In 1317 sloten de steden Deventer, Kampen en Zwolle voor het eerst een bondgenootschap met elkaar. Dit bondgenootschap was uit noodzaak geboren. Het optreden van de landsheer in het gebied 'Over den Yssele, daer waer Deventer light' was dikwijls zwak. Niet alleen door het optreden van de landsheer werd dit veroorzaakt, maar ook door het feit dat Oversticht (Overijssel en Drenthe) en Sticht (Utrecht) geen aaneen gesloten gebied vormde. Niet alleen sloten de drie steden dit verbond om gezamenlijk sterker te staan, maar ook om hun handel-en eigenlijk vooral daarom-te beschermen.
In latere tijd werd dit bondgenootschap voortdurend vernieuwd en verstevigd om als steden op één lijn te zitten ten opzichte van de landsheer. Bovendien werd dikwijls aan de landdagen een voorvergadering gehouden van de drie steden om de te bespreken onderwerpen alvast te onderwerpen aan hun gezamenlijke opinie, de z.g. maalsteden. Deze voorbesprekingen werden dikwijls gehouden in het klooster Windesheim.
Na 1578 werden de aparte vergaderingen van de drie steden in aantal minder, niet alleen omdat men zelf 'souverein' was geworden, maar ook omdat er allerlei gremia waren waar men elkaar toch al trof en niet alleen tijdens een landdag.