman, gedaagde. "Eijs en aensprake" met bijlagen, geexhib. 19 juli 1751 in zake vordering tot het geven ener inventaris der door gedaagde en wijlen hare echtgenoot in gemeenschap bezeten goederen, waarvan gedaagde het vrucht gebruikt heeft, krachtens testament d.d. 10 april 1739 alsmede tot "verberginge" dier "tucht" en een inventaris v.d. goederen van de wed. Harmen te Meerman opgemaakt 23 en 24 maart 1750 en geexhib. 25 mei 1750, 1751.
149 Roeloff Groeten, nomine uxoris Engele Welmers, aanlegger ca Gerardina Welmers, gedaagd. "Eijsch en Aanspraak" met bijlage, geexhib. 13 dec. 1751. In zake vordering tot voldoening van hetgeen aanlegger van gedaagde competeert wegens hun ouderlijk boedel, geleend geld enz., 1751.
150 Enige stukken in zake vordering door de Burgemeester van Goor Joan Frederick Ruhlein, commies te Goor, tot betaling der boete waarin hij is gecondemneerd, 1751 - 1753.
151 Abraham Koedijk ca Pr. Bern. Pothoff, 1751 -1757.
152 Dr. Gerrit Knape, nomine patris Wolter Knape, pandeiser en gerequireerde ca Gerrit Jan Welmers, pandverweerder en requirant. In zake vordering tot voldoening van de door verweerder aan Wolter Knape als gewezen stadsrentmeester verschuldigde gelden wegens de pacht van de accijns over het Zeldam en Deldenerbroek met "pot, tol en kolenmate" over het Zeldam enz. van het jaar 1734 met renten en tot betaling van boekschulden door verweerder en wijlen zijn moeder verschuldigd. Incidentele vordering: tot terugname van een bij replicaal reces gevoegd document, als niet terzake dienende, met veroordeling van gerequireerde in de kosten deswege veroorzaakt, 1751 -1759.
153 De gebroeders Herman Jan- en Gerrit Meerman, requiranten ca Willem Tangena, gerequireerde. "Eijs en Aensprake" met bijlagen, geexhib. 17 jan. 1752. In zake vordering tot het doen van rekening, bewijs en relique van het door gerequireerde van zijn zwager , (requiranten's halve broeder) Henrycus Boekelman en door deze van hun zwager Gijsbert Verweij te Amsterdam ontvangen aandeel in de nalatenschap van diens echtgenote Magdalena Boekelman, 1752.
154 Mannes Mensinck als in huwelijk hebbende Fenne Rottinck gewezen huisvrouw van Jannes te Wierick, aanlegger en geexcipieerde ca Jan te Wierick, gedaagde en excipient. Stukken der incidentele eis tot admissie der exceptie van informaliteit, 1752.
155 Derk Meijerink als volm. van zijn zuster Johanna Geertruij Welmers vrouw van Barent van der Steeg, pandeiser ca Gerrit Jan Welmers, pandverweerder. Vordering tot betaling van achterstallige rente van een door verweerder 10 dec. 1743 schuldig beleden kapitaal, 1752 - 1755.
156 Jan Goossens als in huwelijk hebbende Aleida Hilderink en Jan Foest als in huwelijk hebbende Willemina Hilderink, aanleggers ca Hendrik Stokkers, gedaagde. In zake vordering tot voldoening van hetgeen aanleggers competeert in de kooppenningen van het door hun schoonmoeder Geertruit Honhoff wed. Otto Hilderink aan gedaagde verkocht leer, enz., 1752 -1758.
157 Jan Derk Jalink, koopman te Deventer, aanlegger ca Jan Berent Borias, koopman te Goor, gedaagde. "Eijsch en Aansprake" met bijlagen geexhib. 14 mei 1753 in zake vordering tot voldoening ener rekening van aan gedaagde geleverde winkelwaren, 1753.
158 Sophia Juliana Gravin van Castell Rudenhousen wed. Adolph Hendrik graaf van Rechteren in leven vrijheer van Almelo en Friezenveen, landdrost van Salland, etc. requirante ca Tobias van Ommen, gerequireerde. "Eisch en Ansprake" met bijlagen, geexhib. 29 Jan. 1753 en "Antwoord" met bijlagen geexhib. 23 sept. 1754. In zake vordering tot betaling der kooppenningen met rente van het door gerequireerde gekochte erve en goed Meggelink gelegen in het gericht Kedingen, buurschap Elsen, 1753, 1754.
159 (Gesurrogeerd gericht)

Jan Henrik Dikkers ca Arent Sokkers en Gerrit Modders, burgemeesters en Jan Koedijk gemeensman van Rijssen. In zake vordering tot betaling ener rekening van door Dikkers gemaakte kosten voor een reis naar Groningen en tot voldoening der rekening van de advocaat Dr. Hein die met de invordering van die reiskosten is belast, 1754.
160 Request van Dr. Joan Jalinck namens de erfgenamen van wijlen de richter Otto Schutte met bijlagen, aan R.F. Baron van Heerdt, Heer van Eversberg, vice landdrost van Twenthe, verzoekende dat de Burgemeesters van Goor zullen worden gelast voort te gaan met de distractie van enige goederen Gerrit Jan Welmers toebehorende en zulks tot verhaal van een geldsom met renten, met beschikking van de vice-landdrost in margine d.d. 22 mei 1754, 1754.
161 W. Baron van Ittersum tot Oosterhof ca Burgemeesters en Gemeenslieden en de secretaris G. ter Horst van Rijssen. Enkele requesten aan Ged. Staten van Overijssel houdende verzoek tot surrogatie van een gericht in plaats van het stadgericht Rijssen tot het produceren van getuigen, zomede enige getuigenverklaringen over de collectie der landsmiddelen te Rijssen, 1754, 1755.
162 Dr. J.W. Cramer, als adv fiscaal van Twenthe, klager ca Roelof Brunink, beklaagde. "Eijsch en Aanspraak" met bijlagen, geexhib. 21 juni 1755 in zake vordering tot veroordeling van beklaagde in de betaling volgens placcaat van Ridd. en St. d.d. 21 april 1735 ener boete aan de Hoogheid van Twenthe wegens het houwen van bomen enz. van het erve "Neerman", 1755.
163 Arnold Stuir en Alb. Potthoff ca Adolph Wessels. I.z. gemaakte kosten wegens weigering tot het geven van getuigenis der waarheid, 1755.
164 Coenraad ter Swaak als lasthebber en rentmeester van de heer van Hoevel , heer tot Weseveld en Cretier, eiser ca Scholte Jannes Aaftink in Elsen, gedaagde. Stukken in zake vordering tot betaling van achterstallig bloed- of smalle tienden uit de zogenaamde "Aeftincktiende", 1755 - 1757.
165 Abraham Koedijk, pandeiser ca Roelof ten Thije, pandverweerder. Advies d.d. 2 sept. 1756 van Dr. H.W. Ravestein in zake vordering tot voldoening ener rekening van aan verweerder geleverde goederen e.a., 1755, 1756, 1762.
166 Hendrik Schimmel, Benjamin Sprakel en Berent Jan Knape "in Qualiteit als diaconen, en administrateurs van den armen staat van Goor" ca Gerrit Jan Welmers. Prothocollaire handeling van 12 juli 1756 met een bijlage in zake vordering tot restitutie van de door Welmers aan de Diaconie van Goor schuldig erkende geldsom, 1756.
167 Enige stukken betreffende de gerichtelijk verkochte meubilaire goederen van Martin Reiger ter instantie van Jan Helmich, 1756, 1757.
168 Marija Quackelstein, vrouw van Jan Brunenberg, pandverweerder ca Lambert Jan ten Doeschate, pandeiser. "Antwoord" voor pandverweerder met bijlagen geexhib. 15 jan. 1759. In zake vordering van eiser gemaakte vertering en enige getuigenverklaringen d.d. 28 jan. en 17 febr. 1756 over de leefwijze van Brunenberg voornoemd, 1756, 1759.
169 Dr. Gerhard Knape, aanlegger ca Wolter Jalinck, gedaagde. In zake vordering tot betaling ener geldsom aan aanlegger wegens van gedaagde ondergane belediging en mishandeling.
170 Lambert Jan ten Doeschate ca Wolter Cuiper. Enige stukken, meest requesten aan de Landdrost van Twenthe, betreffende de administratie van de goederen van de innocente Laurens Cremer, 1756 - 1761.
171 Dr. Rühlein ca Laurens Cremer, 1757.
172 Hendr. Tangena ca Gerrit Stockers. Extract protocollaria d.d. 17 oct. 1757 en enige stukken geexhib. 30 Jan. 1758 in zake verschil over (de eigendom van)? twee "hofjes" gelegen voor en achter het huis door Stockers bewoond, 1757, 1758.
173 Jan Berent Borias, aanlegger ca Jurrien ten Doeschate als in huwelijk hebbende Sicilia Pell, zijn zoon Willem ten Doeschate en dochter Elisabet ten Doeschate, gedaagden. "Eijsch en Anspraeke" met bijlagen geexhib. 12 dec. 1757 en een getuigenverklaring d.d. 31 dec. 1759 in zake vordering wegens belediging van aanlegger door gedaagden, 1757, 1759.
174 Abraham ten Bruggencate, c.s. ca de Joode Benedix Jozephs. Justificatie van arresten, 1759.
175 Lambert Jan ten Doeschate en zijn huisvrouw ca de Jode Samuel en zijn huisvrouw. Enige stukken in zake verschil over enige vorderingen van Samuel lastens ten Doeschate, 1760.
176 Tobias van Ommen, voor zich en namens zijn zuster Janna Heijlink, te zamen erfgenamen van wijlen hun zuster Anna van Ommen gewezen vrouw van wijlen Geert van den Hoed ca Claas Kemna, als pachter van de 50e penning der stad Goor over 1758. In zake verschil over de betaling van enige kosten aangewend tot bekoming van de 50e penning van een huis en hof van wijlen Geurt van den Hoed, 1760.
177 Willem Kruisweg, koopman te Deventer, arrestant en aanlegger ca Andries Leeflang en Levi Isaak, gearresteerden en gedaagden. "Justificatie van interdictie" met bijlagen geexhib. 2 nov. 1761 in zake vordering tot betaling van gedaagde's aandeel in de kooppenningen van door hen e.a. van aanlegger gekochte haver, met renten en kosten, 1761.
178 Hendrik Eijgen ca Gerrit Stokkers. I.z. vordering tot teruggave van het handgeld van f 20,-- wegens gekocht leer, 1762.
179 Mr. Cornelis Joan van der Licht, koopman te Deventer, aanlegger ca Johannes Guikink, koopman te Goor, gedaagde. "Eijsch en Aensprake" met bijlagen geexhib. 17 oct. 1763 in zake vordering tot betaling van de aan gedaagde door aanlegger geleverde goederen met renten en kosten, 1763.
180 De Heer Notz ca Jan Anton Berentsen. Aanw. rekening en onverwankelijke praesentatie c.q. Andwoort incidenteel. e.a., 1763, 1764.
181 Jannes Wolters ca Abraham Jacobs, 1764.
182 Gerrit Jan Reef, aanlegger en requirant ca Hermannus ter Swaake, gedaagde en gerequireerde. In zake vordering om met ede te er- of ontkennen de verkoop op de 18e Januari 1767 van 3/4 gedeelte "in het zogenaamde Veeneland" gelegen in het gericht Goor door aanlegger aan gedaagde, 1767 - 1771.
183 Stukken in zake de publieke verkoping, ter instantie van de crediteuren, van het erve en goed Scherpenzeel onder het stadgericht van goor gelegen en toebehorende aan de kinderen en erfgenamen van wijlen Jan van Bruinenburg, 1768.
184 Wolter Cuijper als erfgenaam en boedelhouder der nalatenschap van wijlen zijn broeder Albert Kuijper, pandeiser ca Gerrit ten Keusenkamp, pandverweerder. Enkele stukken in zake vordering tot betaling der kooppenningen van het door verweerder van de erfgenamen Albert Kuijper gekochte "gaerden in den Pierik" onder het gericht Goor gelegen, 1768, 1769, 1770.
185 Jan Derk Jalink en Hendrik Gerrits Jalink, aanleggers en requiranten ca Hendricus Slaterus, gedaagde en gerequireerde. In zake vordering tot betaling der rekeningen van aan gedaagde door aanleggers geleverde goederen; incidentele eis: tot editie ener volmacht krachtens welke gerequireerde's procureur Knape in deze ageert.
186 Sententie, gepronuncieerd 21 Jan. 1771, tussen Wolter Elikman, pandeiser en Hendrik Slaterus, pandverweerder. In zake verschil over de vraag of verweerder bevoegd is in de eis tot betaling van f 25.-9-8 copie en termijn ad primam op de justificatie der panding en overgegeven document te verzoeken, 1770, 1771.
187 Frans de Wolf, eiser ca Tobias van Ommen, gedaagde. In zake vordering tot betaling van een geldsom met renten door de echtelieden Hendrik Meijerink en Fenneken van Ommen verschuldigd en tot restitutie waarvan gedaagde zich als borg heeft verbonden en tot voldoening der kosten aangewend tot de teruggave van dat kapitaal enz., 1770, 1771.
188 Wed. I.B. van Goor ca Chr. Hulsken, 1771.
189 Wed. wijlen Adam Jobbinga ca Pr. Christ. Hulsken, 1771.
190 De Heer J.H. van der Wijk tot Stoevelaar, pandeiser ca Hendrik Meijerink, pandverweerder. Incidentele vordering over de kosten veroorzaakt door een handeling sub mundo van verweerder in zake vordering tot betaling van restant pachtpenningen van de Stoevelaarse molen, 1771.
191 L.F. Nilant, koopman te Lochum ca Hendr. Slaterus, verwalter rechter van Kedingen. Protocollair reces met bijlage d.d. 1 Maart 1771 in zake vordering tot het afleggen ener getuigenis der waarheid, 1771.
192 De Hoogheid van Twenthe, klager ca Gerrit Eman, beklaagde. "Eisch en Aansprake" met bijlagen geexhib. 21 Jan. en een getuigenverklaring geexhib. 13 Maart 1771 in zake vordering tot veroordeling van beklaagde in de betaling ener boete te profijte van klager wegens ontweldiging uit het corporeel arrest van Gerrit A. Rompelman uit handen van de schout van het kerspel Goor, 1771.
193 Gerrit van Ommen. pandeiser ca proc. B.J. Knape, pandverweerder. Eis tot betaling van een perceel opgaand eikenhout, door eiser gekocht van rentmeester Zegers van het huis Weldam en weder overgedragen aan verweerder. Compleet volgens bijliggende inventaris, en sententie, 1771 - 1774.
194 Jan Kleine, aanlegger ca Cornelis Bosman, verweerder. In zake eis tot schadevergoeding wegens het doodschieten van aanlegger's hond door verweerder, 1772.
195 E.H. Putman ca Hendr. Slaterus, 1772.
196 Joan Henrick van der Wijck tot Stoevelaar, eiser ca Roeloff ten Thije, gedaagde. "Prothocollandum" d.d 20 Jan. 1772 met bijlagen in zake vordering tot betaling der kooppeningen van door gedaagde gekochte twee "bikken" eiken hout, met renten en kosten, 1772.
197 J.T. van Velsen ca Roelof ten Thije. I.z. panding, (wegens het niet betalen van een rekening voor geleverde tabak), 1772.
198 Mejuffrouw de wed. Lambert Jan ten Doeschate ca den verwalter Richter Hend. Slaterus. Prothocollaire recessen d.d. 2 maart 1772 en 15 febr. 1773 met bijlagen. In zake vordering tot restitutie van een obligatie ten laste van Proc. B.J. Knape, onder Slaterus berustende en tot naleving van een contract, tussen partijen over vermelde vordering gemaakt, 1772, 1773.
199 Aleida Margaretha Jalink wed. van de organist Garrit Beuvink. Pandverweerderse en excipiente ca Burgemeester Jan Menger, pandeiser en geexcipieerde. In zak vordering tot betaling van een geldsom verschuldigd aan eiser wegens geleverde wijn, rogge betaalde accijns, enz. Exceptionele eis: tot admissie van de exceptie plus petitionis ante eventum conditionis, 1772, 1773.
200 Wilhelm Morrian ca Hendr. Slaterus, 1772, 1773.
201 de Wed. Lambert Jan ten Doeschate, aanleggerse ca Wolter Welmers, verweerder. "Eijsch en Aanspraak" met bijlagen geexhib. 2 maart 1772, "Protocollandum" van dien datum. en Recessus inscriptis" voor de Wed. van verweerder incompleet geexhib. 13 Jan. 1774 in zake vordering tot betaling ener geldsom aan aanleggerse. enz. wegens belediging van haar door verweerder, 1772, 1774.
202 Hendrik Bussemaker, koopman en koornbrander te Deventer, aanlegger ca Tobias van Ommen & Comp. gedaagde. "Eijsch en Aanspraak" met bijlagen, geexhib. 25 oct. 1773 in zake vordering tot betaling van restant kooppenningen van aan gedaagde geleverde genever met renten en kosten, 1733.
203 Jan Dirk Jalink, koopman te Deventer, aanlegger ca Roelof ten Thije, koopman te Goor, gedaagde. "Eijsch en Aanspraak"met bijlagen, geexhib. 18 Jan. 1773 in zake vordering tot voldoening ener rekening van aan gedaagde geleverde goederen met renten en kosten, 1773.
204 Kooplieden Hieronimus en Muchlinghaus ca Hendr. Slaterus, 1774, 1775.
205 Jan ter Heerbaert pro se et nomine uxoris Janna Nijhuis, pandeiser ca Gerhardina Donders weduwe van wijlen Hendr. Nijhuis pro se et qq , pandverweerderse. Enige stukken in zake vordering tot voldoening van hetgeen aan eisers vrouw bij huwelijksvoorwaarden d.d 28 Maart 1769 is toegezegd voor zover dat nog niet voldaan is, met rente en kosten, 1775, 1776.
206 Hendr. Budde ca Hendr. Slaterus, 1776.
207 Hendrik Hoefman, Zwolle ca Derk Jalink, 1776.
208 Hendr. G. Jalink ca Hendr. Slaterus, 1776.
209 Joseph Meijer van Nefes bij Elberfeld, pandeiser ca Hendricus Slaterus, pandverweerder. In zake vordering tot betaling ener rekening van aan verweerder geleverde goederen, 1776.
210 de Wed. en erfgenamen van wijlen Cornelis Pas, declaranten ca Procurator B.J. Knape, gedeclareerde. "Declaratie van kosten" met een bijlage in zake eis tot betaling der kosten gemaakt wegens de gerichtelijke vordering van het bedrag ener rekening lastens gedeclareerde , 1776.
211 Aaltjen ten Dam wed. Wolter Welmers, pro se et qq, aanleggerse ca Albert de Witte, gedaagde. "Eijsch en Aanspraak" met bijlagen en "Protocollandum" d.d. 28 oct. 1776 in zake vordering tot restitutie van een geldsom door gedaagde verschuldigd wegens gedane voorschotten enz., 1776.
212 Berent ten Zijthof, subalterne ontvanger der reële en personele middelen der stad Goor ca J.E. Stork, Hofrichter "des Haves Goor". Enige stukken in zake vordering tot voldoening van achterstallige en verschenen contributie en verponding, 1776.
213 Stukken in zake van praeferentie en concurrentie tussen de crediteuren en interessenten van de desolate boedel van Gerrit van Ommen en huisvrouw Margaretha van der Horst, gedistraheerd 11 Jan. 1777, 1776 -1778.
214 Majoor van Prehn ca Proc. B.J. Knape, 1776 -1779.
215 Salomon Jacobs, aanlegger ca Hertogh Arons, gedaagde. Request aan Ged. Staten van aanlegger verzoekende tegen gedaagde gratis te mogen procederen en "Eijsch en Aanspraak" met bijlagen geexhib. 27 oct 1777. In zake vordering tot uitkering van meubilaire goederen en wet Mozes door aanleggers vader Jacob Abraham Hoverbach nagelaten en onder gedaagde berustende of tot betaling der geldsom waarvoor derzelve ten behoeve van aanlegger waren verbonden, 1777.
216 Br. G.I.H. Weerman als voogd van kleindochter Leferink ca voogden van de insolvente I. Leferink, 1778.
217 de Hoogheid van Twenthe, eiser ca Hermannus Thelmus, gedaagde. Enige documenten geexhib. 29 Juni 1778 in zake vordering tot betaling der boete waarin gedaagde vervallen is wegens het doen drukken verbreide van fameuse liedjes, 1778.
218 Hermannus Weischede, aanlegger en geinjurieerde ca Jan Schook, gedaagde en injuriant. "Eisch en Aanspraak" met bijlagen geexhib, 13 Juli 1778 in zake vordering tot betaling van een geldsom enz. aan aanlegger wegens mishandeling, 1778.
219 Hendrik Meijerink als in huwelijk hebbende Fenneken van Ommen, dochter en mede-erfgenaam van wijlen Tobias van Ommen, aanlegger ca de andere kinderen en mede-erfgenamen van gemelde Tobias van Ommen, gedaagden "Eijsch en Aanspraake" met bijlagen geexhib. 2 Febr. 1778 in zake vordering tot scheiding en deling der nalatenschap van wijlen Tobias van Ommen en een memorie van enige schulden ten bate van diens boedel geexhib. 28 Junii 1779, 1778, 1779.
220 J.R. Jalink, pandeiser ca Proc. Chris. Hulsken, pandverweerder. Prothocollaire handelingen d.d. 3 Juli 1780 met bijlagen in zake vordering tot betaling van rekeningen van leverantien, enz., 1780.
221 De koopman Lucas Georg Visch, arrestant ca Arnoldus Mentink , gearresteerde. Justificatie van arrest met bijlagen geexhib. 27 Nov. 1780 en Prothocollaire reces d.d. 8 Jan. 1781 met bijlagen in zake vordering tot betaling der kooppenningen van aan gearrresteerde geleverde goederen met renten en kosten, 1780, 1781.
222 Evert van den Berg, koopman te Amsterdam, arrestant ca Arnoldus Mentink, gedaagde en gearresteerde. Enige stukken in zake vordering tot betaling der kooppenningen van aan gedaagde verkochte en geleverde goederen met renten en kosten, 1780 - 1782.
223 Stukken betreffende nalatenschap Jan Mentink, 1781.
224 B. ten Zijthoff ca Dr. Jalink. i.z. Injurie, 1782 - 1784.
225 de Heer Predikant Sylvester Diederik Meiling te Oldenzaal ca Proc. G.D. van Ingels, gedaagde. Enige, meeste defecte, stukken in zake vordering tot restitutie van enig geld, dat door gedaagde voor eiser vaan Burgemeester Jacobus Menger te Ootmarsum betaald zoude worden, hetgeen evenwel niet is geschied, 1783.
226 Ridderschap van Overijssel ca Derk Jalink, 1783. i
227 Herm. Jalink en Hendr. Bruins ca Pr. B.J. Knape, 1784.
228 de Hoogheid van Twenthe ca Hermannus Jalink. Aanw. Eis en conclusie c. docum, 1784.
229 Berent ten Zijthoff, requirant ca Casper Grube, gerequireerde. Drie decreten, gepronuncieerd 11 Dec. 1784, 25 Nov. 1786 en 17 Oct. 1789, waarbij een brief en een inventaris van stukken in zake vordering tot voldoening van achterstallige huishuur en exceptionele vorderingen, 1784, 1786, 1789.
230 Johanna Bolders, wed. Jan Hendrik Mengelink, aanleggerse en geinjurieerde ca Jacobus Bleeken, gedaagde en injuriant. In zake vordering tot veroordeling van gedaagde in de betaling ener geldsom aan aanleggerse, enz. wegens belediging met woorden, 1784 -1791.
231 de koopman Hendrik Bussemaker, aanlegger ca Herm Jalink en H. Bruins, pachters van de brandewijn en gebrande wateren van het district Goor, gedaagden. "Eijsch en Aanspraak" met bijlagen geexhib. 1 oct 1785 in zake vordering tot betaling van restant kooppeningen van geleverde genever, met renten en kosten, 1785.
232 A. Dekker ca Pr. B.J. Knape, 1785.
233 Gildemeesters en Oldermannen v.h. Kramengilde ca Hendrik Jalink, erfgen. van J.H. Beuvink, 1785.
234 Dr. J.W. Cramer als advocaat fiscaal van Twenthe, R.O., klager ca Procurator B.J. Knape, beklaagde. Eis en conclusie met bijlagen geexhib. 6 Jan. 1787 in zake vordering tot veroordeling van beklaagde in de betaling ener boete aan de hoogheid van Twenthe wegens het doen van pandkering tegen een panding op het halve erve Duis en pachten van dien tot verhaal van een schuldvordering welke beklaagde had aangenomen te betalen met de kosten, en waaartoe hij bovendien bij vonnis was veroordeeld.
235 Procureur G.D. van Ingels, impetrant en geexcipieerde ca Harmannus Jalink, geimpetreerde en excipient. "Eijsch en Aanspraak" met bijlagen geexhib. 6 jan. 1787 in zake vordering tot veroordeling van geimpetreerde in de betaling ener geldsom ter dispositie van impetrant en ten behoeve der armen, enz. wegens belediging. "Exceptioneele eisch en conclusie" met bijlage, geexhib. 31 maart 1787 in zake vordering tot admissie der exceptie "remissionis injuriae et nullitatis contumaciae.", 1787.
236 H. Budde c.s. ca Hermannus Weischede, 1788.
237 Pr. B.J. Knape , pandeiser ca Harmannus Weischede als in huwelijk hebbende Gerhardiena van Assen Wed. Gerrit Weerman als erfgenaam van wijlen Burgemeester D.H. van Assen, pandverweerder. "Justificatie van panding" met bijlagen, geexhib. 16 Jan 1790 en "Recessus in scriptis" met bijlage voor verweerder, geexhib. 30 Jan. 1790 in zake vordering tot voldoening van hetgeen eiser alsnog ten slotte competeert uit de nalatenschap van de echtelieden Jan Floris Meijer en Aleida Knape later hertrouwd aan Derk Herman van Assen, 1790.
238 Procr. W. Hulsken, pandeiser en incidentele requirant ca Harmannus Jalink, pandverweerder en incidentele gerequireerde incidenteel proces over de vraag of gerequireerde tot betaling van contumaciele kosten verplicht is, enz. In zake vordering tot voldoening ener rekening van salaris en voorschot, 1790, 1791.
239 Dr. J.H. Jalink als aangestelde curator van Jan Seemsmaker, eiser ca Procr. B.J. Knape en vrouw, verweerders. Prothocollair reces met bijlagen d.d. 17 Sept. 1791 in zake vordering tot betaling van een kapitaal met de daarop verschenen renten door verweerders aan wijlen commies J.F. Ruhlein de 10e Mei 1769 schuldig erkend, 1791.
240 J.H. Baron van der Wijck tot Stoevelaar, aanlegger ca de koopman Jan Schook, gedaagde. Eisch en Aanspraak" met bijlagen, geexhib. 21 Juli 1792 in zake vordering tot vergoeding der schade door aanlegger geleden wegens het houwen van hout op het erve Vlutter in Hengevelde, waartoe gedaagde niet bevoegd was als zijnde dat hout niet begrepen in de koop van enig hout dat erve, de 26e April 1792 tussen de partijen gesloten, 1792.
241 Stukken betreffende de nalatenschap van Freule A.U.E. van Ittersum, 1795.
242 Inventaris van stukken betreffende de procedure tussen G. Brinkate cum suis tegen Dm G.J. Bruin, gedateerd Goor, 23 April 1796, 1796.
243 Request aan de repressanten der stad Goor van G. Schimmelpennink Wz., zonder datum, doch blijkens de annexe van het jaar 1796, aandringende op de in hechtenis neming en transportering naar Oldenzaal van Derk Meijerink ten einde dezelve aldaar krachtens machtiging van de landdrost van Twenthe d.d. 7 juni 1796, in gijzeling gesteld worde tot bekoming van een aan requestrant van dezelve competerende geldsom, 1796.
244 Jurrien Doeschate, in qualiteit als tijdelijke rentmeester van de provisorie der stad Goor ca richter H. Zegers te Lage. Prothocollaire handeling loco debat d.d. 28 Nov. 1800 voor ten Doeschate en debat met bijlagen voor Zegers in zake van praeferentie en concurrentie op het provenue van de bij executie gedistraheerde goederen van wijlen Mr. J.C. Pothof, 1800.
245 Derk Kleine ca H.J. ter Hofstede, 1800.
246 G. Pennink, als fiscaal van Twenthe, ratione officii, aanlegger ca Frederik Boswinkel, Berend Jan ter Hofstede en Lucas te Lintelo, gedaagden. In zake vordering tot veroordeling van gedaagden in de betaling ener boete ten profijte van de hoogheid des Bataafschen Volks wegens het met geweld los stoten van een deur en het uitstoten van een stenen kozijn van de gereformeerde kerk te Goor en van ontvoering van dat stuk kozijn uit de werkplaats van de smid aan wie het ter reparatie gegeven was, 1801 -1804.
247 Stukken in zake praeferentie en concurrentie tussen crediteuren van de ter instantie van Mr. B.R. Wicherlink, in qualiteit als ontvanger Generaal van Twenthe, 11 Sept. en 2 Oct. 1804 bij executie gedistraheerde roerende en ontroerende goederen van J.H. Weischede , 1804 -1806.
248 Stukken in zake praeferentie en concurrentie tussen de crediteuren van de bij executie verkochte boedel van Gerrit Jan te Lintelo, 1805 -1808.
249 Procr. Otto Meiling als in huwelijk gehad hebbende wijlen vrouwe W.J. Jalink, pandeiser ca Procr. Wm Hulsken als erfgenaam van wijlen zijn huisvrouw Johanna Jalink, dochter en enige erfgenaam van Berendina Helms, laatst Wed. Hendricus Seemsmaker, pandverweerder. Enige stukken in zake vordering tot afdoening ener schuld lastens wijlen Berendina Helms, 1809, 1810.
250 Enkele stukken uit onbekende processen van de jaren: 1581, 1633, 1652, 1655, 1661, c. 1662, 1667, 1717, c. 1726, 1740, 1841, 1751, 1770, 1809.
laatste wijziging 05-09-2023
251 beschreven archiefstukken
10 gedigitaliseerd
totaal 154 bestanden

Kenmerken

Datering:
1547 - 1810
Toegang:
Stadgericht Goor, processtukken, 1547 - 1810.
Voorwaarden voor raadpleging en gebruik:
Het archief is openbaar.
Bijzonderheden:
Betreft inv.nr. 52 van toegangsnummer 0054.1.
Categorie:
laatste wijziging 05-09-2023
251 beschreven archiefstukken
10 gedigitaliseerd
totaal 154 bestanden