Uw zoekacties: Begrafenisfonds “Burenplicht Schelle” te Schelle/Zwolle

1638 Begrafenisfonds “Burenplicht Schelle” te Schelle/Zwolle ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Toelichting
Het begrafenisfonds "Burenplicht Schelle" werd opgericht in de Zwolse buurtschap Schelle op 22 februari 1940. De motieven van deze oprichting zijn onbekend, alsmede door wie dit begrafenisfonds is opgericht. Op 21 september 1945 werden de in 1940 geformuleerde richtlijnen gewijzigd en weten we welke onderlinge afspraken de buurtgenoten hadden gemaakt. Er golden zeven richtlijnen, die betrekking hadden op het aanzeggen, het dragen, het afleggen van het stoffelijk overschot, het vervoer en de contributie. Bij elk sterfgeval moesten het gezinshoofd 1 gulden betalen. Inwonende personen, niet zijnde gezinsleden, droegen 0,50 cent bij.
De richtlijnen werden tijdens een buurtbijeenkomst in mei 1953 herzien. Door de buurtgenoten werd besloten om de begrafenissen voortaan door de Nieuwe Zwolse Begrafenisvereniging te laten verzorgen. De kosten voor een lijkkoets, vijf volgwagens en 10 dragers werden berekend op 200 gulden. Een begrafenis van kinderen onder de vijf jaar kostte 100 gulden. De financiële bijdrage van de buurtgenoten bedroeg respectievelijk 1 of 2 gulden. Er waren in de jaren vijftig van de twintigste eeuw ongeveer 45 gezinnen lid van het begrafenisfonds. Het betrof ondermeer de families Ruitenberg, Aalberts, Bredewoud, Kamphuis en van Olst.
een laatste aanpassing van de richtlijnen vond plaats op 17 oktober 1963. Het fonds had zich aangesloten bij de Monuta Stichting en de contributie was opgelopen tot 2,50 per persoon van 18 jaar en ouder. De stoelen en tafeltjes, te gebruiken in het sterfhuis, werden beschikbaar gesteld door het CJMV te Schelle.

Het schriftje van het begrafenisfonds en enkele bijbehorende losse stukken werden bewaard door het hoofd der CVO-school te Schelle, laatstelijk J. Oelen. De heer Oelen heeft in september 2017 het archiefje geschonken aan het Historisch Centrum Overijssel. Het archiefje loopt over de jaren 1940-1981, kent een omvang van 0,12 m1 en is openbaar.

Kenmerken

Datering:
1940 - 1981
Voorwaarden voor raadpleging:
Het archief is openbaar.
Omvang archiefblok:
0,12 m
Toegang:
J.J. Seekles, Inventaris van het Begrafenisfonds “Burenplicht Schelle” te Schelle/Zwolle, 1940 - 1981, Zwolle (2017).
Openbaarheid:
Het archief is openbaar.