De eerste stoot tot het verlenen van hulp van gemeentewege aan hen die buiten schuld werkloos waren geworden, ging in 1908 uit van een comité, gevormd uit de Zwolse Bestuurdersbond en de afdelingen Zwolle van een drietal andere bonden.
Het verzoekschrift van bovenbedoeld comité werd in de gemeenteraad besproken en had tot gevolg dat de Raad op 30 november 1908 besloot de burgemeester te verzoeken een comité uit de burgerij samen te stellen, teneinde de staat der werkloosheid in de gemeente Zwolle te onderzoeken en zonodig steun te verlenen aan werklozen.
Het voorstel tot stichting van een fonds ging uit van de heer J. Balkestein en werd op 14 februari 1910 door de Raad aangenomen. Het door B en W ontworpen reglement voor het fonds werd op 5 december 1910 door de Raad vastgesteld.
Met de benoeming van het bestuur op 27 februari 1911 was de oprichting van "het Fonds ter Bevordering van de Verzekering tegen de geldelijke gevolgen van Werkloosheid", kortweg geheten Werklozenfonds, een feit. Voor inzicht in de taken van het fonds wordt verwezen naar het reglement en de verordening. Met het oog op de inwerkingtreding van de Werkloosheidsverzekeringsnoodwet besloot het bestuur van het Fonds op 13 november 1919 om voorlopig een afwachtende houding aan te nemen inzake haar opheffing of voortbestaan. Onduidelijk is wanneer het Fonds is opgeheven. Aangenomen wordt dat haar werkzaamheden zijn overgenomen door de gemeentelijke Dienst der Arbeidsbemiddeling en Werkloosheidsverzekering.