In 1899 werd aan het RK Parochieel armbestuur een Vereniging van Rooms katholieke armverzorgers toegevoegd. Deze vereniging had tot taak het 'bezoeken van armen en hulpbehoevenden tot verbetering van hun zedelijke en stoffelijke toestand en het verkrijgen en bevorderen van eene doelmatige armenverpleging'. Een zelfde vereniging bestond al in Utrecht, en zodoende werden daarvan de 'bepalingen en instructieën' en het reglement overgenomen. In de bepalingen stond dat de armverzorgers de armen raadgeving, bijstand om werk te krijgen, bijdragen in de verpleegkosten en tijdelijke of vaste bedeling moesten bieden. Al deze zaken werden voorgedragen aan het armbestuur, dat dan besliste welke arme bedeeld zou worden. De armverzorgers gingen minstens eenmaal per week op bezoek bij de armen. Zij moesten dan op het volgende letten:
- werden de godsdienstplichten nog vervuld;
- was het zedelijk gedrag goed;
- was de godsdienstige opvoeding van de kinderen in orde en werd de catechismus niet verzuimd;
- wat was de oorzaak van de bestaande of dreigende armoede;
- waren er leden in het gezin die naar vermogen en billijkheid mee konden dragen in de kosten;
- ontbrak er voedsel, kleding en dergelijke.

Armen die aan de drank waren, nodeloze uitgaven deden of hun godsdienstige verplichtingen (of die van hun kinderen) niet nakwamen, kregen geen bijstand. De voorzitter van de armverzorgers was lid van het armbestuur. Bovendien waren er nog vijf leden van het armbestuur bij de armverzorgers van de parochies, die naast hen ook nog andere leden hadden. De parochie St. Michael had zes leden en de Onze Lieve Vrouwe parochie had er vijf. Alleen de notulen van de parochie St. Michael zijn bewaard gebleven. Zij verwijzen naar een grote vergadering. Hiermee worden de vergaderingen van het armbestuur, samen met de beide kerkbesturen bedoeld, waarover al eerder gesproken is. De voorzitter van het armbestuur mocht bij de vergaderingen van de armverzorgers aanwezig zijn. De armverzorgers noteerden hun bevindingen in de zgn. armbezoekboekjes, die door het armbestuur nagekeken en beoordeeld werden. Ook maakten zij lijsten, op grond waarvan de bedeling door het armbestuur geschiedde. Eens per jaar, in januari of februari, was er een gezamenlijke vergadering van de armverzorgers met het armbestuur. Nieuwe armverzorgers werden aangesteld in overleg met de pastoor en het kerkbestuur van de betreffende parochie.
De vergaderingen van het armbestuur bleven voornamelijk gaan over financiële zaken. Het RK Parochieel armbestuur ging in 1965 op in de Interparochiële Caritasinstelling.