Uw zoekacties: Richterambt Delden, processtukken

0046.2 Richterambt Delden, processtukken ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0046.2   Richterambt Delden, processtukken
Plaatsingslijst
1 Gerhard Brand, gevolm. van Jonker Unico Ripperda tot Borculo en Hengelo, gewezen Drost van Twenthe. Contra, Burgemeesters der stad Delden, intervenienten voor Geerdt Imminck. In zake de questie of een geweldpleging door Geerdt Imminck begaan bij de molen van Delden is geschied binnen of buiten de jurisdictie van die plaats en wie derhalve gerechtigd is dezelve daarvoor te beboeten, 1622.
2 Wed. Hoefslag. Contra, Borchman en Burgem. van Goor, c. 1635.
3 Margarieta van Kobolt vrouwe tot Holte Wed. Joachim Adriaen van Rhede in leven heer tot Holte. Contra, Joan Henrick van Rhede, heer tot Horst, Brandtlecht, Lengerick en Langen. Eis tot voldoening aan een contract d.d. 27 Maart 1664 tussen gedaagde en eiseresse's man opgericht over de ouderlijke en broederlijke nalatenschap, 1666 - 1668.
4 Gerrit Rottink, contra, Werner Mants, 1676.
5 Vrouwe Joanna Margareta van Ensse tot Hekeren. Contra, de Ritmeester Adam van Bock. Eis tot restitutie van de diamanten door eiseresse's dochter Anna Johanna van Ensse meegenomen bij gelegenheid dat zij met gedaagde eiseresse's huis ontvlucht is, 1679. 1681.
6 Hend. toe Lintelo. Contra, Dr Egbert Nijtert. Eis tot voldoening van door gedaagde aan eiser verschuldigde gelden, 1679 - 1686.
7 Dr. Gerhardt Nijlant nomine fisci. Contra, Anthoni Baterbos te Oldenzaal (en Derck Grootenhoff te Enschede). Eis tot veroordeling in een boete, wegens het uitoefenen van de jagt, zonder daartoe gerechtigd te zijn, 1683. 1684.
8 Dr. Everhard Bouwer als momber over de kinderen van wijlen Arent Arentsen, lakenkoper te Deventer. Contra, Jr. Wilhelm Markelof tot Ensinck. 1e. eis tot voldoening van achterstallige rente van een aan gedaagdes moeder wijlen Gerhardina Peckedams geleend kapitaal. 2e. tot betaling van geleverde winkelwaren. 3e. in zake declaratie van kosten, 1683 - 1690.
9 Gesa van den Broek. Contra, Jan Belderink, 1684.
10 Jan ter Tuschede. Contra, De heer commissaris van Helmich, 1684.
11 Procr. Rutg. van Lenninck als volmacht van Adam Arnts. Rentmeester nomine uxoris, erfgen. van Adriaen van Bommel te Deventer. Contra, Bernt Werners Stockentreef. op 't Seldam. Eis voldoening rekening van geleverd bier, 1684. 1685.
12 Johan ter Hofstee. Contra, mede-crediteuren van de gedistraheerde boedel van Berent Hofstee. In zake van praeferentie en concurrentie, 1685.
13 Hendrikjen Reiners Wed. Jan Pastoor en Hendrik Pastoor. Contra, de erfgenamen van wijlen Arentjen en Peter van Benthem. Sententie in zake: eis tot betaling van kooppenningen van Benthemer steen en hout, 1686.
14 Jr. Melchior Rammelman tot Dubbelinck etc. Contra, Luitenant Jr. Anthony Steph. Rammelman. Eis tot schadevergoeding geleden door het houwen van boomen op de havezathe Dubbelinck door gedaagde als huurder bewoond wordende, 1686.
15 Dr. Gerhard Nilant, nomine fisci. Contra, Jan Muller en Jochem Spijlen. Eis tot boeteveroordeling wegens het mishandelen van Jan Elferinck, 1686.
16 Dr. Gerh. Nilant, nomine fisci. Contra, Gabriel Davina, Joost Kock en Herman Kip, c.s. waarvoor intervenieren Burgem. Schepenen en Raden van Oldenzaal. Eis tot boete veroordeling wegens het onrechtmatig uitoefenen van de jacht, 1686.
17 Johannes Bruckerus, medicus, namens zijn zoon Heino Herman Bruckerus en namens Armgardina van Twickel Wed. van de heer Travelman tot Bellerinck. Contra, Christopher van Twickel tot Veenhuis en zijn zoon Jhr. Adriaan Frits van Twickel. Eis tot adjudicatie van de opkomsten en pachten van St. Anthonis Vicarie onder het gericht van Delden in Beckum gelegen, 1686 - 1689.
18 Jan Elferinck, namens Wed. ten Elshoff. Contra, Jan Nijlant. Eis voldoening van verschenen pachtgelden. Alléén extract protocollaria, 1687.
19 Henrick te Lintelo. Contra, Herman Ackerhuys als ''erfvolger en erfgenaam'' van zijn vader Hindrick Ackerhuys, 1687.
20 Gerrit Rottinck. Contra, Berent Simerinck en Hendrik de Reiger van 't Creijenveld wegens de gemene boermannen van het Deldenerbroek, voor 't gedeelte van de Rottinckhoek. Eis tot restitutie van voorgeschoten gelden en van een restant ''uit Sijmers beuringe'', 1688.
21 Jan ten Tuscheede. Contra, Janeken Boeckerinck. Eis betaling van aan eiser verschuldigde gelden, 1688.
22 Crediteuren in de desolate boedel van Jan Scharphoff in de buurtschap ''Weddehoen''. Contra, medecrediteuren. In zake van praeferentie en concurrentie, 1688 - 1690.
23 Dr. Bernard de Reijger. Contra, Godefridus Rammelman. Eis tot betaling van eisers rekening van salaris door gedaagde als erfgenaam van Jhr. Johan en Juffer Mechtolt Rammelman, 1689.
24 Pr. Jan Elferinck, namens de weduwe Frans van Coeverden. Contra, Roeloff Hermsen. Eis tot betaling van geleverd bier, 1689.
25 Gijsbert Cuper en Gerhard van Suchtelen, burgemeesters van Deventer. Contra, Ditmer Jorissen. Eis tot voldoening van achterstallige rente, 1689.
26 Harmen ten Broekhuis nomine uxoris jenne Weerninck. Contra, Henrick Weerninck als bezetter en ''erfvoldiger'' van het erve Weerninck. Eis tot voldoening aan de bepalingen van een maagscheiding 2 Juli 1665 tussen de Weduwe en kinderen van Willem Weerninck opgericht, 1689.
27 Jan ten Extercate. Contra, Egbert Mense. Eis tot aflossing van een hypothecatie gevestigd op het ''Kerckhoff aen 't Zeldam'', 1689.
28 Mevrouw v. Wassenaar d' Obdam cum suis. Contra, Borchard Amelis van Coeverden heer tot Hengelo, Markenrichter van Woelde en collater van de kerke tot Hengelo. Over enige getimmerten staande op het goed ''Camphorst'' genaamd, 1689.
29 Mevrouw Anna Clara Bresson vrouw van den Ruijssenborch en Tappelant douairiere van den heer Overste Erich Joachim Ottons. Contra, Engelbert Engelen, koopman te Amsterdam, 1689.
30 Everhard Reiger, Br. van Delden. Contra, Meeuwes ter Bruggen c.s., 1690.
31 Hermen ter Rouweler. Contra, Scholte Spoolder, 1690.
32 Dr. Everhard Bouwer en Procr. Henrick Duickinck. Contra, Jan Luijx en de voogden over het dochtertje van Jan Luijx en curators over Sara van Vuijren Wed. Berent Luijx. Eis tot voldoening rekeningen van salaris, 1690.
33 Burgemeester Jan ten Morsch. Contra, Jan Altink, 1690.
34 Jan ten Stockenrieff. Contra, Gerrit Rottink. Stukken rakende het verschil over een brouwketel met het daarbij behorende gereedschap, 1690.
35 Hendrick de Reijger op Creijenveld. Contra, Derck Rottinck. In zake declaratie van kosten, 1690 - 1691.
36 Juffrouw Maria Remink. Contra, Jr. Godert Rammelman toe de Duits. In zake declaratie van kosten, 1690 - 1692.
37 Crediteuren van de desolate boedel van Jan Nielandt. Contra, mede-crediteuren. In zake van praeferentie en concurrentie, 1691.
38 Crediteuren en interessenten van de desolate boedel van Berent op de canderije. Contra, mede-crediteuren. (alleen sententie), 1691.
39 Berent Slaghecke en Berent Kolhoff. Contra, Berent Suijthoff. Eis tot levering van gekochte rogge met vergoeding der schade geleden door te late leverantie., 1691.
40 1e. Wilhelmina van Bonnema Wede. van den predikant Sichtermans, als mede-erfgen. van Frederik Stork in leve Rigter te Ootmarsum. 2e. Wilh. ten Oever, predikant nomine uxoris, en zijn zwagers de heren kapteins Sichtermans. Contra, Eustachius Occo Broersma toe Borgbeuningen. 1e. eis tot betaling van door wijlen Frederik Stork aan E.O. Broersma toe Borgbeuningen verschuldigde gelden. 2e. eis tot nietigverklaring van een arrest gelegd op de goederen: Wildennck, Laarhuijs en Bruijns Wolter onder het gericht Delden gelegen, 1691 - 1694.
0046.2 Richterambt Delden, processtukken
Plaatsingslijst
40
1e. Wilhelmina van Bonnema Wede. van den predikant Sichtermans, als mede-erfgen. van Frederik Stork in leve Rigter te Ootmarsum. 2e. Wilh. ten Oever, predikant nomine uxoris, en zijn zwagers de heren kapteins Sichtermans. Contra, Eustachius Occo Broersma toe Borgbeuningen. 1e. eis tot betaling van door wijlen Frederik Stork aan E.O. Broersma toe Borgbeuningen verschuldigde gelden. 2e. eis tot nietigverklaring van een arrest gelegd op de goederen: Wildennck, Laarhuijs en Bruijns Wolter onder het gericht Delden gelegen, 1691 - 1694.
Datering:
1691 - 1694.
Organisatie: Collectie Overijssel locatie Zwolle
laatste wijziging 07-09-2015
41 Jochem ten Brinckhuis te Hengelo. Contra, Joan Nocke te Epe (Munsterland). Eis tot vergoeding der schade door eiser geleden door dien gedaagde eisers goederen te Epe onrechtmatig in beslag genomen heeft, 1691 - 1694.
42 Burgemeester Joann. Staverman. Contra, Herman Rickerinck, 1692.
43 Burgemeester Reint Staverman en Egbert Bellerinck c.s. als momberen over de minderjarige kinderen door Catharina Reijger nagelaten en in echte verwekt 1e bij Coenraet Helmigh en 2e bij Glaserus gedaagden. Contra, Burgemeester Everhard Reijger. eiser, 1692.
44 Jan Beer, contra, Frerik ter Huijstede. Eis in zake injurie, 1692.
45 Juffers Maria en Hendrina Rammelman toe Dubbelinck. Contra, Godefrid Rammelman toe de Duits. Eis tot betaling van een kapitaaltje aan eiseresses competerende krachtens testament van juffer Elsabe Blankvoort d.d. 30 Juli 1679, 1692 - 1693.
46 Lambert ter Marsch Sr. en Jr. Contra, Marten Adriaens. Comprominoriale uitspraak, 1693.
47 Godert Rammelman tot de Duijs. Contra, Juffers Maria en Hendrina Rammelman, 1693. 1694.
48 J. Chr. v. Beverforde heer toe d' Oldemeule en Drossard van Haxbergen en Diepenheim etc. Contra, Jan Jansen Kippers, koopman te Almelo, 1693 - 1695.
49 Welmer Rickerink, contra, Herm Engelb. van Ense toe Hekeren, 1694.
50 Everhardt Bouwer J.U.Dr. en oud Burgemeester van Deventer. Contra, Joost Christoffer van Beverforde toe de Oldemole, Drost van Haxbergen en Diepenheim. Eis tot betaling van onbetaalde rente van een kapitaal lastens gedaagde door de Wed. Peter Greven aan eiser gecedeerd, 1694 - 1699.
51 Werner Rottinck. Contra, Jan ten Stockentrieff. Wederzijdse vordering tot vereffening van pretensiën, 1695.
52 Stukken betreffende de desolate boedel van jonge Jan Smit, 1696. 1697.
53 Hendrik Höfften. Contra, Egbert Olinck. Eis tot voldoening rekening van geleverd bier, 1696 - 1698.
54 Laurents Wijntjes. Contra, Joachim ten Brinkhuijs, nomine matris Maria Spijlen Weduwe Jacob ten Brinkhuijs. Eis tot voldoening van door Jan Gaffelbroek en Aeltjen ten Brinkhuijs aan eiser schuldig beleden gelden, voor welks restitutie gedaagdes moeder zich als borg heeft verbonden, 1698 - 1704.
55 Gerrit Muller. Contra, Jan Bok als intervenient voor Jan Selverink in Drijne. Eis tot betaling van de helft der door eiser betaalde schade veroorzaakt door enige beesten in het land van derden, 1699.
56 Hendrik Messelink uit naam van zijn broeder Jan Messelink. Contra, Adolph van Raelte, koopman te Almelo. Kwestie over het te veel leveren van hout benodigd voor een timmerage, 1700. 1701.
57 Gerrit Oink. Contra, Hertger Bloemen, 1700 - 1702.
58 Luitenant Melchior de Wreede, gehuwd met Judith van Beverforde. Contra, Georg. Otto Baron van Monninckhuisen, heer van Lanouw. etc. Eis tot betaling van achterstallige rente van een kapitaal door Joost Christoffer van Beverfoerde aan eisers schuldig beleden, 1700 - 1703. i
59 Br. Jan ad. toe Lintelo. Contra, Hermen en Hendr. Loning, c. 1700.
60 Lambert Jansen Poll. wonende op ''Beerninck in Drijne''. Contra, Ditmer Jorrijssen, 1703.
61 De erfgenamen van Burgemeester Helmich Rottink. Contra, Roedolf Ten Welthuis. In zake declaratie van kosten exception. zaak: informaliteit en nulliteit, 1703. 1704.
62 Dietmer Jorriensz. Contra, Hendrik Argelo. Eis voldoening geldsom zijnde kooppenninge van geleverde waren, 1704.
63 De Wed. van de heer Wilhelm Dois in leven burgemeester te Deventer, juffer Aleida Swaafken, cum suis. Contra, Theodora Margarita van Broekhuisen Wed. van den ritmeester Daniel Arnold van Renssen pro se et q.q. Eis tot restitutie van ter leen gegeven kapitalen met verschenen interest, 1704. 1705.
64 De erfgenamen van Hendrik Bartelink te Delden. Contra, Roelof ten Velthuijs uit Weerselo, 1704 - 1706. i
65 Jacob Luijcks. Contra, Jan Costers. Eis tot verklaring dat eiser als erfgenaam van zijn oom Lambert Luijcks is eigenaar van het erve Marscate in Asselo, gericht Delden gelegen, 1704 - 1710.
66 De beneficiaire erfgenamen van wijlen Judith Margarita van Coeverden, douairière Beverforde tot d' Oldemole. Contra, de crediteuren in die boedel, 1706.
67 Jan ten Sijthof. Contra, Berent Sijmerink, 1706. 1707.
68 Jan Hollinck. Contra, Jan Schulten, Roleff ter Bruggen en Egbert Jansen Bruggink. Eis tot het doen van overdracht van de ''Weeversmaeth'' onder het gericht Enschede gelegen, die door eiser van gedaagden aangekocht is, 1707.
69 De rentmeester Carel Otto Borcherts. Contra, de Scholte Jan Egbertink. Eis tot het passeren van ene acte van hypothecatie op de landerijen ''den Belt, de Kleine Mate en den Telgenkamp'' ten behoeve van eisers of tot restitutie van voor gedaagde aan Jan Weintz betaalde geldsom, 1707.
70 Joan Hindr. ter Horst, Hindrich Bussinck, Berent Eilers, Derck Holst, Floris toe Maetcate, de Wed. Berent van Laer en de Wed. Jan Werners, als erfgenamen ab intestato van Joan Eilers op de Veermeule. Contra, Agnes Willemina Knippenborg Wed. Hollinks als universele erfgenaam van haar zuster Anna Maria Knippenborgh Wed. Eilers. Eis tot het inbrengen van de kapitalen die bij huwelijksvoorwaarde d.d. 25 Oct. 1677 tussen de echtelieden Joan Eilers en Anna Maria Knippenborg opgericht, door de bruid moesten zijn gebracht in de gemeenschap des boedels en vervolgens tot scheiding en deling van die boedel, 1708 - 1714.
71 Dr. Wilhelm Hulsken als advocaat fiscaal van den landdrost van Twenthe. Contra, Borchard Weijenberg, 1709.
72 Gielen Hendrik, contra, Jan Morsman. Eis voldoening arbeidsloon en leverantie van hout, 1711 - 1713.
73 Jan Morsman. Contra, Jan ten Kolhoop. Eis tot betaling van gedaagdes aandeel in het bedrag der kooppenningen van een voor gemene rekening gekocht paard, 1711 - 1715.
74 Jan Christoffel Gewin. Contra, de heer Dr. en Landschrijver Wilhelm Hulsken. Eis tot voldoening van de eiser van gedaagde competerende gelden, 1712 - 1714.
75 De erfgen. van de heer B.A. van Coeverden gewezen landdrost van Twenthe etc. Contra, Werner Rottink op 't Seldam. Eis tot betaling van het restant van een som die gedaagde wegens een geaccordeerde breuke nog debet is, 1712 - 1721.
76 Berent Meyer. Contra, Jan ten Spekreyse, 1714.
77 Hendrikjen Meijerink. Contra, Dijk Aelbert en Jannes te Coebrugge als borgen voor Gerrit ten Heggeler. Eis tot erkenning door gedaagden van de op zich genomen verplichting d.i. 1e voldoening der kosten gevallen in een tussen eiseres en Gerrit ter Hengeler gevoerd proces. 2e levering van Gerrit ten H. in corporeel arrest waaruit hij op hun voorspraak is ontslagen, 1714.
78 Dr. Wilh. Hulsken, namens de hoogheid des lands van Twenthe. Contra, Gerrit Oijnck, Jan Holland, en Lambert Ruiperinck. Eis tot veroordeling in een boete wegens het doen dopen van hun kinderen buiten de Gereformeerde kerken, 1714.
79 Georg van Munekhausen tot de Oldemole. Contra, Philip Otto van Lijnden tot de Plaets, 1714 - 1717.
80 Meester Jochim ten Brinkhuis. Contra, Berent Gerritsen. Eis in zake injurie, 1715. 1716.
81 Hendrik Dengerink (Deggerink). Contra, Lambert ten Camphorst in Woolde. Eis tot restitutie der kooppenningen van een paard, als zijnde dit paard blind, en dus niet voldoend aan de voorwaarden bij koop en verkoop gesteld, 1715 - 1717.
82 Procureur Jacob Bloemendal. Contra, Jan Huiskes alias Esselen Jans. Eis voldoening van aan eiser verschuldigde gelden, 1715 - 1720.
83 Warner Rottink. Contra, Hindrick Lonink. Eis tot voldoening van gemaakte verteering, 1715 - 1723.
84 De kinderen en erfgenamen van Jan ten Heggeler. Contra, Werner ten Heggeler, 1715 - 1726. i
85 Wolter Hermelink. Contra, Antoni Berges (van den Berge) ''Schulte van Haxbergen''. Eis voldoening van aan gedaagde geleverd laken, 1716.
86 Berent ter Beeke Senior, wonende in 't gericht van Haxbergen. Contra, Berent ter Beeke, nomine uxoris Geesken ter Beeke uit Bentelo gericht Delden. c.s. Eis tot overgifte van inventaris der door Maria Ten Leussen Wed. Willem ter Beeke nagelaten goederen, 1716.
87 Peter Bok nomine filiae Wilhelmina Sophia Bok. Contra, Aleff van Diepenheim, 1716.
88 Harmen van Diepenheim, koopman te Hengelo. Contra, Jochem ten Brinkhuis. Eis in zake injurie, 1717.
89 De Wed. Jan Muller. Contra, Henrick Loijerinck. Eis betaling rekening van bier, 1717.
90 Burgemeester Jan Meijlink en Alof Beukerink. Contra, Jan Rottink. Proces over de tiendplichtigheid van het erve Rottink, 1717 - 1721.
91 Werner Rottink. Contra, Berent Meijer, hofrigter van Wedehoen. Eis in zake injurie, 1718.
92 Lambert Hannink. Contra, Berend Meijerink. Eis tot betaling van aan eiser schuldig erkende geldsom, 1718.
93 Evert te Wengel, Hermen Egberink en Jan ten Bruggencate, namens hunne vrouwen Ijlke, Aeltien en Gesijna Holtmans. Contra, Aelbert Holtman wonende op het Seldam. Eis tot het geven van inventaris der door de echtelieden Arent Holtman en Geertruid Linteloo's nagelaten goederen en daarna tot scheiding en deling van die boedel, 1718.
94 Hendrik Bussemaker, nomine matris. Contra, Berent ten Catte (of op het Catte). Eis tot vrijwoning van Jan op het Catte in een proces waarmede deze Evert Syverink is besproken, volgens accoord d.d. 11 Oct. 1717, 1718 - 1721.
95 Evert Sijverink, contra, Henrick Bussemaacker, als intervenient van Jan Gerritsen ten Catte. Eis tot voldoening van eisers aandeel in de kooppenningen van een door Jan Gerritsen ten Catte gekocht huis en land, 1719.
96 Gerrit Banning voor zich en als in huwelijk hebbende Maria ten Lohus. Contra, Hermen ten Lohus. Eis tot restitutie van geleend geld en betaling van geleverd koorn, 1719. i
97 Jan Reght, contra, Aelbert ten Stokkentrief (alias Dijk Aelbert). Eis tot restitutie van voorgeschoten gelden, 1719 - 1723. i
98 Arent Feuber alias Sanders, contra, Berent ter Braak. Eis tot voldoening van arbeidsloon, 1720.
99 Hermannus en Harmen Lentelink, contra, Jan Lentelink. Eis tot scheiding en deling der ouderlijke nalatenschap, 1720 - 1722.
100 Procurator Jacob Bloemendal als curator over den boedel van Hendrik Janssen op Keupers. Contra, Lambert Hannink en zijn borg Wander Rottink. In zake declaratie van kosten, 1721.
101 Henrik Bussemaker, nomine matris, contra, Roelof Leuvelink uit Hasselo, 1722.
102 Arent ten Extercatte, contra, Berent ten Extercatte, 1722. 1723.
103 Dr. Henr. Michiorius als volm. v.d. erfgenamen van Geertruit Leusink, contra, Jan Jolink. Eis tot voldoening van onbetaalde rente en in zake de declaratie van kosten, 1722 - 1724.
104 Bertold van Heek en zijn mede-erfgenamen van Berent Meijer of Alting, contra, Albert ten Stockentrief, alias Dijck Albert. Eis tot voldoening van ''heerenlasten'' waarvoor erflater zich als borg heeft ingelaten, 1722 - 1725.
105 Abraham van Diepenhem, contra, Hermannus Bennink. Eis tot aflossing van aan assignatie, ten behoeve van eiser afgegeven aan de erfgenamen van de heer Mulert toe den Baekenhagen als eigenaars van het erve Bennink, 1722 - 1730.
106 Ant. van der Sluijs koopman te ''Haaxbergen'', contra, de heeren Burgemeesters der stad Goor. Eis tot aflossing van een aan eiser verschuldigd kapitaal met verlopen interesten, 1723.
107 Johan Holbarent, koopman te Amsterdam. Contra, Dirk Volbier (Vullebier) wijnkoper te Goor. Eis tot voldoening van aan gedaagde door eisers zoon geleverde wijn, 1723.
108 Herman Jan ten Duischate als in huwelijk gehad hebbende Anneken ten Berflo, contra, de Wed. Henrick Buck en Gerrit Akkerhuis nomine uxoris Janna ten Duischaet gehuwd geweest met Gerrit ten Berfloo. c.s. Eis vereffening van enige baten en lasten voortvloeiende uit de nalatenschap van Anneken ten Berflo, 1723 - 1727.
109 Kolonel Lambert Joost van Humbrook, contra, Juffr. Anna Elis. Schele tot Weleveld, 1724.
110 Proc. Jacob Bloemendal, contra, de gesworens van Hengevelde. Eis betaling rekening van salaris en verschot, 1725.
111 Dr. Wilh. Hulsken als Advocaat fiscaal van de Landdrost van Twenthe, contra, Ottenhof Boerrichter v.d. Deldener Es, Geerd Wilberd van Woolde, Hend. Haxbergen van Oele, Evert Altena van Reckum, cum suis. Eis in zake het niet overgeven van de registers van de middelen in redemptie, 1725.
112 Derk ten Rouwenhorst, contra, Hermen Jan Rutgers. Over de eigendom van een stuk land ''den Claescamp'' genaamd, behorende bij het halve erve ''Copers'' of Johannink in de boerschap Hengevelde gelegen, 1725. 1726.
113 Procurator Jacobus Bloemendal, contra, Jan Berents Huiskes. Eis betaling schuldig beleden geldsom met renten en kosten, 1726.
114 Jan van Oink voor zich en als vader en voogd over zijn minderjarige kinderen bij wijlen Aeltien van Diepenheim in echte verwekt, contra, Egbert, Alof, Alof Willemsen, Jan en Daniel van Diepenheim. Eis tot scheiding en deling der nalatenschap van partijen's ouders Arent van Diepenheim en echgenote, 1727. 1728.
115 Berent Gerrijtsen, Mr timmerman te Hengelo, contra, Jan Meijling te Hengelo, namens zijn stiefzoon Willem Otto Buck. Eis tot naleving van een contract (in casu: terugzending van des gedaagde stiefzoon bij eiser tot het leren van het timmervak, volgens contract voor drie jaren ingegaan, waarvan slechts twee jaren zijn geexpireerd, 1728 - 1730.
116 Berend Tiggelaer, contra, Berent Weernink. Eis tot betaling der kooppenningen van gekochte en geleverde tiggelstenen, 1729 - 1730.
117 Jan Stroink, contra, Engbert Slaghekke, 1730.
118 Steven ten Cate, contra, Albert ten Stockentreef, wonende op het Zeldam, 1730. 1732. i
119 Martina Gerharda van Doornick Wed. Joan Jordens in leven schout van Colmschate, pro se et q.q. c.s. contra, Johanna Pothoff Weduwe Derck Meijer. Vordering tot restitutie van door gedaagden aan wijlen de echtelieden Antoni Braakman en Sophia Wijcherts schuldig beleden, 1730 - 1733.
120 Jan Rottinck Senior, contra, Bus Jan op het Averdijck waarvoor intervenieert Herm. ten Thije. Eis tot betaling van aan eiser competerende pacht van het ''Averdijck'', 1731 - 1732.
121 Steven en Gerrit, kinderen van wijlen Jan Wilderink en vrouw Aaltjen Hoedemaker en de kinderen van wijlen Jan Buck en vrouw Willemken Wilderink, contra, hun oom: Gerrit Wilderink. Eis tot uitkering van 2/3 gedeelte van de door Aaltjen Wilderink nagelaten goederen, 1731 - 1734.
122 Berent Gerritsen, timmereman te Hengelo, contra, Jan Hartgers, 1732. 1733.
123 Jan Elferink, contra, Jan ten Dam, 1732 - 1736.
124 Adolf Hendrik van Uitert, contra, Jacob Raeterink, Burgemeester te Ulsen, namens zijn vrouw Anna Christina van Gosselink. Eis tot levering van het aan eisers verkochte 1/3 gedeelte van het goed genaamd ''de Menks of Harke'' volgens de daarvan tussen partijen opgerichte koopvoorwaarden, 1734.
125 Henr. ter Hurne uit Reckum, contra, Evert Steenwijck. Eis tot het in ontvangst nemen van aan gedaagde zowel door eiser als door Daniel Bonenberg verkocht graan, 1734.
126 Henr. Huininck en Henr. Berghuis, contra, de Wed. van Henr. Zuithof. Eis tot betaling van achterstallige pachten, 1735.
127 Douairière Kuijk van Mierop, vrouw van Sonnevelt en Herzevelt. Contra, Jan Otto van Broekhuijzen van Kell, heer van den Sonnenberg. Eis tot betaling van achterstallige interesten van een hypotheek gevestigd op het erve en goed ''Lammertink in de boerschap Weddehoen en Kotwijck gelegen'', 1735. 1736.
128 Henriette Reinolda van Echten, douairière Rammelman, vrouw toe de Duits, voor zich en hare minderjarige kinderen, universele erfgenamen van wijlen Freule Hendrina Agnes Rammelman, contra, Dirk Mulert heer van Bakkenhage etc. als in huwelijk hebbende Joanna Isabella Barnardina van Munichausen, eerder douairière en erfgenaam van Jan Melchior Blankvoort tot Collendoorn. Vordering tot betaling van verschillende geldsommen, 1735 - 1745.
129 Jan Tanckink, contra, Berent Jansen ten Buiren wonende op ''de Becke''. Eis tot betaling van het bedrag eiser competerende volgens gerichtelijk gehouden afrekening, 1736.
130 Jan ten Collhoop, contra, Egbert ten Schoneveld, 1737.
131 Juffrouw Catharina Corver Wed. Jacob Swammerdam, in leven koopman te Amsterdam, contra, Hendrik Bussemaker. Eis betaling restant-kooppenningen van geleverde goederen, 1737.
132 Procurator Henric Pennink namens de Hoogheid van Twenthe, contra, Jan Olink. Eis tot boeteveroordeling wegens het waarnemen van voogdijschap over Berent Jolink, zonder als zodanig te zijn aangesteld, het niet opmaken van inventaris van des minderjarigen goederen en het niet doen van rekening en verantwoording, 1737.
133 Procurator Henric Pennink namens de Hoogheid van Twenthe, contra, Teunis Roessink, 1737. 1738.
134 Albert Meijer als in huwelijk hebbende Geesken ten Ellenvelt, contra, 1e. Jan ten Ellenvelt, Senior. 2e. Jan ten Ellenvelt, Junior. 1e. over het betalen van een beloofde bruidschat. 2e. eis betaling van een geldsom en levering van een beest, 1737, 1740.
135 Gerrit ter Balk, contra, Berent Jolink. Eis tot betaling van het aan eiser bij slot van rekening wegens zijn over gedaagde gevoerde voogdijschap competerende, 1738. 1739.
136 Engbert Slaghekke, contra, Jan van Kouwelaer als in huwelijk hebbende Mechtelt Kersbergen eerder Wed. Jan Slaghekke te Amsterdam. Eis tot betaling van restant-kooppenningen van geleverde vleeswaren en van de koopsom van een paard, door Jan Slaghekke voor eiser ontvangen, 1738. 1739.
137 Wijchert Geerdinck en Gerrit Musebeld, contra, Lambert Hobbelinck. Eis inventaris der door Geert Dubbelinck nagelaten goederen ten einde te geraken tot scheiding en deling, 1739.
138 Hendrick ten Stockentreef. Contra, Jan Huiskes, alias Esselen Jan en zijn broeder, Horst Jan genaamd. Eis in zake injurie, 1739.
139 Henrick ten Bloemendal, contra, Lambert Ruipert. Eis in zake injurie, 1739.
140 Egbert Olink, contra, Jan Kleijn Olink en Jan ten Cate. Eis tot opheffing van een arrest op enige boomen gelegd, 1739, 1740.
141 De Weduwe Jan Berendsen Huiskes, sum suis, contra, Albert Holtman, 1740.
142 Jan Geelen, contra, Jan ten Dijke. Eis tot betaling van arbeidsloon, 1740.
143 Gerrit Hubbelink van Enter, contra, Jan ten Schonevelt. Eis tot voldoening der kooppenningen van aan gedaagde verkochte en geleverde varkens, 1740 - 1741.
144 Josua Stirlinx koopman te Amsterdam. Contra, Herman Greve koopman te Hengelo. Eis voldoening restant-kooppenningen van geleverde goederen, 1741.
145 Gerrit ter Balkt te Hengelo, contra, de Wed. Adolf Fredrik Holt te Oldenzaal, 1741.
146 Hermen Mulder te Denekamp, contra, Jan van Munster, 1741 - 1743.
147 Jan Egberink als in huwelijk hebbende .... Leferink, contra, de Wed. van Gerrit Leferink. Eis tot uitkering van een geldsom door Jenneken ten Wolfcate, gedaagdes moeder, aan deze voor eisers vrouw, haar kleindochter, gegeven, 1742.
148 De Weduwe C.O. Borcherts, contra, de Weduwe Dr Henr. Michorius. Eis tot afdoening van een rekening van vertering en verschot, 1742.
149 Jan Koekenberg, nomine uxoris Aleida Lesscher, contra, Hendrik Lesscher. Eis tot verklaring dat eiser is medeërfgenaam van Gerhardus Lesscher en daarom van de helft ener tiende uit het erve Simerink gaande, 1742 - 1744.
150 De secret. Gerh. Boom als fiscaal van de heerlijkheid Almelo en Vriezenveen, contra, Albert Freriks Jonker, Engbert Timmerman, cum suis. Eis tot veroordeling in een boete wegens het beletten aan de sluiswachter van de heer van Almelo van het openen en sluiten van de sluis in de Schipbeek bij het huis van de Kooyker. Compleet volgens bijliggende inventaris benevens de sententie (no. 7 bijlage 22 o ontbr), 1742 - 1755.
151 Graaf van Wassenaer, heer van Twickel etc. etc. Contra, Horst Jan of Camp Jan genaamd. Eis in zake injurie, 1743.
152 De Oud-Burgemeester Jan Bossier c.s. als erfgenamen van hun broeder Jacobus Bossier, contra, Lambert Getkate, 1743.
153 Antony Japink als cessionaris van Arent Meijer, contra, Jan ter Hachreijse. Eis tot betaling van een door wijlen Jan ter Hachreijse gedaagde's voorzaat, schuldig beleden geldsom , 1743.
154 Jan ten Lohuis nomine uxoris ten Quinkeler, contra, Hendrik ten Asbroke. Eis tot voldoening ener rekening van arbeidsloon en leverantien, 1743, 1744.
155 Jan Berendsen ten Berge op Deperink, nomine uxoris Berendjen ten Colhoop en de voogden over de kinderen van wijlen Gerrit Dieperink en wijlen Berendjen ten Colhoop. Contra, Gerrit ten Colhoop, 1743 - 1776.
156 Baeken Lucas, Albert Goosselink en Jan Weernink, contra, Jan Bepseler en ..... Bomhof. Eis tot vergoeding der geleden schade door gedaagde's beesten aan zaadgewas van eisers, 1744.
157 Willem Teesink op Lubbertinck, contra, de erfgenamen van Jan Meijer, 1744.
158 Lambert Getkate, contra, Hermen Bussemaker, 1744.
159 Barthold Wissink, contra, Berent Capteijn in den Ham, 1744 - 1746.
160 Jannes ten Pierik, contra, Willem ten Rouwenhorst. Eis tot restitutie van het restant van aan gedaagde vooruit betaalde kooppenningen van een gekochte molenas, als zijnde dezelve afgekeurd en door gedaagde terug genomen, 1744 - 1746.
161 Herman Vaart als oom en momber over Catharina Holter minderjarige dochter van Klaas Holter en Joanna Vaert, contra, Willem Vilties op Holter, als gehuwd geweest zijnde met Janna Vaart Wed. Klaas Holter voornoemd. Stukken betreffende de verdeling der nalatenschap van Janna Vaart en van haar bij Willem Vilties in echte verwekt kind, 1745.
162 Lambert Pol, contra, Gerrit en Jan Messelink alias Loninck, eis in zake mishandeling van eiser en zijn echtgenote, 1745 - 1751.
163 Berent Overbeeke, contra, Derk Ten Rouwenhorst en Wolter Koninks. Eis tot verklaring dat eiser is de rechtmatige eigenaar van het halve Keuperserve of Johannink, 1745 - 1755.
164 De Weduwe Slaghekke, contra, Dijk Jan of Jan ten Stockentreef, 1745, 1746.
165 Jan Ten Kate en Jan Klein Olink, contra, Egbert Olinck, 1746.
166 Burgemeester en Gemeenslieden van Delden, contra, Heer van Twikkel, 1747.
167 Dr Jan Wilh. Cramer, nomine fisci (Hoogheid van Twenthe), contra, Albert Gooselink. Eis tot veroordeling in een boete wegens het toebrengen van een keurbare wonde aan Hermannus ten Bouweler, 1747 - 1749.
168 Den Heer F.I.S. Baron van Heiden heer van Ootmarsum etc. etc. contra, Borchard Kip. Eis tot verklaring dat eiser is de eigenaar van enig land gehoorende onder ''het Maathuijs'', 1747 - 1755.
169 Jan Tuink en zijn echtgenoote Janna Bruggink, voor hun dochter Marijken Tuink vrouw van Jan Scholten, contra, Hendrica Hofstede Wed. Klaas Scholten. Eis tot voldoening van het kapitaal dat door gedaagde aan haar zoon Jan Scholten beloofd is bij zijn huwelijk met Marijken Tuink volgens contract d.d. 5 Maart 1738, 1748.
170 De hoogheid van Twenthe, contra, Jan Hermen Meijer en Albert Meijer, Hofmeijer van Wedehoen. Eis tot veroordeling in een boete wegens het aanwezig zijn bij het toebrengen van zware verwonding aan Hendric Scholten, van welk feit de dader niet kan worden aangewezen, ingevolge resolutie van Ridd. en Steden d.d. 15 Juli 1737, 1749 - 1755.
171 Lambert Meerman of Meerdam. Contra, de Weduwe Claas Scholten Oosterhof. Eis tot voldoening van hetgeen eiser krachtens huwelijksvoorwaarden d.d. 4 Dec. 1728 ten slotte van gedaagde competeert, 1750.
172 Lambert Hogenkamp, contra, Gerrit Wulfs. Eis tot voldoenig van een verkochte en geleverde koe, 1751.
173 Geesken ten Rouwenhorst, contra, den heer Baron van Hoevel tot Heekeren. Eis tot betaling van verdiend loon en verschot, 1751.
174 Willem Semesmaker, contra, P. van der Meulen en Albert Holtman als voogden over de vaandrig Jan Hendrik van der Wijk, 1751, 1754.
175 Gerrit Pool te Amsterdam als mede-erfgenaam van Aleijda van der Sluis Wed. Burgemeester Tollius te Campen, contra, vrouw Baronesse van Lintelo vrouw van de Ese, douairière van de heer M.C.G.W. vrijheer van Ripperda in leven heer tot Vorden etc. etc. Eis tot aflossing van aan gedaagde's echtgenoot geleend kapitaal en verlopen intrest, 1752.
176 De Hoogheid van Twenthe, contra, Derk Scholten, Jan Schutte en Johan Georg Peisser. Eis tot veroordeling en een boete, wegens het aanhouden van, en het ontnemen van wild en geweer aan de heer Baron Rammelman, 1752.
177 Steven Janssen van Delden koopman te Deventer. Contra, Gerrit ter Balkt en vrouw Hermina Jalink. Eis tot betaling van een kapitaal aan eiser verschuldigd, met de beloofde en onbetaalde rente, 1752 - 1756.
178 Hendrik van Lochem, koopman te Deventer, contra, Harmen Harmelink. Eis betaling restant kooppenningen van geleverde goederen, 1753.
179 Gerrit ten Cate koopman te Zwolle, contra, Geertruit van Lochem te Hengelo. Eis tot betaling restant-kooppenningen van geleverde tabak, 1753.
180 De Weduwe Carel Otto Borcherts, contra, de Weduwe Jan Kleine Olinck. Eis tot voldoening rekening van geleverd bier, 1753 - 1755.
181 Otto Nijhuijs, nomine uxoris Hendrina Weerninks, contra, Jan Ten Kolhoop. Eis tot betaling van een legaat, eisers echtgenote bij testament d.d. 22 Febr. 1747 tussen gedaagde en zijn echtgenoote opgericht, toegezegd, 1753 - 1762.
182 Jan Schutte, als in huwelijk hebbende Engeltjen Jalink Wed. van Procurator Joan Borcherts, contra, Willem ten Rouwenhorst ''wonende op de Vaarhorst'', 1754.
183 Jan Weernink als in huwelijk hebbende Aalken ten Kolhoop, contra, Jan ten Kolhoop. Eis tot het geven van een deugdelijke en beëdigde inventaris van de door partijen's ouders Jan ten Kolhoop en Aalken ..... nagelaten goederen, 1754 - 1762.
184 Hendrick Oinck, contra, Jacob de Man wonende ''in Hollant''. Eis tot betaling kooppenningen van geleverde pinken, 1755.
185 Jan Schutte als in huwelijk hebbende de Wed. van Procurator Joan Borcharts, en de voogden over de door Jaan Borcharts nagelaten kinderen, te zamen erfgenamen van de Wed. Carel Otto Borcharts, contra, Lucas Engerink, 1755 - 1759.
186 Lucas Engerink als cessionaris van Jan Hofste en de Wed. Jan Kleine Olink, contra, Egbert Olink. Eis tot betaling van het bedrag dat gedaagde ingevolge compromissale uitspraak van 19 Aug. 1752 aan eisers is schuldig geworden, 1755 - 1761.
187 De Wed. Leemhuis, contra, Jan ter Beeke en de Wed. Gerrit ter Beeke q.q. Inventaris van processtukken opgem. 31 Jan. 1758 alléén, 1756. 1757..
188 Jacob Hertog, contra, Hertog Salomon. Eis tot restitutie van voor gedaagde aan H. ten Bruggencate Gz. betaald geld wegens geleverde winkelwaren verschuldigd, 1756 - 1758.
189 Jan ter Braak, contra, Hermannus Weddelink. Eis tot betaling der kosten aangewend bij het tot land maken van enig uitgeveend stukje grond, 1756 - 1759.
190 J.A.H.S. Baron van Dorth heer tot den Velde en Holthuisen, contra, Hertog Salomons. Eis tot consignatie der gelden die door gedaagde aan eiser zijn schuldig erkend, tijdens het proces over de voldoening dier gelden rechtshangig is, 1757 - 1763.
191 De Staten van de provincie Overijssel, de Ridderschap van Overijssel en de heer Baron van Beverforde, heer van Opper en Neder Warris, Weemselo etc. contra, de heer C.J. Baron van Bönninghausen tot Heerinkhave. Eis tot verklaring dat de gronden gelegen achter de Bockholt, bijlangs de Clooster Meeden, op den Hulstram en Kapelenberg bij Puttenhuis in het gericht van Ootmarsum, boerschap Fleeringen, gemene markegronden zijn, en gedaagde daarom niet gerechtigd is die grond te bepoten, vergraven en tot eigen gebruik aan te wenden, 1757 - 1775.
192 Willem Langenhorst, jonge hofmeijer, contra, Kast Enssinck en Berend Meijer op de Braeke, 1758 - 1759.
193 Albert Meijer en zijn vrouw Geertruit Jabbinga, contra, Derk van der Steeg pro se et nomine uxoris Gerritjen Japik Wed. Berent Meijer. Eis tot restitutie van aan wijlen Berent Meijer voorgeschoten gelden, gedane leverantien van paard, rogge enz., 1760.
194 Douairière van Munninkhausen geb. Sweerts de Landas arrestante en geexcipieerde, contra, David Waltert Amptman en Conductor tot Launauro, gearresteerde en excipient, 1760 - 1761.
195 De Heer J.H. Baron van Coeverden tot Wegdam, contra, de Wed. Henrick Pijrick. Eis tot voldoening kooppenningen van eikebomen, 1761. 1763.
196 Hendrik Satink, contra, Mannes Wannink. Eis tot betaling van restant-kooppenningen van een huis en een paard, 1762.
197 Johan Anton Berentzen postmeester te Coesveld, contra, Pr. J.B. Auffemorth namens zijn vader Willem Auffemorth. Eis tot voldoening van aan eiser schuldig erkende gelden. Exceptionele sententie in zake: ''Informalitatis Fori Incompetentis'' gepronuncieerd 18 Juni 1767, 1762 - 1767.
198 Jan en Derk Kel als erfgenamen van hun vader Willem Kel, contra, Derk ter Balkt voor zich en als momber over zijn zuster Janna ter Balkt en zijn mede momber Jannes Nijhoff. Eis tot aflossing van een door Gerrit ter Balkt, gedaagde's vader, schuldig beleden geldsom met renten, 1762 - 1768.
199 Aleff Wilmink, contra, Harmen ten Langeler. Eis in zake injurie, 1763.
200 Jacob Paken en C ie Commissionaris in Munster, contra, Richard Oswald. Eis tot betaling van restant kooppenningen van, ten behoeve van de gealliëerde arméé in commissie gekocht koorn, tarwe, meel, betaling van het daaraan verdiende commissie-loon en van de transportkosten, 1763 - 1767.
201 Hendrik ten Damme, contra, Boerrichter en Boermannen van de marke Benteloo, 1765.
202 Lucas Lubberink, contra, Jurriaen Dekkers. Eis in zake injurie, 1765, 1766.
203 Hendrik Bruinink pro se et nomine uxoris Jenne Niehuis, contra, Harmannus ten Pierick, 1765. 1767.
204 Gerrit van Ommen en Jan Herman Snel, contra, Jannis Meijer wonende op de Horst. Eis tot betaling van het restant-bedrag eisers competeerende wegens het verruilen van een paard, 1765 - 1772.
205 Jan Rouler, contra, Beerent Rouler. Eis tot betaling van hetgeen eiser van gedaagde competeert, volgens contract over de verdeling hunner ouderlijke boedel d.d. 15 Aug. 1754, 1766.
206 Douairiére Baronesse van Hoevel tot Nijenhuis, contra, Gerrit Meengs en Teunis Ikkink, als borger ten principale voor Harmen Tijink. Eis tot betaling van restant-pachtpenningen van het erve ''Thije off groote Plecht'' in de buurschap ''Horke'' gelegen en vergoeding der schade, wegens het verhouwen van hakhout, geleden, 1766 - 1770. i
207 Den Heer J.C. Ripperbant, contra, H. Bloemendal. Eis tot schadevergoeding geleden door het inwerpen van aangegraven grond bij het erve ''den Langenhorst'', 1767.
208 De Hoogheid van Twenthe, contra, Berent Nibbelt. Eis tot veroordeling in een boete wegens mishandeling van de ''Seelker'' uit Senderen, 1767 - 1769.
209 Jan Geerdink, contra, Waander Geerdink. Eis tot voldoening van de aan eiser verschuldigde geldsom, zijnde loon en voorgeschoten penningen, 1768.
210 Fredrik Houtman, contra, Jan de Wilde, 1768.
211 Evert ter Weghel koopman te Deventer, contra, Hermannes Greve. Eis tot voldoening van geleverde koopmansgoederen, 1768.
212 Jan Goosseling, contra, Derk op de Braak, pro se et nomine uxoris Gardina. Eis tot het leveren van een stuk land ''het Langeler'' genaamd met wilde grond die om het ''Koolhoops Kruismeeken'' ligt, zonder bezwaar van hypotheek, zoals dat aan eiser door gedaagde ingevolge koopcontracten verkocht is, 1768.
213 Jan ten Bolscher, Gerrit van den Wegdam, Gerrit Smit, Jan aan de Kappe en Jannes Hogelugt allen namens hun echtgenoten en Engbert op den Goorden, te zamen kinderen van Gerrit en Geertjen op den Goorden. Contra, Jan ter Haer, als in huwelijk gehad hebbende Janna op den Goorden. Eis tot scheiding en deling der ouderlijke boedel, 1768.
214 De Goedheeren van Woolde, contra, Wolter op den Belt. Eis tot betaling van intressen van de waarde van aangegraven gronden en uitdrift, 1768 - 1771.
215 De Goedheeren van Woolde, contra, de Weduwe van Derk Korff. Eis tot betaling van achterstallige geldsom wegens intrest en uitdrift, 1768 - 1771. i
216 Hoogheid van Twenthe, contra, Jannes de zoon van kleine Bolscher. Mishandeling van Jannes Pol, 1769.
217 Procr Jan Willem Herwich en Hendrik van der Scheer, curator van de insolvente boedel van wijlen Gerhard Boom, in leven richter der heerlijkheid Almelo, contra, Luitenant Galerus Veen nomine uxoris Elisabeth Boom eerder Weduwe van Med. Doct. G.H. Westerlo, 1769 - 1773.
218 Hendrik Langeler van Hengelo (Gelderland), contra, Frederik Houtman. Eis tot betaling van het restant kooppenningen van voor gedaagde gekochte en betaalde goederen en daarvoor bedongen commissieloon, 1769 - 1793.
219 W. ten Cate en Cie, contra, Eilard en Gerrit Grevink te Enschede. Eis tot voldoening van geleverde koopmansgoederen, 1770. 1771.
220 Gabriel Weerman, burgemeester, als momber over de kinderen van Burgemeester Coenraad Gewin, c.s. Contra, Abraham Roghé schout van Agtienhoven en de Rodebrugge. Eis tot voldoening aan een overeenkomst van huur en verhuur, 1770 - 1772.
221 Dr. J.W. Cramer als Advocaat van de Hoogheid van Twenthe, contra, Jan ten Brinkhuijs. Eis boeteveroordeling wegens verwonding van Wessel ten Buiren, 1770 - 1774.
222 Janna Altena vrouw van Jan Akkerhuijs, contra, Gerrit Wolfcate. Eis in zake zware mishandeling eiseresse en haar zoons aangedaan door gedaagde en consorten, 1771.
223 Hoogheid van Twenthe, contra, H. Nijhoff, 1771.
224 Dr. J.W. Cramer, nomine fisci, contra, Gerrit Wolfkate, Janna Messelink en Hendrina, vrouw van Jannes Meijer. Eis in zake verbreking van de huisvrede in St. Annenhuis, 1771 - 1772.
225 Gerrit Nijhuijs, contra Jan Lonink op het Nijhuijs. Eis tot voldoening van het kapitaal dat gedaagde volgens overeenkomst aan eiser zoude betalen wanneer hij het erve Nijhuijs verliet, 1771 - 1773.
226 J.A. Baron van Hoevel, aanlegger en gerequireerde, contra, Jan Wolters Langenhof, gedaagde en requirant. Eis betaling van het bedrag van jura en boete wegens het te laat nemen van een overdracht, 1771 - 1774.
227 Janna Altena, gehuwd met en in dezen bijgestaan door Jan Akerhuijs, c.s. Contra, Hendrikus Wolfkaate en Gerrit Messelink, alias Lonink, c.s. eis tot betaling van een geldsom wegens ''huisstoring, reeële loon en smaad'' aan eisers bewoners van het St. Annenhuis, 1771 - 1779.
228 Gerrit Heerbaert, contra, Jannes Vaerhorst. Alléén citatie tot comparitie, 1772.
229 Hendrik Lefers, koopman, contra, Hendrik Groothuis. Eis in zake mishandeling, 1772.
230 Jan Abraham Ledeboer, koopman te Zwolle, contra, Fredrik Houtman op het Zeldam. In zake declaratie van kosten, 1772. 1773.
231 De Heren van de Ridderschap der Provincie Overijssel, contra, Hermannus Wannink. Over de eigendom van gebouwen enz. staande op en liggende aan het erve ''Wannink'' onder het gericht Delden, buurschap Bentelo, gelegen, 1772 - 1776.
232 J.A. Baron van Hoevell, Richter en Ontvanger van Kedingen, contra, Gerhardus Schuitemaker. Eis in zake injurie, 1772 - 1777.
233 Cornelis Soeters nomine uxoris, contra, Fredrik Holtman. Eis tot betaling van aan gedaagde geleverde winkelwaren, 1773.
234 Gerrit Jan van Heek en Frederik van Heek, contra, Burgemeester Berend Jan van Heek. Eis tot voldoening van eisers vorderingen voortspruitende uit een in compagnie gedreven houthandel, 1773. i
235 De Weduwe Wannink, contra, Jan Goselink, 1773 - 1778.
236 Jan Hollink, contra, Nicolaas Anton Schilgen en Ferdinand Joseph Schilgen wonende te Nienhuis graafschap Bentheim. Eis tot schadevergoeding geleden wegens het verkopen aan eiser van een stukje land den ''Toeslag'' genaamd 't geen later bleek niet aan gedaagde te behooren, 1774.
237 Welmer ten Pierick, contra, Lucas ten Pierik. Eis tot voldoening van aan eiser verschuldigde gelden voortspruitende uit een in gemeenschap gedreven handel in kolen, 1774.
238 Jan Hendrik Roesink nomine uxoris Hendrina Keusekamp c.s. als erfgen. van Wolter van den Berg en Janna Overdijk, contra, Jannis Schiltman pro se et nomine uxoris Janna Bloemen. Eis tot restitutie van geleend kapitaal met onbetaalde rente, 1775.
239 Z.E. de Heer Graaf van Wassenaar in kwaliteit van tijdelijke heer van Twickel en uit dien hoofde privative Collator van het St Annen Gasthuis te Delden, contra, Jan Ottenhoff, Boerrigter van de Deldener Es en uit dien hoofde respresenterende de gezamelijke boermannen v.d. Deldener Es. Eis tot het ''onbekroedigt'' laten ten opzichte van de personele middelen van het ''St Annen huis'' ingevolge transacte d.d. 11 Maart 1626, 1775.
240 De Goedsheren van Woolde, contra, G. Roelvink, 1775.
241 Harm. Goores, koopman te Zwolle, contra, Jan Geele. Eis voldoening kooppenningen van aan gedaagde geleverde goederen, 1777.
242 Erfgenamen ab intestato van wijlen Mr Balth. Muntz, in leven Burgemeester der stad Zwolle, pandeisers, contra, Jan Heidentrijk Baron van Coeverden tot Wegdam etc. pro se et q.q. pandweerder. In zake vordering tot restitutie van een aan verweerder door wijlen de echtelieden Balth. Muntz en Catharina ter Borch geleend kapitaal met verschenen en achterstallige renten en kosten, 1777 - 1787.
243 Hoogheid van Twenthe, contra, Jan en Berend Horst, 1778.
244 Jan Slag, contra, Hendrik Satink. Eis in zake opzettelijke verwonding, 1778.
245 Anthonij Nijhoff, Joseph Salomons en Hendrik Groothuis, contra, Hartogh Salomon. Eis tot overgifte van enige beestenvellen onder gedaagde als mede-eigenaar berustende, doch die door hem en eisers gezamelijk zijn verkocht, 1778 - 1779.
246 Jannes Elfrink, bouwman op het erve Schonevelt, contra, Jan Brevelt koopman te Hengelo. Eis betaling restant-kooppenningen van hout, met boete wegens te late betaling, 1778. 1780.
247 Jan Ruperink of Rupert, contra, Roelof Dreteler. Eis in zake moedwillige verwonding, 1778 - 1778. i
248 De Hoogheid van Twenthe, contra, Jan Rupert, 1779. i
249 Waander in den Wegdam, contra, Gerrit in den Wegdam. Eis tot opgave van reden en die gedaagde genoopt hebben om aan eiser den bouw van een ''Schopjen of klomphuisjen'' op het aan eiser toebehorende gedeelte van het erve Wegdam te verbieden, 1779.
250 Procureur Otto Merling. subst. verwalter markenrichter van ''de grote Boermarkt'' gericht Delden. Contra, Jan Rottink. In zake declaratie van kosten, 1779.
251 Jan Ottenhof, ontvanger van het Oldhoverland, contra, Hendrik Nijland, 1779.
252 Hermen Hermelder Meijndert ten Have en Jan Dooren Kate als setters van het dorp Borne over 1775, contra, Joannes Zaalman. Eis in zake injurie, 1779.
253 Jannes Dambrink, contra, Mannes ten Bloemendal en Micheel Veehof op de List. Eis tot teruggave van aan eisers ontvreemde ganzen, 1779 - 1780.
254 Arend Dekker als in huwelijk hebbende Aafje van den Tweelen, contra, Procr Berent Jan Knape te Goor, 1779 - 1785.
255 W. en L. Cost, contra, Baron van Munchausen tot de Oldemole, 1780.
256 Arnoldus Temmink als in huwelijk hebbende Janna ten Gorsveld, contra, Frerik Huneveld op Gorsveld als gehuwd met Hend. ten Gorsveld. Eis tot overgifte van inventaris der door Jan ten Gorsveld nagelaten goederen en tot scheiding en deling daarvan, 1780.
257 Jannes Tankink, voor zich en zijn zusters Janna en Eva Tankink c.s. contra, Arent ten Exterkate. Eis tot betaling van restant verschuldigde gelden alléén ''acta prothocollaria'', 1780.
258 Dr. Benjamin Nagel als verwalter rentmeester van het klooster of Capittel te Oldenzaal, contra, J.C.W.U. Baron van Munchausen, heer van de Oldemole etc. Eis tot betaling van onbetaalde pacht van het erve groot en klein Leferink, 1780 - 1785.
259 Antoni Slot als in huwelijk hebbende Berendina de Wilde, contra, Jan Rottink. Eis tot restitutie van aan eisers schoonvader wijlen Gerrit de Wilde verschuldigde gelden, 1781. 1782.
260 Aaltjen ten Cate Wed. Berend van Calcar pro se et q.q. contra, J.H. van der Wijck tot Stoevelaar. Sententie in zake eis in zake declaratie van kosten, 1782.
261 Gerrit ten Buren, aanlegger en requirant, contra, Wessel Slag namens zijn huisvrouw Aaltjen Haxbergen gedaagde en gerequireerde. In zake vordering tot betaling der kooppenningen van ''Maat Gerrits woning of Buikerink mate genaamd'' door Aaltjen Haxbergen bij publieke veiling van aanlegger gekocht, 1782, 1783.
262 Joan Bernard Blijdenstein, koopman te Enschede, contra, Lambert Schuilenborg, van Graas in Munsterland. Eis tot voldoening van aan eiser verschuldigde kooppenningen van aan gedaagde en wijlen Geert Sterneberg geleverde goederen, 1782 - 1784.
263 1e Florentina Gosina Eleonora Henrietta, 2e Sophia Charlotta Philippina Johanna Baronesses van Munchausen en 3e Baron van Pappenheim als in huwelijk hebbende Adolphina Cornelia Juliana Baronesse van Munchausen, contra, Jan Christoffer Willem Unico Baron van Munchausen heer van Oldemole. Eis tot restitutie van aan gedaagde geleend kapitaal met achterstallige rente, 1783.
264 G. Middelburg Pz. koopman te Deventer, contra, Antonij Slot. Eis tot afdoening ener rekening van geleverde winkelgoederen, 1784.
265 Berendina de Wilde Weduwe Antoni Slot, contra, Jannes Nijhoff. Eis tot voldoening van restant-pachtpenningen van het erve ''Nijhoff'' in Woolde gelegen, 1784.
266 Gerrit Hulshoff, koopman te Deventer, contra, Berendina de Wilde Wed. Antoni Slott pro se et q.q. Eis tot voldoening restant-kooppenningen van aan gedaagdes man en schoonvader geleverde goederen, 1784.
267 Willem Kloeke, contra, Gerrit te Lintelo. Eis in zake reële injurie, 1784 - 1789.
268 Willem Kloeke, contra, Fredrik te Linteloo, geassisteerd door zijn vader Jan te Lintelo. Eis in zake moedwillige mishandeling of verwonding, 1784 - 1789.
269 Jan Blijdenstein, contra, T.C.P.I. Baronesse van Munchausen. Eis restitutie van geleend kapitaal en rente, 1785.
270 Gerrit Costers, pro se en Egb. Costers en Gabriel ten Cate als voogden over de kinderen van Ber. Schimmelpenning. Contra, J.C.W.U. Baron van Munchausen heer van Oldemole. Eis tot restitutie van een door wijlen Jannes Costers aan wijlen Isabella Maria Baronesse Douairiére van Munchausen geb. Baronesse Sweerts de Landas geleend kapitaal en daarop verlopen intressen, 1785. 1786.
271 Hendrik Vaarhorst, contra, Roelof Siemerink, 1785. 1789.
272 De Magistraat der Stad Delden, contra, de broeders Albert, Jan en Jannes Lanssink. Eis tot betaling der boete waarin gedaagden vervallen zijn wegens het aanvallen en kwetsen van Jan en Berend Leussink en Jan te Laarhuijs, 1785 - 1788.
273 Jacob Heiman, contra, Nathan Menko. Eis tot betaling der kooppenningen van aan gedaagde geleverde goederen, 1786.
274 Aleida Siemerink, contra, Gerrit Roelvink alias Esch Gerrit. In zake aflegging van getuigenis der waarheid, 1786.
275 Dr. A.H. Westerlo, contra, J.C.W.U. Baron van Munchausen heer tot de Oldemole, 1786 - 1788.
276 Kinderen Joostink, contra, Dr. A.H. Westerlo, 1787.
277 Jan ten Workeler, contra, Jannes te Vaarhorst. Pro se en als voogd over zijn vrouw Jenneken Rouwenhorst eis tot restitutie van geleend geld en interest, 1787. 1789.
278 Advocaat J.W. Racer en Procurator J. Schutte, contra, Waander Dreteler als erfgenaam van zijn stiefvader Roelof Dreteler. Eis betaling rekening van salaris en verschot. (Alléén sententie), 1787 - 1794.
279 Janna ten Maatkote Weduwe Jan Klein Bruggink en haar zoon Arend Klein Bruggink, contra, Berend Kortier en echtgenote Berendina Kortier. Eis tot restitutie van aan gedaagden ter leen gegeven kapitaal, 1788. 1789.
280 Jannes Dreijerink, contra, Jannes Nijhoff. Eis betaling knechtenloon, 1788 - 1789.
281 Gerrit ten Wegdam, contra, Luken Pierik. Eis betaling arbeidsloon en restitutie van geleend geld, 1788. 1789.
282 Steven Kraijenveld als in huwelijk hebbende Jenneken Smit, contra, Hendrikus Kerkveld als erfgenaam van zijn moeder Geesken Kuiper Wed. Klaas Kerkveld. Eis tot restitutie van een aan gedaagde's moeder op rente ter leen gegeven geldsom, 1788 - 1791.
283 Gerrit Boswinkel, contra, Gerrit Boomkamp. Eis tot vermindering van huurgelden met verdiend arbeidsloon en geleden schade wegens onvoldoende reparatie van het gehuurde, 1789.
284 Mans en Zetters van Hengelo, contra, Gerrit Roelvink, 1789. 1790.
285 De Hoogheid van Twenthe, contra, Jan Hemmink, Hendrikus Hemmink en Lucas Stoman. Eis tot het betalen van een boete wegens het plegen van geweld aan het huis van de Hemmer in Driene, 1789 - 1791.
286 Jan Rupert, contra, Waander Dreteler. Incidentele zaak: over het exhiberen in originali van huwelijksvoorwaarden tussen Waander Dreteler en C. Altink opgericht, 1789 - 1798. i
287 Jannes Overbeek, contra, Gradus ten Kotte. Eis tot voldoening van verschuldigde pacht van huis en land, 1790 - 1791.
288 Menso Getkate, contra, Gerrit Holthuijs. Eis tot betaling van het aan eiser competerend bedrag wegens leverantie, vertering enz. enz., 1790. 1791.
289 Willem Egberink, contra, Menso Getkate. Eis in zake declaratie van kosten, 1791.
290 Stukken betreffende de insolvente boedel van de echtelieden Bernardus Overbeek en Johanna Revius, 1791 - 1792.
291 Mijne Roelofsen (Wed. J. Satink), contra, Hendr. Jan Averink, 1791 - 1792.
292 Berend ten Bruggencate c.s. mede-erfgenamen van de echtelieden Lammert Getcate en Hendrina Steenwijk, contra, Menso Getkate. Eis tot betaling van kooppenningen met rente van aan gedaagde verkocht land enz. afkomstig uit de boedel van Lammert Getcate, 1791 - 1794.
293 Jan Theodorus Brinkhorst handelende onder de firma Binckhorst en Cotte Amsterdam, contra, Menso Getkate te Hengelo. Eis tot voldoening van aan gedaagde geleverde brandewijn, 1791 - 1794.
294 Dr. C.F.H. Cramer als advocaat fiscaal van Twenthe ratione officii, contra, Annink Wonner, of de Wever genaamd. Eis tot veroordeling in een boete wegens het bij visitatie aanwezig hebben in zijn huis van haze-strikken, 1792.
295 Pr. W. Diederiks, contra, Jan Reef. Eis tot betaling van een bepaald bedrag wegens verdiend salaris, 1792.
296 Dr. E. Dull en Procr J.L. Ernst als curators van de insolvente boedel van Lubbert Drekkers te Borne, contra, Gerrit Holthuis. Eis tot voldoening van wegens geleverde waaren verschuldigde geldsom, 1792 - 1793.
297 Roelofken ten Gaarden Wed. van Gerrit van den Wegdam voor haar zelf zomede q.q. c.s., contra, Jannes Hogelugt. Eis tot afgifte van een kist met kleren van gedaagde's echtgenote wijlen Mijntjen ten Gaarden, 1793.
298 Jannes Kel als in huwelijk hebbende Johanna Altink, contra, Barent Altink te Amsterdam. Eis tot restitutie van het restant van aan gedaagde geleende geld met intressen, 1793.
299 Bartus Monnink uit Dulder (gericht Oldenzaal), contra, Jannes Hulshoff onder assistentie van zijn vader. Eis in zake mishandeling, 1793, 1794.
300 De Wed. Albert Princen, contra, de Wed. Jan ter Heijne, thans hertrouwd aan G. ten Zijthof. Eis tot betaling van aan gedaagde's eerste man geleverd zaad, 1793, 1794.
301 De erfgenamen van Hendrik Langeler en zijne Weduwe wijlen Catharina Jacoba Delwich, contra, Berend Jan Houtman, pro se et nomine uxoris Berendina ter Braak, 1793 - 1796.
302 Gerrit Altink. Contra, Jan Altink, pro se et nomine uxoris Berendina Roulers. Eis tot voldoening van het kapitaal door gedaagden aan eiser bij huwelijksvoorwaarden toegezegd, 1794.
303 Levi Marcus, contra, Menso Getkate, 1794.
304 De Wed. Jurrien ten Brinkhuis te Hengelo, contra, Derk en Frerik Lensink te Hengelo. Alléén rekening van advocaten, 1794 - 1796.
305 Albert ten Dijk, contra, Arend ter Braak. Eis tot voldoening restant-kooppenningen van het erve ''den Brok'' gelegen in het Deldenerbroek, 1795.
306 Dr. F.H. Racer, advocaat Fiscaal van Twenthe ratione officii, contra, Hendrik ter Weer te Hengelo. Eis tot betaling der boete staande op het houwen of snijden van hout, hetgeen door gedaagde gepleegd is op het erve Lansink, 1795. 1796.
307 S.C.W.U. van Munchausen tot Oldemole, excipient, contra, J.C.I. Hartman, geexcipieerde, 1795 - 1797.
308 Lambertus Weernink, koopman te Deventer. Contra, J. Overbeek, koopman te Hengelo. Eis afdoening rekening van aan gedaagde geleverde goederen, 1796.
309 Salomon Abrahams te Almelo, contra, J.C.F. Hartman als in huwelijk hebbende F.G.E.H. van Munchausen. Eis tot restitutie van aan eisers echtgenote voor haar huwelijk geleend geld, 1796. 1797.
310 Dr. J.W. Racer en Pr. J. Schutte curator over de boedel van wijlen Roelof Dreteler en vrouw Janna Dreteler, contra, Waander Dreteler en na zijn overlijden ca zijn Wed. Catharina Aeltink pro se et q.q. Over de bevoegdheid van de Wel. Racer en Schutte tot vorderen in regten van een inventaris van de van Roelof Dreteler en Janna Dreteler onder gedaagden berustende goederen, 1796 - 1798.
311 J.C.F. van Hartman, contra, vrouwe F.G.E.H. van Hartman geb. van Munchausen, 1796 - 1801.
312 Willem Paschen Junior te Enschede, contra, J.C.W.U. van Munchausen tot Oldemole. Eis voldoening van aan gedaagde geleverde wijn, 1797.
313 Gerrit Hilders, contra, Hendrik ter Horst, 1797.
314 Willem Pierik als bezitter en boedelhouder van zijn ouderlijke nalatenschap, contra, Jan Wes, Roelof Hagman en Alef ten Hegteler op Boescher, als tijdelijke gezworens of Boermannen van Hengevelde. Eis tot restitutie van een door eisers grootvader aan de gemeente Hengevelde geleend kapitaal, 1797.
315 J.E. Stork, contra, Hendrik Nijhuis. Insinuatie in zake eis tot voldoening van onbetaalde pachtgelden, 1797.
316 Jan op den Ham mede erfgenaam en boedelhouder van de nalatenschap van Geertruijd Asbroek, contra, Jan Messelink mede erfgenaam van Geertruijd Asbroek. Eis tot overgifte van een handschrift (schuldbekentenis), tot de boedel van Geertruijd Asbroek behorende, 1797.
317 Dr. J.W. Racer, provisionele Verwalter van het Drostambt van Twenthe, ratione officii, contra, vrouwe A.C.J. douairiére van Pappenheim geboren van Munchausen, 1797 - 1801.
318 Advies van W. Klompman te Zwolle in een proces hangende tussen Jan Brouwer, contra, Hendrik Schoemaker. Voor het scholtegericht van Vriezenveen d.d. 16 Nov. 1792 en overgelegd ten gerichte van Delden op 3 Mei 1798 (No 5 van de niet aanwezige inventaris), 1798.
319 Ds M. Houtkamp Predikant te Delden en Dr E. Dull namens 't intermediair administratief bestuur van het voormalig gewest Overijssel, intervenient voor Ds Houtkamp, contra, Jan Eetgerink uit Rekkum. Stukken in zake tussen partijen hangende een vordering tot voldoening van een jaarlijkse uitgang van één schepel rogge (miskoorn) gerezen verschil over contumacie, 1798. i
320 Stukken in zake van praeferentie en concurrentie tussen de crediteuren en interessenten in de desolate boedel van J.C.W.U. van Munckhausen tot Oldemole, 1798 - 1801.
321 Dr. J.W. Racer en Procureur J. Schutte als aangestelde curators over de boedel van wijlen Roelof Dreteler, contra, Waander Dreteler, later zijn Weduwe Katharina Altink, pro se et q.q. Eis tot afgifte van inventaris der onder gedaagde van de echtelieden Roelof Dreteler en Janna Dreteler berustende goederen, door dezen voor hem gedane betalingen enz., 1798 - 1802.
322 P. van Delden, koopman te Deventer, contra, F. Collet. Eis voldoening geleverde koopmansgoederen, 1799.
323 J. Möller als in huwelijk hebbende de Wed. J.R. ten Hagen en de voogden over diens minderjarige kinderen, contra, Frans Colet op Carelshaven. Eis tot betaling restant-kooppenningen van jenever, 1799.
324 Ds M. Houtkamp, Predikant te Delden en Dr. E. Dull namens 't intermediair administratief bestuur van het voormalig gewest Overijssel, contra, Aleff ten Heggeler. Eis in zake declaratie van kosten, 1799. 1800.
325 Ds. M. Houtkamp en Dr. E. Dull als namens het interm. adm. bestuur v.h. voorm. gewest Overijssel voor Ds. M. Houtkamp zijnde geintervenieerd, contra, J.H. Leferink. In zake declaratie van kosten, 1799 - 1800.
326 Ds. M. Houtkamp, predikant te Delden en Dr. E. Dull namens het Interm. adm. bestuur van het voormalig gewest Overijssel voor Ds. Houtkamp zijnde geintervenieerd, declaranten en incident. Contra, G.J. Annink. Gedeclareerde en incidentele requirant, 1799. 1800.
327 Ds. M. Houtkamp, Predikant te Delden en Dr. E. Dull als namens het Interm. adm. bestuur van het voorm. gewest Overijssel voor Ds. Houtkamp geintervenieerd, contra, J.H. Oonk. Eis in zake declaratie van kosten, 1799. 1800.
328 Ds. M. Houtkamp, Predikant te Delden, en Dr. E. Dull als namens het Interm. admin. bestuur van Overijssel voor Ds. Houtkamp zijnde geintervenieerd, contra, Hermen Geurts. Eis in zake declaratie van kosten, 1799. 1800.
329 Ds. M. Houtkamp, Predikant te Delden, en Dr. E. Dull als namens het Intermediair adm. bestuur van het voormalig gewest Overijssel voor Ds. Houtkamp zijnde geintervenieerd, contra, Jannes Leferink. Eis in zake declaratie van kosten, 1799. 1800.
330 Ds. Houtkamp, Predikant te Delden en Dr. E. Dull als namens het Interm. admin. bestuur van het voorm. gewest Overijssel voor Ds. Houtkamp zijnde geintervenieerd, contra, Gerrit Ottenschot. Eis in zake declaratie van kosten, (spruitende uit procedure gevoerd over de betaling van het miskoorn), 1799 - 1800.
331 Ds. M. Houtkamp, Predikant te Delden en Dr. E. Dull, als namens het Interm. adm. bestuur van het voormalig gewest Overijssel voor Ds. Houtkamp zijnde geintervenieerd, contra, G.J. Kamers. Eis in zake declaratie van kosten, 1799. 1800.
332 Crediteuren van de Vrouwe van J.C.F. van Hartman geb. van Munckhausen, contra, J.C.F. van Hartman, 1799 - 1802.
333 J.U.W. Graaf van Wassenaer Twikkel, contra, de Wed. Hendrika Pleijmaat in Bekkum. Eis tot voldoening v. achterstallige pacht. eis incidenteel, overlegging van boeken en papieren door de rentmeester van den Huize Twikkel gehouden, waarin moest zijn aangetekend dat gedaagde's echtgenoot door eisers vader zou zijn begiftigd met een jaarlijkse prebende uit de Sint Anna cassa, 1799 - 1808.
334 Fiscaal van Twenthe, contra, Gerrit Nijhuis, 1800.
335 J.H. Terhaar, J.H. Laijnck en H. Rigters, contra, Garrit Oost, 1800 - 1802.
336 Stukken in zake van praeferentie en concurrentie tussen de crediteuren en interessenten van de geexecuteerde boedel van Gerridina Ypkemole Weduwe Gerrit Reeff, hertrouwd met Hermannus Linsij te Hengelo. (Alléén sententie), 1801.
337 G.J. Pennink als fiscaal van Twenthe Rat. Off. Contra, Frerik ten Zeldam. Eis tot veroordeling in een boete wegens zware verwonding toegebracht aan Hendricus Kamphuis, 1801.
338 J.L. Ernst, contra, Jan Heerbaart. Eis aflossing van een schuldig erkend kapitaal, 1801 - 1803.
339 Stukken betreffende de boedel van de echtelieden Jan Tankink en Janna Heerbaard, 1801 - 1804.
340 Procureur J.L. Ernst, Mozes Salomon en G. Warnars Wed. G.J. Troost, contra, Gradus Leferink. In zake de verkoop van erfpacht van het erve Olde Leferink, 1801 - 1810.
341 G. Pennink, fiscaal van Twenthe R.O. Contra, Gerrit Jan Grave ook genaamd graaven Jan in Woolde. Eis tot boeteveroordeling wegens aanranding en mishandeling van de vrouw van Berend Cyme op Hassink, 1802.
342 Gerrit Jan Warger, pachter van de gebrande wateren van Delden, Borne en Hengelo, contra, Jannes ter Halle. Eis tot het geven van getuigenis der waarheid, 1802.
343 J.H. en W. ter Haar en H. Richters wonende te Wessum in Munsterland, contra, Jenneken en Berendina Oost. Over de kosten gevallen in een vordering tot het stellen van cautie voor de kosten van een proces, 1802. 1803.
344 Weduwe Harmen Oelink, contra, Jannes Leferink, 1803.
345 G. Pennink, contra, J.C.F. van Hartman, pro se et nomine uxoris. Eis tot voldoening van eisers rekening van salaris en verschot en van geleend geld, 1803.
346 Jan Houtman, contra, Roelof Koebrugge. Eis terugname van een door gedaagde aan eiser verkochte koe, als voldoende dezelve niet aan de voorwaarden bij de verkoop gesteld, 1803.
347 Menso Getkate, contra, Fredrik Steinman. Eis tot betaling van kostgeld en geleend geld, 1803. 1804.
348 J.C.F. van Hartman, in huwelijk hebbende F.G.E.H. van Munchausen, contra, A.C.J. van Munchausen. Wed. Pappenheim. Over de waarde ener cessie van 1/3 in een kapitaal door aanleggers echtgenote gedaan ten behoeve van gedaagde, 1803 - 1805.
349 Jan Molenkamp als in huwelijk hebbende Janna Rauwhof, contra, Christiaan Lankheet als gehuwd aan Triene Rauwhof, Egbert Rauwhoff c.s., 1804.
350 Vrouwe Wilhelmina van Pallandt douairiére van Coenraad Johan van Mulert, contra, R.F. Calle vrouw van Jan Dijk gewezen rentmeester van het huis Hengelo. Eis tot het doen van rekening en verantwoording, 1804 - 1810.
351 J. Holcke koopman te Schuttorf, contra, Levie Nathan te Hengelo. Eis betaling koopsom van geleverd garen, 1805.
352 J.L. Ernst, Mozes Salomon en G. Warnars Wed. G.J. Troost, contra, Gradus Leferink, 1805.
353 De Wed. H. Kempen, contra, Samuel Nathan. Sententie in zake vereffening van wederzijdse vorderingen, 1805.
354 Lucas Pellen, contra, Berend Lubberink. Eis tot scheiding en deling der nalatenschap van eisers dochters, gedaagde's vrouw, Diene Pellen, 1805.
355 J.C.F. von Hartman als in huwelijk hebbende F.G.E.H. van Munchausen, contra, A.C.J. douairiére van Pappenheim geb. van Munchausen. Eis tot voldoening van aan eisers echtgenote schuldig erkend kapitaal met verlopen interessen, 1805 - 1807.
356 Mr. B.J. Kroonenberg te Deventer, contra, Adolp Erler te Hengelo. Eis voldoening ener rekening van salaris en verschot, 1805 - 1810.
357 Roelof Ziemerink, contra, Gerrit Markslag. Eis tot betaling van timmerloon en leverantie van pannen en glazen, 1806. 1807.
358 Mr. C.F.H. Putman Cramer Advocaat fiscaal van Twenthe ratione officii, contra, Frederik ter Horst, wonende aan Carelshaven. Eis in zake mishandeling en verwonding van Gerrit Markslag te Oele, 1806 -1808.
359 Mr. C.F.H. Putman Cramer, Advocaat fiscaal van Twenthe, contra, Hendrik Wevers of Annink. Eis tot veroordeling in ene boete wegens overtreding van het reglement op de jacht vastgesteld 1 Sept. 1802, 1806 - 1810.
360 Gerrit Markslag te Oele, contra, Frederik ter Horst, tapper op Carelshaven. Eis in zake zware mishandeling, 1807.
361 Lamb. Weernink winkelier te Deventer, contra, W. Nittert te Hengelo. Eis tot voldoening ener rekening van geleverde manufacturen, 1807.
362 Hendr. Assinck, contra, Mr. J.B. Auffmorth. Insinuatie tot afdoening van een rekening, 1807. 1808.
363 Stukken in zake van praeferentie en concurrentie tussen de crediteuren in de geexecuteerde boedel van Jan Braamhaar alléén: sententie, 1807. 1808.
364 J. Groll, contra, Gerrit Jan Gijberts als in huwelijk hebbende Geertruij Ruttink eerder Wed. Berend Pierik c.s. Eis tot instelling ener actie, die gedaagden op eiser hebben wegens vermeende vervolging van een schuldbekentenis, 1809.
laatste wijziging 28-08-2022
364 beschreven archiefstukken
13 gedigitaliseerd
totaal 1.422 bestanden

Kenmerken

Datering:
1622 - 1810
Omvang archiefblok:
1 foto
Voorwaarden voor raadpleging:
Het archief is openbaar.
Toegang:
Rechterlijk archief van het richterambt Delden. Lijst van processen., 1622 - 1810.
Bijzonderheden:
Betreft inv.nr. 73 uit archiefbloknummer 0046.1.
Categorie:
laatste wijziging 28-08-2022
364 beschreven archiefstukken
13 gedigitaliseerd
totaal 1.422 bestanden