De departementale en arrondissementsraden werden als deel van het Franse bestuurssysteem in de Nederlandse departementen ingevoerd na de inlijving van 1811. Als wettelijke basis gold de wet van 28 Pluvoise van het jaar VIII.
De voornaamste taken van de raad waren het omslaan van de directe belastingen over de gemeenten; advisering over verzoeken tot belasting vermindering; afhoren van de jaarrekening van de onderprefect over het gebruik van de opcenten bestemd voor de uitgaven van het arrondissement en advisering over de staat en de behoeften van het arrondissement aan de prefect.
Bij decreet van 19 mei 1811 werden tot leden van de arrondissementsraad Zwolle aangesteld:

A. H. van MuidenHasselt
A. J. Greven Zwolle
A. van Baak Sr. Vollenhove
J. H. S. M. van NagelVollenhove
P. C. A. Sichterman Zwolle
C. W. A. van HaersolteZwolle
R. A. B. J. Sloet tot WesterholtVollenhove
C. J. FabiusSteenwijk
B. FledderusSteenwijk
N. van Berkum Bijsterbosch Kampen
Thjj. E. F. Heerkens Zwolle

Een nader decreet van 3 juli 1811 bepaalde dat de arrondissementsraden op 1 augustus 1811 voor het eerst zouden vergaderen. Het bestaan van dit decreet kwam aan de Overijsselse prefect Hofstede pas op 4 augustus ter kennis, zodat pas op 5 september de raad geconstitueerd kon worden.

De hieronder beschreven stukken werden aangetroffen in het archief van het kantongerecht Zwolle.
Zie voor een uitvoeriger beschrijving van de bestuursorganisatie op arrondissementsniveau de inleiding van A.F.M. Reichgelt "Inventaris van het archief van de onderprefect van Zwolle, 1811 - 1814" (Uitgaven van het Rijksarchief in Overijssel, nr. 21) Zwolle 1989