In 1805 werd in Wijhe een man geboren, die de grondlegger zou worden van een bloeiende grossierderij in koloniale waren: de firma Ten Harmsen en Vervoort te Deventer. Op 25 juni 1805 kwam Christoffel Benjamin ter wereld. Hij was de jongste zoon van de echtelieden Hendrik Vervoort (1752-1805) en Maria Verweij (1762-1820). Het geslacht Vervoort is al sinds 1655 aantoonbaar in Wijhe woonachtig. Voorvaderen van Hendrik oefenden de functie van onderschout en dijkschrijver uit.

De jonge Christoffel Benjamin werd al op 18 jarige leeftijd in 1823 leerling in de kruidenierszaak van Willem Jan ten Harmsen (1778-1826) in Deventer. Willem Jan was al op jonge leeftijd zijn vader Hermannus ten Harmsen (1737-1787) opgevolgd als kruidenier in een winkelpand, geheten "de Linnenkist" en gelegen in de Hofstraat te Deventer. Na het overlijden van Willem Jan in 1826 werd de kruidenierszaak door diens zoon Hermannus ten Harmsen (1813-1834) voortgezet. Christoffel Benjamin en Hermannus richtten vervolgens in 1833 een sociëteit (=vennootschap) in kruideniers-waren en andere koopwaren onder de firmanaam "Ten Harmsen en Vervoort"op. Beide vennoten brachten 50.000 gulden in het bedrijf. Vervoort had de tekeningsbevoegdheid en leidde de zaak. Samen met zijn echtgenote Helena ten Harmsen (1806-1873), de enige dochter van Willem Jan, ging Christoffel Benjamin in het huis boven de winkel wonen. Hermannus zal voorzover zijn gezondheid het toelaat alle voorkomende werkzaamheden verrichten en genoot vrije kost en inwoning in het gemeenschappelijke huis. Na het overlijden van Hermannus in 1834 zette Christoffel Benjamin als enige compagnon de zaak voort.

Op 1 januari 1866 trad Hendrik Vervoort (1833-1873) toe tot de firma. Na diens overlijden in 1873 moest Christoffel Benjamin opnieuw een Vervoort opleiden tot kruidenier. In 1890 werd diens kleinzoon C.B. Vervoort (1869-1931) medefirmant. A.J. Bos uit Deventer trad eveneens toe tot de firma. Onder hun leiding nam de zaak een steeds grotere bloei. De koffiebranderij werd gemechaniseerd in 1897. De steeds toenemende omzet in koffie leidde ertoe, dat in 1922 de bestaande branderij-installatie werd uitgebreid en bovendien in een nieuw gebouw ondergebracht.

Het overlijden van Christoffel Benjamin Vervoort in 1931 was een zware slag voor het bedrijf. Meer dan 40 jaar had hij zijn gaven en kwaliteiten in dienst van de firma gesteld. De leiding kwam te liggen in handen van de heren F.F.E. van Delden en H. Vervoort, die respectievelijk in 1919 en 1922 tot de directie waren toegetreden.

Het fraaie pand "de Linnenkist"in het hart van de oude IJsselstad werd te klein. In 1935 werd daarom besloten om het bedrijf te verplaatsen naar een pand aan het Pothoofd, een bedrijvige kade langs de kronkelende IJssel. Daar was voldoende ruimte, om de pakkamer, de rijstzolder, de opslagplaats voor koffie, de koffiebranderij, de thee- en koffiepakkerij, de kantoren en de emballageafdeling in onder te brengen. Na de Tweede Wereldoorlog kwam er een einde aan de zaak, toen deze opging in de firma D. Schuitema (Centra).