Uw zoekacties: Nederlandse Hervormde gemeente te Haaksbergen

0394 Nederlandse Hervormde gemeente te Haaksbergen ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. De geschiedenis van de hervormde gemeente en kerk van Haaksbergen
0394 Nederlandse Hervormde gemeente te Haaksbergen
Inleiding
1.
De geschiedenis van de hervormde gemeente en kerk van Haaksbergen
De Tachtigjarige Oorlog betekende voor het oosten van ons land een tijd van grote onrust. Terwijl het westen al spoedig bevrijd was van Spaanse troepen, woedde de strijd in het oosten nog jaren voort. Omstreeks 1580 werd Twente beurtelings geplunderd door het Staatse leger en Spaanse soldaten. Vanuit Oldenzaal, dat heel lang in Spaanse handen bleef, werd het omringende platteland geregeld afgestroopt en verschillende plaatsen werden daarbij platgebrand. Pas in 1626 kwam Twente voorgoed in Staatse handen. Maar daarmee was de ellende nog niet ten einde. Bernhard van Galen, de bisschop van Munster, deed in 1665 een inval in Twente en de Achterhoek. En hoewel hij het volgende jaar al weer vrede sloot, viel "Bommen Berend" in 1672 opnieuw ons land binnen. Pas in 1674 brak een periode van rust aan in Twente.
De machtswisselingen, die een honderd jaar hebben aangehouden, gingen, ook in Haaksbergen, gepaard met verandering van godsdienstige opvattingen, zodat pastoor en dominee elkaar enige keren afwisselden en niet altijd was men bereid het kerkgebouw en andere eigendommen voetstoots aan de tegenpartij over te dragen. Door dit alles zal veel materiaal verloren zijn gegaan. Zo meldt dominee Van Rijswijk in 1666, dat een nieuw trouwboek is gemaakt, omdat de oude boeken "door den Bisschoppelijken Oorlogh (....) waren wechgeroofd." Tijdens de Tachtigjarige Oorlog is Oldenzaal geruime tijd in Spaanse handen geweest. Toen Spinola in 1605 het gehele gebied van Oldenzaal-Groenlo en omgeving bezette, werd zelfs de te Ootmarsum geboren Philippus Rovenius aangesteld als vicaris-generaal van het bisdom Deventer, met de opdracht de katholieke godsdienst in het gebied te herstellen.
Tot 1626 bleef het gebied, waarin dus ook Haaksbergen gelegen was, in Spaanse handen. Onder invloed van deze gebeurtenissen zijn grote delen van Twente rooms-katholiek gebleven. In 1960 was van de Haaksbergse bevolking 76,2 % katholiek en 20,7 % hervormd, percentages die weinig afwijken van de percentages van 300 jaar geleden.
In 1584 werd het dorp Haaksbergen met het omringende platteland door het Staatse leger verwoest. Veel bewoners vluchtten en keerden pas terug, toen Twente, in 1597, door prins Maurits werd veroverd. Het zijn ongetwijfeld de Haaksbergenaren die terugkwamen uit de steden geweest, die om een hervormde predikant verzochten. Zo werd in begin 1600 te Haaksbergen beroepen Ds. Gerhardus Lindenhovius, maar na de bezetting van Oldenzaal door de Spaanse troepen, in 1605, waardoor geheel Twente weer in Spaanse handen kwam, verdween hij naar Raalte. Toen in 1626 Twente weer in Staatse handen viel, besloten Ridderschap en Steden van Overijssel op 6 juni 1633, dat in plaats van de "paepsche pastoir" te Haaksbergen een "gereformeerde" predikant beroepen zou worden.
De drost van Haaksbergen, Johan van Laer tot Effinck, die roomsgezind was, heeft er waarschijnlijk voor gezorgd, dat de toenmalige pastoor, Christoffel Broeckhuysen, gehandhaafd bleef. Merkwaardig is, dat Ridderschap en Steden hem niet verweten, dat hij rooms katholieke missen zou hebben gelezen, maar wel, dat hij in concubinaat met zijn huishoudster leefde.
Na het overlijden van zijn beschermer, de drost, leek het pastoor Broeckhuysen toch maar beter een huwelijk aan te gaan.
Met betrekking tot zijn overgang naar het protestantisme wordt het volgende verteld:
Op de bewuste dag las pastoor Broeckhuysen 's morgens nog de mis, maar preekte dezelfde avond al voor de hervormden. Hij bleef tot zijn dood, in 1653, wonen in de pastorie en behield zijn inkomsten van de kerk. Maar de straf volgt op de zonde. Na zijn dood vond hij geen rust. Zijn ziel werd door de duivel verbannen naar het zogenaamde "Niekeskölksken", dat eertijds lag in de tuin van de hervormde pastorie. Dit kolkje moest hij leeg scheppen en 's nachts spookte hij rond in de pastorie. Daarom zou de latere dominee J.Berghege (1855-1889) niet meer op die plaats hebben willen wonen en zou de pastorie zijn afgebroken en meer naar voren opnieuw zijn opgebouwd. * 
In 1644 verzocht de synode aan Ridderschap en Steden om naast de pastoor een "gereformeerde" predikant aan te stellen, maar pas op 4 april 1646 werd dominee Lambartus van Rijswijk als predikant beroepen. De beroeping geschiedde door de Goedsherenvergadering, omdat er nog geen kerkenraad was. Tijdens dominee Van Rijswijk kwam naast de kerkmeesters, gekozen door en uit de Goedsheren, een kerkenraad of consistorie. In 1686 besliste Ridderschap en Steden, dat kerkenraad en Goedsheren samen het beroepingsrecht zouden bezitten.
In 1698 ontving de kerkenraad van Catharina Lansinck, geboren te Haaksbergen, getrouwd met een onderkoopman van de Verenigde Oostindische Compagnie, vanuit Batavia een groot bedrag aan geld. Hiervoor moest, ter gedachtenis aan haar, doop- en avondmaalszilver worden vervaardigd. Het wordt nog steeds gebruikt. "Uit den naam van de geheele Gereformeerde Gemeente" schreef dominee Van Heeckeren een hoogdravende dankbrief terug.
In 1701 volgde opnieuw een gift, nu aan de diaconie, om aan de armen van Haaksbergen uit te delen.
In 1738 overleed Joan van der Sluys, richter van Haaksbergen en schatrijk. Zijn nalatenschap, die geheel ten goede kwam aan de "diaconie en Ledematen van de Gereformeerde Gemeente en de Armen van Haaksbergen" bestond uit een enorm bedrag aan geld en veel vaste goederen: o.a. het Richtershuis en veel boerderijen met bijbehorende stukken land. Een groot deel van deze bezittingen is nu nog eigendom van de diaconie. De erfenis is eerst nog betwist door de familie Van der Sluys, zodat de drost van Haaksbergen, op last van Ridderschap en Steden zich ermee ging bemoeien. De familie Van der Sluys werd in het ongelijk gesteld. Om de bezittingen naar behoren te beheren moest de kerkenraad van nu af een vaste boekhouder of rentmeester aanstellen, onder goedkeuring van de drost.
In 1795 trokken de Fransen ons land binnen en vanaf 1798 probeerden de katholieken, als grootste bevolkingsgroep, de oude kerk weer in handen te krijgen. Op 8 maart 1809 gelukte dat. Koning Lodewijk Napoleon wees de kerk toe aan de katholieken en op tweede kerstdag van datzelfde jaar werd de laatste protestantse dienst in de kerk gehouden.
Een nieuwe kerk werd gebouwd in de tuin van het huis "de Dom", dat evenals het ernaast liggende Richtershuis eigendom was van de diaconie. Op 6 januari 1811 werd de kerk in gebruik genomen, maar op 16 augustus 1851 brak brand uit in de toenmalige Oosterstraat. De kerk brandde geheel af, waarbij het orgel, destijds meegenomen uit de Pancratiuskerk, bijna geheel verloren ging. Omstreeks 1 januari 1855 kon de nieuwe, huidige, kerk worden betrokken. Daar de kerkgoederen in 1809 met de kerk weer aan de katholieken moesten worden teruggegeven, was de kerkenraad in grote geldzorgen gekomen, maar men kreeg toestemming, om de jaarlijkse tekorten door de rijke diaconie te laten aanvullen.
Op 22 oktober 1865 werd een nieuw orgel in gebruik genomen, gebouwd door H.Honhof te Eibergen. In het orgel zijn elementen gebruikt, afkomstig van het oude Houben-orgel uit 1729.
Het kerkgebouw is zeer waarschijnlijk ontworpen door Gerrit Doorwaard Niermans uit Enschede. Het heeft in de loop der jaren nogal wat veranderingen ondergaan. Natuurlijk moesten de verlichting en verwarming worden aangepast en verder werd er een nieuwe beglazing aangebracht. Pas in 1951 kwamen er luidklokken in de toren te hangen. Verder werd de vloer voorzien van oude plavuizen en de oorspronkelijke banken werden ten dele vervangen door knopstoelen. Midden in de kerk hangt nog een kroonlamp, in 1728 geschonken door Anthony van der Sluys, een broer van Joan van der Sluys.
Oorspronkelijk ontbrak een consistoriekamer. In 1958 werd hierin voorzien, gelijk met de aanbouw van een verenigingsgebouw. Deze twee bouwwerken vormen tevens de verbinding tussen de kerk en het Richtershuis, dat in 1967 geheel werd verbouwd. Nu doet het dienst als kosterswoning, het kerkelijk bureau is erin gehuisvest en in een deel van het gebouw is een aula en mortuarium gevestigd, beheerd door een stichting, bestaande uit afgevaardigden van de gezamenlijke protestantse en katholieke kerkgenootschappen.
In 1854 traden de beide kerkvoogden van Buurse uit het college van kerkvoogden en richtten een eigen kerkvoogdij op. Deze scheiding duurde nog geen 150 jaar. Sinds 1993 vormen Haaksbergen en Buurse weer één kerkelijke gemeente.
2. Organisatie
3. Verantwoording van de inventarisatie
4 Wenken voor de bezoeker
5. Literatuur
6. Bijlage. Lijst van predikanten

Kenmerken

Datering:
1590 - 1963
Voorwaarden voor raadpleging:
Het archief is openbaar.
Omvang archiefblok:
8 m
Toegang:
Bouwman, G.J., e.a., Plaatsingslijst van de archieven van de Hervormde Gemeente te Haaksbergen, 1590 - 1963, Haaksbergen (1998).
Openbaarheid:
Het archief is openbaar.