In 2009 bestonden er in Overijssel vier steunfunctieinstellingen, te weten de Sportraad, Arcon, Servicecentrum Vrijwilligers Werk Overijssel (SVWO) en Variya. De provincie had taken en beleidsterreinen over deze vier organisaties verdeeld. Dit leidde tot een verwarrend toewijzingsbeleid, versnippering van taken en verspilling van overheidsgeld.Er ontstond geleidelijk een trend richting integraal werken en decentralisatie van zorg- en welzijnsbeleid naar gemeenten. Daarnaast had de provincie, de belangrijkste opdrachtgever van Variya, al meermalen aangegeven het ontstaan van een provinciaal Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling (CMO) toe te juichen. Ook in andere provincies hadden collega-instellingen hun positie al opgeschaald tot een provinciaal opererend CMO.
In juli 2009 verscheen het - door drs. E. van der Want vervaardigde - advies over de inrichting van een Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling door samengaan van Variya en SVWO/Arcon, onder de titel "Naar één CMO Overijssel". Dit rapport gaf een overzicht van de uitkomsten van een inhoudelijke verkenning van motieven, meerwaarde, uitgangspunten en randvoorwaarden voor de inrichting van een CMO. Op grond van deze verkenning werd geadviseerd te besluiten tot een fusie tussen Variya en SVWO/Arcon per 1 januari 2010. Hoewel het rapport door beide partners omarmd werd, ontstonden er eind oktober 2009 dusdanige problemen dat het fusieproces stil kwam te liggen. De problemen hadden vooral betrekking op het profiel en de benoeming van een nieuwe directeur en Raad van Toezicht. Bemiddelingspogingen in de eerste helft van 2010 leidden er niet toe dat het overleg kon worden vlotgetrokken. Variya verkeerde inmiddels financieel in zwaar weer.