Zoals dat meestal bij de inventarisatie van archieven van Hervormde gemeenten het geval blijkt te zijn, was het ook voor Blankenham practisch onmogelijk, althans met de mij ter beschikking staande bronnen, het een en ander te achterhalen over de "lotgevallen" van de archieven. In 1830 werd het archief van de kerkeraad in een kist met twee sloten bewaard, de ene sleutel berustte bij de consulent en de andere bij de oudste ouderling *  .Het "Rekenboek van de kerkmeesters, 1741-1797", nog omstreeks 1899 in het gemeentehuis te Kuinre aanwezig, heb ik niet terug kunnen vinden; noch in het gemeentehuis, noch in het Rijksarchief is het voorhanden *  .
De scriba van het Classicaal Bestuur van Kampen schreef bij brief van 20 februari 1922 aan de archivaris van de Kerk, dat de kerkeraad van Blankenham hem stukken uit het archief had toegezonden met de vraag, of deze vernietigd mochten worden. Daar genoemde scriba dit niet durfde beoordelen, zond hij de stukken aan de archivaris. Bij brief van 10 augustus 1944 zond de archivaris a.i. de kerkeraad van Blankenham deze (ten dele belangrijke) stukken geordend en beschreven terug, met het verzoek deze in het archief op te nemen.
Op 4 juni 1968 bracht ik een inspectiebezoek aan de gemeente, waarbij bleek, dat ordening en inventarisatie benevens de materiële verzorging van de archieven dringend gewenst was. Door bemiddeling van Prof, dr W.F. Dankbaar konden enkele belangrijke delen en andere archiefstukken, welke in particulier bezit waren geraakt, weer aan de archieven worden toegevoegd.

Bij brief van 30 juli 1968 deelde de predikant namens de kerkeraad en het college van kerkvoogden mede, dat deze hadden besloten de archieven te doen ordenen, beschrijven en restaureren op het bureau van de archivaris van de Nederlandse Hervormde Kerk. Om der wille van de uniformiteit is bij de inventarisatie uitgegaan van de Richtlijnen *  . Ingevolge besluit van de kerkeraad en het college van kerkvoogden zullen de archieven voorlopig in bewaring worden gegeven bij het Rijksarchief in Overijssel, daar op korte termijn ter plaatse geen brandveilige on vochtvrije archiefbewaarplaats is te realiseren.

J.G.J. van Booma