Uw zoekacties: Klooster Galilea Maior te Sibculo
0185.1 Klooster Galilea Maior te Sibculo ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )
Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
0185.1   Klooster Galilea Maior te Sibculo
Inleiding
Inleiding van mr. A. Haga
Toelichting bij inventaris en regestenlijsten
Correctie
Aanvulling op regestenlijst Sibculo
laatste wijziging 21-05-2024
1.336 beschreven archiefstukken
16 gedigitaliseerd
totaal 1.660 bestanden
Inventaris
I. Stukken betreffende het klooster in het algemeen
II. Stukken betreffende het geestelijk bestuur van het klooster (vicarie, memoriën, zielmissen)
III. Stukken betreffende het geldelijk beheer en de goederen van het klooster
IV. Stukken betreffende de aan het klooster verbonden eigenen
V. Stukken, waarvan de band met het archief van het klooster niet blijkt
A. Regestenlijst Rutgers op charters en cartularium I (inv.nr. 1)
0185.1 Klooster Galilea Maior te Sibculo
Inventaris
A.
Regestenlijst Rutgers op charters en cartularium I (inv.nr. 1)
Organisatie: Collectie Overijssel locatie Zwolle
laatste wijziging 21-05-2024
1 Otto, graaf in Bentheim, geeft, met toestemming zijner burchtmannen Engelbertus de Veret, Nicolaus zoon van Boudekinus en Nicolaus de Turri, die een gedeelte van het veld in de buurschap Itterbeke van hem in leen houden, verlof aan de abdis van het convent van St. Maria in Campen, om een huis te bouwen in dat gedeelte van het veld "de Mortkule" genoemd, met zooveel land daarbij als zij kunnen beploegen, onder vrijstelling van alle zijne rechten.
2 Johan van Vreden en Steven Noertbeke verklaren dat zij, ten overstaan van Otte van der Schilt, gezworen richter des graven van Bentheim, heben verkocht aan Henrik den Kalen en Jutte zijne vrouw de Horstincstede in het dorp Ulzen.
3 Johan van den Cloester verklaart, dat hij ten verzoeke van Herman van Goedelinchem afstand heeft gedaan van allen eigendom aan het huis Schuringhe c.a. gelegen te Itterbeeck in het kerspel van Ulzen, dat gezegde Herman van hem in leen ("manstat") hield, ten behoeve van het convent in Assen, waartegen hij van Herman heeft ontvangen, en hem weder in manstat uitgedaan, het goed Gherlinck te Havekinchem c.a. in het kerspel van Ulsen, dat hij Johan in leen hield van Steeven van den Rutenberghe.
4 Johan, Bisscop van Utrecht, verklaart, na afstand van Matheus van Schonevelde, beleend te hebben met het huis te Schonevelt, de Voechdinghof, het huis te Goedevaerding, het Brochuijs en de Nannencote, c.a., gelegen te Wilsem, kerspel van Ulsen, Aernd van Schonevelde, ten behoeve zijner kinderen Mette en Jutte, in dienstmanstad, zoals Matheus en zijn vader Ludolf die te houden plachten.
Tegenwoordig: Reijnolt van Koevorden, ambtman te Laghe, Dyric van den Rutenberghe, Symon van Deydem, Alaert Slijc, Johan van Bueren en Jacob van der A.
5 Robbrecht van Vijernenborch, schulte van Zalland verklaart dat Alfer van der Schuren heeft verkocht aan Ludeke ten Busche de tienden ten Voerwercke, grof en smal, c.a. gelegen in het kerspel en marke te Nijenstede, benevens de tienden grof en smal over Reijning in het kerspel en de marke te Hemis gelegen.
6 Gijse van der Schueren, verklaart dat zijn broeder Alfer van der Schueren hem heeft afgestaan de tienden ten Voerwerck, grof en smal in het kerspel en de marke te Nijensteden, en de tienden over Reijning in het kerspel en de marke te Hemis, en dat hij, Cyse, met die tienden heeft beleend Ludeke ten Bussche, te houden naar Utrechtsch leenrecht, en bij elk versterf te verheergewaden met 3 ponden.
Leenmannen: Henric die Zure, Henric van Essen die olde, Seyne Wolbertszoon, Ernst van Yselmuden en Dyric Camferbeec.
7 Johan Wermerszoon en Ludeken Goteken, schepenen van Zwolle, verklaren dat Johan Cokeman en Beerte zijne vrouw verkocht hebben aan Ludeken Johanszoon eene rente van drie ponden 's jaars, uit Vrilingsweer in Zassincstrate gelegen.
8 Aelbert Mulard, richter te Hasselt, verklaart dat Ludeken van Stroekel heeft verkocht aan Huge Olyman en Gherd Poelman 4 morgen lands gelegen in Mastbroic in Hasselderslag, tusschen Johan Poelman en Herman Stijnt, met alle toebehooren.
Gerichtslude: Gosen Bouman, Hertwich Essekenssoen, Johan Mereman, Johan Dyrixsoen.
9 Sweder van Heker, geheten van Rechter, verklaart dat hij, door bemiddeling van de dedingslieden Rolof van Ittersum en Geerlich de Cadeneter ter eene, en Seijne Wolbertszone en Jacob van den Tijver ter andere zijde, eene volkomen scheiding heeft aangegaan met Herman, Johan Stine, Lutgard en Zweder, kinderen van den ouden Herman van Rechter, onder zoodanige bepalingen als nader in het stuk zijn omschreven, o.a. dat zij van Sweder hunnen oom, alle hun hoorige lieden in leen zullen houden, gelijk ook hunnen andere goederen enz.
10 Sweder van Heker, geheten van Rechter, verklaart beleend te hebben zijn neef Herman van Rechter, zoon van den ouden Herman, met het erf Derstenhorst in Wütmen, het erf Penecrinc te Linderte in Raelter kerspel, met het Voerster erf te Dese, met de tienden te Heten, in Raelterkerspel, de tienden te Arhcem, met tiendehalve morgen lands in Mastebroce met de hoorige lieden, te verheergewaden op dezelfde wijze als zijn vader Herman van Rechter, de olde, die van hem te houden plach.
Leenmannen: Willem Tyasen en Johan Smyt.
11 Berend, graaf te Benthem, verklaart goed te vinden dat Aelbert Kernute aan Johan Henrickinck, geheten van Ulzen, verkocht heeft 22 schepel rogge Twentsche maat en 8 schillingen, Munstersch payment, uit den erve ten Brincke te Ulzen, aan hem, gaaf, leenroerig, dat hij daaraan geen "leenwaer" meer behoudt, daar hij in plaats daarvan de vrije tienden over Arentdinck te Ulzen heeft ontvangen.
12 Albert Kornute, Mijghe, zijne vrouw, Hille en Ghertrud hunne kinderen, verklaren, ten overstaan van Arend Grubben, richter te Ulsen, verkocht te hebben aan Johannes HInrekink, anders geheeten van Ulsen, 22 schepel goede rogge, Twentsche maat, en 8 goede Munstersche schellinghe te betalen uit het erve ten Brincke, onder Ulsen gelegen.
Kornoten en Gerichtslude: Aspelaen, anders geheeten Mulert, en Hinrich de Sagher.
13 Frederic, bisschop te Utrecht, verklaart dat hij Gheryt van Essen, op zijn verzoek, heeft beleend met het huis te Schonenvelde, den Voeghedinghoff, het huis te Godeverding, het Broechuis, en den Nannekote, gelegen in Wilsem, kerspel van Ulsen, c.a., welke goederen hem zijn aangekomen van zijn grootvader Arnt van Schonevelt.
Leenmannen: Sweder van Heker, geheten van Rechter en Egbert Hake van den Rutenberg.
14 Gosen Peijng en Henri Coteken, schepenen in Zwolle, verklaren dat Johan Seijnenzoon van Bunne heeft verkocht aan Gherd Johanszoon van Bonyngen, eene jaarrente van 4 ponden, te betalen uit het huis van Johan Brunsel in Voerstrate gelegen.
15 Johan Elijs zoen en Gherlich die Cadeneter, schepenen in Zwolle, verklaren dat Albert Hoenreijnck en Bette zijne vrouw, verkocht hebben aan Gherd, Johanssoen, van Boningen eene jaarlijksche rente van 3 1/2 pond geld, en 1 1/2 pacht grote, uit de were van Herman Lodewichs, in Desestrate gelegen, onder herinnering dat van dit pand ook eene andere rente van 3 pond geld, min 3 groten, en een quart wijns uitging ten behoeve van Johan van Tijver, Henrixsoen, onder zekere bepalingen.
16 Johan ten Toerne, richter te Hasselt, verklaart dat Huge Olyman en Lubbe zijne vrouw verkocht hebben aan Tideman Remboltszoene twee morgen lands in Mastebroic, gelegen in Hasselderslag, geslagen uit Strokele , met alle toebehooren, als eigen goed.
Gerichtslude: Johan Smijt en Dirc Hauwert.
Met de uith.z.z. van den richter en H. Olyman in gr. wasse.
o.n. Sibculo VIIIa.
v. Doorn T.R.
17 Lambert Wesselman, richter van wege den Jonkheer van Gueterswijc, verklaart, dat Henric Stoltinc met Eve zijne vrouw en hunne kinderen Herman en Grete hebben verkocht aan Ghert to den Alterhues en Ghese zijne vrouw een stuks lands van 4 schepelen, gelegen achter op de "Wurde", het Bovenstuk geheeten, met garantie dat het stuk vrij is, behoudens de tienden.
Kornoten: Coep S1..........Herman Hinrickinc, Herman die Scroder.
18 Hertcher Koteken, richter in Raelte, verklaart dat Steven Bentinch en Yde zijne vrouw hebben verkocht aan Johannes Clevesadel hun erf ter Birckt geheeten, met een waar in Raeltermark, gelegen in de buurschap Roden (Rhaan), in het kerspel van Raelte, met alle toebehooren.
Gerichteslude: Werner Opperheest en Daem van Amstelle.
19 Rolof van den Zande, richter te Hardenbergh, verklaart dat Herman die koster, Rémmelt zijn zoon, Egbert ten Oestendarpe, Johan Reyning en Volker Aneking, waarvan sommige 60 en meer jaren oud zijn, getuigd hebben dat de Crummehof, gelegen in het kerspel van Hardenberch in de marke van Heijmese een edel, onverbroken eigen was, hetgeen zij ook van hunne ouders hadden gehoord.
Koernoten: Johan Schonekamp, Egbert Velding, en Goede van Kreijenschote.
20 Bertolt Gerbolding, richter te Hasselt, verklaart dat Gerd Poleman en Geze zijne vrouw hebben aan Tijdeman Remboltszone 2 morgen lands in Mastebroke in Hasselterslaege gelegen, onder overlegging van den principalen koopbrief waarbij Ludeke van Strokele Geerd Poleman in dat land had gevestigd.
Gerichtsluede: Gerbrand ten Bussche, Geerd van den Water, Johan Smijt en Evert Poleman.
21 Albert van Averheijne, richter in Ummen, verklaart dat Roluf ten Laer, Mette zijne vrouw, vroeger die van Lambert ten Laer, Seijne ten Laer, Swaneke zijne vrouw, Geert ten Laer en Fenne zijne vrouw hebben verkocht aan Rembolt van Goer hun erve en goed het Laer, in den Ham gelegen, met alle toebehoren.
Kuernoten en Gerichteslude: Johan van Arnem, Albert Huerning, Asse te Halle, Berent van Bentem
22 Ghese Beckerinck, Stijne en Greete hare kinderen en Johannes man van Greete voornoemd verklaren, met goedvinden van Gherd den Smid, zijne vrouw en Franck en Ecbert der vrouw broeders, dat zij hebben verkocht aan Ecbertus Bylrebeke, priester, hunne hofstede en gaarden daar wijlen Herman Beckering op placht te wonen, benevens hunne 3 stukken land gelegen op de boekesch (beukesch), een en ander als vrij en eigen goed, onder Ulsen gelegen, ten overstaan van Frederijk van Wolcopen, richter in Ulsen.
Koernoeten en wijnkoopslieden: Hinrich de Sagher, Coep Swadde, Bernd Wernsinck, Gherd de Stijpper, Lambert de Schomaker, Ghert ten Alterhues, Johan Wendelghering en Herman Beckerinck.
23 Gheert Thomaes en Henric Koteken, schepenen in Zwolle, verklaren dat Roloff ten Helle heeft kwijtgescholden aan Arent Alferszoon en Foijnse zijne vrouw een bedrag van 450 gld., wegens geleend geld aan hem, Roloff, verschuldigd, met dank voor de betaling.
24 Ludeken Johanssoen, richter te Zwolle, brengt ter kennis dat Jacob van Tijver, zijn verwalter, hem heeft verklaard, dat Roloff ter Helle heeft opgedragen en overgegeven aan Aernd Alpherssoen en Herman de Smale al zijn goed in het sticht van Utrecht, buiten de vrijheid van Zwolle, in het land van Gelre of elders gelegen, en van welken aard het goed ook zij.
25 Bernd, graaf van Benthem, verklaart dat hij het erve en goed te Ledermanninck c.a., gelegen in het kerspel van Ulzen bij de weem aldaar, heeft vrijgemaakt van de "leenwaer" voor hem en zijne erven.
26 Albert Kornute, en Mije zijne vrouw, verklaren dat zij, ten overstaan van Kersteijn van Ochtorpe, richter te Ulsen, hebben verkocht aan heer Ecbert, zoon van wijlen Albert de Tijmmerman, priester, hun erve en goed Ledermannijnc, geheeten, te Ulsen bij de weem gelegen met alle toebehooren.
Kornoten en Gerichteslude: Ecberd Veldinc, Wessel de Koc te Nijenhues, Volker Stute, Herman Herwijnc en Otto, achterrichter te Ulsen.
27 Frederic van Heker, anders geheeten van Rechter, verklaart dat hij, bij afstand van Dyric Johannync, heeft verpacht aan Dyric van Esschedarpe "de Roedenhaer" voor twee pond was jaarlijks.
28 Albert Crullinc, richter te Hellendorn, betuigt dat Dyric to Hennync, Gheze zijne vrouw, Johan to Hennync, zijn oudste zoon, en Hinric, Clawes, Werembolt, Gheze, Alijd en Lubbert zijne kinderen, hebben verklaard dat zij geenerlei aanspraak behielden o9p ht goed geheeten de Rodenhaer en op Zyringhes maat, gelegen bij Raden in het kerspel van Helendorn.
Richteslude en Kornoten: Dyric van Wederinghen en Johan Clawesinc.
29 Lutgard Polmans, abdisse, en het convent van het klooster te Assen, verklaart, na bekomen toestemming van den visitator en het gemeene capittel hunner orde, verkocht te hebben aan Prior en Convent van Galilea in Zebekelo, het erve en goed geheeten de Barlehaer en het erve te Schultinch, met alle toebehooren en onder garantie tegen storing in het gebruik onder voorwaarde dat Prior en Convent jaarlijks zullen betalen aan Weringer Wulbeding, zoolang hij leeft, 4 mudden rogge uit het erve te Schultinch.
30 Evert en Enghelbert van Heest, gebroeders verklaren Prior en Convent van Galilea in Zebekeloe als erfgenamen te hebben ingesteld van de 10 mudden Rogge, die zij jaarlijks en erfelijk hebben van Roeloff van Laer anders geheeten van Heest, uit de erven de Groote en Lutteke Heest en uit Rosemanshuijss.
31 Egbertus Bilrebeke, alias van Oetmersshem, priester, verklaart te stichten ter eere Gods, van de maagd Maria en alle Heiligen, en tot behoud zijner ziel, eene vicarie in het klooser der H. Maria, gen. Galilea in Zybekelo, van de orde der Bernardijnen of Cisterciensers, voor welke vicarie hij verschillende landerijen aanwijst, waaronder het huis en erf Ledebrinck, door hem van Albertus Cornute gekocht, verzoekende hij tevens aan Fredericus, Bisschop van Utrecht, hem als vicaris te willen benoemen, en in 't vervolg de collatie op te dragen aan den Prior van bovengenoemd klooster.
32 Fredericus, bisschop van Utrecht, approbeert op verzoek van Egbertus Bilrebeke, alias de Oetmersshem, priester, de door dezen gestichte vicarie in het klooster Zybekelo, verklaart dat dit als een beneficium zal worden beschouwd, en de daaraan geschonken goederen als kerkelijke zullen worden geacht, en institueert en stichter als eersten Vicaris.
33 Herman van Keppel, ridder, Wolter van Covorden en Symon van der Schulenborch, als bruidmannen van Bernt van Asbeke, Johannssoen, ter eene, en Evert Scaep, en Henrick Scaep, gebr., en Albert van Gherner, geheeten van Eme, als bruidsmannen van jonkvr. Elzebe Gherdes, dochter van Essen, ter andere zijd, stellen met andere vrienden en magen van weerszijden de huwelijksvoorwaarden vast tusschen Bernt en Elzebe voornd., waarbij hij als medegave krijgt het hof te Schonevelde, den Voechdinckhof, het Broechuijs, het huis te Goedeberdinck, een erf Nannekote, Aernynck te Itterbeeck, Everdinck en 2 erven Vrijlinck en Goeseninck, alles gelegen in het kerspel van Ulzen en van Oetmersem, benevens verschillende andere bepalingen in het stuk geenumereerd.
34 Johan van Rechter, schulte toe den Hardenberge, verklaart dat Herman van den Bruggenberghe en Ghijsele zijne vrouw verkocht hebben aan Herman Rechter en Jutte zijne vrouw als edel eigen goed, hun land en hooiland gelegen in het kerspel Hardenberg, in de buurschap te Colendoern, zooals dat vroeger toebehoorde aan Rutgher van Yunne.
35 Matheus van Schonevelde, anders geheeten van Graventorpe, verklaart verkocht te hebben, en overstaan van Wessel den Kok, richter in Ulsen, aan Prior en Convent van Sibbekeloe, ten behoeven van dat klooster, de erven Bennekinck en Keddinc, met 3 1/2 waer en alle annexen, gelegen in het kerspel van Ulsen, buurschap van Itterbeke.
36 Willem Henrixsoen, richter ten Hardenberge, verklaart dat Lubbert ter Boket, Albert ter Boket, Ludeken Richtering, Geerd Henning, Egbert ten Dijenhuus, Geerd Overhoff, Claes van Millingen, Roloff Oelreking, Albert Riquijn, en de Raadslieden van den Heiligen Geest van Zwolle, als erfgenamen van de geheele marke en buurschap van Brucht, hebben verkocht aan Egbert Wolbertszone de geheele overloop van Bruchter-mersche, geheeten de Steckeshuerne, aan beide zijden van het water, c.a., gelegen in de marke van Brucht, in het gericht van Hardenberg.
37 Jonker Hinric van Gramsberghe verklaart dat hij heeft verkocht en overgedragen aan Prior en Convent te Galilea op Zebekelo, zijn aandeel van de hofstede van hunnen uithof te Marienborch, met toebehooren, en een stuk lands bij den Ulenkamp, gelegen in de buurschap te Bergenthem, onder garantie voor het ongestoord gebruik.
38 Cyse van der Schuren, als leenheer, en Alpher van der Schueren zijn momber, verklaren, dat Gheert ten Busche heeft in leen opgedragen aan Prior en Convent in Galilea te Zebekeloe de grove en smalle tienden ten Verwerke, gelegen in het kerspel Hardenberghe, buurschap Nijenstede en de tiende gr. en sm. over Reijninck, gelegen in het kerspel en de buurschap Hemijs (Heemse) zooals Gheert die in leen placht te houden van Helmich van der Schuren, Cyse;'s vader, te verheergewaden met 3 oude ponden onder hulderschap van Herman van Rechter.
Leenmannen van het sticht: Sweder Schotte en Gheert Mulert.
39 Johan Wesselinc, alias Schouwe, richter te Ulsen namens den Bisschop van Utrecht, verklaart, dat Kerstijen, zoon van Wobbe Schoijsen, stiefzoon van Clawes Meijghent, het erf Mullerdinc c.a. heeft getransporteerd op Egbert Bilrebeke, priester.
40 Henric van Grammesberghe, verklaart, dat Kerstijen, zoon van Wobbe Schoijsen, heeft verkocht aan Egbert Bilrebeke, priester, het erf en goed genaamd Mullerdinck, c.a., gelegen in het dorp Ulsen, met eene waarschap in Ulsermarke.
Dedings- en wijnkoopslieden: Johan witte en Johan van Aens, geheeten de Mumme.
41 Johan Wesseling, geheeten Schouwe, richter te Ulzen, verklaart dat Ludelof van Schonevelde geheeten van Gravestorpe, Alijt van Amestelle, zijne vrouw, en Johan hunnen zoon verkocht hebben aan Wolter van Covorden en Fije zijne echtgenoote, hunne erven en goederen geheeten Benneking en Kedding, met 3 1/2 waar, gelegen in het kerspel van Ulzen, buurschap van Itterbeke, onder garantie als vrij goed.
42 Alfar van der Schuren verklaart verkocht te hebben ten overstaan van Lubbert Averheijne, richter te Ummen, aan Prior en Convent van Galilea in Sybekelo, ord.Cisters eene jaarlijksche rente van 9 mud goede rogge, uit zijne erve en goed te Nijenhues, gelegen in het kerspel van Ummen, in de buurschap van Vilsteren.
43 Johan Wesselinc anders geheeten Scouwe, richter te Ulzen, verklaart dat Johannes Henrekinc, anders geheeten van Ulzen, Jutte zijne vrouw, Lefert en Wermer hunne kinderen, verkocht hebben aan Prior en Convent in Galilea te Zibekelo, van sunte Bernt oerde, 22 schepel goed rogge, Twentsche maat, en 8 goede Munstersche schillingen uit hun erf en goed ten Brincke c.a., onder Ulzen gelegen.
44 Albert Crullinc, richter te Hardenberghe, verklaart dat Henric die Hovesche, Henric Essinc, Jan Maes, de jonge, Jan Maes, zijn vader, Robert Middesderping, Ghert Waterman, Ghert, Lambert, Henrick en Egbert Pading, als mede erfgenamen der marke van Bergenthem, hebben verkocht en overgedragen aan Prior en Convant te Galilea in Zibekelo hun aandeel aan hunne "waertale" van de hofstede van hunnen uithof te Marienborch c.a. met een stuk land gelegen bij den Ulencamp.
45 Lubbert Johanssoen en Herman Bick, schepenen van Deventer, verklaren dat Deric Gelmers, als gemachtigde an Marquard Breder, zoon van wijlen Lubbert Breder, heeft verkocht en overgedragen aan Johan Seijnensoen Marquards aandeel in eene hoeve, lands, c.a., gelegen in het kerspel van der Wolde, in Tuijlremarke in de zeventien hoeven, welke ligging nog nader in het stuk wordt omschreven.
45a Broeder Johan prior en het gemeene convent van het klooster Galilea in Zijbekeloe oorkonden, dat zij aan de volschuldige hoorigen Johan Walraven en zijn vrouw Ghese en aan hunne nakomelingen, die hoorig zullen zijn aan het klooster, beloofd hebben, dat zij hun, wanneer zij met achterlating van wettige kinderen komen te sterven en mits zij hun erf niet zonder verlof in de steek gelaten, niet meer zullen afnemen dan de helft van hunne viervoeters.
46 Frater Henricus Ovinck, proost van het klooster St. Marienberch in Zalland, van de orde van St. Benedictus, verklaart, wegens de ongeschiktheid van den rector der parochiale kerk in Herdenberch, de stichting en begiftiging der vicarie ter eere van de heilige confessores Chrispus, Benedictus en Bernardi, door Egbertus Bilrebeke, priester in het klooster Galilea in Zebekeloe, van de Cistercienser orde gedaan, ten volle (penitus) goed te keuren.
Datum anno Domini M°CCCC° vicesimo nono in vigilia Assumpcionis beate Marie virginis.
Met het uith. (ietw.besch.) zegel van Marienborch (Zwartewater).
o.n. Sibculo IIg.
v. Doorn T.R.
47 Heinrick Wolff, richter van Veluwen, verklaart dat Rembolt Janssoon en Johan Jan Remboltssoonssoon, gebrs., Neese vrouw van wijlen Jan Remboltssoon en Mechtelt hare dochter, met Johan Luijtht als momber, verkocht hebben aan Prior en convent van Galilea anders geheeten van Sybkeloe, ord.Bern., 3 morgen lands in Weijenberer marsch, ambt Heerde, buurschap Vorachten, en bovendien Willem van Drecht en Willem te Wijenberge als borgen hebben gesteld dat Willem en Griete Jan Remboltssoons kinderen, wanner zij mondig zullen zijn, dit transport zullen handhaven.
Gerichtslude: Jan Haghen, Jacob ter Sterte en Jacob te Merkeloe.
Gegevenin den jaeren onss Heren dusent vierthondert ende dertich des Gudesdaigs post Martine Episcopi.
Met het uith.z.v.d. richter, in gr. wasse.
o.n. Sibculo XXXII.
v. Doorn T.R.
48 Ghert Drulling, burger te Elborch, verklaart verkocht en overgegeven te hebben aan Prior en Convent van Galilea, anders geheeten Zebekeloe, alle landen in het kerspel van Voiraften, door hem indertijd gekocht van wijlen Johan Remboltssoon, met afstand van alle recht of aanspraak.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende dertich op sinte Katherinen dach.
Met het uith.z. van Gherd D. in gr. wasse.
o.n. Sibculo XXXIII.
v. Doorn T.R.
49 Johan van Sconevelde, anders geheeten van Gravestorpe, verklaart verkocht te hebben, ten overstaan van Wessel den Kok, richter in Ulsen, aan Prior en Convent van Galilea te Zibekeloe, ten behoeve van dat klooster, de erven Bennekinck en Keddinck, met eene hooimaat bij den Nijenhuus, en alle nieuwe en oude toebehooren, gelegen in het kerspel Ulsen, in de buurschap v. Itterbeeck.
Koirnoten en gerichtsluden: Hillebrant die Joker en Johan die Rode.
Int jaer ons Heren M°CCCC° een en dertich des Saterdaghes voer sinte Mercus die Ewangelist.
De z.z. zijn afgevallen.
o.n. Sibculo XXVa.
v. Doorn T.R.
50 Broeder Johan, Prior, en het convent van Galilea te Zibekeloe, ord. Bern., verklaren dat zij uit gunste hebben toegestaan aan Johan van Sconevelde, anders geheeten van Gravestorpe, en zijn erfgen. om te mogen terugkoopen, na doode zijner ouders, de erven en hooitmaat vermeld in de oorkonde van 1431 April 21, door 90 gouden overlandsche guldens, met dien verstande dat het convent die erven nog 2 jaar na de opzegging zal mogen gebruiken.
Gegeven int jaer ons Heren dusent vierthondert ende een ende dertich des Sonnendaghes voer Philippi ende Jacobi.
Het z. is afgevallen.
o.n. Sibculo XXXIV.
51 Diric Oving, priester, kerkheer te Empne in Drenthe verklaart dat hij, voor zijne en zijner ouderen ziel, bij testament gegeven heeft aan Prior en Convent van Galilea in Zibekeloe, ord.Bern., al zijn tinsgoed over het erve te Velthove, gelegen in het kerspel van Voirst, buurschap Ghietele.
Ghegeven int jaer ons Heren MCCCC ende een ende dertich des Donredaghes na sinte Peters dach ad Vincula.
Met de uith.z.z.v.Dirick O., Hessel Averenck en Johan Haghen, in gr. wasse.
o.n. Sibculo XXXVa.
v.Doorn T.R.
52 Diric Oving, priester, kerkheer te Empne in Drenthe, verklaart verkocht te hebben aan Prior en Convent van Galilea in Zibekeloe, ord.Bern., 4 akkers land in het erve te Velthof, in de Veluwe gelegen, kerspel van Opvoirst, buurschap Gietel, verer zijn derde part van het genoemde erve, en nog eene jaarrente van een olde mark uit dat erf, behoudens de pacht van den Abt van Pruemen.
Ghegeven int jaer ons Heren MCCCC een ende dertich des Vridaghes na sinte Peters dach ad Vincula.
Met de uith.zz. van Diric O., Johan Haghen en Johan de Blaeuwe in gr. wasse.
o.n. Sibculo XXXvb.
v. Doorn T.R.
53 Dirick van der Veste, Oede zijne vrouw, Henric Oving, en Mette zijne zuster, kinderen van Oede, Diric Oving, priester te Empne, in Drenthe, en Aelbert Hake als momber dier kinderen, verklaren verkocht te hebben aan Prior en Klooster van Galilea in Zibekelo het vierde deel van het erve ten Velthove, gelegen in het kerspel van Opvoirst en in de buurschap van Gietele op de Veluwe met garantie voor ongestoord gebruik.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent vierhondert een ende dertich des Sonnendaghes na sinte Peters dach ad Vincula.
Met de uith.z.z. van Dirick v.d.V., D. Oving, priester en A. Hake in gr. w.
o.n. Sibculo XXXV, annes XXXVa, XXXVb, XXXVc.
v. Doorn T.R.
54 Johan de Blawe en Fenne zijne vrouw verklaren verkocht te hebben aan Prior en Convent in Galylea te Zibikeloe hun aandeel in het erve ten Veldhove, in de Veluwe, kerspel Voerst, buurschap Ghietele.
Ghegeven inden jaer onss Heren duzent vyrhondert een ende dartych op sunte Bartolomeusavent des heijligen Apostels.
Met de uith.z.z. van Johan d.B.l, Johan Haghen en Aelbert Haeck in gr.w.
o.n. Sibculo XXXVc
v. Doorn T.R.
55 Theodericus de Bevergheren in Scuttorp, Arnoldus Graes, Wesselus Ludelen, perpetui vicarii, Johannes Voet junior, drostatus in Nijenhuus, als executeuren van den uitersten wil van Egbertus Bilrebeke, priester, wijzen, ter vermeerdering der inkomsten van de inkomsten der door dezen in het klooster Galilea in Zibekelo, van de cistercienser orde, gestichte vicarie, verschillende met name genoemde erven aan, waaruit 25 molt koren moeten worden gevonden.
Datum anno Domini millesimo quadringentesimo tricesimo secundo, ipso die beati Petri ad Cathedram.
Met de uith.zz.v.Everardus Swaene, canonicus van Plechelmikerk in Oldenzael, (voor de Bevergheren) en der 3 andere executeuren.
o.n. Sibuclo IIh.
v. Doorn T.R.
56 Arnt Blanckevoert, richter ten Herdenberghe, verklaart dat Lambert Pademans verkocht heeft aan Prior en Convent van Galileen, anders geheeten Zibekeloe, ord.Bern., een stuk lands van Veldinc, gelegen ten oosten van Volmerinc camp, in het kerspel van Hardenberghe, buurschap Bergenthem, onder garantie voor ongestoord bezit.
Gerichteslude: Johannes Veltcamp en Egbert Wulbede.
Gegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert twe ende dertich op sente Mercus avont die Ewangelist.
Met het uith.z. van Arnt B. in gr. wasse.
o.n. Sibculo XXXVI.
v. Doorn T.R.
57 Johannes Mensonis, dacanus van St. Plechelmikerk te Oldenzaal, verklaart op verzoek van frater Lubbertus Smijt, convers van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Cisterc., aan den notaris Johannes Brant te hebben opgedragen een afschrift te geven van den fundatiebrief eener vicarie in dat klooster door Egbertus Bilrebeke (zie dat stuk op 1418 October 11), alsmede van de bevestiging daarvan door bisschop Frederik van Blankenheim (zie dat stuk op 1418 October 23, transfix bij de bovengemelde oorkonde).
Sub anno a nativitate Domini Millesimo quadringentesimo tercio vicesima secunda die mensis Januarii.
Met verklaring en teeken van den Notaris. Van het zegel slechts een spoortje over.
o.n.Sibculo XXXVII.
v. Doorn T.R.
58 Johan van Sconenvelde, anders geheeten van Gravesdorpe, en Mechtelt zijne vrouw, verklaren te hebben kwijtgescholden aan Prior en Convent van Galilea, anders geheeten Zibekelo, de gunstige bepaling van terugkoop van de erven vermeld in de oorkonde dd. 1431 April 29, waardoor dit stuk is getransfigeerd.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende drie ende derthtich des Woensdaghes voer sunte Johansdach Baptiste to middesomer.
Met het uith.z.v. Johan v.S. in br. w.
o.n.Sibculo XXXIVa.
v. Doorn T.R.
59 (Odulphi met Grotefend op Juny 12 gesteld).
Gijse van der Schueren, leenheer, verklaart, na beëindiging van een geschil tusschen het klooster Sybekeloe (Galilea) en Willem Visscher, met Alide zijne vrouw, beleend te hebben Herman Huerninck met de grove en smalle tienden te Verwerck c.a. gelgen in het kerspel van Herdenberge, in de buurschap te Nijestede, en met de tienden gr. en sm. over Reijninck, in het kerspel en buurschap Hemesse c.a.
Gestichtesmanne: Ludeken Gheertssoen en Johan van Hoenhorst.
Gegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert vier ende dertich op sante Odulphusavent.
Met het uith.z. van C.v.d.S. in gr. wasse.
o.n. Sibculo XXVIIIa.
v. Doorn T.R.
60 Prior en Convent van het klooster Galilea in Zybekeloe verklaren dat Kunne (in het opschrift "van Borne"), dochter van Hans Walraven en Johan haren zoon, die aan het klooster hoorig waren, voortaan slechts keurmedig zullen zijn.
Int jaer ons Heren MCCCCXXXVI. In Octava Visitacionis Marie virginis.
In margine: vacat.
cart. v. Sibculo fol. 37.
v. Doorn.
Aanh. verkeerdelijk op 1486.
61 Herman die Munter, Ambtman van abdis en Capittel van Essen, verklaart dat Henrick Wilbortssoen erkende schuldig te zijn van wege Gheert Wolterssoen aan Lambert van Yrte 80 Beijersche guldens, voor de betaling waarvan hij aan gezegden Lambert had verpand jaarlijks 5 mudden rogge pachtzaad, uit het erve en goed Noerding, gelegen in het kerspel van Helendoerne, buurschap Daerle.
Stiftsmannen: Dirck van Tweenhusen en Eernst ten Busssche. Ghegeven in den jaer ons Heren dusent vierhondert ende seven ende dertich op sancte Mauriciusdach ende sijne geselschap.
Met de uith.z.z.v.d. Ambtman en de 2 stiftsmannen in gr. w.
Hierbij een trransfix dd. 1440 Dec. 13.
o.n. Sibculo XXXVIII transfix XXXVIIIa, annex XXXVIIIb, XXXVIIIc, XXXVIIId.
v. Doorn T.R.
62 Otto Scroders, proost, Margareta van Zenden, priorin en het gemeene convent van het klooster St. Marienrode, verklaren verkocht te hebben aan den Prior en het Convent van Zibekeloe 6 schepel rogge, Twenter maat, "bescapens" tiende, uit het erf en goed gend. Meijghantes erve gelegen in het kerspel Ulsen.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende achte ende dertich des Manendaghes nae onses Heren Hemelvaertsdach.
met de (besch.) uith.z.z.v. proostdij en convent in gr. wasse.
o.n. Sibculo IIi.
v. Doorn T.R.
63 Johan van Eghen, richter te Helendorn, verklaart dat Derk van Esschedarpe, met Henric van Hesingen als voorspraak, overgedragen heeft aan Bernd van Esschedarpe, zijn basterdzoon, de Roedenhaer met de Sighersmaat, gelegen in het kerspel van Helendorn, buurschap Elen.
Int jaer ons heren dusent vierhondert ende acht ende dertich op sante Simon et Judenavent der hilghen Apostelen.
Met de uith.z.z.v.d. richter, Derk v.E. en Vrederik van Heker, gend. van Rechter (Roedenhair was aan Rechter tinsplichtig) in gr. w.
o.n. Sibculo XXB.
v. Doorn T.R.
64 Herman van Dedem verklaart verkocht te hebben ten overstaan van Everd den Scroder, richter te Ulsen, aan Prior en Convent te Zibekeloe zijne erve en goed geheeten Grote Brochues, in het kerspel van Ulsen, buurschap te Wylsem gelegen, als een vrij goed, uitgenomen 5 schepel rogge jaarlijks aan het capittel van St. Peter te Utrecht af te dragen.
Kornoten: Johan van Graes en Everd Bernhardes.
Gude lude: heer Wessel, vicarius te Nijenhues en Frederick van Vilsen.
Int jaer unss Heren dusent veerhundert achte unde dertich des Donderdaghes na Symonis et Jude der hillighen Apostele.
Met de uith.z.z. van H.v.Dedem en v.d. richter in gr.w.
o.n. Sibculo XXXIX.
v. Doorn T.R.
65 Aernd van Blankenvoird, richter te Herdenberghe, verklaart dat Guede van Kreijenscoten heeft verkocht aan Prior en Convent van Galilea te Zibekeloe, ord.Bern., een stuk lands gelegen in het kerspel van Herdenberghe, in de marke van Lotten (Lutten) met garantie tegen stoornis in het bezit.
Gerichteslude Johannes ten Veltcampe en Lefert van Bergenthem.
Ghegeven in den jare ons Heren MCCCC ende achte ende dertich up der Vigilien des heijlighen Apostels sinte Andrees.
Met het uith.z.v.d. richter in gr. wasse.
o.n. Sibculo XL.
v. Doorn T.R.
66 Evert Tiasen en Dirc van Tweenhusen, schepenen in Zwolle, verklaren dat Reijnken Kauen en Gheertrud zijne vrouw erkenden schuldig te zijn wegens pachtgelden aan Prior en Convent van het klooster te Zibekeloe, 70 Arnoldus Arnhemsche gulden,en daarvoor als pand hebben gesteld hunne were, gelegen in de Voerstrate.
Gegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert neghen ende dertich op sante Anthoniusdach.
De zz. der schepenen zijn afvallen.
o.n. Sibculo XLI.
v. Doorn T.R. III blz. 40.
67 Aelbert Lansinck Henricssoen en Reijner Lansinc zijne broeder, Aelbert Gheert Lansinckssoen, Gheertruut, Griete, Mechtelt, Aleit, en Lutgart, zuster van gezegden Aelbert, verklaren verkocht te hebben aan het klooster te Zybekeloe 3 morgen lands, gelegen in het kerspel van der Wolde, in Tuilremarke en in de zeventien hoven, met garantie tegen stoornis.
Gegeven int jair onss Heren dusent vierhondert neghen ende dertich des Dinxdaghes nae den Sonnendaghe Reminiscere.
Met 2 uith.z.z. (Aelbert L.) in gr. wasse; het 3e is afgevallen.
o.n. Sibculo XLII. annex XLIIa
v. Doorn T.R., III blz. 41.
68 Zegher Zeelkenssoen verklaart te hebben afgestaan aan het klooster te Zybekeloe al zijne rechten op 3 morgen lands, door dat klooster gekocht. (cfr. 1439 Maart 3).
Gegeven int jair onss Heren dusent vierhondert neghen ende dertich des Dinxsdaghes nae den Sonnendaghe Reminiscere.
Het z. van Johan Haghen (voor z.z.) is afgevallen.
o.n. Sibculo XLIIa.
v. Doorn T.R., III blz. 41.
69 Johan Tyasen en Alijt zijne vrouw, en Jacob ten Water met Lieve zijne vrouw, verklaren de tienden over Reininck, in de buurschap van Heems, welke vroeger aan Willem Visscher, als erfgenaam van Gheert ten Bussche, door het klooster Zibikeloe bij schikking waren afgestaan, en nu na doode Willem's hun, Johan en Jacob, aangekomen, aan dat klooster te hebben teruggeven.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert neghen ende dertich op sunte Ponciaensavont.
Met de uith. z.z.v. Johan & Jacob in groenen wasse.
o.n. Sibculo XXVIIIb.
v. Doorn T.R., III blz. 42.
70 Herman die Munter, Ambtman van Abdis en Capittel van het stift Essen, verklaart dat Lambert van Ierte heeft overgegeven aan Prior en Convent van het klooster Sibbekeloe, ord.Bern., (de 80 Beijersche guldens en) 5 mudden rogge, waarvan sprake is in den brief dd. 1437 September 22, waardoor deze is getransfigeerd.
Stiftsmannen-Dirck van Tweenhuijsen en Johan Pothghieter.
Gegeven in den jaer ons Heren duijsent vierhondert ende viertich op sancte Luciendach Virginis.
Met de uith.z.z. van den Ambtman en Lambert van I. in gr.w.
Is transfix bij 1437 September 22.
o.n. Sibculo XXXVIIIa.
v. Doorn T.R.
71 Johan van Besten, geheeten die Pape, Stijne zijne vrouw, Johan en Henrick hunne zonen, Gherlich van Wullen Hermenssoen, en Eylhart zijne vrouw verklaren verkocht te hebben aan Johan Voet Johanssoen een aantal grove en smalle tienden, stroogeld, roggerente, geldrente (nader in het stuk omschreven), in het kerspel van Ulsen, buurschap Wilsem, en voorts het erve en goed die Tornynck herberge geheeten, in het kerspel van Benthem, bij den Vervoerdinckesch.
In dem jaer ons Heren dusent veerhundert unde viertich.
Naar eene gelijktijdige copy, gewaarmerkt door Notaris Arnoldus ten Hove.
In dorso: "copis collacionata per Notarium de littera istius decime te Wilsum, quam habet domina de keppell que eandem decimmam ante habuit".
o.n. Sibculo (?) XLIII.
v. Doorn T.R.
72 Henric van Gramsberghe verklaart verkocht te hebben aan Prior en Convent te Galilea op Zibekeloe zijn aandeel in een stuk heetveld aan het westerend van de Brunerstripe, daar het doornenbosch is en hun schaapschot, gelegen in het kerspel Ulsen, buurschap Itterbeke, en aan het convent te waarborgen zijne "waerscap" in die buurschap.
Ghegeven int jaer ons Heren MCCCC ende een ende veertich des Dinxdaghes na sinte Johannes Baptistendach to Midzomer.
Met het (besch.) uith.z.v.H.v.Gr.
o.n. Sibculo XLV, annex XLVa - XLVg.
v. Doorn T.R.
Inv.nr. 94.
73 Johan van Besten, geheeten de Pape, verklaart verkocht te hebben aan Prior en Convent van Galileen op Zibekeloe zijn aandeel van een stuk heetveld, zijnde het westerend van de Brunerstripe daar het doornbosch is en hun schaapschot, gelegen in de buurschap van Itterbeke, kerspel van Ulsen.
Ghegeven int jaer ons Heren MCCCC ende een ende veertich up sinte Petersdach ad Vincula.
Het z. van J.v.B. is afgevallen.
o.n. Sibculo XLVa.
v. Doorn T.R.
74 Aleph en Johan van Covorden, gebrs., verklaren toegestemd te hebben dat Prior en Convent te Zibekelo gebruik maken van het heetveld, gelegen bij de Brunerstrype in de buurschap van Itterbeke, zooals de buren van Itterbeke dat hebben uitgepaald, voor zoo lang het klooster zal believen.
Int jar unss Heren dusent veerhundert twe ende vertich up sunte Bartolomeusavent.
Met de uith.z.z. der gebrs. in gr. wasse.
o.n. Sibculo XLVb.
v. Doorn T.R.
75 Bernd van Asbeke geeft aan de geestelijke Heren en Broeders van Sibekelo dezelfde vergunning, als Aleph en Johan van Covorde gedaan hebben bij oorkonde dd. 1442 Augustus 23.
Int jaer unss Hren dusent voerhundert twe unde vertich up zunte Thomas avend.
Met het uith.z.v.B.v.A. in gr. w.
o.n. Sibculo XLVc.
v. Doorn T.R.
76 Heer Frederik van Beveren, commandeur te Oetmersem, verklaart aan de geestelijken van het klooster te Zebekelo dezelfde vergunning te hebben gegeven, als Bernd van Asbeke heeft gedaan bij oorkonde dd. 1442 December 20.
Int jar unss Heren dusent veerhundert dre unde vertich up zunte Fabianen und Sebastianendach.
Het z.v.F.v.B. is afgevallen.
o.n. Sibculo XLVd.
v. Doorn T.R.
77 Prior en Convent van het klooster Galilea in Zybekeloe verklaren dat de buren van Ytterbeecke, wegens aan het klooster betoonde gunsten, jaarlijks 3 mudden rogge uit een stuk land de Strijspe van het klooster zullen mogen beuren, op de wijze en onder de voorwaarden in het stuk vermeld, terwijl daarmede tevens het geschil over Barlehaer zal zijn geëindigd.
Int jaer ons Heren MCCCCXLIII des Vriedages post Annunciacionis Marie.
In margine: vacat quia redemimus istos tres modios siliginis in anno XCII. cart v. Sibculo fol. 25vo
v. Doorn. Aanh.
78 Anthonius van Grone, drost te Nijenhuse, verklaart dat Berent Leweric, Gheert Vrijlinck, Johan Koterinc, Arent Hemekinck, Berent Schurinc, Evert Aerninc, Albert Koninc, en de gemeene buren van Ytterbeke gegund hebben aan Prior en Convent in Sibekelo het door hen uitgepaalde stuk heetveld, gelegen op het Westerend van de Strijpe, kerspel van Ulsen, buurschap Ytterbeke, tegen eene jaarlijksche pacht van 3 mudden rogge, mogende het convent op dat land zonder consent geen uithof of bouwhuis maken, doch wel andere bergplaatsen, zullende de twisten als Barlehaer en andere zaken hiermede geeindigd zijn.
Gerichtsluden: Johan die Boese en Johan Oesterwic.
Ghegeven in den jaer ons Heren dusent vijrhondert ende dre ende vijrtich, des Saterdaghes na Onser Liever Vrouwendach Annuncia cio.Met een onherkenbaar brok v.h. zegel v.d. drost.
o.n. Sibculo XLVg.
v. Doorn T.R.
1442 Maart 30.
79 Ghese van Heijden, wed. van Hermen van Heijden, Dirck, Egbert, Gostuwe en Grete van Heijden, hare kinderen verklaren, ten overstaan an Antonius van Grone, richter te Ulsen, verkocht te hebben aan Prior en Convent van Galilea in Zibekelo hunne erven Gherbertingh en Horsthues, in de buurschap Wilsem, kerspel Ulsen, met zekeren "Egbert en zijn wijf", uit welke goederen 3 mudden aan de H.H. van Zunte Peter van Utrecht moeten voldaan worden.
Kornoten: Johan Huls, Johan ten Gokeshues, heer Peter Borchgrevinck kerkheer te Velthus en heer Wessel ten Nijenhues vicaris.
In den jar uns Heren dusent veerhundert dre unde vertich up sunte Urbanus dach.
Met het (besch.) uith.z.v.Dirck v.H. en een brok van dat des Richters in gr.w.
o.n. Sibculo XLVI.
v. Doorn T.R.
80 Everwin, graaf van Benthem, Heer te Stenvorde, verklaart te hebben toegestaan dat Prior en Convent te Zibekelo, ord.Bern., bezitten en gebruiken het Hetveld, zooals de buren van Itterbeke dat bij de Brunenstripe hebben uitgepaald.
Int jar unss Heren dusent veerhundert dre unde vertich des Mandaghes na Pinxterdaghe.
Met het uith.z.v.d.graaf in gr. wasse.
o.n. Sibculo XLVe.
v. Doorn T.R.
81 Gherlich van Wullen, verklaart aan het convent van Zibekelo dezelfde vergunning te hebben gegeven, als Bernd van Asbeke heeft gedaan bij oorkonde dd. 1442 December 20.
Int jar unss Heren dusent veerhundert veer unde vertich up sunte Valentinus dach eens hillighen mertelers.
Met het uih.z.v.G.v.W. in gr. w.
o.n. Sibculo XLVf.
v. Doorn T.R.
1443 febr. 14.
82 Wessel Peperlaken, richter te Oetmersem, verklaart, dat Herman van Pezie en Alyd zijne vrouw hebben verkocht aan Johannes Suest en Fenne zijne vrouw eene jaarlijksche rente van 5 mudden winterrogge uit hun erve Roezincg, gelegen in de buurschap te Vasse, onder het gericht Oetmersem.
Kornoten: Herman van Zoest en Frederic Kremer.
Int jaer ons Heren dusent veerhundert veer ende veertich up sunte Mathies avent eens hilgen Apostels.
Met de uith.z.z. van den richter en van H.v.P. in gr.w.
o.n. Sibculo XLVII, annex XLVIIa, b en c.
v. Doorn T.R.
83 Anthonijs van Gronen, richter te Ulsen, verklaart dat Herman ten Spoelde , Swane zijne vrouw en Johan zijn zoon erkenden schuldig te zijn aan het klooster van Zebekelo eene jaarlijksche rente van vijf schepel rogge, uit hun erve en goed het Spoelt, gelegen in de buurschap te Godelinchem, onder het gericht van Ulsen, zulks ter vervanging eener geldrente.
Kornoten: Lambertus van Hesingen en Johan Bouman, onderrichter te Ulsen.
Gerichtslude: Gosen Vrijlinc, Berent de Vos, Johan Godeverdijnck en Robe ter Breden.
Ghegeven in den jaer unses Heren dusent veerhundert ende vive ende veertich up sente Peters dach ad Cathedram.
Met het uith.z. van den richter in br.w.
o.n. Sibculo XLVIII.
v. Doorn T.R.
84 Prior en Convent van Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaren dat zij jaarlijks zullen beuren 5 schepel rogge, uit het erve Spoelde, buurschap Godelinchem, kerspel van Ulzen, zulks ter vervanging eener geldrente, door wijlen Heer Hermen ten Spoelde, bij testament aan het klooster vermaakt.
Ghegeven int jaer ons Heren MCCCCXLVI Valentini martiris.
Cart. v. Sibculo fol. 19vo.
v. Doorn. Aanh.
85 Egbert, Jonker te Almeloe, Elyzabeth van Voerst, jonkvr. te Almeloe en Johan hun zoon verklaren ten overstaan van Anthonius Gromen, richter te Ulzen, verkocht te hebben aan Prior en Convent van Galilea in Zibekeloe, ord.Bern., het erve Bennyng, gelegen te Ytterbeke, in het kerspel van Ulzen, welke erve het klooster vroeger in erfpacht had tegen eene jaarrente van 6 pond was.
Kornoten en Gerichteslude: Herman Reijse en Johannes Lansing.
Ghegheven ynden jaer ons Heren dusent vierhondert ende zes ende viertich des Wondesdaghes nae Mytvasten.
Met de uith. (besch.) z.z. van Egbert, Elyzabeth, Johan en richter Gronen, in gr. w.
o.n. Sibculo XLIX.
v. Doorn T.R.
86 Johan van Besten, geheeten de Pape, Stijne zijne vrouw, Johan Hinrich Rotgher, Aleph, Bitter, Wessel, Gherlich, Eijlart en Grete hunne kinderen, verkoopen, ten overstaan van Anthonius van Grone, richter te Ulsen aan Prior en Convent te Zibekelo, hun erf en goed Schurink geheeten, te Ytterbeke in in het kerspel van Ulsen gelegen, met alle toebehooren.
Kornoten: Herman de Smid en Gherd Gheleworst, burgers te Nijenhues.
Bijstanders: Heer Wessel, vicarius te Nijenhues en Hinrik Wechorst.
Int jar onss Heren dusent veerhundert seven unde vertig des Donredaghes na Invencionis Sancte Crucis.
Met de uith.z.z. der 2 Joh.v.B. en van den richter in br.w.
o.n. Sibculo IIIa.
v. Doorn T.R.
87 Johan van Besten, geheeten de Pape, Steijne zijne vrouw, Johan, Hinrick, Rotgher, Aleph, Bitter, Wessel, Gherlich, Eijlart en Grete hunne kinderen, verklaren, ten overstaan van Wessel Peperlaken richter te Oetmersem, verkocht te hebben aan Prior en Convent van Zebekelo, ord.Bern., de grove en smalle tienden over Elverkink te Manre gelegen, in het kerspel en gericht van Oetmersem.
Kornoten: Johan van Covorde en Engelbert de Schomaker, burgeren te Oetmersem.De z.z. zijn verdwenen (afgescheurd).
o.n. Sibculo L.
v. Doorn T.R.
88 Johannes Brant, notarius publicus, verklaart dat de eerwaarde Heer Hermannus Pistoris, priester in de Utrechtsche dyocees, ten zijnen overstaan heeft benoemd tot executores van zijn testament, dat in den boedel gevonden zal worden de Priores of Rectores der klooster Zibekelo en Albergen, Johannes Boningerhoff, canunnik van St. Plechelmi te Oldenzaal, Henricus Hoting, perpetuus vicarius aldaar, Hermannus ter Maet, cureet in Deveren, en Rudolphus de Bervorde, armiger.
Getuigen: Menso Mensonis perpetuus vicarius in Oldenzaal en Henricus Scheper van Bocholt, dyocees van Munster.
Acte fuerunt hec Aldensale in domo habitationis mei notarii publicii subscripti, sub anno millesimo quadringentesimo quadragesimo septimo die vero Jovis penultima mensis Junii.
Met het ambtelijk teeken van den Notaris.
In dorso: "Instrumentum constitucionis manufidelium domini Hermanni Pistoris". Iets hooger: "vacat". execut. test.
o.n. Sibculo II.
Hierbij te voegen de aanteekening uit het memorieboek dat Herm.P.400 gld. heeft geschonken (bij testament?).
v. Doorn T.R.
89 Ghert Sticker, richter te Ummen, verklaart dat Willem ten Ghetekathe heeft vergund aan Henrick van Gramsbergen den terugkoop van de jaarrente in rogge, welke deze hem verkocht heeft uit zijn geheele erve Stenvordinck, gelegen in het kerspel en gericht van Ummen, buurschap Yonne, voor 60 overl. gouden rijnsche gld.
Int jaer ons heren MCCCCXLVII ipso Margarethe Virginis martyris.
Cart.v.Sibculo fol. 51.
v. Doorn.Aanh.
90 Anthonijs van Grone, richter te Ulsen, verklaart dat Ghert Vrijlinc en Fenne zijne vrouw hebben verkocht aan Gherd ten Velde en Gebbe zijne vrouw, 3 stukken lands, te weten de Wuestencamp, gelegen bij het veen genaamd "Dybrech", een ander stuk lands de Harensloet, het derde geheeten het Wechstuk.
Kornoten: Lambertus van Hesingen en Werner de Scroder.
Ghegeven in den jaer unses Heren dusent veerhondert ende achte ende veertich des anderen Sondages in der Vastene als men singet in der hilligen Kercken Reminiscere.
Met het uith.z.v.d. Richter in gr. wasse.
Buitenop geannoteerd dat het 3e stuk in Itterbeke lag.
o.n. Sibculo LII.
v. Doorn T.R.
91 Lambert van Yrte en Ludeken Kole, schepenen in Zwolle, verklaren dat Herman Oelrichsoen heeft erkend, dat Albert van Bremen van hem heeft ingelost eene jaarlijksche rente van 10 stadsponden, uit de were in de Voerstrate, waarop Albert nu ter tijd woont.
Gegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert achte ende viertich des Manendaghes nae sunte Poncianusdach.
De zegel der schepenen zijn afgevallen.
o.n.Sibculo (?) LIII.
v. Doorn T.R.
92 Roleff van Bevervorde, ambtman in Twenthe, verklaart dat Jacobus Borchgrevinck, deken en kanunnik te Oldensel, heeft verkocht aan Coop den Konnijnge, het goed genaamd "de Wedderwille" gelegen in de vrijheid te Lage en daarbuiten.
Kornoten: Lubbert Eschijng en Johan Roters.
Int jaer uns Heren dusent vierhundert ende vijeftich des eersten Saterdages in der Meerte.
Met de uith.z.z.v. Roleff v.B. en Jac.B. in gr.w.
o.n. Sibculo CI, annex CIa.
Slechts gedeeltelijk bij v. Doorn T.R.
93 Roloff Hondenberch, de oude, en Roloff Hondenberch de jonge, vader en zoon, verklaren verkocht te hebben aan Johan Esschinck en Seijne Esschinck gebrs., eene jaarrente van 12 koervoerster overlandsche Rhijnsche guldens, uit zijn goed de Haselhorst, gelegen in het gericht van Ummen, kerspel en buurschap v.d. Ham.
Gegeven int jaer ons Heren dusent vierhundert ende vijftich des anderen daeghes na Meijgdaeghe.
Met de uith. (besch.) z.z. der beide Heeren H. in gr.w.
o.n. Sibculo LIV. annex LIVa - LIVh.
v. Doorn T.R.
94 Zuster Angele, abdisse en het gemeente convent van het klooster te Essen bij Groningen, ord.Bern., verklaren, toen wijlen heer Reijnerus hun prior was, van Pater en Convent van Zebekelo ontvangen te hebben de waarde van 166 Rh.gld., waardoor zij aan dat convent verkocht hebben eene jaarrente van 5 gouden Rh.gld. en een oort, gedeeltelijk uit Johan Reijnerssoens huis, anderdeels uit hunne helft van een huis te Deventer.
In den jaer ons Heren dusent vyrhundert ende vijfrtich des Wondesdaghes na ons Liever Vrouwen dach Nativitatis.
met Sporen v.h.uith.z.v.h. Convent Essen in gr.w.
o.n. Sibculo LV.
v. Doorn T.R.
95 Bernd van Asbeke, knape, verklaart ten overstaan van Anthonius van Gronen, ambtman te Nijenhues, verkocht te hebben aan Aleijde, wed. van Ludiken ten Toerne, Johanssoen, eene jaarrente van 3 gouden overlandsche Rhijnsche guldens, uit zijne goederen Schonevelde en Voghedinck, gelegen in het kerspel van Ulsen, buurschap Wylsem.
Koernoten: Herman de Suijd en Gerd de Buck.
Datum anno Domini Millesimo quadringentesimo quinquagesimo primo, feria quarta post Dominicam in Sexagesima.
Met de uith.z.z.van B.v.A. en V.d. Ambtman (besch.) in br.w.
o.n. Sibculo XLIV. Onjuist op 1441 gesteld.
v. Doorn T.R.
96 Johan van Almeloe verklaart dat hij, ter wille van Conraed ten Bredenbroke, het erve Nijehues gelegen in het gericht van Oetmersem, buurschap Geesteren, met 2 hooimaden en met de geheele waar vrij, edel en eigen gemaakt heeft, zoodat hij van alle leenrecht afstand doet, en gezegden Conraed het vrije bezit verzekert.
Leenmannen: Johan van Grymberghe en Herman van Peese.
Ghegeven in den jaer onses Heren dusent vierhondert een end vjftich op sunte Gregoriusdach des hilligen Pawes.
Het z.v.Joh.v.A. is afgevallen.
o.n. Sibculo LVI. Annex LVIa-c.
v. Doorn T.R.
97 Wessel Peperlake, richter te Oetmersen, verklaart dat Conraet ten Bredenbroke heeft verkocht en overgedragen aan Prior en Convent van Galilea te Zibekeloe zijn vrij erve en goed het Nijehus, gelegen in het gericht van Oetmersen, buurschap Geesteren, met alle toebehoren.
Gerichtslude: Maes ten Passe en Arnt Gheerlichs.
Ghegeven inden jaer onsen Heren dusent vierthondert ende een ende vijftich opten dre ende twintichsten dach van der Meertmaend.
Met de uith.z.z.v.d.Richter en Conraet t.B. in gr.w.
o.n. Sibculo LVIa.
v. Doorn T.R.
98 Reijnalt Hake, verklaart als gunst toegestaan te hebben aan Conraet ten Bredenbroke, des ouden Conraets zoon, om het erve Nijehues in de buurschap Geesteren elk jaar omstreeks Petri ad Cathedram te mogen wederkoopen voor 200 gouden overlandsche Rhijnsche guldens, en 2 Rh.gld.
Ghegeven inden jaer ons Heren MCCCC° een ende vijftich des Donredaghes nae Palmedage.
Met het uith.z.v.Reijnalt H. in gr. wasse.
o.n. Sibculo LVIb.
v. Doorn T.R.
99 Conraet ten Bredenbroke verklaart zijn erve het Nijenhues, in de buurschap Geesteren, met alle toebehooren als vrij goed verkocht te hebben aan Prior en Convent van Zibekeloe, en de twee brieven hiertoe betrekkelijk, waarbij deze transfix is, aan het Convent te hebben overgegeven.
Ghegeven in den jaren onses Heren dusent vierhondert ende eenendevijftich des Donredaghes bynnen der hochtijd van Paeschen.
Het zegel v.C.t.B. is afgevallen.
o.n. Sibculo LVIc.
v. Doorn T.R.
100 Frederick van Rechter, als leenheer, verklaart te hebben beleend Herman van Rechter Johanssoen, met het goed Dortelhorst, gelegen te Wytman in het kerspel van Zwolle, de Lutteke maat en de groote Slage gelegen te Soeslo, de Groote maat te Wytman en de Maat achter Dorstelhorst een en ander met 5 marken te verheergewaden.
Leenmannen: Seger van Rechter, broeder v.d. leenheer, en Herman van Voirst,
In den jair onss Heren dusent vierhundert ende een ende vijfftich up sancte Symonis ende Judenavendt der hilligen Apostolen.
met het uith.z.v.Fred.v.R. in gr. wasse.
In dorso: "littere Hermanni van Rechteren in Gramsberghe solius.
o.n. Sibculo LVII. cfr. 1394 Oct. 21. reg. No. 10>ZR>Is dit wel bij Sibculo thuis?
v. Doorn T.R.
101 Bruen Neghenap, als leenheer, verklaart te hebben beleend Johan Haghen de jonge, ten behoeve van het klooster Galilea te Zibbickeloe, ord.St.Bern., het erve en goed Oesbernijng., en het halve geheeten de Wonne, gelegen in het kerspel van Ummen, buurschap van Beerze.
Leenmannen: Roloeff Yegher en Gert van Leijden.
Gegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert twe ende vijftich des Vrijdages na sante Pawelsdach conversio.
Met het uith. z.v. Bruen N. in gr. wasse.
In dorso: "vacat".
o.n. Sibculo LVIII.
v. Doorn T.R.
102 Arend Blanckenvoert, richter ten Hardenberge, verklaart dat Johan van Rechter, zoon van wijlen Luthgerde, heeft verkocht en overgedragen aan zijn oom Harmen van Rechter, al het goed en nalatenschap die zijne moeder Luthgerde voornoemd aangekomen waren van haren vader Johan van Rechter.
Koernoten: Johan van den Lande en Arend Grijmborch, bastert.
Ghegeven in den jaer ons Heren dusent vierhundert twee ende vijfftich up sunte Petersdach ad Cathedram.
Met het uith. (besch.) z.v. den Richter in gr. w.
o.n. Sibculo LIX.
cfr. 1451 Oct. 27. No. 100.
v. Doorn T.R.
103 Dirck van den Wiele, Willem Avereng, Gheert Hakesberch en Geerd to Hoverden, als dedingslieden tusschen het klooster Essen bij Groningen ter eene, en Aernt Hagen en Johan zijn broeder t.a.z., verklaren eene schikking getroffen te hebben betreffende het versterf aan juffer Vrouke, zuster van Aernt en Johan, van haren vader en moeder aangekomen, waarbij het klooster Zybikeloe behoudt de halve hoeve lands, gelegen in de zeventien hoeven die wijlen Johan Haeghen bij testament aan dat klooster had vermaakt, behoudens recht op aflossing voor Johan Haghen jr.
Gegeven int jair ons Heren duijsent vierhondert drie ende vijftich op sente Pauwelsavont conversionis.
Met de uith. (besch.) z.z. van Dirck v.d.W., Willem A. en G. to H. in gr. wasse.
o.n. Sibculo XXXIa.
v. Doorn T.R.
104 Jacob van den Water, Ambtman van Abdis en Capittel van het stift Essen, verklaart dat Ludiken van Hattem heeft verkocht en overgedragen aan Helmych Leefferdinck het erve en goed Noerdinck met alle toebehooren, gelegen in het kerspel van Hellendoern, buurschap Daerle, welk goed Ludeken als ambtman was toegevallen, door het betalen van door anderen achterstallig gelaten renten en pachten.
Mannen v.h. hof te Archem: Esken Wiboldinck en Wilbort ten Bussche.
Gegheven in den jaren onses heren dusent vierhondert drie ende vijftich op sunte Ambrosiusdach des hilgen Bisscops.
Met de uith.z.z. van den Ambtman en Ludiken v.H.
o.n. Sibculo XXXVIIIb.
v. Doorn T.R.
105 Wichbolt van Warmole, richter te Rijsen, verklaart dat Hinrick Droste, Hinrick van Berverde, met hunne vrouwen Jutte en Evese, en Johan, zuster van laatstgemelden Hinrick, hebben verkocht aan Prior en Convent van Zibekeloe hun erve en goed Johannynck, gelegen in de buurschap Hegghelse, kerspel Wederden, gericht van Rijsen, met de opwonenden, als een vrij goed, uitgezonderd 3 mudden rogge daaruit te voldoen.
Gerichtslude: Egbert Kedynck en Gheerd Vertrede.
Gegheven in den jaer onses Heren dusent vierhondert ende vier ende vijftich des naesten Vrijdaghes nae sunte Valentijnsdach.
Met de uith.z.z.v.d.richter, Droste en Beverde in gr.w.
o.n. Sibculo LX
v. Doorn T.R.
106 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe verklaren dat Fenne, dochter van Arnt Deetmeringh, aan hunne kerk koermedig is.
Int jaer ons Heren MCCCC ende LV op Onser Lieven Vrouwwenavent Assumpcio.
Cart.v.Sibculo fol. 35.
v. Doorn Aanh.
107 Herman van Voirst, Derick van Voirst, Henric van Aldennele, Johan van Rutenberge en Albert ten Have, als een averman, verklaren in der minne uitspraak te hebben gedaan tusschen juffer Mije, vrouw van Henrick Puijst, juffer Griete, vrouw van Wessel van Everingen en Evert van der Oeij, in een geschil op de twee tienden over Ostmeryngh en Benningh, in de buurschap en kerspel Emmenychem, die als Stichtsche leenen moeten worden beschouwd.
Gegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert vijff ende vijfftich des Donredages na Onser Liever Vrouwendach Assumptio.
Van de 7 uith.z.z. zijn 3 (min of meer besch.) aanwezig in gr.w.
o.n. Sibculo (?) LXI. cfr. goederen No. 86.
v. Doorn T.R.
108 Burgemeesteren en Raad in Groningen verklaren, dat Gheert Thewes, burger aldaar, als momber van zijne vrouw Stijne v. Rechteren heeft kwijtgescholden aan Herman van Rechter te Gramsbarge alle aanspraken van erfenissen of schulden, als hem zijn aangekomen van wijlen Johan van Rechteren.
Ghegeven in den jaer ons Heren dusent vierhundert sessende vijfftich up sunte Petersavent ad Cathedram.
Met het uith. secr.z. der stad Groningen in gr. wasse.
Hoort dit bij Sibculo? In dorso "Herman van Rechter".
o.n. Sibculo LXII.
v. Doorn T.R.
109 Steven Kamferbeke, richter ten Hardenberghe, verklaart dat Hinrick Veltcamp, alias Hemekinck, en Alijt zijne vrouw hebben verkocht aan Prior en Convent van Galilea in Zibekeloe, ord.Bern., de grove en smalle tienden over het erf en goed te Mestelse, in de buurschap Loezen, en voorts nog de tienden over 7 anderen stukken, met name in het stuk genoemd, alles in het kerspel en gericht van Hardenberghe gelegen.
Koernoten: Leefert van Bergenthem en Hinrick Brunynck.
Ghegeven in den jaren ons Heren dusent vierhondert ende sees ende vijftich des anderen daghes na sunte Mathiasdach des hillighen Apostels.
Met het uith. (besch.) z.v.d. richter in gr.w.
o.n. Sibculo LXIII.
v. Doorn T.R.
110 Conrad van Deypholt, Elect te Osenbrug, en proost der sancti Lebuinikerk te Deventer verklaart, na bekomen vergunning van Deken en Capittel dier kerk, toegestaan te hebben aan Prior en Convent te Sybekeloe om te mogen koopen het aan gezegde proostdij hoorige goed Waterijnck, c.a. gelegen in het kerspel van Hardenberghe, buurschap Berghentem, bij des convents uithof ter Marienborch gelegen, tegen een jaarlijksche tijns van een schilling, en met eenige andere bepalingen.
Ghegeven in den jaer unses heren dusent verhundert sesse unde vijftich des anderen daghes na sunte Ambrosiusdach des hilighen Bisscops.
Met het (besch.) uith. z.v.d. Elect in r.w.; dat van het capittel is verdwenen.
o.n. Sibculo LXIV.
v. Doorn T.R.
111 Johannes Suzeler, canunnik van St. Lebuini te Deventer vicarius van Conrait van Diepholt, Elect te Osenbrugghe, en Proost te Deventer, verklaart dat Engbert, zoon van wijlen Johan Vriezen en Hille diens echtgenoote, met Wolbert ten Boemkamp, als momber, hebben verkocht aan Prior en Convent van het klooster te Zebekeloe, hun erve en goed Watering, c.a., kerspel Herdenberge, buurschap van Berghentem.
Huisgenooten der proostdij: Arent Reteringk en Geert Rosingk.
Gegeven in den jare ons Heren dusent vierhondert sess en vieftich op sunte Georgiusavont.
Met het uith.z. van Johannes S. in gr. wasse.
o.n. Sibculo LXV.
v. Doorn T.R.
112 Wessel Paperlaken, richter te Oetmersem, verklaart dat Albert de Scroder en Gese zijne vrouw hebben verkocht aan Daijen van Tubberghe, eene jaarrente van vierdehalf mud winterrogge, uit hun kamp gelegen op de Humbroke, vroeger toebehoorend aan Arnd van Tubberghe, en uit eenige andere stukken lands, nader in het stuk genoemd.
Kornoten: Johan Zuest en Gherhardus upt Loe.
Int jaer unses Heren dusent veerhundert zeven ende vijfftich up sunte Ambrosiusdaghe.
Met het uith.z.v.Wessel P. in gr. w.
In dorso: "Item van dessen 3 1/2 mud roggen weren 1 1/2 mud affgheloeset eer desse ander twe an dat convent van Zybekeloe quemen. Ende de ander twe mud hefft die Johan Scroder voert affgheloesset van den Convente voirs. Mer hie hie (sic) ende sijn huisfrouwe hebben die twe mud na oerer beijder doet den convente weder to Testamente gheven, Ende soe sall dess breff van den twen mudden in de volre macht wesen".
Hierbij een transfix dd. 1489 Mei 3.
o.n. Sibculo LXVI. annex transfix LXVIa.
v. Doorn T.R. carst p. 148.
113 Gheert Bruenssoen, anders geheeten Neghennap, als leenheer, verklaart beleend te hebben Johan Haghen, ten behoeve van Prior en Convent van Galilea te Zybekeloe, ord. Bern., met het erve en goed Oesbernynck, en het erve de Wonne, c.a., gelegen in het kerspel van Ummen, buurschap van Beerse, op dezelfde wijze als Johan die van Gheert's vader in leen placht te hebben.
Stichtsmannen van Utrecht: Willem Overenck en Eernst van Myllinghen.
Ghegheven in den jaren ons Heren dusent vierhundert seven ende viffticht op zunte Crispinus ende Crispiniansdach hillighen Meertelen.
Met het uith. (ietw.besch.)z.v.d.leenheer.
In dorso: "vacat".
o.n. Sibculo LXVII.
v. Doorn T.R.
114 Broeder Gherlich, prior en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe verklaren schuldig te zijn aan heer Symon Laurenssone, priester van Purmereijnd, zoolang hij leeft, eene jaarrente van 10 gouden rijnsche gld., onder verband van des kloosters bezittingen.
Int jaer ons Heren MCCCCLVIII Philippi et Jacobi Apostolorum.
In Margine: vacat quia obiit in anno XCVII Odulphi.
Cart.v.Sibculo fol. 37vo.
v. Doorn T.R.
115 Egbert Lugenssone, richter Almelervene, verklaart dat Johan Balcke, zoon van wijlen Henrick Balcke, heeft verkocht aan Prior en Convent te Galilea in Zybekeloe, ord.St.Bern., eene halve hoeve lands meet alle toebehooren, gelegen aan het Ooster-eind op Almelerveen, zooals die aan Johan van zijne ouders was aangekomen, met garantie naar landrecht.
Koernoten en Gerichtslude: Engbert Hermenssoen en Ludeken Wyssens.
Int jaer ons Heren dusent vierhundert acht ende vijfftich up sunte Magdalenendach.
Het zegel v.d. richter is afgevallen.
o.n. Sibculo LXVIII.
v. Doorn T.R.
116 Egbert Lugenssoen, richter op Almelervene, verklaart dat Wybrant Zengstake, kerkheer op Almelervene, Ffrederick Gherdessoen, Beern Hermenssoen, Johan Pauwels en Henrick Paules, kerkmrs aldaar, hebben verkocht met consent van het kerspel aan Prior en Convent van Galilea te Zybekeloe, ord.St.Ber., eene jaarrente van ééne mud rogge, uit het erf Johannynck in de buurschap Hegzel gelegen, voor de koopsom waarvan zij weder gekocht hebben eene jaarrente van eene mud rogge uit het erve van Herman Gherdes, op Almelervene gelegen.
Koernoeten en Gerichtslude: Engelbert Hermanssoen en Ludeken Wijsssens.
Ghegeven int jaer uns Heren dusent vierhundert acht unde vieftich up sunte Marien Magdalenendach.
Met de uith.z.z.v.d.richter, den kerkheer en de 3 eerst gen. kerkmrs. in gr. w. met hennep omhuld.
o.n. Sibculo LXIX.
v. Doorn T.R.
117 Gerd die Ruter, richter te Borne verklaart dat Delse Groethuses burgeres te Oldenzael met Fredericus Brant als momber, bij testament heeft geschonken aan Prior en Convent te Sybikeloe, twee erfkoopbrieven, de eene van 5 mudden rogge per jaer, de ander van 4 mudden rogge, alles uit het erve ter Haer, gelegen in de buurschap Hertmen, kerspel en gericht van Borne.
Kortnoten: Cleijn Johan en Johannes Hamsing, burgers in Oldenzael.
Gegeven in den jaer uns Heren dusent virhundert acht ende vijftich up sant Nicolaes dach Episcopus.
Met het uith.z.v.d.richter in gr. w.
o.n. Sibculo LXX.
v. Doorn T.R.
Cart 7.
Cartulanium II fol. 4 (blz. 7) (met datum 4 dec.).
118 Wessel Peperlaken, richter te Ummen, verklaart dat Johan Esschijnck, mede namens zijnen in het buitenland overleden broeder Seijne, heeft gegeven aan Prior en Convent van het klooster te Galilea in Zybekeloe, de jaarrente van 12 overl. Rhijnsche guldens, waarvan sprake is in de oorkonde dd. 1450 Mei 2.
Koernoten: Henrick van Heest en Johan die Reijgher.
Ghegheven in den jaren uns Heren dusent vierthundert ende achte ende vijfftich des eersten Manendaghes nae sunte Lucien dach der hilligher Jonferen.
Met de uith.z.z.v.d.richter en van Joh. E. in gr. w.
o.n. Sibculo LIVa.
v. Doorn T.R.
119 Wessel Peperlaken, richter te Ummen, verklaart dat Henrick de Yegher en Aleijt zijne vrouw hebben verkocht aan het klooster van Zybekeloe een tiendvrij stuk lands, gelegen te Ummen op de esch, tusschen land van den Heil.Geest en van den Hof te Ummen.
Koernoten en Gerichtslude: Johan Borne en Henrick Peperlaken.
Ghegeven in den jaer uns heren dusent vierhondert neghen ende vijfftich des Dynxdaghes nae Nijenjaersdaghe.
Met de uith.z.z.v.d.richter en v. Engelbertus Stijcker, vicarius v.d. Heil. Geest te Ummen.
o.n. Sibculo LXXI.
v. Doorn T.R.
120 Broeder Gherlich, prior van het klooster Galilea in Zijbekeloe, verklaart Herman, zoon van Williken en Fenne ter Beeck ontvangen te hebben als een der kerk Koermedig man.
Int jaer ons Heren MCCCC ende LX op Onser Vrouwenavent Purificacio.
Cart.v.Sibculo fol. 35.
v. Doorn.Aanh. T.R.
120a Sweder, Heer van Vorst en van Keppel en Jonker van Almelo verklaart dat hij ten overstaan van Johan Rensynck, richter der heerlijkheid Almelo, en zijn keurnoten Johan van Ghelre en Johan Moleman aan Mase ten Pasche en diens vrouw Lijse een jaarrente van vier mud rogge uit de Hondebrinck in de heerlijkheid Almelo heeft verkocht.
Met zegels van oorkonder en richter. Op bladzijde 113 van het vierde deel van het Tijdrekenkundig Register toegeschreven aan het kloosterarchief van Albergen doch blijkens bladzijde 213 van het vijfde deel behorende tot Sibculo.
Zie ook nrs. 183a en 453. 71a.
121 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaren schuldig te zijn aan Ffenne Badincks, wed. Hermen Badincks, en aan Stine hare zuster, zoolang zij leven, eene jaarlijksche rente van 3 1/2 mudde rogge, onder verband van des kloosters goederen.
Anno M°CCCC°LX° in profesto Martini.
In margine: "vacat">ZR>Cart.v.Sibculo fol. 8.
v. Doorn Aanh. T.R.
122 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren toegestaan te hebben aan Henrick van Laer, geheeten van Heest, en Ghertrude zijne vrouw, den terugkoop van de 10 mudden jaarlijksche rente door het klooster indertijd van hen aangekocht uit hun erve het groote Heest, gelegen in Laerewolt en 't kerspel van Emnynchem.
Anno M°CCCC°LX° in Vigilia beati Andree Apostoli.
In margine: "vacat quia redempti sunt anno XVcXXXIII° ad Cathedram Petri.
Cart.v.Sibculo fol. 7 ro & vo.
v. Doorn Aanh. T.R.
123 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren opgenomen te hebben als "koermedesche" (keurmeedsche) lieden de gebrs. Lubbert en Egbert met hunne zusters Aleijde en Ghebbe, vrijgelatenen van het erve Roloffynck in de buurschap Vaelten, kerspel van Oldenzaell gelegen.
Anno M°CCCC°LX Andree Apostoli.
Cart.v.Sibculo fol. 6vo.
v. Doorn Aanh. T.R.
124 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord. Bern., verklaren te zullen voldoen 1 1/2 mudde rogge jaarlijks aan Ffenne Badincks, wed. Herman Badincks en aan Stijne hare zuster.
Anno M°CCCC°LX°.
Cart.v.Sibculo fol. 8 ro & vo.
v. Doorn.Aanh. T.R.
125 Ghert van Keppell, ridder, en Hille zijne vrouw verklaren dat die van Besten (de fam.v.B.) en Eijlert ten Torn, vroeger vrouw van wijlen Gherlich van Wullen, en nu van Johan van Coverdem, hun thans weer afgekocht hebben de beschapene en smalle tienden over een deel erven te Wilsem, in 't kerspel van Ulzen gelegen, zooals wijlen Johan Voet zijn schoonvader die vroeger afgekocht had met meer andere goederen, die nog niet afgekocht zijn, weshalve zij den koopbrief onder zich houden.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende een ende testich op sunte Petersdach ghehieten ad Cathedram.
Met het uith. (besch.) z.v. Ghert v.H. in gr.w.;
dat v.Hille is afgevallen.
Hierbij annex een stuk dd. 1493 July 13
o.n. Sibculo LXXII. Annex LXXIIa
v. Doorn T.R.
126 Otto van Heker, geheeten van Rechter, als leenheer, verklaart te hebben beleend Harman van Rechter Johanszone, met het erve Dorstelhorst, gelegen te Wijtman, kerspel Zwolle, de luttike en grote Slaghe te Soestloe, de groote maet te Wijtman, en de Maet gelegen achter Dorstelhorst, te verheergewaden met vijf marken.
Stichtsmannen: Aernt van Bervoerde en Egbert Schonecamp.
In den jaer ons Heren dusent vierhondert ende eenentsestich up sunte Margaretenavent.
Met het uith.z.v.d.leenheer in gr.w.
o.n. Sibculo LXXIII. annex: LXXIIIa.
v. Doorn T.R.
127 Everd de Scroder, richter te Ulzen, verklaart dat Bernd van Asbeke heeft verkocht aan Hermanneze Ghend, koster te Ulzen, zijn erve en goed geheeten Arnyng, met alle toebehooren, en de daarop wonenden, gelegen in de buurschap Itterbeke, kerspel en gericht van Ulzen, met garantie als vrij goed.
Kornoten: Bruen van Hederke en Johan Werners.
Int jaer onss Heren dusent veerhundert en en sestich op sunte Bartolomeusavend Apostoli.
Met de uith. z.z.v.d. richter en v. Bernd v.A. in gr.w.
Hierbij een transfix dd. 1463 Juny 15.
Annex en transfix LXXIVa-d.
o.n. Sibculo LXXIV.
v. Doorn T.R.
128 Everd de Scroder, richter te Ulzen, verklaart dat Bernd van Asbecke heeft verkocht aan Hermanneze Ghend zijn erve en goed het luttike Broechues, met alle toebehooren, in de buurschap van Wylsem, kerspel en gericht van Ulzen.
Kornoten: Bruen van Hederke en Johan Werners.
Ghegeven int jaer unss Heren dusent veerhundert een ende tsestich op Unser Lever Vrouwen avend Nativitatis.
Met de uith.z.z.v.d. richter en Bernd v.A. in gr.w.
Hierbij een transfix dd. 1463 Juny 15.
o.n. Sibculo LXXIVa.
v. Doorn T.R.
129 Henrick van der Haer en Wychgher Poppe, schepenen in Zwolle, verklaren dat Volker Diricssoen, geschonken heeft, na zijnen dood aan Johan, Geert en Willem, zijne broeders, en Hadenrich, zijn zuster, 2 morgen vrij land in Desermarke gelegen, benevens eene were in de Waterstrate, een en ander nader in het stuk omschreven.
Int jaer ons Heren duijsent vierhundert een ende tsestich des Saterdaghes post Mauricii et ejus Sociorum.
Met de uith.z.z. der schepenen in gr.w.
In dorso: "vacat".
o.n. Sibculo LXXV. Annex LXXVa-c.
v. Doorn T.R.
130 Everd Scroeder, richter te Ulzen, verklaart dat Johan van Besten, anders geheeten Pape, Henrick, Rutgher, Wessell, Gheerlich zijne kinderen, en Johan van Covorden, Eijlard zijne vrouw en Herman van Wullen, Eijlardszoon, hebben verkocht aan Hermannese Ghend alle hunne beschapen en smalle tienden in het kerspel van Ulzen, buurschap Wilsem, gelegen, c.a. waarvan de specificatie in het stuk is te vinden.
Koernoten: Johan die Bodeker en Johan Werners.
Bijstanders: Gherardus Stipper en Ghert Stute.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende een ende tsestich des Donredaghes nae den Elven dusent Megheden.
Met 8 uith.zz. (min of meer besch.) van Richter en verkoopers in gr.w.; het 9e is afgevallen.
Hierbij een transfix dd. 1462 Jan. 25.
Transfig. LXXVIa.
o.n. Sibculo LXXVI.
v. Doorn T.R.
131 Hermannus Ghenth verklaart dat het convent van Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., bezitter is van de tienden en renten, bedoeld bij den brief dd. 1461 October 22, waarbij deze transfix is.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende twe ende tsestich op Sunte Pauwelsdach Conversionis des hilligen Apostels.
met het uith.z.v. Herm. in gr.w.
Is transfix bij 1461 October 22.
o.n. Sibculo LXXVIa.
v. Doorn T.R.
132 Wessel Peperlaken, richter te Ummen, verklaart dat jr. Henrick van Gramsberge, jr. Sweder, heer tot Voerst, Keppel en Almeloe, momber over de jofferen Agnes en Jutte van Gramsberge, en Roeleff van Coeverden, met Fije zijne vrouw, hebben verkocht aan Geert van den Cloester eene jaarlijksche pacht van 15 Heerenponden uit hun erve en goed Stenvordinck, gelegen in het kerspel van Ummen, buurschap Junne c.a.
Gerichtslude en Koernoten: Egbert van den Rutenberge en Evert Kruijse.
Gegeven int jair onss Heren dusent vierhondert twe ende tsestich op sante Victoris dage merteler ende sünre gesellen.
Met de uith.z. (min of meer besch.) v.d. richter, jr. H.v.G. jr. Sw.t.V. en R.v.C. in gr.w.
Hierbij 2 transfixen dd. 1472 Mei 29 en 1538 July 28.
o.n. Sibculo LXXVII.
Transfixen LXXVIIa-b.
133 Sweder Heer tot Voerst en Keppel, jonker te Almelo, verklaart, als leenheer, goed te keuren den koop van eene jaarlijksche rente van 5 mudden rogge door Johan Suest, waarvan gesproken wordt in de oorkonde dd. 1444 February 24 (ubi vide).
Stichtsmannen: Hinrick van Bervorde en Robert ten Broke.
Int jaer dusent voerhundert twee ende tzestich up sunte Gallendach.
met het uith. (zeer besch.) z.v.Sweder t.V. in gr.w.
o.n. Sibculo XLVIIa.
v. Doorn T.R.
134 Derck Neeffken, als leenheer, verklaart te hebben beleend Johan Haghen, ten behoeve van Prior en Convent van Galilea te Zybekeloe, ord.St.Bern., met het erve en goed Oesbernynck, en het halve erve de Wonne, c.a. gelegen in het kerspel van Ummen, buurschap van Beerse.Leenmannen van Utrecht: Albert van Kortrijck en Willem Gheertssoen.
Ghegheben in den jaren ons Heren dusent vierhondert ende drie ende tsestich op sunt Anthonijsdach des hellighen Abts.
met het uith. z.v.d.leenheer in gr.w.
o.n. Sibculo LXXX
v. Doorn T.R.
135 Arnt Butekamp ambtman in Benthem, en Drost ten Nijenhuus, verklaart, na ontvangen mededeeling van Bruen van Heederke, zijn onderrichter te Ulzen,dat Henrick en Wessel van Besten, gebr. en juffer Eylert van den Torn, met haar man Johan van Coverden als momber, verkocht hebben aan Prior en Convent van Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., het erve en goed ten Bekedaell bij Stutenerve, in de buurschap Wilsem, kerspel en gericht van Ulzen gelegen.
Koernoten: Johan Schouwe en Lambert Schouwe gebrs.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert dree ende tsestich des irsten Saterdaghes nae des heilighen Paeschdach.
Met de 4 uith.z.z.v.d. ambtman en v.d. verkoopers in gr. w.
o.n. Sibculo LXXVIII.
v. Doorn T.R.
136 Arnt Butecamp, ambtman in Benthem, en Drost ten Nienhuus, verklaart, na ontvangen mededeeling van Bruen van Heederke, zijn onderrichter te Ulzen, dat Johan van Besten, geheeten Paep, Henrick Rutgher, Wessell, Gherlich zijne kinderen hebben verkocht aan Prior en Convent van Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., het erve en goed het Berchuus, c.a. gelegen in de buurschap van Hoekelinchem, kerspel en gericht van Ulzen, en voorts een aantal andere erven en tienden nader in het stuk gespecificeerd.
Koernoten: Johan Schouwe en Lambert Schouwe gebrs.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende dree ende tsestich des iersten Saterdaghes nae den heilighen Paeschdach.
Met het uith.z.v.d. ambtman en van 4 (min of meer besch.) der verkoopers in gr. w.
o.n. Sibculo LXXIX
v. Doorn T.R.
137 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea te Zybekeloe, ord.Bern., verklaart verkocht te hebben aan Gherardus van Texell, burger te Deventer, 12 mudden winterrogge, jaarlijks te leveren, zoolang als Gherardus leeft, wordende tevens de bestemming daarvan na 's mans dood aangegeven.
Int jaer ons heren MCCCCLXIII op sunte Urbanusdach.
Cart.v. Sibculo fol. 14vo & 15.
Niet bij v. Doorn T.R.
138 Jacob van Essen, verklaart vergund te hebben aan Prior en Convent van Galilea in Zybekeloe aan te koopen het erve en goed Arnynck en het luttike Broechuus, met alle toebehooren, vroeger door Bernt van Asbeecke bezeten en door hem verkocht, zullende van de koterstede Broechues, als stichtsleen, jaarlijks een rijnschen gulden worden betaald.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende drie ende tsestich op sunte Barnabasdach des heilighen Apostels.
Met het uith. (besch.) z.v. Jacob v. E.
o.n. Sibculo LXXIVb.
v. Doorn T.R.
139 Hermannus Ghent verklaart, dat Prior en Convent in Zybekeloe terecht bezitten de goederen, vermeld in den brief dd. 1461 Augustus 23, waarbij deze transfix is, en dat hij van alle aanspraak daarop afziet.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende drie ende tsestich op sunte Vitusdach des heilighen Mertelers.
Met het uith.z.v.Herm. G. in gr. w.
Is transfix bij 1461 Augustus 23.
o.n. Sibculo LXXIVc.
v. Doorn T.R.
140 Hermannus Ghent verklaart, dat Prior en Convent in Zybekeloe terecht bezitten het goed vermeld in den brief dd. 1461 Sept. 7, waarbij deze transfix is, en dat hij van alle aanspraak daarop afziet.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende drie ende tsestich op sunte Vitusdach des heylighen Mertelers.
Met het uith. (ietw.besch.) z.v.Herm.G. in gr. w.
Is transfix bij 1461 September 7.
o.n. Sibculo LXXIVd.
v. Doorn T.R.
141 Gherardus van Texell, burger te Deventer, verklaart bij testament gegeven te hebben aan het convent van Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., tot een recht testament en eeuwige memorie zijner ziel, 4 mud eeuwige renten, van de 12 mud welke hij vroeger dat convent had afgekocht, onder beding dat de resteerende 8 mud zullen besteed worden voor pelgrims en armen, kunnende deze voorwaarden worden afgekocht tegen eene uitkeering aan de armen van 100 gouden rinsche guldens.
Int jaer ons Heren dusent vierhundert ende drie ende tsestich op sunte Johans Baptistenavent.
Het zegel van Gherardus is afgevallen.
o.n. Sibculo LXXXI.
v. Doorn T.R.
142 Steven Kamfferbeeck, richter ten Hardenberch, verklaart dat Volker Derckssone geschonken heeft, na doode van zijne broeders en zusters, aan Prior en Convent van Galilea in Zybekeloe de goederen vermeld in de oorkonde dd. 1461 September 26.
Koernoten: Rotgher Maghelman en Roloff Blanckevoert.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert vier ende tsestich op des heilighen Cruces avent Exaltatio.
Met het uith. (besch.) z.v.d.richter in gr.w.
o.n. Sibculo LXXVa.
v. Doorn T.R.
143 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaren schuldig te zijn aan Roloff Schaepshoefft te Heemse eene jaarlijksche rente van 4 mudden rogge, zoolang hij leeft, onder verband van des kloosters goederen.
Anno M°CCCCLXIIII in profesto martini Episcopi.
In margine: "vacat".
Cart.v.Sibculo fol. 7vo.
v. Doorn.Aanh. T.R.
144 Arnt Butekamp, ambtman ten Nienhues, verklaart, volgens de mededeeling van Bruen van Hederke, zijn onderrichter te Ulzen, dat Albert van Steenwijck, Henrick van Besten, erfgenaam, Arnt Schulte Bisspinck, buurrichter, met Wernsen ter Role, Bernt ten Schonevelde en Ghert Voghedinck, buren der buurschap Wilsem, na volmachtiging van bevoegde zijde, hebben verkocht aan Prior en Convent van Galilea in Zybekeloe 3 stukken lands uit de gemeene marke van de voornoemde buurschap, een en ander nader in het stuk omschreven.
Koernoten: Johan en Lambert Schouwe, gebr.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent vierhondert ende vieff ende tsestich des anderen daghes nae Onser Lever Vrouwendach Annunciacio.
Met de uith.z.v.d. ambtman, A.v.St. en H.v.B. in gr.w.
o.n. Sibculo LXXXII.
v. Doorn T.R.
145 Sophia van Gelychen, abdis, met de verdere jufferen van het stift Essen, verklaart te hebben verpacht aan het klooster Sibekeloe het volschuldige en heilige goed Nordinck c.a. gelegen in het kerspel van Holendorn, buurschap Darle, tegen een jaarlijksche pacht van "twe olde Konynx Tornsche grote", voor de goede betaling van welk bedrag verschillende bepalingen worden gesteld.
In den jar onss Heren dusent veirhundert vijffr ind sestich up Sancte Johansavent Mydsomer.
Met de uith.z.z. van Abdis en v.h.stift in r. en gr. w.
o.n. Sibculo XXXVIIIa.
Niet bij v. Doorn T.R.
146 Aelbert van Bellynchaven, richter ter Borch, binnen de stad der heeren to Wijssche, en Bernt van Wissche, Heinrick Wassijnck, schepenen ter Borch, verklaren dat Aleff van Kovorden heeft overgedragen aan Johan van Kovorden, zijne broeder, alle goederen, renten en lieden die zij te samen hebben binnen en buiten Laghe met de Wederwille.
Gegeven inden jare onss Heren dusent vierhondert vijff ende tsestich opten neijsten Frijdach na sunte Jacopidach.
Met de uih.z.z.v.d. richter, de schepenen en Aleff v.K. in gr. w.
o.n. Sibculo LXXXIII. Annex LXXXIIIa.
v. Doorn T.R.
147 Johan van Rutenberghe, ambtman der Abdis van Essen, verklaart beleend te hebben Broeder Gherlich, Prior, ten behoeven van het klooster van Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., et de heilige hoeve Nordinck, c.a. gelegen in de buurschap Daerll, kerspel Helendoern.
Stichtsmannen van Essen: Otto van Doernynck en Lubbert Hertghersoene.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert vijff ende tsestich up sunte Brictiusdach des heilighen Confessoers.
Het z.v.d. ambtman is afgevallen.
o.n. Sibculo LXXXIV. Annex of transfix LXXXIVa-c.
v. Doorn T.R.
148 Arnt Butekamp, drost te Nijenhues, verklaart dat Bernt ten Schoenenvelt en Egbert Gherberdynck eene overeenkomst hebben aangegaan, betreffende eene hooimaat in Schonevelt, en het gebruik van een molen, onder zekere bepalingen.
Getuigen: Herman Wernerss en Hermannus Ghent.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende ses ende tsestich op den anderen Sondach nae Dertijenden.
Het z.v.d. drost is afgevallen.
o.n. Sibculo LXXXV annex LXXXVa.
v. Doorn T.R.
149 Arnt Butecamp, ambtman te Nienhuus, richter te Ulzen, verklaart dat Henrick Schaede, heeft verkocht aan Gherd van Keppell het erve te Spolde, in het gericht en kerspel Ulzen, buurschap Herdinghe, zooals dat zijne huisvrouw was aangekomen van wijlen Reijnalt Hacke te Oetmersen.
Koertnoten: Reijnalt van den Beell en Hermen Bordewijck.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende seven ende tsestich up sunte Johansavent Baptiste.
Met het uith.z.v.d. ambtman in gr. w.
o.n. Sibculo LXXXVI. annex LXXXVI a en b.
v. Doorn T.R.
150 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren schuldig te zijn aan Johan ter Heijnen en Griete zijne vrouw eene jaarlijksche rente van 2 mudden rogge zoolang zij leven, uit het erve Nijehuus in het kerspel van Oetmerssem, en buurschap Gheisteren gelegen.
Anno Domini MCCCCLXVII in profesto Martini.
In margine "vacat".
Cart.v.Sibculo fol. 7vo en 8.
v. Doorn.Aanh. T.R.
151 Evert van Wijtman, rentmr. in Zallant, verklaart dat Fenne Wateringes, met Henrick Aemsijng als momber, en Lambert Watering, verkocht hebben aan Albert Watering en Bette zijne vrouw hun vierdepart van het erve Velding c.a., gelegen in het kerspel Hardenberch, buurschap Bergentheim.
Vrije lieden van den hof van Ummen: Roelof Aemsyng en Gheert ten Nijenhuus.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert acht ende tsestich op den achtsten dach in April.
Met het uith.z.v.d. rentmr. in br. w.
o.n. Sibculo LXXXVII. annex LXXXVIIa-j.
v. Doorn T.R.
152 Ghert Sticker, richter te Dalffsen, verklaart dat Willem, Henrick en Henrick ter Rijt, gebrs., hebben verkocht aan Jacop Arntssoen en Berthe diens vrouw de grove en smalle tienden over een erve geheeten te Hoenhorst, de dergelijke tienden over eene Katerstede daar de "zegheler" woont, gelegen in het kerspel van Dalfsen, buurschap van Hoenhorst, en eenige andere tienden in hetzelfde kerspel gelegen, nader in het stuk omschreven.
Ghegeven in den jaer ons Heren MCCCCLXVIII op sunte Philippus en Jacobsavent.
In dorso: copia Emptionis decime de Hoenhorst.
Afschrift.
Sibculo. Nr. schre. 94.
153 Henrick van der Eze, van Grammesberge, heer te Empnichem, en juffer Agneze van der Eze van Grammenberghe verklaren geruild te hebben het goed Rengerding c.a., kerspel Ulsen, buurschap Itterbeke, door hen ingelost van Pater en Convent van Galileen te Zebekeloe, tegen het goed Assenhoff bij Rodewijck, in het kerspel Hardenbergh, behoorende aan Geerd ten Velde en Ghebbe diens vrouw.
Dedings- en wijncoopslieden: Arnt Reijgher, Gert van Tuel, Harmen Scroder en Johan Keding, ambtman van Grammesberge.
Gegheven in den jaer ons Heren dusent vierhondert ende acht ende tsestich up den Maendach nae des hillighen Sacramentesdach.
Met het uith.z.v.Henrick v.d.E.
o.n. Sibculo LXXXVIII annex LXXXVIIIa.
v. Doorn T.R.
154 Ghert van Keppell, ridder, verklaart, mede namens zijne vrouw Hille, en hunnen zoon Hermen, verkocht te hebben aan Prior en Convent van Galilea in Zybekeloe, ord.St.Bern., het erve Spoelde, gelegen in het kerspel Ulzen, buurschap Herdinghe, met alle toebehooren, waaronder een man Ghert Gherdinck geheeten.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert achte ende tsestich op sunte Marien Magdalenendach.
Het z.v.G.v.K. is afgevallen.
cfr. de oorkonde van 1467 Juny 23.
o.n. Sibculo LXXXVIa.
v. Doorn T.R.
155 Ghert van Tuell, richter ten Herdenberch, verklaart dat Wychmoet van Diffele en Marike hare zuster, dochter van wijlen Ffrederick van Diffele, met Cloet Cammes als momber, hebben verkocht aan Prior en Convent van Galilea in Zybekeloe, ord. St.Bern., eene jaarlijksche rente van zeven mudde wintterrogge, uit haar aandeel in het goed Nijenhuus, kerspel van Heemse, buurschap Diffele.
Koernoten: Egbert en Hermen Amsen gebrs.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert neghen ende tsestich op sunte Silvestersdach des heilighen Pawes.
Met het uith.z.v.d. richter in gr. w.
o.n. Sibculo XCIII.
v.Doorn T.R.
156 Henrick van der Eze van Grammesberge, Heer tot Empnichem, verklaart beleend te hebben, na transport door Johan Koteken, diens broeder Henrick Koteken met het erf en goed Wolterding, in het kerspel van Hardenberge, buurschap Ane.
Leenmannen: Egbert Schonecamp en Hermen van Rechteren.
Ghegeven int jar ons Heren dusent vierhondert neghen ende tsestich des anderen dages na der hylgher Drie Koningedach.
Met het uith.z.v. Henrick v.d.E. in gr. w.
o.n. Sibculo LXXXIX, annex LXXXIX a-b.
v.Doorn T.R.
157 Egbert Luedens, schulte op Almelervene, verklaart dat Henrick Luedens en Alijt zijne vrouw hebben verkocht aan Sweder ten Stade en Mette zijne huisvrouw eene jaarlijksche rente van twee mudde winterrogge, uit hun erve en goed geheeten de Tiende half (9 1/2) akker lands, onder bepalingen in het stuk omschreven.
Koernoten en gerichtslude: Berent Hermens en Berent Grubbe.
Gegeven int jaer ons Heren dusent verhondert negen ende seestich up sunte Mathijsavent.
Met het uith.z.v. Egbert L. in gr. w.
Hierbij een transfix dd. 1492 January 17.
o.n. Sibculo XC transfix XCa.
v. Doorn T.R.
Cart. p. 198.
158 Arnt Butecamp, ambtman te Nijenhuus, richter te Ulzen, verklaart dat Ghert van Essen verkocht heeft aan Prior en Convent van Galilea in Zybekeloe de aan Utrecht leenroerige goederen Schonevelt en Goeverdinck c.a., gelegen te Wilsem in het kerspel van Ulzen, en belooft hen in het leenbezit te houden van dat Luttyke Broechuus en Voegedinck met de Katerstede Nannekate, mede aldaar gelegen, laatstelijk door Jacob, Ghert's broeder in leen gehouden, welke goederen met Arnynck te Ytterbeeck mede door dat convent van Ghert en Jacob zijn aangekocht, verbindende zij voor eventueele schade of stoornis hun erf en goed ten Bremmeler in de buurschap Herxen, kerspel Wije gelegen.
Koernoten: Hermannus Ghent en Herman Bredenbroeck.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert negen ende tsestich des derden daghes nae sunte Marcus dach des heilighen Ewangelisten.
Met de uith.z.z. van den ambtman en van G. & J v.E., in gr. w.
o.n. Sibculo No. XCI annex XCIa.
v. Doorn T.R.
159 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaren dat zij Griete Kammen, dochter van Egbert Kammen en Aleijd diens vrouw, ontslagen hebben uit alle eigendom en hoorigheid aan het klooster, zoodat zij zich als een vrij persoon kan bewegen, en dit zoowel als weldaad als voor eene betaalde geldsom.
Anno Domini MCCCCLXIX. in Maijo.
Cart v. Sibculo fol. 5.
v. Doorn.Aanh. T.R.
160 Frederick van Beveren, commanduer van het huis te Oetmersem, verklaart ter voldoening aan den wil van wijlen zijn broeder Clawes te hebben afgestaan aan Prior en Convent van het klooster te Zybekeloe het erve en goed te Voechdinck in de buurschap Wilsem met de Katestede, indertijd door wijlen Clawes vrouw geërfd van Reijnolt Haken.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert neghen ende tsestich op sunte Pancartiusdach des heiligen martelers.
Met het uith.z.van Ferd.v.B. in gr. w.
o.n. Sibculo XCII.
v. Doorn T.R.
161 Jacob van Essen, als leenheer, verklaart te hebben beleend Lubber Johan Lambertszoon, ten behoeve van Prior en Convent van Galilea in Zybekeloe, met de erven ten Schonevelt, Goeverdinck, Voeghedinck, Nannekate en het Luttyke Broechuus, met alle toebehooren gelegen te Wilsem, kerspel van Ulzen.
Leenmannen (v.h. sticht) Johan Lambertszoon en Elijs van Wijtman.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende neghen ende tsestich op Sunte Barnabasavent des heilighen Apostels.
Met het uith.z.van J.v.E. in gr. w.
o.n. Sibculo IVb.
v. Doorn T.R.
162 Ghert Keppell, ridder, bevestigt den verkoop door Ghert v. Essen aan Prior en Convent van Galilea in Zybekeloe van de erven en goederen in het gericht van Ulzen, gelegen, genoemd in de oorkonde dd. April 27 en Juny 10 van 1469, en verklaart dat het Convent het recht zal hebben eventueele schade op zijne goederen te verhalen.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert negen ende tsestich op sunte Barnabas dach des heylighen Apostels.
Met het uith.z.v.G.v.K. in gr. wasse.
o.n. Sibculo IVc.
v. Doorn T.R.
163 Blanco.
164 Deryck van der Horst, ridder, Landdrost en Ridder van Veluuen, verklaart, dat Jacop en Geryt van Essen, gebroeders, als zekerheid voor den verkoop van eenige erven, in het stuk met name genoemd, waaronder Schonevelt, in de buurschap Wilsem, aan Prior en Convent van Galilea in Zybekeloe, hebben verbonden hun erve en goed te Hof te Varachten, in het kerspel Varachten gelegen.
Gerichtslude: Arnt de Boickop, Johan Voet en Evert Bertoltzsoen.
Gegeven int jair onss heren dusent vierhondert ende tsoeventich des Dynxdages post Dominicam in den Vasten Letare Jherusalem.
Met de z.z.v.d. landdrost en de gebr.v.E. in gr. w.met hennip omwikkeld.
o.n. Sibculo LXXXVa.
v. Doorn T.R.
165 Wessel Peperlaken, schulte te Ummen, verklaart dat Roleff Hundenberch en Johanna zijne vrouw hebben verkocht aan Heer Ffrederick van Beveren, commelduer (commandeur) te Oetmersem, hun erve en goed de Haselhorst c.a., gelegen in het gericht van Ummen, kerspel den Ham, belast met eene jaarrente van 12 gouden Rhijnsche guldens ten behoeve van het klooster Zijbekelo, en eene achterstallige pacht van 60 Rhijnsche gld.
Kornoten: Dyrck van Heijden en Johan Zuest.
Int jaer onss Heren dusent vierhundert ende seventich up en negesten Saterdach na sunte Margaretendach der hillighe Junfferen.
Met de uith.z.z.v.d. Schulte en Roloff H. in gr. w.ZR>Hierbij een transfix dd. 1470 Oct. 31
o.n. Sibculo LIVb.
v. Doorn T.R.
166 Wessel Peperlake, schulte te Ummen, verklaart dat Roloff Stundenberch en Johan zijne vrouw, erkenden, ter vrijwaring van Heer Ffrederick van Beveren, aan het klooster Zybekelo schuldig te zijn 60 gouden Rhijnsche gld. wegens achterstallige pacht.
(cfr. de andere oorkonde van 1470 July 14).
Kornoten: Dyrck van Heijden en Johan Zuest.
In den jaer unses Heren dusent veerhundert ende seventich up den negesten Saterdach na sunte Margareten der hilliger Junfferen.
Met de uith.z.z.v.d. schulte en Roloff H. in gr.w.
o.n. Sibculo LIVc.
v. Doorn T.R.
167 Clawes van Overhagen, Arnt van Bevervorde en Hinrick van Bevervorde verklaren zich borg te stellen voor alle schade of hinder welke heer Ffrederick van Beveren zou kunnen ondervinden naar aanleiding van den verkoop van de Haselhorst c.a. en zulks onder verband van leisting, elk met 2 paarden en een knecht te Deventer of Oldenzael, tot dat hem betaald zal zijn 150 gouden overl.Rh.gld., en, zoo de leisting langer duurt dan 14 dagen, onder verder verband van hunne erven en goederen. (cfr. de 2 andere oorkonden dd. 1470 July 14.)
In den jaer unses Heren dusent voerhundert ende seventych up den negesten Saterdach na sunte Margareten der hilligher Junfferen.
Met de uith.z.z.v. Clawes, Arnt en Hinrick in gr. w.
Hierbij een transfix dd. 1470 October 31.
o.n. Sibculo LIVd.
v. Doorn T.R.
168 Frederick van Beveren, commelduer (commandeur) te Oetmersem, verklaart verpacht te hebben aan Pele Stenvordinck zijn erf de Haselhorst, in het gericht van Ummen, kerspel den Ham, voor 25 1/2 mudde rogge 's jaars, mits eerst de jaarrente van 12 Rh.gulden aan het convent van Zybekeloe competerend, betaald zijn, en onder een paar andere voorwaarden.
Dedingslieden en pachtgenooten: Bernt van Bevervoirde en Derck van den Schulenborch.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende tseventich op sunte Laurenciusavent des heiligen martelers.
Met de uith.z.v.d. commandeur en beide dedingslieden (voor Pele) in gr.w.
o.n. Sibculo LIVe.
v. Doorn T.R.
169 Sweder, Heer tot Voirst, Keppell en Almelo, verklaart, na afstand door Herman van Pesije, beleend te hebben Johan Suest met het erve Rosinck, in het gericht van Oetmersem, buurschap Vasse.
Gestichtsmannen: Gerd van Welvelde en Hinrick van Bervorde.
Gegeven int jair ons Heren dusent vyrhondert ind tseventich des Donredaghes op sunte Matheusavent.
Met het uith. (ietw.besch.) z.v. Sweder in gr. w.
o.n. Sibculo XCVI annex XCVIa.
v. Doorn T.R.
170 Frederick van Beveren, commelduer (commandeur) te Oetmersem, verklaart toegestaan te hebben aan Roloff Hondeberch en Johanna zijne vrouw om het erf Haselhorst, dat hij vroeger gekocht heeft, jaarlijks in te lossen met 150 gouden Rh.gld. en met betaling der aan het convent van Zybekeloe toekomende achterstallige pacht, blijvende tevens de jaarrente van 12 g.Rh.gld. aan dat klooster voorbehouden.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende tseventich op sunte Lucasdach des heiligen Ewangelisten.
Met het uith.z.v.Fr.v.B. in gr. w.
o.n. Sibculo LIVf.
v. Doorn T.R.
171 Frederick van Beveren, commelduer van het huis te Oetmersem, verklaart, dat Prior en Convent van het klooster te Zybekeloe terecht bezitten den koopbrief van het erve Haselhorst, waardoor dit stuk is getransfigeerd, hebbende dat Convent hem betaald wat hij voor dat erve had gegeven.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende tseventich op Alre heiligen avent.
Met het uith.z. van Fr.v.B. in gr. w.
Is transfix bij een der oorkonde dd. 1470 July 14
o.n. Sibculo LIVh.
v. Doorn T.R.
172 Frederick van Beveren, commelduer, van het huis te Oetmersem, verklaart dat Prior en Convent van het klooster te Zijbekeloe rechtmatige houders zullen zijn van den waarborg brief, waardoor dit stuk is getransfigeerd.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende tseventich op Alre heiligheavent.
Met het uith.z.v.Fr.v.B. in gr.w.
Is transfix bij een der oorkonden dd. 1470 July 14.
o.n. Sibculo LIVg.
v. Doorn T.R.
173 Berent Grubbe, schulte op Almelervene, verklaart dat Hermen Jacobs en Mette zijne vrouw hebben verkocht aan Ghert Rijchterijnck en Berte zijne vrouw een mudde winterrogge 's jaars uit hun land genaamd "de Twaalf Akkeren".
Cornoten: Johan Pouwels en Clawes Jacobs.
Ghegeven in den jaer ons Heren dusent veerhondert unde een unde soventich op sunte Petersavent ad Cathedram.
Met het uith.z.v.d. schulte, in gr. w.
In dorso: "vacat ista littera quia istum modium redemimus" etc.
o.n. Sibculo XCV annex XCVa.
v. Doorn T.R.
174 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren toegestaan te hebben aan Reijnalt van den Biele en Jutte zijne vrouw den terugkoop van den kamp geheeten de Woltijke esch, gelegen bij het dorp Velthusz indertijd door het klooster gerechtelijk aangekocht.
Anno MCCCCLXXI Servacii.
In margine "vacat".
Cart.v.Sibculo fol. 6vo en 7.
v. Doorn.Aanh.
175 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaren dat zij Egbert, Johan Ottenzoon, ontslagen hebben, onder zekere voorwaarde, van alle hoorigeheid aan het klooster.
Anno etc. LXXI in vigilia Thome.
Cart. v. Sibculo fol. 2vo & 3ro.
v. Doorn.Aanh.
176 Wessel Peperlaken, richter te Ummen, verklaart, dat Geert van den Cloester en Johanna zijne vrouw verkocht hebben aan Roeloff toe Gerner, met Beate zijne vrouw en aan Herman toe Gerner met zijne vrouw Stijne, de jaarlijksche pacht van 15 Heerenponden, waarvan sprake is in de acte dd. 1462 Oct. 10.
Koernoten: Johan Mathijssoen en Johan Hugensoen.
Gegeven int jaer onss Heren duijsent vierhondert twe ende seventich des Vrijdages nae des Heiligen Sacramentsdage.
met de uith. (ietw.besch.) z.z.v.d. richter en G.v.d.C. in gr. w.
Is transfix bij 1462 October 10.
o.n. Sibculo LXXVIIa.
v. Doorn T.R.
177 Broeder Gherlich en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren dat zij Johan ter Wonne vader van oude Gherd ter Wonne, onder zekere voorwaarde ontslagen hebben van alle eigendom en hoorigheid aan het klooster.
Anno Domini M°CCCC°LXXII in vigilia sancti Johannis Baptiste.
In margine: "obiit."
Cart.v.Sibculo fol. 10vo.
v.Doorn.Aanh.
178 Hinrick van Asbecke, Lijnze zijne vrouw, Johan en Wilhelm hunne kinderen, verklaren den verkoop van een erve en goed, door wijlen Bernd van Asbecke aan Prior en Convent te Sybbeckelo gedaan, goed te keuren, en zich geenerlei recht daarop voor te behouden.
Datum anno Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo tercio crastino Truins Regum.
Met de uith. z.z.v. Hinrick en Johan v.A. in gr. w.
In dorso: convensus Henrici de Asbeke et filii ejus super bonis emptis in Wylsem etc.
o.n. Sibculo XCVII.
kersp. Wylsem.
v. Doorn T.R.
179 Derck van der Schulenborch, castelein in Laghe van wege den Bisschop van Utrecht, en Arnt Butecamp, drost te Nijenhuus, van wege jr. Everwijn, graaf te Benthem, verklaren een geschil te hebben bijgelegd tusschen Prior en Convent te Zybekeloe, en de buren te Ulzen, over eenigen pootgrond behoorende tot het erve Ledebrinck, op de wijze in het stuk vermeld.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende dree ende tseventich op sunte Marcusdach des heiligen Ewangelisten.
Met de uith.z.z. v.D.v.d.S. en a.B. in gr. wasse.
o.n. Sibculo IIk.
v. Doorn T.R.
180 Johannes van Beveren, priester, verklaart dat het zijn uiterste wil is dat prior en Convent van Galilea in Zebekeloe rechtmatige houders zullen zijn van eenige rentebrieven, nader in het stuk omschreven.
Anno Domini M°CCCC°LXX° tercio in profesto Nativitatis gloriose virginis Marie.
met het uith.z.v.Joh.v.B. in gr. w.
3 vh.g.renten ten laste van Klaas Vrijthof te Scuttorp.
3 1/2 mud rogge ten laste van Geert v. Sitteren te Oldenzael.
2 1/2 goud rh.g.ten laste van Hendrik v.Reeden en Godert Dreuszoon.
o.n. Sibculo XCVIII.
Cart.p.110.
v. Doorn T.R.
181 Folkier van Haersolte en Beernt van Merne, schepenen te Zwolle, verklaren dat Florijs Johanssoen en Femme zijne vrouw hebben verkocht aan Geert Waterinck hunne "were" in Dijestrate voor de Hoypoirte, nader in het stuk omschreven.
Gegeven int jair onss Heren duijsent vierhondert veerendetseventich op sante Agaten dage der heyligen Joffer.
met het uith. (zeer besch.) z.v. Folkier v.H. in gr. w.; dat v. Beernt v.M. is afgevallen.
o.n. Sibculo XCMIX hierbij CV.
v. Doorn T.R.
182 Agnes van der Eeze van Grammesberge, met Rotgher van Groesbeek als momber, verklaart te hebben beleend Henrick Kotteken met het erve en goed Wolterding, in het kerspel van Hardenberge, buurschap Ane.
Stichtsmannen: Egbert Schonecamp en Engbert van Vilsteren.
Ghegeven int jar ons Heren dusent vierhondert vier ende tsoventich op sunte Peters avent ad Cathedram.
met het uith. (zw.besch) z.v.Agnes v.d.E. in gr. w.
o.n. Sibculo LXXXIXa.
v. Doorn T.R.
183 Broeder Gherlich, Prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaren dat Fenne, vrouw van wijlen Lambert Ghertssoen Smijt, zoon van Aleijde ter Ylick, in Campen, afgekocht heeft en betaald al wat gezegde Lambert aan het convent schuldig was.
Anno etc. LXXIIII° post translacionem sancti Martini feria quarte. In margine: "vacat".
Cart.v.Sibculo fol. 4.
v. Doorn. Aanh.
183a Johan Rensynck, richter der heerlijkheid Almelo, oorkondt dat Berent Bullic en zijn vrouw Nenne ten overstaan van hem, de Almelose schepenen Willem te Wirike en Gherlich van Clone als keurnoten en meer goede lieden aan Everd Muller, vicaris te Almelo een jaarrente van vier mud rogge uit de Hundebrinck in de heerlijkheid Almelo verkocht hebben, welke jaarrente indertijd gekocht was door Maes ten Pasche, de natuurlijke vader van Nenne, en diens vrouw Lijse.
Met zegel van oorkonder. Op bladzijde 264 van het vierde deel van het Tijdrekenkundig register toegeschreven aan het kloosterarchief van Albergen, doch blijkens no 453 behorende tot Sibculo. Zie ook 120 a.
184 Broeder Gherlich, prior van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaart zijn ambtszegel te hebben gehangen aan de oorkonde, houdende de voorwaarden bij het huwelijk van Frederick Kremer en Gostuwe Schetterynck wed., nader in het stuk omschreven.
Anno M°CCCC°LXXIIII°.
In margine: "vacat quia Frederick obiit anno ------et Gostuwe obiit anno XCVI".
Cart.v.Sibculo fol. 5 ro en vo.
v. Doorn.Aanh.
185 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren schuldig te zijn aan Hadewich, Roloffs dochter, te Ummen, eene jaarlijksche pacht van 5 mudden rogge, zoolang zij leeft, onder verband van des kloosters goederen.
Anno Domini M°CCCC°LXXV conversionis Pauli.
In margine: "vacat"
Cart.v.Sibculo fol. 6.
v.Doorn.Aanh.
186 Broeder Gherlich, prior van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaart Ghese, dochter van Lambert en Griete te Nysinck, vrouw van Johan Johannynck te Hegsel, meijer van het klooster als koermedes der kerk te hebben ontvangen, onder voorwaarde dat hare kinderen zich voor een overl. goeden rijnschen gld. mogen vrijkoopen, en dat zoo zij beiden het erve Johannynck niet langer bebouwen zij een redelijk deel daarvan is lijftucht zullen hebben.
Int jaer ons Heren MCCCCLXXV op sunte Petersavent ad Cathedram.
v.Doorn.Aanh. T.R.
187 Broeder Gherlich, prior te Zybekeloe, ord.Bern., veklaart Ghese, des convents meijersche te Hegsel op het erve Hannynck dochter van Lambert en Griete Nysinck, ontvangen te hebben als keurmede zijner kerk.
Anno Domini MCCCCLXXV Cathedra Petri.
In margine: "vacat quia aliter concordatum est, ut habetur postea".
Cart.v.Sibculo fol.12vo, cfr, fol, 59vo,
v. Doorn.Aanh.
188 Johan van Coverden verklaart te hebben afgestaan aan het convent van Zybekeloe eenige hem toekomende tienden, in den esch en buurschap Hilten, kerspel Ulzen.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert vijff ende tseventich des Wonsdages voir Pynxteren.
Met het uith.z.v. Johan v.C. in gr. w.
o.n. Sibculo C.
v. Doorn.T.R.
189 Johan van Covorden, verklaart te hebben gegeven aan het convent van Zybekeloe zijn erve en goed "de Wederwille", gelegen binnen en buiten Laghe c.a., bezwaard met 12 Rijnsche guldens ten behoeve van Roloff van Bevervoirde.
In den jaer ons Heren dusent vierhondert ende vijff ende tseventich des Wondaghes voir den heiligen Pynxterdach.
Met het uith.z.v.Joh.v.C. in gr. w.
o.n. Sibculo CIa.
v. Doorn.T.R.
190 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren toegestaan te hebben aan Roloff Enghelbertssoen en Griete zijne vrouw, den terugkoop van een pacht van 12 mudden rogge, vroeger door het klooster van hen gekocht.
Anno CCCC°LXXV Johannis Baptiste.
In margine: "vacat".
Cart.v.Sibculo fol. 6.
v. Doorn.Aanh.T.R.
191 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren dat zij Lambert, zoon van Derck en Ghese, "van des pawes huus toe Hesynghe" hebben ontslagen van alle eigendom en hoorigheid aan het klooster zoodat hij zich overal als vrij man kan bewegen.
Anno domini M°CCCC° septuagesimo quinto.
Cart.v.Sibculo fol. 5vo.
v. Doorn.Aanh.T.R.
192 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaren dat zij Aleyde, dochter van Roeryck Oetbertssoen en Katherine diens vrouw, hebben ontslagen van alle hoorigheid aan het klooster, zoodat zij zich als vrij persoon overal mag bewegen, en dit zoowel uit weldaad als voor eene betaalde geldsom.
Anno etc. LXXVI Epiphanie.
Cart.v.Sibculo fol. 3vo.
v. Doorn.Aanh.
193 Broeder Gerlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe verklaren dat zij Ghese, dochter van Lambert Oelrekynck en Ghese diens vrouw, hebben ontslagen van alle hoorigheid aan het klooster, zoodat zij overal vrij mag bewegen, en dit zoowel als weldaad als voor eene betaalde geldsom.
Anno LXXVI° Epiphanie Domini.
Cart.v.Sibculo fol. 4
v. Doorn.Aanh.
194 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord. Bern., verklaren aan de gebr. Derck en Symon van Tije gegeven te hebben het recht van wederkoop eener jaarrente van twee mudde rogge uit het erve het Veer te Grymberghe, door het klooster gekocht van Pelegrym van Omen.
Anno Domini M°CCCC°LXXVI ipso die Conversionis Pauli.
In margine: "vacat quia redempti sunt anno XVc°XLIX".
chartularium v.S. fol. 1
v.Doorn.Aanh.
195 Evert Sticker en Folkier van Haersolte, schepenen in Zwolle, verklaren, dat Willem Zuure en Griete zijne vrouw hebben verkocht aan Griete van Ubbickhum, zuster in het Oude Convent eene jaarlijksche overlandsche gouden Rijnsche gulden, uit hunne maedt buiten de Dijeser poirte gelegen.
Gegeven int jair onss Heren duijsent vierhondert sessende tseventich op sante Lucasdach Ewangeliste.
Met de uith.z.z.der 2 schepenen in gr. w.
In dorso: "littere de uno floreno annue pensionis quem dedit nobis devota soror Gassa de Ghenne in antiqus conventu Swollis pro testamento videlicet conventui in Sibekeloe". (Zie de transfix).
o.n. Sibculo CII. transfix CIIa.
v. Doorn T.R.
196 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaren dat zij Fenne, docher van Warninghe te Diffell, onder zekere voorwaarde, ontslagen hebben van alle hoorigheid aan het klooster.
Anno etc. LXXVI° in vigilia Thome.
Cart.v.Sibculo fol. 3ro & vo.
v. Doorn.Aanh.
197 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord. Bern., verklaren dat Lambert ter Westerwijck en Griete zijne vrouw hebben afgelost met zekere some eene jaarrente van één mudde rogge, uit hun huis te Oldenzael, door erfenis aan het klooster gekomen.
Int jaer etc. LXXVI etc.
Cart.v.Sibculo fol. 3.
v. Doorn.Aanh.T.R.
198 Arnt Butecamp, ambtman ten Nijenhues, en richter te Ulsen, verklaart dat Bernt Boskens, Herman Nijehof, Albert Wernsing en Ghert ter Steghen, raadslude en kerkmeesters der kerk te Ulzen, in hunne qualiteit hebben verkocht aan Ludiken Hermeling te Ghiesteren en Swene zijne vrouw 8 mudde winterroge jaarlijks, uit het erve Lubberting, in de buurschap Lemeke, kerspel Ulsen, en onder verband der overige kerkgoederen.
Koernoten: Jorden Boskens en Arnt Copes.
Bijstanders: Ghert Jacobs en Johan Roberting.
Ghegheven in den jare onses Heren dusent vierhondert seven ende seventich op sunte Vincenciusdach des hilgen mertelers.
De 3 z.z. zijn afgevallen.
o.n. Sibculo CIII. annex CIIIa en CIIIb.
v. Doorn.T.R.
cart.p. 480.
199 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe ord.Bern., verklaren vergund te hebben aan Ghert van Weelvelde om op zich te nemen een bedrag van 100 gouden r.gld. welke Arnt van Bevervorde onder zich heeft van wijlen heer Ghert van Randen, tegen voldoening van 5 r.gld. 's jaars.
Anno LXXVII° petri ad Cathedram.
In margine: "vacat".
Cart.v.Sibculo fol. 3vo.
v. Doorn.Aanh.T.R.
200 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaren dat zij Johan Kammen, zoon van Egbert Kammen en Aleijde zijne vrouw, hebben ontslagen van alle eigendom en hoorigheid aan het klooster, zoodat hij zich overal als vrij man mag bewegen en dit zoowel als weldaad als voor eene betaalde geldsom.
Int jaer ons Heren dusent CCCC ende LXXVII etc. in Maijo.
Cartul.v.Sibculo fol. lvo.
v. Doorn.Aanh.T.R.
201 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaren schuldig te zijn aan Johannes Roerynck eene jaarlijksche rente van 1 1/2 mud rogge, zoolang hij leeft.
Ut surpa cum duabus precendentibus quia eodem tempore sub eadem forma etc. (fuit data).
In Margine: "vacat quia obiit anno M°Vc.
Cart.v.Sibculo fol. 4vo.
v. Doorn.Aanh.
202 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaren schuldig te zijn aan Aleyd van Loen, dochter van wijlen Johan van Vreden, eene jaarlijksche rente van 4 mudden rogge, zoolang zij leeft.
Totum ut supra in littera precedentie (1477 Juny 24) quia eodem tempore sub adem forma fuit data.
In Margine: "vacat quia ista Aleydis obiit anno XC gesimo....
Cart.v.Sibculo fol. 4vo
v. Doorn.Aanh.
203 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaren schuldig te zijn aan Stine Schetterinck te Oetmersem eene jaarlijksche rente van 4 1/2 mud rogge, zoolang zij leeft, onder verband van des kloosters goederen.
Anno Domini MCCCCLXXVII Johannis Baptiste Nativitatis.
In margine: "vacat quia Stine obiit in Anno LXXXVIIII.
Cart.v.Sibculo 4ro & vo.
v. Doorn.Aanh.
204 Dedingslieden brengen eene schikking tot stand in het geschil tusschen de conventen van Zybekeloe en van Essen ter eene, en Willem en Reyner Avereng met Luete, hunne zuster ter andere zijde, betreffende het innen van zekere renten binnen Deventer.
Anno Domini etc. LXXVII Johannis.
In margine: "vacat".
Cart.v.Sibculo fol. 2v°
v. Doorn.Aanh.
205 Otto van Rechteren, Heer van Almelo, verklaart dat hij, na doode van Johannes Zuest, beleend heeft met het goed ten Roesinck c.a., gelegen in de buurschap Vasse, onder 't gericht Oetmersem, Lambert Zuest.
Stichtsmannen: Gerhardus upt Loe en Johan Zuest.
Gegeven int jaer ons Heren dusent vierhundert soevenende tsoeventich des Zaeterdaghes nae sunte Willibrordus dach des hillighes Bysschopes.
met het uith.z.v.Otto v.R. in gr. w.
o.n. Sibculo XLVIIb.
v. Doorn.Aanh.
206 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren toegestaan te hebben aan de gezusteren Wychmoed en Mechteld van Diffell den terugkoop van eene jaarlijksche rente van XIIII mud rogge, door het klooster indertijd uit het erve Nijenhuus te Diffell aangekocht.
Anno Domini M°CCCC°LXXVII Katherine Virginis.
In margine "Vacat quia totum predium devenit ad nos post obitum Wychmodis anno M°VcX°.
Cart.v.Sibculo fol. 6v°.
v. Doorn.Aanh.
207 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaren schuldig te zijn aan Hessell Hermenzoon en Griete zijne vrouw eene jaarlijksche rente van één mudde rogge, zoolang beide leven.
Anno etc. LXXVII°.
In margine: "Obierunt ambo".
Cartularium v.S. fol. 1 vo en ro.
v. Doorn.Aanh.
208 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaren schuldig te zijn aan Mette ten Toerne, weduwe van wijlen Johan ten Toerne, te Oldenzaell, een jaarlijksche lijfrente van één mud rogge, uit de goederen en renten van het klooster.
Anno etc. LXXVII°.
Cart.v.Sibculo fol. 2.
v. Doorn.Aanh.T.R.
209 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaren dat zij Hermen zoon van Albert Coenraet en Hille diens vrouw, ontslagen hebben, onder zekere voorwaarden van alle eigendom en hoorigheid aan het klooster, en dit zoowel als weldaad als voor eene betaalde geldsom.
Annot etc. LXXVII.
Cart.v.Sibculo fol. 2.
v. Doorn.Aanh.
210 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaren vergund te hebben aan Derck van Heyden, Gherbrich zijne vrouw en Egbert zijne broeder den terugkoop der jaarlijksche 4 mud rogge, door hen aan Johan van Vreden verkocht en sedert aan het klooster gekomen.
Anno M°CCCC°LXXVIII° Epiphanie Domini.
In margine: "vacat quia redempti sunt in anno XCVI°.
Cart.v.Sibculo fol, 8vo,
v. Doorn.Aanh.T.R.
211 Johan Reensinck, richter van Almelo, verklaart dat Hermen ten Vrede en Swene zijne vrouw verkocht hebben aan Johan van Ghelre en Swene diens vrouw een vierendeel lands in de "Nije Maet", nader in het stuk omschreven.
Kornoten: Berent te Wyrke en Johan Schomaker.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent verhondert ende achte ende seventich des Donredages vor sunte Georgiendach eens hilligen Marteler.
Het z. is afgevallen.
o.n. Sibculo CIV.
v. Doorn.T.R.
212 Frater Gherliacus, prior, fr. Johannes, subprior, fr. Wolterus, cellerarius, en de overige conventualen van het klooster van Galilea in Zybekeloe, ord.Cist. verklaren te hebben toegekend aan Arnoldus de Clivis, decanus sancti Victoris Xanctensis, in de Keulsche diocese, levenslang en onder zekere voorwaarden, eene jaarlijksche uitkeering van 40 rhijnsche goudguldens, uit de inkomsten van het altaar van St. Bernard in hunne kerk, door hemzelven gesticht.
Anno Domini M°CCCC° LXXVII° circa Jacobi.
v. Doorn.Aanh.
213 Pauwel van Oss, richter te Hardenberch, verklaart dat Ghert Waterinck te Bergenthem heeft verkocht aan Prior en Convent van Galilea in Zybekeloe, ord.St.Bern., een huis binnen Zwolle, door hem gekocht van Florens Johanssoen en Fenne diens vrouw.
Koernoten: Hessel Hermenssoen en Hermen Wichterssone.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert acht ende tseventich op sunte Michaelsavent Archangeli.
Met het (besch.) uith.z.v. den richter in gr. w.
In dorso: "vacat quia domus vendita est".
o.n. Sibculo CV. Slaat op XCIX.
v. Doorn.T.R.
214 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren dat zij Henrick, Herman en Johan Schurinck van het erve Schurinck te Ytterbeeck geboren, ontslagen hebben van allen eigendom en hoorigheid aan het klooster, zoodat zij zich als vrije personen mogen bewegen.
Anno LXXVIII.
Cart.v.Sibculo 8vo & 3.
v. Doorn.Aanh.
215 Ffrederick van Heker, geheeten van Rechter, verklaart te hebben beleend Harman van Rechter, Johanszoon, met het erve Dorstelhorst en andere stukken, gelijk Otto Heker dat gedaan had bij leenbrief d.d. 1461 July 12, ubi vide. Stichtsmannen: Albert van Steenwick en Egbert Schonekamp.
In den jaer ons Heren dusent vierhondert ende negendetsoventich up unser Lieven Vrouwenavent toe Lichtmissen.
het zegel v.d. leenheer is afgevallen.
o.n. Sibculo LXXIIIa.
v. Doorn.Aanh.
216 Beernt Grubbe, schulte op Almelerveen, verklaart dat Hermen Jacopsz en Mette zijne vrouw hebben verkocht aan heer Johan Gerligeszone en Bernd Gherligsz eene jaarrente van 3 mudden winterrogge, uit hunne Tien akkeren op Almelerveen gelegen.
Koernoten: Hynrick Egbertsz. en Wicher Gerdessz.
Ghegeven ind jaer uns Heren dusent vierhundert neghen ende tseventich up sunte Blasiusdach des hylligen mertelers.
Met het uih.z.v.d. schulte in gr. w.
o.n. Sibculo CVI annex en transfix: CVI a-e.
Cart.p. 274.
v. Doorn.T.R.
217 Henrick Mulert, richter te Hasselt, verklaart dat Gerbrant ten Busch Hermanszn., Elsebe zijne vrouw, Aernt ten Busch Gebr. zn., voorts Goesen van den Busch en Aernt Luijkenssoen als mombers van Aleide Gerbrantsdr. hebben verkocht aan Prior en Convent van het klooster Galilea in Zybbekeloe, ord.St.Bern., 8 morgen lands in Mastebroick in Hasselder slage gelegen, met allen toebehooren welk land bezwaard is met eenige nader omschreven jaarrenten.
Gerichtslude en Koernoten: Tydeman ten Busch en Beernt van Merne.
Gegeven int jair onss Heren dusent vierhondert negen ende tseventich des Vrydages nae den Sonnendach Invocavit in der Vastene.
Met de uith.z.z. van den richter en Gebr. ten Busch in gr. wasse.
o.n. Sibculo VIIIc.
v. Doorn.Aanh.
218 Gerbrant van den Busch Hermanssoen, Arent, Gebrants voorz. zoon, Goesen van den Busch, Arent Luytkenssoen als momberen voor Gebrant's onmondige dochter, verklaren dat Berent van Merne hun volkomen heeft voldaan den verkoopprijs van 8 morgen lands, in Mastenbroek onder Hasselderslach, aangekocht ten behoeve van het klooster te Zybbekeloe.
Gegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert negenendetseventich des Manendages na sunte Ambrosiusdach.
Met de uith. zz. v.Gerbrant en Goesen v.d.B. in gr. w.
o.n.Sibculo CVII.
v. Doorn.T.R.
219 Arndt Buthekamp, ambtman ten Nijenhues, richter te Ulzen, verklaart dat Albert, zoon van wijlen Gheert ten Velde, Alheijt zijne vrouw en Wigbolt Albertszoon verkocht hebben aan Hermen te Velde en Grijete diens vrouw hun aandeel en aanspraak op het erve ten Velde, in de buurschap Itterbeke, kerspel van Ulsen c.a.
Koernoten: Johan Hummelken en Johan Werners.
Bijstanders: heer Gheerdt Camps en Roleff van Ghendt.>ZR>Met ht uith.z.v.d. ambtman in br. w.
o.n.Sibculo CVIII>
v. Doorn T.R.
220 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaren kwijtgescholden te hebben Henrik die Maecu & Katherine zijne vrouw van alle erfenis of goederen die het klooster mochten aankomen van hunnen zoon Hermannus, geprofeste monnik in dat klooster.
Anno Domini M°CCCC°LXXIX Martini
Cart.v.Sibculo fol. 9vo.
v.Doorn.Aanh.
221 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaren aan schepenen en Raad van Oetmersem overgegeven te hebben bij transfixbrief een brief van eene jaarlijksche rente van 2 mudden rogge, uit het huis van wijlen Wessel Peperlaken, welke rente door Evert ter Maet, priester, bij testament aan het klooster is vermaakt.
Anno Domini M°CCCC°LXXX Viti Martiris.
Cart.v.Sibculo fol. 10ro & vo.
v. Doorn.Aanh.
222 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren verkocht te hebben aan Frederick Kremer, burger te Oetmersem, en Costuwe, zijne vrouw, eene jaarlijksche rente van drie mudden rogge, uit de tienden, over het erve Wychmannynck bij Oetmersem gelegen.
Anno Domini MCCCCLXXX Johannis Baptiste.
In margine: "vacat quia obierunt in annis XC et XCVI.
Cart.v.Sibculo fol. 10.
v. Doorn.Aanh.
223 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe verklaren, dat zij Ghese, dochter van Arnt Wychmannynck te Bergenthem, en diens huisvrouw Ghese, ontslagen hebben van alle hoorigheid aan het klooster, zoowel als weldaad als voor eene geldsom.
Int jaer ons heren MCCCCLXXX decima die in Julio.
Cart.v.Sibculo fol. 20.
v. Doorn.Aanh.
224 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaren dat zij Stijne, dochter van Lambert Arnynck te Ytterbeeck en van Haseke zijne vrouw, hebben ontslagen van alle eigendom en hoorigheid aan het klooster, zzodat zij zich als vrij persoon kan bewegen, en dit uit weldaad doch ook "om eenen redelijken wyncop tot onsen convents nutscap"
Anno etc. MCCCCLXXX ipso die Decollationis Johannis Baptiste. (staat Baptististe).
Cart.v.Sibculo fol 9vo & 10.
v. Doorn.Aanh.
225 Arent Butekamp, richter te Ulsen, verklaart dat hij, ten behoeve van Johan en Gherdt van Grone, gebr. bijgestaan door hunnen raadsman Berndt ten Nijghenhove, een verhoor op vraagpunten heeft ingesteld, betreffende eene jaarrente van 4 1/2 mudde rogge uit den hof te Hylten.
Koernoten: Volker Marckwerdijnck en Egbert Schulte te Godelijchen.
Bijstanders Ffrederick van Keppell, Henric van Besten en Gherhardus upt Loe.
In den jar unses Heren dusent veerhundert achtentych up sunte Matheusdach des hilligen Apostels.
Met het uith.z.v.richter in br. wasse.
o.n.Sibculo CIX. annex CIX a-b.
v. Doorn.T.R.
226 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaren dat zij Rotgher, zoon van Ffenne Wernynck te Diffel, onder zekere voorwaarde, hebben ontslagen van alle eigendom en hoorigheid aan het klooster.
Datum anno Domini M°CCCC°LXXXXI Conversionis sancti pauli.
Cart.v.Sibculo fol. 10vo & 11.
v. Doorn.Aanh.
227 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren vergund te hebben aan Ludeke Ludensoen en zijne vrouw, den terugkoop van eene jaarlijksche rente van 7 mudden rogge, door het klooster van hen gekocht.
Anno etc. LXXXI petra ad Cathedram.
In margine "vacat".
Cart.v.Sibculo fol. 11.
v. Doorn.Aanh.
228 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaren jaarlijks aan Aleijde, dochter van wijlen Johan van Vreden eene lijftocht uit te keeren van 4 mudden rogge, en haar in staat te stellen die, zoo nodig, zelve te innen.
Anno Domini M°CCCC°LXXXI Sabbatho ante Dominicam Pauli.
In margine: "vacat quia obiit anno XCI Servacii.
Cart.v.Sibculo fol. 12.
v. Doorn.Aanh.
229 Dirck Holtinck en Gerbrant Vrije, schepenen in Zwolle, verklaren dat Griete, dochter van Henrick Ludden, met mr. Johan ten Water als momber, heeft verkocht aan Gasse van Ghenne, medezuster in het Oude Convent, de jaarlijksche gouden Rijnsche gulden, bedoeld bij de oorkonde dd 1476 Octob.18, waarbij deze transfix is.
Int jair ons Heren dusent vierhondert een ende tachtentich des Wondesdages nae Inventionis Crucis.
Met de uith.zz. der beide schepenen in gr. w.
o.n.Sibculo CIIa.
v. Doorn.Aanh.
230 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaren schuldig te zijn aan de geestelijken van het klooster van Smalen Ee, ord.Bened., in Smalingherland gelegen, 60 gouden rhijnsche guldens, te voldoen na den doode van Johan Ulrekynck en Mechtelt zijne vrouw.
Anno M°CCCC°LXXXI Urbani.
In margine: "vacat ista littera quia XXX floreni sunt soluti et adhuc restant XXX solvendi de quibus habetur altera littera postea ad signum.(+.
Cart.v.Sibculo fol. 11.
v. Doorn.Aanh.
231 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaren jaarlijks schuldig te zijn aan zuster Ghese ter Maet, mater in het Olde Convent te Zwolle, zoo lang zij leeft, eene rente an 2 1/2 gouden rhijnsche gld., onder verband van des kloosters goederen, met name het erve Hondeberch bij Ummen.
Anno domini etc. LXXXI in profesto Michaelis.
In margine: "vacat quia obbit anno M°CCCCLXXXIX.
Cart.v.Sibculo fol. 12vo.
v.Doorn.Aanh.
232 Pauwel van Oss, richter te Hardenberch, verklaart dat Ludeken Wichmannynck, getuigd heeft dat Prior en Convent van Galilea in Zybekeloe terecht houders zijn van 2 rentebrieven, de eene rente 7 gouden rh.gld. uit de were van Mette, wed. Kokenbecker, in Deserstraat te Zwolle, de andere, 3 gouden rh.gld. uit de were van Henrick Verdriet en Stijne zijne vrouw, in Sassinckstraat in 't Kromme Yat.
Koernoten: Hessell Hermenssoen en Hermen Wicherssone.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert twee ende tachtentich op Alre Kijnderendach.
Met het uith.z.v.den richter in gr. w.
o.n.Sibculo CX.
v. Doorn. T.R.
233 Frater Gherlacus, prior in Zybekeloe, richt een schrijven aan Lubbertus abt in Dyckenynghe, betreffende de manumissio (vrijverklaring) van Bernardus de Arnynck.
Feria Tertia post Dominicam Passionis anno etc. LXXXII.
234 Pouwels van Oss, richter te Herdenberge, verklaart dat Johan, Gheert en Willem Wedelinck, gebr. eene minneljke scheiding hebben aangegaan met hunnen broeder Volker betreffende de nagelaten goederen hunner ouders Dyrck Volkerssz. en Diedele, waarbij Volker de hem aangekomen (toegedeelde) goederen tot een recht testament voor de zielen zijner ouders en zijne eigene heeft afgestaan a.h. Convent van S. mits daar metterwoon zijn leven eindigend, op de wijze nader in het stuk omschreven.
Koernoten: Dyrck ter Poerten en Bruen Reijgerssz.
Gegeven int jaer ons Heren dusent vijerhundert twe ende tachtentich 's Dingedaghes nae onsser Vrouwen dach Nativitas.
Met het uith.z.v.d. richter in gr. w.
o.n. Sibculo CXI annex CXIa.
Cart.p.171.
v. Doorn.T.R.
235 Derck van Heijden, richter te Oetmersem, geeft een vidimus van de oorkonde dd. 1419 Juny 13, houdende de huwelijksvoorwaarden tusschen Bernt van Asbeke, Johzn., en Elzebe van Essen, Gherdesdr.
Koernoten en Gerichtslude: Ffrederick Kremer en Albert Husiker.
Int jaer ons Heren dusent vierhundert ende twee endetachtentich op sunte Miichaelsdach.
Met het uith.z.v.d. richter in gr. w.
In Sibculo XXIII.
236 Folker Derckssoen verklaart verkocht te hebben aan Gherd, zoon van Ghert Goede twee morgen lands in Dezermarke, in de vrijheid van Zwolle.
Int jaer ons heren MCCCCLXXXII etc. Martini Episcopi etc.
Cart.v.Sibculo fol. 13vo.
v. Doorn.Aanh.
237 Broeder Gherlich en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaren schuldig te zijn aan Mechteld Ulrekinck vrouw van Johan Ulrekinck te Zwolle, 80 gouden rhijnsche gld. te betalen na doode van Johan voornoemd.
Anno domini M°CCCC°LXXXII Barbara virginis.
In margine: "Ista littera vacat quia redempta est.
Cart.v.Sibculo 14vo.
v. Doorn.Aanh.
238 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaren schuldig te zijn aan de geestelijken van het klooster van Marienweelre, in het land van Nywenaer niet ver van Kester en Derchem gelegen, 20 gouden rhijnsche gld. te betalen na doode van Johan Ulrekynck.
Anno Domini etc. LXXXII.
In margine: "vacat".
Cart.v.Sibculo fol. 11vo & 12.
v. Doorn.Aanh.
239 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaren schuldig te zijn aan het convent Ghernard (cfr.Tegenw.St.v.Friesland II p.197.) (Gennaard) bij Leeuwarden gelegen, 30 gouden rhijnsche gld. te betalen na doode van Mechteld, vrouw van Johan Ulrekinck, te Zwolle woonachtig.
Anno Domini M°CCCCLXXXII.
In margine: "vacat ista littera quia II floreni sunt soluti de istis XXX et dedimus Mechteldi aliam litteram de X florenis ut habeture postea ad signum.
Cart.v.Sibculo fol. 11vo.
v. Doorn.Aanh.
240 Broeder Gherlich, prior , en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaren schuldig te zijn aan de geestelijken van het klooster van Smalen Ee, ord.Bened., in Smalingherland , 10 gouden rhijnsche gld., te betalen na doode van Johan Ulrekinck te Zwolle woonachtig.
Anno domini etc. M°CCCCLXXXij ipso (vacat).
In margine: "vacat ista littera quia pecunia est soluta et littera cassata."
Cart.v.Sibculo fol. 11vo.
v. Doorn.Aanh.
241 Broeder Gherlich, prior te Zybekeloe, verklaart ter leen te hebben ontvangen, ten behoeve des kloosters, honderd gouden rhijnsche gld. van Willem Avereng, terug te betalen op aanvrage.
Anno Domini M°CCCC°LXXXij.
In margine: "vacat".
Cart.v.sibculo fol. 13.
v. Doorn.Aanh.
242 Broeder Gherlich, prior van het klooster te Zybekeloe, verklaart ontvangen te hebben als keurmedesman in zijn convent Rothger Egbertssoen te Bergenthem geboren, overigens vrij man.
Int jaer ons heren MCCCCLXXXIII Agnete Virginis etc.
Cart.v.Sibculo fol. 13ro & vo.
v. Doorn.Aanh.
243 Henrick op ter Ae, schulte op Almelerveen, verklaart dat Hessel Hermenssoen en Griete zijne vrouw hebben verkocht aan Prior en Convent van het klooster Galilea in Zybekeloe ord.Bern., eene jaarrente van 3 mudden winterrogge, uit hunne 4 akkeren lands op Almelerveen, nader in het stuk omschreven.
Koernoten: Egbert Ludensoen en Ghert Johanssoen.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende dree ende tachtentich op sunte Petersdach den men noempt ad Cathedram.
Met het uith. z.v.den schulte in gr. w.
o.n.Sibculo CXII. Cart. p. 128
v. Doorn.T.R.
244 Broeder Gherlich, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren vergund te hebben aan Gherd zoon van Ghert Goede de inlossing en terugkoop van 10 heerenponden 's jaars, welke het klooster bezit uit 4 morgen lands, Gherd toebehoorende, gelegen in Deser marke, waarvan de ligging nader in het stuk is omschreven.
Anno Domini M°CCCC°LXXXIII ipso die beati Marci Evangeliste.
Cart.v.Sibculo fol. 13vo & 14.
v. Doorn.Aanh.
245 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaart kwijtgescholden te hebben tegen betaling eener geldsom, aan Willem Avereng 12 oude schilden 's jaars, uit een huis te Deventer, bewoond door wijlen Johan Reynerssz.
Anno domini M°CCCC°LXXXIII° Octavo Visitationis Marie.
Cart.v.Sibculo fol. 13
v. Doorn.Aanh.
246 Henrick Berntsoen en Bette zijne vrouw verklaren geruild te hebben hunne 2 1/2 morgen lands en een hont, gelegen in Hoernrebroeck, kerspel Heerde op de Veluwe, tegen 4 morgen lands van het convent te Zybekeloe in Wapenvelderbroeck, in hetzelfde kerspel.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende drieetaftentich (sic) (op) sunte Alexius dach des heiligen Confessoers.
Met de uith.zz.v.Henrick B. en Johan Lambertsz. (vader v. Bette) in gr. wasse.
o.n.Sibculo CXIII.
v. Doorn.T.R.
247 Broeder Gherlich, en het convent van Galilea in Zybekeloe verklaren schuldig te zijn aan Johan ter Wonne twee mudde rogge 's jaars, zoolang hij leeft, waarbij ook de bestemming van deze rente na zijn dood wordt geregeld.
Anno M°CCCC°LXXXIII ipso die Exaltacionis sancte Crucis.
In margine: "vacat quia sic factum est un littera.....
Cart.v.Sibculo fol. 14.
v. Doorn.Aanh.
248 Geert Luijkenssoen en Henrick van Yrte, schepenen van Zwolle verklaren dat Henrick Sticker bij testament heeft vergund aan Prior en Convent van het klooster Zibekeloe als zij met de wagens in Zwolle komen, hunne paarden te mogen weiden in zijne made in Bladelocken buiten de Voorsterpoort, tot een recht testament voor de Zaligheid zijner ziel, met eenige nadere bepalingen.
Gegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert drie ende tachtentich op sante Ceciliendage der heiligen Joffer.
Met het uith.z.v.Henrick v.Y. in gr. w.; van G.L. afgevallen.
o.n.Sibculo CXIV.
Cartularium II, fol. 29 (blz. 57).
Cart p. 57.
v. Doorn.T.R.
249 Steven Kamferbeeck en Ghert Mulert, rentmrs. in Zallant, verklaren dat Albert Waterinck en Swene zijne dochter hebben verkocht aan Johan Leeffertssoen van Bergenthem hun vierdepart in het erve Veldinck c.a., bedoeld in de oorkonde van 1468 April 8. Vrije lieden des hofs van Ummen; Johan ten Oestendarpe en Ernst Leeffersz.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert dree ende tachtentich op sunte Katherinenavent des heiligen joncferen.
Met de uith.zz.der beide rentmrs. in gr. w.
o.n. Wibculo LXXXVIIa.
v. Doorn.T.R.
250 Hinrick van der Ae, schulte op Almelerveen, verklaart dat Hermen Jacops en Mette zijne vrouw hebben verkocht aan Ghese, Johan Schomakers dochter, 6 schepel winterrogge, uit hun land de Tien akkeren, breeder in het stuk omschreven.
Kornoten: Bernt Grubbe en Clawes Jacops.
Int jar ons Heren dusent CCCC ende veer ende tachtentich up sunte Petersavent ad Cathedram.
Met het uith.z.v.d.schulte in gr. w.
o.n.Sibculo CVIa.
v. Doorn.T.R.
251 Broeder Gherlich, prior te Zubekeloe, verklaart ontvangen te hebben, om in erfrente te beleggen, van broeder Lambert Zuust de som van 84 gouden rhijnsche guldens, met verschillende bepalingen omtrent het gebruik daarvan en ook omtrent het erve Roesinck, door hem aan het Convent gegeven.
Int jaer ons Heren MCCCCLXXXIIII in Octovo Posche.
In margine: vacat.
Cart.v.Sibculo fol. 36vo.
v. Doorn.Aanh.
252 David van Bourgondien, bisschop van Utrecht, verklaart te hebben beleend Lubbert Zuere, na doode zijner moeder Aelheit, vrouw van Henric Zuere, met het erve ter Horst, gelegen in het kerspel van Ommen, buurschap Zeijssen.
Getuigen: Deric van der Schulenborch en Johan Blanckenvoert.
Gegeven op onsen slote tot Duerstede int jaer onss Heren dusent vierhondert vierende tachtentich op ten vijftienden dach in Junio.
Met het uith. (ietw.besch.) z.v.den Bisschop in roden wasse.
o.n. Sibculo CXV annex CXV a-b.
v. Doorn.T.R.
253 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster te Zybekeloe, ord.Bern., verklaren gemachtigd te hebben Johan die Maeke tot het innen van de 10 gulden 's jaars, uit twee huizen met de hoffsteden, in de Poellstraat te Groningen gelegen door wijlen heer Peter Deghens aan het klooster vermaakt.
Anno Domni M°CCCC°LXXXIIII Kalixti Pape.
In margine: "vacat".
Cart.v.Sibculo fol. 14ro & vo.
v. Doorn.Aanh.
254 Arent Butekamp, richter te Ulsen, verklaart dat Roloff van Covorden en Wolter van C., gebr. hebben verkocht aan Frederick Kremer en Gostewe diens vrouw de tienden over het erve de Braeck, gelegen in de buurschap Halle, gericht van Ulsen.
Koirnoten: Hinrick van Besten en Johan van Werden.
Geven int jaer ons Heren dusent veerhondert vijff ende tachtentich op Onsser Lieven Vrouwen avent Annunciacionis.
Met de uith.z.z.van den richter & Wolter van C, in br. en gr. w.
o.n.Sibculo CXVI annex CXVIa.
Cart.p. 123.
v. Doorn.T.R.
255 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster van Zybekeloe, ord.Bern., verklaren dat zij Ghese, dochter van Henrick en Griete ten Stade hebben ontslagen van hare hoorigheid aan dat klooster, zoodat zij zich als vrij persoon kan bewegen en dit én als weldaad én voor zekere penningen ten bate des kloosters belegd.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert vijff ende tachtentich circa Johannis Baptiste ut putamus.
Cart.v.Sibculo fol. 15.
v. Doorn.Aanh.
256 Ghese ten Stade, dochter van Henrick en Griete, uit hare hoorigheid aan het convent van Zybekeloe bevrijd, verklaart de erfenis van haren vader, of wat haar van elders mocht aankomen, met hare zusters, die nog hoorig zijn en dus niet kunnen erven, gelijkelijk te zullen deelen.
Int jaer ons Heren MCCCCLXXXV op sunte Peters en Paulsavent.
Cart.v.Sibculo fol. 15vo.
v.Doorn.Aanh.
257 Ghese ten Stade, dochter van Henrick en Griete, verklaart dat, daar zij uit hare hoorigheid aan Zybekeloe is ontslagen om in den geestelijken stand te treden, en diensvolgens gegaan is in het Beghinenhuis te Zwolle, geheeten "het Kaenetershuus" die vrijbrief van geener waarde zal zijn als zij dat huis verlaat en in de wereld terugkeert, maar dat zij dan hoorig zal zijn als te voren.
Int jaer etc. MCCCCLXXXV op sunte Jacobsavent Apostoli.
Cart.v.Sibculo fol. 15vo.
v. Doorn.Aanh.
258 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea verklaren door Goesen, Henrick en Maes zonen van wijlen Corte Maes, geheel voldaan te zijn betreffende de erfenis aan het klooster aangekomen door broeder Johannes, ook hun broeder, van hunner ouders versterf.
Ut in littera precedente ex tot (Anno Domini M°CCCC°LXXXV altera die Assumpcionis Marie Virginis).
Cart.v.Sibculo fol. 16ro & vo.
v. Doorn.Aanh.
259 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaren vergund te hebben aan Corte Maes, zoon van wijlen Corte Maes, den terugkoop van vijf gouden rhijnsche guldens, door hem indertijd aan het klooster verkocht.
Anno Domini M°CCCC°LXXXV altera die Assumpcionis Marie Virginis.
Cart.v.Sibculo fol. 16.
v. Doorn.Aanh.
260 Arnt Butecamp, ambtman te Nijenhuus, richter te Ulzen, verklaart dat Ffrederick de Kremer en Gostuwe zijne vrouw hebben overgegeven aan Prior en Convent van Galilea in Zybekeloe, ord.St.Bern., den koopbrief betreffende de tienden over de Braeck te Halle, door hen aangekocht van Roloff Wolter van Covorden.
Koernoten: Johan Werners en Johan Hummelken.
Met de uith.z.z. van Arnt B. en ffrederick de Kremer in gr. w.
o.n.Sibculo CXVIa.
v. Doorn.T.R.
261 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaren dat zij Lambert, zoon van Lambert Ulrekinck en Ghese diens vrouw, ontslagen hebben van alle hoorigheid aan het klooster, en dit zoowel als weldaad als voor eene geldsom.
Int jaer ons heren MCCCCLXXXV op sunte Andreasavent.
Cart.v.Sibculo fol. 15vo & 16.
v. Doorn. Aanh.
262 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het kloosterGalilea in Zybekeloe, ord. Bern., verklaren schuldig te zijn aan Frederick van Kremer, en Gostuwe zijne vrouw eene jaarlijksche rente van vijf mudden rogge, zoolang zij leven, waarbij eene contra-prestatie aan het klooster nader in het stuk is omschreven.
Anno Domini M°CCCC°LXXXV in Vigilia Thome Apostoli.
In margine: "vacat quia obierunt in annis XC et XCVI."
Cart.v.Sibculo fol. 16vo.
v. Doorn.Aanh.
263 Willem Blanckffoert en Albert Lubbersz., scheidslieden, tusschen Johan Lambersz. en Fije van Laer zijne zuster, verklaren, dat zij tusschen die beiden eene schikking hebben getroffen, betrekkelijk het goed Veldinck, onder bepalingen in het stuk vermeld.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert sesende tachtentich sDonredages nae suncte Valantijns daghe martyris.
Met de uith. (ietw.besch.) zz. der scheidslieden.
o.n. Sibculo LXXXVIIb.
v. Doorn.T.R.
264 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaren schuldig te zijn aan Frederick Kremer te Oetmersem en Gostuwe zijne vrouw, eene jaarlijksche rente van één mudde rogge, zoo lang zij leven, onder verband van des kloosters goederen.
In anno Domini M°CCCC°LXXXVI Petri ad Cathedram.
In margine: "vacat quia obierunt in annis XC et XCVI".
Cart.v.Sibculo fol. 17.
v. Doorn.Aanh.
265 Broeder Gherlich, prior en het convent van het Klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaren schuldig te zijn aan het klooster van Smale Ee in Smalingerland 30 gouden rhijnsche gld., te betalen na doode van Mechteld, huisvrouw van wijlen Johan Ulrekinck.
Anno Domini M°CCCC°LXXXVI Benedicti Abbatis.
In margine: "vacat quia redempti et soluti sunt isti XXX floren aurei anno XCIIII Michaelis unde habemus quintanciam inter litteras nostras etc. In fine: Quare istos XXX florenos exponsmus post mortem istius matrone et quomodo res se habeat cum istis require supra ad tale signum (+.
Cart.v.Sibculo fol. 17.
v. Doorn.Aanh.
266 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., verklaren dat zij Aleijde, dochter van Fenne Wernynck te Diffel, ontslagen heeft van alle hoorigheid aan het klooster behoudens Koermede zoowel als weldaad als voor eene geldsom.
Anno domini M°CCCC°LXXXVI° Benedicti abbatis.
Cart.v.Sibculo fol. 17vo.
v. Doorn.Aanh.
267 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren vergund te hebben aan Henrick Kamfferbeeck en Mille zijne vrouw, den terugkoop van 6 mudden rogge jaarlijksche rente, door hen aan het klooster verkocht uit de grove en smalle tienden over het erve Wermelinck, in het gericht van Hardenberch, kerspel en buurschap van Heemse gelegen.
Int jaer ons Heren MCCCCLXXXVI ipso die beati Marci Ewangelist.
In margine: "vacat quia redempti sunt anno XVcVI°.
Cart.v.Sibculo fol. 18.
v. Doorn.Aanh.
268 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe verklaren vergund te hebben aan Johan Blanckefort en Margarethe diens vrouw, den jaarlijkschen terugkoop van 3 mudden rogge, door hen aan het klooster verkocht. Int jaer ons Heren MCCCCLXXXVI Marci Ewangeliste.
Cart.v.Sibculo fol. 17vo
v. Doorn.Aanh.
269 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooste Galilea in Zybekeloe verklaren vergund te hebben aan Henrick Kamfferbeeck en Mille zijne vrouw, den terugkoop van 6 mudden rogge jaarlijksche rente, door wijlen Roloff Scaepshoeftt en Aleyt diens vrouw aan het klooster verkocht, uit hun huis en tuin te Heemse.
Anno Domini M°CCCC°LXXXVI° Philippi et Jacobi Apostolorum.
In margine: vacat quia redempti sunt in anno XCII°.
Cart.v.Sibculo fol. 18.
v. Doorn.Aanh.
270 Geert Mulert, rentmr. in Zallant, verklaart dat Geert Lambertssoen Broeder te Zebekeloe, met toestemming van Prior Geerlacus aldaar, heeft verkocht aan Johan Leffertssoen van Bergenthem zijn zevende deel van vijf deelen van het erve Velding dat in 12 deelen gedeeld is, benevens een derde deel van het geheele erve.
Vrije lieden, van den hof te Ummen: Geert van Aernhem & Volcker Albertssoen.
Gegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert sess ende tachtentich des Saterdages nae sante Urbanusdage des hiligen Pawes ende Martelers.
Met het uith.z.v.d.rentm. in br. w.
o.n.Sibculo LXXXVIIc.
v. Doorn.T.R.
271 Johan van Voirst verklaart door bisschop David van Burgondien na transport van Lubbertus Zuer, beleend te zijn met het erve ter Horst, gelegen in het kerspel van Ummen, buurschap Zeeze, doch dat dit is ten behoeve van Prior en Convent van Zybekeloe, hebbende hij zelf geen eigendom.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert sess ende tachtentich up sunte Jacobs avent des heiligen Apostels.
Met den uith.z.v.Derck van Voirst en Wicher Poppe in gr. w.o.n.Sibculo CXVa.
v. Doorn.T.R.
272 Henrick Zuijr en Lubbe zijne vrouw verklaren schuldig te zijn aan Prior en Convent van het klooster te Zybekeloe 30 overlandsche rhijnsche goudgld., herkomstig van wijlen Aleijt Henricks eerste vrouw en Lubbertus hun zoon, conventuaal te Zybekeloe, uit Aleids nagelaten goederen in en om Zwolle.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert sess ende tachtentich op sunte Remigiusdach des heiligen Biscops ende Confessors.
Met de uith.z.z. van Henrick Z., Wicher Poppe en Henrick van Yrte in gr. w.
o.n.Sibculo CXVII.
v. Doorn.T.R.
273 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe verklaren vergund te hebben aan Zweder Hoeffslacht en Ghese zijne vrouw den terugkoop van ééne mud rogge jaarlijksche rente, die zij aan het klooster verkocht hebben uit hun huis en erve binnen Oetmersem, en uit hun gaarde buiten de Poelpoort gelegen.
Anno Domini M°CCCC°LXXXVII in die Sanctorum Innocentum.
In margine: vacat quia redemptua est.
Cart.v.Sibculo fol. 18vo.
v. Doorn.Aanh.
274 Ghert Mulert, rentmr. in Zallant, verklaart dat Egbert Lambertssone heeft verkocht aan Johan Leffertssoen van Bergenthem zijn zevende deel van vijf deelen van het erve Veldinck, kerspel Hardenberch, buurschap Bergentheim.
Vrije lieden van den hof te Ummen: Ernst van Berghenthem en Bertolt van Haerst.
Int jaer ons Heren dusent vierhonderd seven ende tachtentich op der Octaven van Dertienden der heiligher hochtijt.
Met het uith.z.v.d.rentmr in gr. w.
o.n.Sibculo LXXXVIId.
v. Doorn.T.R.
275 Hinric van der A, schulte op Almeloveen, verklaart dat Wijcher Herman Jacobszoon, en Hennike, zijne vrouw hebben verkocht aan Gherd Wijffring en Grete zijne vrouw, 6 mudden winterrogge jaarlijks, uit hun land "de Tien akkeren", een en ander breeder in het stuk omschreven.
Kornoten: Bernt Grubbe en Johan Egbertssone.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent veerhondert seven en tachtentich up sunte Petersavent ad Cathedram des hilligen Apostels.
Met het uith. (ietw.besch.) z.v.den schulte in gr. w.
o.n.Sibculo CVIb.
v. Doorn.T.R.
276 Henrick van der Ae, schulte op Almelerveen, verklaart dat Wijcher Hermens en Johanna zijne vrouw hebben verkocht aan Arent, zoon van wijlen Johan Cluppels en Swene zijne zuster 6 schepel winterrogge jaarlijks, uit hun land "de Tien akker".
Cornoten: Clawes Jacobs en Berent Grubbe.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vijerhondert seven unde tachtentich up sunte Mathijsavent.
Met het uith.z.v.d. schulte in gr. w.
In dorso: "vacat ista littera quia illi 1 1/2 mud rogge de quibus loquitur, postquam illi agri in jure devenerunt ad nos, dati sunt monasterio nostro pro testamento ab Arnoldo et Zwenelde sorore ejus" etc.
o.n.Sibculo XCVa.
v. Doorn.T.R.
277 Henrick van der Ae, schulte op Almelerveen, verklaart dat Wicher Hermen Jacobssoenszoene, en Hennyken zijne vrouw hebben verkocht aan Prior en Convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.St.Bern., eene jaarrente van 5 mudden winterrogge uit hun land "de Tien akkeren" op Almelerveen gelegen en breeder in het stuk omschreven.
Koernoten: jonge Johan Claessoen en Hermen jacobssoen.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert seven ende tachtentich op Mathias avent des heiligen Apostels.
Met een brok v.h.uith.z.v.d. schulte in gr. w.
o.n.Sibculo CVIc.
v. Doorn.T.R.
278 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe verklaren dat Thomys die Rheyger heeft afgelost een erfelijk mud rogge, dat het klooster had uit het erve van wijlen Gostuwe ten Toerne.
Anno Domini M°CCCC°LXXXVII Gregorii.
In margine: vacat.
Cart.v.Sibculo fol. 19.
v. Doorn.Aanh.
279 Henrick Kamperbeke, richter ten Herdenberghe, verklaart dat Ermegert Schapeshovedes, Henrick, Ernst Mijlle en Katrijne hare kinderen hebben verkocht aan den Pater van Galilea in Zibbekelo, ten behoeve van dat klooster, hun huis c.a. te Heemse in het gericht van Herdenberge.
Koertnoten: Johan Blanckfoert en Johan Arntsz.
In jaer ons Heren dusent vierhundert seven ende tachtentich up sunte Georgiusdach.
Met het uith.z.v.den richter in gr. w.
o.n.Sibculo CXVIII.
v. Doorn.T.R.
280 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren schuldig te zijn aan de erfgenamen van Mechteld Ulrekinck, weduwe van Johan Ulrekinck, de somme van tien gouden rijnsche gld.
Int jaer ons heren MCCCCLXXXVII Jacobi Apostoli.
In margine: vacat quia solvimus monasterio de Smalen Ee etc.
Cart.v.Sibculo fol. 18vo.
v. Doorn.Aanh.
281 Arndt Buthecamp, gouwgraaf en richter te Ulsen, verklaart dat Hynrick van Besten, heeft laten "toeslaan" de goederen van wijlen Johan van Covorden onder Ulsen gelegen, te weten 2 1/2 schepel winterrogge jaarlijksche rente uit het erve Gheelkijnck, gelgen in het kerspel van Ulsen, buurschap Hylten.
Kornoten: Johan van Werne en Johan ter Becke.
Gegeven in den jare unss Heren dusent vierhundert ind seven inde tachtentich des Saterdages na sunte Jacobs shilligen Apostels.
Met een brokje van het uith. z.v.d.richter.
o.n.Sibculo CXIX annex transfix CXIXa.
v. Doorn.T.R.
282 Johan van Rechteren heer te Almelo, verklaart, als leenheer, na afstand en ten verzoeke van Lambert Zuust, zoon van wijlen Johan Zuest te hebben beleend broeder Gherlich, prior van het klooster Galilea in Zybekeloe, met het erve en goed Rosynck ca., onder hulderschap van Roloff Schonecamp.
Mannen van leene: jr. Seygher van Rechteren en van Voirst, leenman van Almelo, en Johan van Voirst, leenman van het sticht.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert seven und tachtentich op sunte Sixtusdach pape et martyris.
Met het uith.z.v.Johan v.R. in groenen wasse.
o.n.Sibculo XLVIIc. de erkenning door het convent: cart.v.Sibculo fol. 19vo.
v. Doorn.T.R.
283 Broeder Gherlich, prior en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren als leen ontvangen te hebben van jonker Johan van Rechteren, heer te Almelo, het erve Rosinck in het gerecht van Oetmersem, buurschap Vasse gelegen, c.a.
Int jaer ons heren MCCCCLXXXVII op sunte Sixtusdach Pape et Martiris.
Cart.v.Sibculo fol. 19vo.
v. Doorn.Aanh.
284 Wolter van Oij, ambtman der Abdis van Essende (Essen) verklaart beleend te hebben Beerndt Johan Lambertessoen, na doode zijns vaders met de heilige hoeve Nordinck c.a., ten behoeve van het klooster Galilea in Zibbekeloe.
Stichtsmannen: Geert Godensoen en Johan Waijer.
Gegeven int jair onss Heren dusent vierhondert seven ende tachtentich op sunte Lambertsavent Episcopi.
Het z.v.d.ambtman is afgevallen. Is transfix bij 1465 November 13.
o.n.Sibculo LXXXIVa.
v. Doorn.T.R.
285 Broeder Gherlich, prior te Zybekeloe verklaart, dat aan jr. Johan van Rechteren, heer te Almeloe, die zich borg heeft gesteld voor de betaling van 25 gouden rijnsche gld. door Wolter van Oij, zoolang zeker persoon leeft, na den dood van dien persoon de desbetreffende brief zal worden teruggegeven.
Uw supra (Int jaer ons Heren MCCCCLXXXVII Mathei Apostoli et Ewangeliste.
Cart.v.Sibculo fol. 21
v. Doorn.Aanh.
286 Broeder Gherlich, prior in Zybekeloe, verklaart dat Wolter van Oij aan het klooster heeft verkocht eene jaarrente van 25 gouden rijnsche gld., te betalen zoolang zeker persoon in leven is.
Int jaer ons Heeren MCCCCLXXXVII Mathei Apostoli et Ewangeliste.
In Margine: vacat.
Cart.v.Sibculo fol. 21.
v. Doorn.Aanh.
287 Arndt Buthecamp, gouwgraaf en richter te Ulsen, verklaart dat Johan en Ghert van Grone, gebr. hebben verkocht aan Sweder van der Schuleborch eene jaarlijksche rente van 4 1/2 mudde winterrrogge uit den hof te Hilten in het kerspel Ulsen, buurschap Hilten gelegen.
Kornoten: Gherdt Schouwe en Gherdt ten Cloester.
In den jaer onses Heren dusent vierhundert inde seven inde tachtentich des dynxdages nae sunte Remijgiusdage.
Met de uith.zz.v.d.Richter, Johan v.Gr., en heer Hynrick Haze in br. w.
o.n.Sibculo CIXa.
v. Doorn T.R.
288 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe verklaren in leen ontvangen te hebben van Vincencius, heer te Buren en Boesken, en van zijne vrouw Agnese van der Eze en van Gramsberch, het erve Wolterdinck in het gericht van Hardenberch en buurschap Aen gelegene, c.a.
Int jaer MCCCCLXXXVII in profesto sancti Luce Ewangeliste.
Cart.v.Sibculo fol. 20.
v. Doorn.Aanh.
289 Vincencius, Heer tot Buren en Boesken, en Agnese van der Eze, en tot Gramsberch, zijne echtgenoote, verklaren, na afstand en op verzoek van Henrick Kaetken Henrickssoen beleend te hebben Gherlich, prior van het klooster Galilea in Zybkeloe, ord.Bern., ten behoeve van dat klooster met het erve en goed Wolterdinck, in het kerspel Hardenberch, buurschap Aen.
Stichtsmannen van Utrecht: Albert van Vilsteren en Frederick Schonecamp.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert seven ende tachtentich op sunte Lucasavent Ewangeliste.
Met de uith.zz.v.Vincencius en Agnese in gr. w.
o.n.Sibculo LXXXIXb.
v. Doorn.T.R.
290 Arnt Butecamp, richter te Ulzen, verklaart dat Henrick van Besten heeft verkocht aan Prior en Convent van het klooster Galilea in Zybekeloe de jaarrente van 2 1/2 schepel rogge, bedoeld bij den brief dd. 1487 July 28, waarbij dit stuk transfix is.
Koernoten: de Schulte van Godelinchem en Volker Mardinck.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert seven ende tachtentich op Alre Goedes Heilighenavent.
Met het uith.z.v.den richter in gr. w.
o.n.Sibculo CXIXa.
v. Doorn.T.R.
291 Broeder Gherlich, prior, en het convent van Galilea in Zybekeloe verklaren vergund te hebben aan Henrick Herwerdinck te Holtheem den terugkoop van eene hooimaat, door hem met consent van vrouw Neeze van Gramsberch indertijd aan het klooster verkocht.
Int jaer ons Heren MCCCCLXXXVII.
In margine: vacat quia redempta est in anno XVc2° Martini.
Cart.v.Sibculo fol. 19vo.
v. Doorn.Aanh.
292 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren schuldig te zijn aan Roloff van Bevervoirde, zoolang hij leeft, een jaarlijksch bedrag van 25 gouden rijnsche gld., als heerenpacht, uit de erven Nijehuus en Naerremolen, in het gericht van Oetmersem, buurschap Gheisteren, onder verband van des kloosters bezittingen.
Int jaer ons Heren MCCCCLXXXVII etc.
In margine: vacat quia iste venerabilis vir Rodolphus obiit.
Anno M°CCCCXCI..........Thome Apostoli.
Cart.v.Sibculo fol. 20vo.
v. Doorn.Aanh.
293 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster te Zybekeloe, verklaren vergund te hebben aan Derck van Voirst en zijn erfgen. den teruggekoop eene jaarrente van 3 mudden rogge, aan het klooster gekomen bij testament van wijlen Wolter, Dercks dochter, uit het erve Luttike Merschinck in de buurschap Beerze.
Anno Domini M°CCCCIXXXVII° etc.
In margine: vacat quia redempti sunt in anno MVc2.
Cart.v.Sibculo fol. 19.
v.Doorn.Aanh.
294 Derck van der Schulenborch, ambtman van Laghe, verklaart dat Roloff van Bevervoirde heeft verkocht aan Prior en Convent van Galilea in Zybekeloe, ord.Bern., alle zijne goederen die hij had liggen binnen en buiten de vrijheid van Laghe met name de huissteden, gaarden, maden en kampen, vroeger gepacht door Mathias Grummert en Ludeken Hollinck, zooals hij die vroeger had gekocht van Aleff en Johan van Covorden. Koernoten en Gerichtslude: Arnt Zuer, Mathias Scopinck & Ghert Scroeder.
Ghegeven in den jaer ons Heren dusent vierhondert achte ende tachtentich opten neghenden dach in Junio.
Met de uith.z.z. v.d. Ambtman en Roloff v.B. in gr. w.
o.n. Sibculo LXXXIIIa.
v. Doorn.T.R.
295 Henricus de Beijeren, presbyter, notarius, verklaart dat heer Johannes Vos, presbyter, heeft geschonken aan Gherlacus, prior van het klooster Galilea genoemd Zibikeloe, ten behoeve van dat convent, eene jaarrente van 2 schepel rogge, uit zijn land onder Almelo gelegen, 25 gouden rhijnsche guldens, en wat hem verder aan roerend en onroerend goed mag aankomen, waartegen de prior "in dicta donatione plus affectum ponderans quam effectum", hem levenslang kost en kleding heeft toegezegd.
Presentes: Adam Gherardi de Leijdis en Laurencius Petri de Grafft.
Acta sunt hec in infirmaria conventus, anno nativitatis Domini millesimo quadringentissimo octuagesimo octavo mensis Decembris die decima octava.
met het teeken van den Notarius.
Latijn.
o.n.Sibculo CXX. Cart.p.162.
v. Doorn.T.R.
296 Roloff van Bevervoirde verklaart vergund te hebben aan Zweder van Averhaghen, zoon van wijlen Zweder, Gheerte zijne moeder en Heyle hunne dochter den terugkoop der grove en smalle tienden over het geheele erve Middesdorp gelegen in de buurschap Hertmen, kerspel en gericht van Borne, door hem indertijd van hen allen gekocht.
Keurnoten en getuigen: Ghert ten Hamme, richter te Oldenzaell, en Henricus Hensonis.
In den jaer ons Heren MCCCCLXXXIX opten naesten Dinxedag nae Valentini Martiris.
Cart.v.Sibculo fol. 34.
v. Doorn.Aanh.
297 Broeder Gherlich, prior en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren dat zij Griete, vrouw van Henrick ten Stade en Aleyde en Helen hunne dochters, hebben ontslagen van alle hoorigheid aan het klooster, zoowel als weldaad als voor eene geldsom. Int jaer etc. LXXXIX ipso die Mathie Apostoli.
Cart.v.Sibculo fol. 21vo.
v. Doorn.Aanh.
298 Johannes Smedes, kerkheer te Meppen in het sticht Ozenbrugge, verklaart, als notarius, dat Dedike Schade, als momber over Anne dochter van zijnen broeder Hinrick, te Alden, aan Prior en Convent van het klooster te Zebekeloe het erve ten Spolde, in de buurschap Herdinge, kerspel Ulsen gelegen, heeft afgestaan, c.a.
Getuigen: Pater en Procurator van het klooster Vrenswegen.
Anno Domini millesimo quadringentissimo octogesimo nono des anderen daghes na Annunciationis gloriose Virginis.
Met het teeken van den Notaris.
cfr. 1467 Juni 23 en 1468 July 22
o.n.Sibculo LXXXVIb.
v. Doorn.T.R.
299 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe verklaren schuldig te zijn aan heer Henrick van Beijeren pastor in den Ham, zoolang hij leeft 5 gouden postulaatguldens jaarlijks, onder verband van des kloosters bezittingen.
Anno Domini M°CCCC°LXXXIX in profesto Philippi et Jacobi Apostolorum.
In margine: vacat, obiit iste venerabilis Dominus anno XC Pasche.
Cart.v.Sibculo fol. 21vo.
v. Doorn.Aanh.
300 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren schuldig te zijn aan Frederick Kremer en Gostuwe diens vrouw, zoolang beide leven of één van beiden leeft eene jaarlijksche rente van 3 mudden rogge, waartegen het klooster jaarlijksch ontvangt 3 mudden erfrente uit het goed van Gostuwe, nader in het stuk omschreven.
Anno etc. LXXXIX° Philippi et Jacob Apostolorum.
In margine: vacat quia obierunt in annis XC et XCVI.
Cart.v.Sibculo fol. 22.
v. Doorn.Aanh.
301 Frederick Kremer en Gostuwe zijne vrouw, verklaren te hebben gegeven aan het convent van Zybekeloe de vierdehalf mud rogge, bedoeld bij den brief dd. 1457 April 14, waardoor dit stuk is getransfigeerd, die aan Steven van Tubberghen, Gostuwe 's eersten man, waren aangekomen van wijlen Daije van Tubberghen, met dien verstande echter dat, daar 1 1/2 mud zijn afgelost, het convent 2 mudden zal bekomen.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert neghen ende tachtentich Invencionis Sancte Crucis.
Met het uith.z.van Frederick Kr. in gr. w.
Is transfix bij 1457 April 4.
o.n.Sibculo LXVIa.
Cart.p. 149.
v. Doorn.T.R.
302 Broeder Gherlich, prior van het klooster Galilea in Zybekeloe verklaart Kunne ten Have, dochter van Deterd ten Have en Lubbe zijne vrouw, die blijkens een brief van jr.Everwijn, graaf te Benthem vrij was en onverbonden in eenigen echt, te hebben ontvangen als Keurmeedsche vrouw.
Int jaer ons Heren MCCCCLXXXIX des Manendaghes na Philippi et Jacobi Apostolorum.
In margine: vacat quia obiit.
Cart.v.Sibculo fol. 4vo.
v. Doorn.Aanh.
303 Ghert van Essen, als leenheer, verklaart beleend te hebben Lubbert zoon van wijlen Johan Lambertszoon, ten behoeve van Prior en Convent van Galilea in Zybekeloe, van de orde der Cysterciensers met den hof te Schonevelt en de erven Goedverdinck, Voegchdinck, Nannekate en het Luttike Broechuus, met alle toebehooren, gelegen te Wilsem, kerspel van Ulzen.
Leenmannen: Egbert ter Steghen en Esken Evertssone.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert neghen ende tachtentich op sunte Margarethendach der heiligher joncfrouwen.
Met het uith.z. van G. van Essen in gr.w.
o.n.Sibculo IVd.
v. Doorn.T.R.
304 Johan Lefertssoene van Bergenthem verklaart bij hij de verschillende gedeelten van het erve Veldinck, hem nu en dan aangekomen, niet in eigendom bezit, maar ten behoeve van Prior en Convent van Zybekeloe, zijnde hij steeds tot overdracht bereid.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert neghen ende tachtantich op sunte Jacobsavent Apostoli.
Met het uith.z.v.Johan L. in gr. w.
o.n.Sibculo LXXXVIIa.
v. Doorn.T.R.
305 Frederik van Zulen van Blekenberch, richter te Ummen, verklaart dat de kinderen van wijlen Johan Wedelincks, alias ten Broeckathe nl.Gherlich, Aleijt met Johan Mathiassoen als momber, Fenne, met Wolter Bensinck als momber, Berneer, Henrick Egbert en Mette met Wollter voorn. als momber en Engele, dochter van Egbert ten Broeckathe, met Arnt in den Bronchorst als momber, hebben verkocht aan Prior en Convent van Galilea in Zybekeloe hun geheele goed Broeckathe c.a., in het gericht Ummen, kerspel den Ham, buurschap Lynden.
Koernoten: Goesen Wedelinck toe Eerde en Johan Johanssoen ter Wonne.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende neghentich up sunte Agathen avent der heiligher Joncferen ende Martelerschen.
Met het uith.z.v.den richter in gr. w.
o.n. Sibculo CXXI.
v. Doorn T.R.
306 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren schuldig te zijn aan Ghese Volkerinck eene jaarlijksche rente van ééne mud rogge, bij wanbetaling te verhalen op de goederen van het Convent.
Anno M°CCCCXC Petri ad Cathedram.
In margine: Obiit anno XVc nono circa Michaelis.
Cart.v.Sibculo fol. 22vo.
v. Doorn.Aanh.
307 Broeder Gherlich, prior en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe verklaren schuldig te zijn aan Johan Kermelinck te Oetmersem en zijne vrouw Aleyd, zoolang beide leven of één van beiden, eene jaarlijksche rente van 2 mudden rogge, onder verband der goederen van het klooster.
Anno etc. XC° Petri ad Cathedram.
Cart.v.Sibculo fol. 22vo.
v. Doorn.Aanh.
308 Arnt Butecamp, ambtman te Nijenhuus, richter te Ulzen, van wege jr. Everwijn graaf te Benthem, verklaart dat de buren van de buurschap Ulzen, met volmacht van de erfgenamen der marcke van Ulzen hebben verkocht aan Prior en Convent van Galilea in Zybekeloe, eene hoeveelheid pootgrond, liggende aan de hof van het erve Ledebrijnck, en nader in het stuk omschreven, over welken pootgrond indertijd geschil is geweest.
Koernoten: Johan Koteken en Gheert Derckinck.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende negentich op onser Liever Vrouwen avent Nativitas.
Met het uith.z.v.d.richter in groenen wasse.
o.n.Sibculo IIb.
v. Doorn T.R.
309 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren dat zij Ghese, dochter van Bernt Gherbertinck te Wilsem en Wobbe zijne vrouw, ontslagen hebben van alle hoorigheid aan het klooster, zoowel als weldaad als voor eene geldsom.
Int jaer ons Heren MCCCCCXC ipso die Mathei Apostoli et Ewangeliste. Hier volgt nog: Empta est pro decem florenis aureis.
Cart.v.Sibculo fol. 23.
v.Doorn.Aanh.
310 Broeder Gherlich, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren, dat zij Ghebbe, dochter van Bernt Gherbertinck te Wilsem en Wobbe, zijne vrouw, hebben ontslagen van alle hoorigheid aan het klooster, zoowel als weldaad als voor eene geldsom.
Int jaer ons Herern MCCCC ende XC ipso die Jheronimi cofessoris et doctoris eximii.
Cart.v.Sibculo fol. 23vo.
v. Doorn.Aanh.
311 Henrick Kamfferbeecke, richter te Hardenberch, verklaart dat Johan van Wullen, drost te Ottensteijn, en Agnes zijne vrouw, hebben verkocht aan Prior en Convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, hun geheele erve Krommehoff, c.a. gelegen in het kerspel en de buurschap Heemse, gericht Hardenberch.
Koernoten: Johan Kammen en Henrick te Oestendarpe.
Ghegheven int jaer ons Heren dusent vierhondert een ende tnegentich op der heiligher Joncferendach Scholastica.
Met de uith.z.z.v.d.richter en Johan v.W. in gr. w.
o.n.Sibculo CXXII.
v. Doorn.T.R.
312 Ghert Mulert, rentmr. in Zallant,verklaart dat Goesen van Arnem en Lubbe diens vrouw verkocht hebben aan Bertold van Haerst hun erve Volkerinck c.a. gelegen in het gericht van Hardenberch, kerspel en buurschap Heemse.
Vrije lieden des hofs te Ummen: Johan Hilbrantssoen en Derck Striker.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert een ende tnegentich op sunte Petersdach ad Cathedram.
Met het uith.z.v.d.rentmr. in gr.w.
o.n.Sibculo CXXIII annex CXXIIIa-c.
313 Bertolt van Haerst verklaart, dat hij het erve Volckerinck, hem overgedragen door Gosen van Arnem, alleen bezit ten behoeve van Prior en Convent van het klooster Galilea in Zybekeloe.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert ende een ende tnegentich opten Sonnendach Reminiscere XC.
Met het uith.z.v.Bertolt v.H. in gr. w.
o.n.Sibculo CXXIIIa.
v. Doorn.T.R.
314 Gosen van Arnem geeft ten opzichte van het erve Volkerinck, hem aangekomen van zijn oom Ghert van Arnem, dezelfde verklaring als Bertolt van Haerst, in het stuk dd. 1491 Febr. 27, en betuigt door Prior en Convent geheel voldaan te zijn.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert een ende tnegentich op sunte Gregoriudach des heiligen Pawes.
Met het uith.z.v.Gosen van A. in gr. w.
o.n.Sibculo CXXIIIb.
v. Doorn.T.R.
315 Johan van Diffell verklaart door Prior en Convent van het klooster Galilea in Zybekeloe ten volle betaald te zijn voor het aandeel in het erve Volkerinck hem aangekomen van zijnen oom Ghert van Arnem, en bovendien aan dat klooster te schenken zijne halve holt-waar, geheeten Hermens van Ane halve waar, gelegen in Baerle.
Int jaer ons Heren M vierhondert ende een ende tnegentich op sunte Gregoriusdach Pape et Confesssoris.
Met het uith.z.v.Johan v.D. in gr. w.
o.n.Sibculo CXXIIIc.
316 Broeder Hermen, prior van het klooster Galilea in Zybekeloe verklaart Ghert den Hoyer, in het opschrift "to Yonne", zoon van Wolter en Berthe ten Ghetecathe, die vrij man was, als Koermedes man van het klooster te hebben ontvangen.
Int jaer ons Heren MCCCCXCI op sunte Johans Baptisten avent Nativitas.
In margine: vacat.
Cart.v.Sibculo fol. 34vo.
v. Doorn.Aanh.
317 Broeder Hermen, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe verklaren schuldig te zijn aan heer Evert Muller, vicarius te Almeloe, zoolang hij leeft, eene jaarlijksche rente van 4 1/2 mudden rogge, waarvoor Evert het klooster bij testament heeft bedacht.
Int jaer ons Heren MCCCCXCI in vigilia Omnium Sanctorum.
In margine: obiit.
Cart.v.Sibculo fol. 23vo.
v.Doorn.Aanh.
318 Derck van den Grave, (in het opschrift heet hij "frater noster") vergunt aan het convent der Ministerschen en de gemeene zusteren der derde orde van St. Franciscus van het zusterhuis bij Almeloe, den terugkoop van eene jaarrente van 5 gouden rijnsche gld., door hen van hem gekocht uit het erve Pouwelinck in de heerschap van Almeloe.
Int jaer ons Heren MCCCCXCI op sunte Thomas avent Apostoli.
In margine: vacat quia redempti sunt.
Cart.v.Sibculo fol. 28vo.
v. Doorn.Aanh.
319 Broeder Hermannus, prior van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaart dat hij en het convent ontvangen hebben van Derck Smijt, gehieten van den Grave, een gezegelde brief, houdende zijn testament ten voordeele van het klooster.
Int jaer ons Heren MCCCCXCII op Alre Kinderdach.
Cart.v.Sibculo fol. 23vo.
v. Doorn.Aanh.
320 Broeder Herman, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren vergund te hebben aan Henrick van Besten den terugkoop van zijn aandeel in de roggerente uit "die Toernsche guede" in het kerspel van Ulzen, vroeger door hem en zijn broeder Wessell aan het klooster verkocht.
Int jaer ons Heren MCCCC°XCII op sunte Anthoniusdach etc.
In margine: vacat.
Cart.v.Sibculo fol. 33.
v. Doorn.Aanh.
321 Broeder Hermen, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren aan Wessel van Besten, voor zooverre hem aangaat dezelfde vergunning te hebben als aan zijn broeder Henrick, volgens acte van 1492 January 17.
Int jaer ons Heren MCCCCXCII op sunte Anthoniusdach Confessoris.
Cart.v.Sibculo fol. 33vo.
v. Doorn.Aanh.
322 Henrick van der Ae, schulte op Almelervene,verklaart dat Mette, wed. van Zweder ten Stade en Bernt Zweders haar zoon hebben afgestaan aan Prior en Convent van Galilea in Zybekloe, ord.Cist., de jaarlijksche rente van 2 mudden winterrogge, bedoeld in den brief dd. 1469 Febr. 23, waarbij dit stuk transfix is.
Koernoten en gerichtslude: Johan Wicherss en Clawes Henrick Hermenssoen.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert twee ende tnegentich op sunte Anthoniusdach Confessoris.
Met het uith.z.v.d. schulte in gr.w.
o.n.Sibculo XCa.
Cart.p.200.
v. Doorn T.R.
323 Broeder Hermen, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren te hebben afgestaan aan het Gasthuis te Ulzen, waar men armen en pelgrims ontvangt, de brieven betreffende eene jaarrente van 5 mudden rogge uit "des vrijen erve" in het kerspel van Ulzen, buurschap Gheetloe gelegen, benevens een brief van 2 mudden rogge 's jaars, uit Robertinck te Ulzen, geschonken door wijlen Albert Gherbertinck medebroeder van het klooster. Int jaer ons Heren MCCCCXCII op sunte Agnietendach Viginis et Martiris.
Cart.v.Sibculo fol. 32.
v. Doorn.Aanh.
324 Henrick van der Ae, schulte op Almelerveen, verklaart dat Hermen Clawessoen en Lyse zijne vrouw hebben verkocht aan Prior en Convent van het klooster Galilea in Zybekeloe hunnen akker hooiland op Almelerveen gelegen, en allen met Heerenrente bezwaard.
Koernoten: Johan Bertssoen en Johan Wissen.
Int jaer ons Heren MCCCCXCII op sunte Agnietendach der heiligen Joncfrouwe ende Martiris.
Met het uith.z.v.d.schulte in gr. wasse.
o.n.Sibculo CXXIV,.
325 Henrick van der Ae, schulte op Almelerveen, kent toe aan Prior en Convent van Galilea in Zybekeloe, vertegenwoordigd door Bertolt ter Horst, als momber, 10 akkeren lands op Almelerveene gelegen, op grond van de oudste rentebrieven.
Koernoten: Egbert Hermen Jacobssoenszoen, en Ludeken Egbertssoen.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert twee ende tnegentich des anderen daghes nae sunte Pauwwelsdaghe Conversionis.
Met het uith.z.v. den schulte in gr. w.
o.n.Sibculo CXXV.
v. Doorn.T.R.
326 Peter Braeck, gouwgraaf te Nijenhuus, richter te Ulzen, verklaart dat Zweder van der Schulenborch, landdrost van Benthem, heeft afgestaan aan Prior en Convent van Galilea in Zybekeloe, ord.Cist., 4 1/2 mudde rogge beschapene tienden uit den hof te Hilten benevens dergelijke tienden uit de hof te Haveninchem (nader in het stuk omschreven) waartegen het convent afstaat een kamp genaamd de "Woltike esch" bij het dorp Velthuus.
Koernoten: Otte Butecamp en Johan Smijt.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert twee ende tnegentich op sunte Petersavent ad cathedram.
Met de uith.z.z.v.d. richter en Zweder v.d.S. in gr. w.
o.n.Sibculo CIXb.
v. Doorn.T.R.
327 Broeder Hermen, prior en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren bij transfixbrief overgegeven te hebben aan Zweder van der Sculenborch, landdrost van Benthem, den brief betreffende de Woltike Esch, gelegen te Velthuus, bij het dorp, waarvoor het klooster eene erfrente heeft ontvangen.
Int jaer ons Heren MCCCCXCII Petri ad Cathedram.
Cart.v.Sibculo fol. 24.v. Doorn.Aanh.
328 Broeder Hermen, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren schuldig te zijn aan Hessel Hermanssoen en Griete zijne vrouw, wanneer zij de "halve hove" niet meer bouwen, eene jaarlijksche rente van 8 mudden rogge, zoolang beide leven of één van beiden, ter voldoening van door het klooster van hen gekochte landerijen.
Int jaer ons Heren MCCCCXCII Petri ad Cathedram.
In margine: vacat quia mortui sunt.
Cart.v.Sibculo fol. 24vo.
v. Doorn.Aanh.
329 Broeder Hermen, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren vergund te hebben aan heer Heyderinck van Bevervoirde, canunnik der Kerken v.St.Maarten te Utrecht en van St. Plechelmus te Oldenzael, den terugkoop der 40 gouden rijnsche gld., door hem aan het klooster verkocht uit zijne erven Lasschehof, Steenhoff en Roloffinck, gelegen in het kerspel van Oldenzael, buurschap Vaelte.
Anno etc. MCCCCXCII ipso die Ambrosii.
In margine: vacat.
Cart.v.Sibculo fol. 27.
v. Doorn.Aanh.
330 Broeder Hermen, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren vergund te hebben aan heer Heijdenrijck van Bevervoirde den terugkoop van 5 gouden rijnsche gld., door hem aan het klooster verkocht uit de erven, genoemd in de andere oorkonde van 1492 April 4.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert twee ende tnegentich op sunte Ambrosiusdach des heilighen Biscops ende Confessoers.
In margine: vacat.
Cart.v.Sibculo 27vo.
331 Ghert Mulert, rentmr. van Zallant, verklaart, dat Johan Lambertssoen te Bergenthem en Hille zijne vrouw hebben verkocht aan Johan Leffertssoen van Bergenthem het geheele erve Veldinck, kerspel Herdenberch, buurschap en marke Bergenthem, c.a., met uitzondering van eenige deelen, nader in het stuk omschreven.
Vrije lieden v.d. hof te Ummen: Bertollt van Haerst en Derck Strijker.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert twe ende tnegentich op sunte Ambrosius dach des hiligen biscops ende Confessoers.
Met het uith.z.v.d. rentmr. in gr. w.
o.n. Sibculo LXXXVIIf.
v. Doorn.T.R.
332 Broeder Hermen, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, beloven, nu de buren van Ytterbeeck hun toegestaan hebben de 3 mudden rogge, bedoeld bij de oorkonde van 1443 Maart 29, af te lossen, de overige bepalingen in dat stuk in acht nemen, en vergunnen den meier op Bennekinck een stuk land van de marke achter Benninchoff te gebruiken.
Int jaer ons Heren MCCCCXCII op sunte Tilburcius en de Valerianusdach Martirum.
Cart.v.Sibculo fol. 26.
v. Doorn.Aanh.
333 Johannes Johannis Godfridi, notarius publicus, verklaart dat Amilius Theodrici, burger van Heusden en Heylwich zijne vrouw, bij uitersten wil over hunne goederen hebben beschikt als nader in het stuk is aangegeven.
Getuigen: Wenmarus Wenmari, deken van het Gorkumsche Collegie rijckHenricxzn en Cornelius Johannis, gezegd Blerinck.
Acta fuerunt hec gorcum in domo solite habitationis Hostii Johannis in camera anteriori anno etc. quibus supra (anno millesimo quadringentissimo nonagesimo secunde, die decima octava mensis Aprilis.
Met het teeken van den Notarius.
In dorso: de bonis et factis Johannis Hoesen fratris nostri.
Latijn.
o.n.Sibculo CXXVI.
v. Doorn.T.R.
334 Henrick Kanfferbeeck, richter te Herdenberge, verklaart dat Lambert Zuest, wonende te Zibekeloe, al zijne goederen aan het convent van Galilea in Zibekeloe heeft afgestaan waarvoor dat convent hem levenslang behoorlijk zal onderhouden.
Kornoten: Johan Kammen en Rotgher Wychmanninck.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert twe ende tnegentich adages na sunte Servatius dach des hilgen Biscopes ende Confessoers.
Met de uith.z.z.v.d. richter en Lambert Z. in gr. w.
o.n.Sibculo CXXVII.
Cart.p.273.
v. Doorn.T.R.
335 Henrick Kamperbeke, richter ten Herdenberghe, verklaart dat Lubbe Wichmans, met Henrick den Prenger als momberm heeft verkocht aan Johan Nedelinck Dyrcksz en Hille diens vrouw een stuk hooiland, genaamd "de gulden bodem" c.a., gelegen in het kerspel Herdenberghe, buurschap Holtheem.
Kornoten: Hermen Mensz en Bruen Reijnersz.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vierhondert twe ende tnegentich up sunte Viten ende Modesten dach der hilligher Mertelaren.
Met het uith.z.v. den richter in gr. w.
o.n.Sibculo CXXVIII annex transfix CXXVIIIa.
v. Doorn.T.R.
336 Broeder Hermen, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren vergund te hebben aan Wolter van Lenep en Mechteld zijne vrouw den terugkoop van eene jaarrente van 2 mudden rogge, door het klooster vroeger van hen gekocht uit het erve Anekinck, gelegen in het kerspel van Ummen, buurschap Beerze.
Anno etc. MCCCCXCII in vigilis Nativitatis Johannis Baptiste.
In margine: vacat redempti sunt.
Cart.v.Sibculo fol. 25.
v. Doorn.Aanh.
337 Broeder Herman, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe verklaren dat zij, zoowel als weldaad als voor een geldsom, Jutte, dochter van Johan Hoffman en Lutgard zijne vrouw wonende op ter Velschet te Heemse, ontslagen hebben van alle hoorigheid aan het klooster, blijvende zij echter koermedes der kerk.
Int jaer ons Heren MCCCCXCII Jacobi Apostoli.
Cart.v.Sibculo fol. 38vo.
v. Doorn.Aanh.
338 Broeder Hermannus, prior, Johannes Duysborch, supprior, Wolterus kelner, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren quitantie te hebben gegeven aan Iven Melijs Dircksonszoon en Gertrued zijne zuster voor hetgeen aan Johannes Melijs, zoon van Dirkssz. en Adriane hunnen conventsbroeder bij erfenis van zijne ouders is opgekomen.
Int jaer ons Heren MCCCC ende twe ende tnegentich sdages na sunte Bernardus des hiligen Abts.
Cart.v.Sibculo fol. 25.
v. Doorn.Aanh.
339 Broeder Hermen van Oldenzel, prior, Johannes Duesborch, suprior Wolterus Oitmerssum, kelner, en het convent van het klooster Galilea in Zibikeloe verklaren dat wijlen Dirck van der Schulenberch die aan het klooster bij testament 500 gouden rijnsche gld. heeft geschonken, met juffer Henrick zijne vrouw, voortdurend met zielmissen, memorien en dergelijke plechtigheden zal worden herdacht, dat dit mede het geval zal zijn met heer Symon van Schulenborch.T.V.D.,Dircks zoon, die het klooster 100 goudgld. en een partij boeken heeft gegeven, alsook met juffer Dirck v.d.S.voorz.Dirck's moeder, die 20 goudgld. schonk, en met mr. Henrick v.d.S.domheer te Monster, mede een zoon van Dirck, die de verschillende giften heeft uitgereikt.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert twe ende tnegentich op suncte Heronimusdach Confessoris et Doctoris eximii.
In afschrift uit den tijd.
Ook cart.v.S.fol.29.
340 Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe verklaren ontvangen te hebben van juffer Sophie van Eghen 100 overlandsche gouden rijnsche gld., waarvoor zij jaarlijks 3 mudden rogge zal ontvangen, tot aan de inlossing van dat bedrag door het convent.
Int jaer ons Heren MCCCCXCII op sunte Mertensavent in den wynter.
In margine: vacat quia obiit anno XVcXIII°.
Cart.v.Sibculo fol. 37vo.
v. Doorn.Aanh.
341 Broeder Hermen, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe verklaren verkocht te hebben aan Swene van der Roele, georen te Wilsem, eene jaarlijksche rente van 2 1/2 gouden rijnsche gld., uit het erve der Naerremoele, in het kerspel van Oetmersem, buurschap Gheisteren gelegen, onder verband van des kloosters bezittingen. Int jaer ons Heren dusent vierhondert twe ende tnegentich op sunte Katerinendach virginis et martiris.
In margine: vacat quia in aliam litteram scilicet duorum florenorum sunt permutati.
Cart.v.Sibculo fol. 30.
v. Doorn.Aanh.
342 Broeder Herman, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe verklaren verkocht te hebben aan Johannes Smeden kerkheer te Meppen, eene jaarrente van 5 gouden rijnsche gld., uit het Vicarien-erve, in het kerspel en gericht van Ulzen gelegen, onder verband van des kloosters bezittingen.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert twe ende tnegentich op sunte Katherinendach Virginis et martiris.
In margine: vacat quia redempti sunt illi quinque floreni in anno XCVII Martini.
Cart.v.Sibculo fol. 30vo.
v. Doorn.Aanh.
343 Henrick Kamfferbeeck, richter ten Hardenberghe, verklaart dat Johan Wedelinck Derckssoen en Hille zijne vrouw hebben afgestaan aan Prior en Convent van het klooster Galilea in Zybekeloe het stuk hooiland bedoeld bij den brief dd. 1492 Juni 15, waarbij dit stuk transfix is.
Koernoten; Willem Wedelinck en jonge Johan ter Wonne.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert twee ende tnegentich op sunte Nicholausavent Episcopie et Confessoris.
Met het uith.z.v.d. richter in gr. w.
o.n. Sibculo CXXVIIIa.
Is transfix bij CXXVIII.
v. Doorn.T.R.
344 Henrick van der Ae, schulte op Almelerveen, verklaart dat Peter Johan Pouwelssoenszone en Jutte zijne vrouw hebben verkocht aan Prior en Convent van het klooster Galilea in Zybekeloe een akker hooiland op Almerlerveen gelegen, nader in het stuk omschreven, en tevens daarmede een anderen akker hebben geruild.
Koernoten: Ludeken Egbertssoen en Ludeken Johanssoen.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert twee ende tnegentich op sunte Nicholausdach Episcopi et Confessoris.
Met het uith.z.v.den schulte in gr. w.
o.n.Sibculo CXXIX.
v. Doorn.T.R.
345 Broeder Herman, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe verklaren dat Johan van Twickloe, Jacob die Bake, heer Wessel, prior en bestuurder van het zusterenklooster te Almeloe, en heer Willem van Monster, als "testamentoers" (executeuren) van wijlen heer Henrick Hulscher gewezen kerkheer te Almeloe, hun hebben overgedragen een brief van 37 mudden rogge jaarlijksche rente, waarvan echter 20 waren afgelost.
Anno Domini M°CCCC°XCII in crastino Lucie virginis et martiris.
Cart.v.Sibculo fol. 32vo.
v. Doorn.Aan.
346 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibikeloe, verklaren schuldig te zijn aan de Priesteren en klerken van St. Gregoriushuis binnen Herderwijc eene jaarlijksche rente 24 mudden rogge, onder verband van des kloosters bezittingen.
Ghegeven in den jaer ons Heren dusent vierhondert twe ende tnegentich sMaenendages na sunte Lucie der hilger Jonffer.
In margine: vacat quia redemptie sunt in anno XCVII.
Cart.v.Sibculo fol. 28.
v. Doorn.Aanh.
347 Albert Waterinck verklaart verkocht te hebben aan Prior en Convent van Zybekeloe het erve Noetvelt, en een vierde deel van het erve Veldinck, buurschap Bergenthem, en dat, ten gevolge de uitspraak der scheidslieden Henrick Kamfferbeeck, schulte te Hardenberch en Egbert Oemkens, alle oneenigheid over gezegden koop is bijgelegd.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert twee ende tnegentich des Manendaghes nae sunte Lucien dach virginis et martyris.
Met het uith.z.v.H.Kamfferbeeck in gr. w.
o.n.Sibculo LXXXVIIg.
v. Doorn.T.R.
348 Henrick Kamfferbeeck, richter ten Hardenberghe, verklaart dat Derck Smijt, geheeten van den Grave, wonende in het klooster Zibekeloe, al zijne roerende en onroerende goederen aan dat klooster heeft geschonken voor zijne ziele zaligheid except zijne bezittingen in Cleefsland.
Koernoten: Egbert Oemken en Johan Wedelinck.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert twe ende tnegentich op sunte Thomas avent des hiligen Apostels.
Met de uith.z.z. van den richter en van Derck S. in gr. w.
o.n.Sibculo CXXX.
Cart.p.214.
v. Doorn.T.R.
349 Hessell Mulert verklaart dat hij uit gunst en tevens voor eene som gelds, aan Prior en Convent van het klooster Galilea in Zybekeloe zijnde dat klooster naar geestelijke en keizerlijke rechten, uit hoofde hunner orde, gevrijd van alle tol en weggeld, vrije passage heeft geschonken van de brug te Ummen.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert dree ende tnegentich op sunte Agnietendach virginis en martyris.
Met het uith.z. van Hessell Mulert in gr. w.
o.n. sibculo CXXXI annex CXXXIa.
v. Doorn.T.R.
350 Broeder Hermen, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaart schuldig te zijn aan juffer Sophie van Eeghen, zoolang zij leeft, jaarlijks 8 mudden rogge, wegens overdracht aan het klooster van de Bysteren tiende te Ummen op den esch, benevens eene geldsom, onder verband van des kloosters bezittingen.
Int jaer ons Heren MCCCCXCIII op sunte Agnetendach Virginis et Martyris.
In margine: vacat quia obiit etc.
Cart.v.Sibculo fol. 31.
v. Doorn.Aanh.
351 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe verklaren dat voor juffer Ffije van Eeghen wegens hare bijzondere begunstiging van het klooster, jaarlijks eenige memorien zullen worden gehouden, zoomede voor hare familieleden en dat zij van wege het klooster zal worden begraven etc.
Int jaer ons Heren MCCCCXCIII op sunte Agathen dach Virginis et Martiris.
Cart.v.Sibculo fol. 31vo.
v. Doorn.Aanh.
352 Henrick Kanfferbeeck, richter ten Hardenberge, betuigt, dat Johan Lambertsson te Bergenthem en Hille zijne vrouw verklaard hebben te hebben verkocht aan Prior en Convent van Zibekeloe het erve Veldinck, in de buurschap van Bergenthem c.a. en deswege naar genoegen te zijn voldaan.
Koernoten en Gerichtslieden: Bruen Reijnerssz & Lubbert Schomaker.
Int jair ons Heren dusent vierhonderd drie ende tnegentich sMaendaeges na Letare Jherusalem.
Met het uith.z.v.d.richter in gr. w.
o.n.Sibculo LXXXVIIh.
v. Doorn.T.R.
353 Alert van Heijden, richter te Oetmersem, verklaart dat Vrouwe Hillegond van Keppell, wed. Gheerd van Keppell, met Aernt Grubbe als momber, heeft afgestaan aan Prior en Convent van het klooster Galilea in Zibekeloe hare beschapen sloptienden in het kerspel van Ulsen, buurschap Wilsem, gelegen, nader in het stuk aangeduid.
Koernoten: Derck van Voerst en Johan Sasse.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert drie ende tnegentich op sunte Barnabasdach Apostoli.
Met het uith.z.v.den richter in gr. w.
o.n. Sibculo CXXXII.
v. Doorn.T.R.
354 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren ten jare 1475 op Michaelsavond Aleijde, dochter van Bernt Ottinghe en van Ghese zijne vrouw, aangenomen te hebben als Koermeedsche van het convent.
Int jaer ons Heren MCCCCXCIII Johannis Baptiste.
Cart.v.Sibculo fol. 40.
v. Doorn.Aanh.
355 Ghert van Essen, als leenheer, verklaart beleend te hebben Derck van den Cloester, Reinaltssoen, ten behoeve van Prior en Convent van Galilea in Zybekeloe, ord.Cisterc., met den hof te Schonevelt, en de erven Goedverdinck, Voechdinck, Nannekathe, en het Luttike Broechuus, met alle toebehooren, gelegen te Wilsem, in het kerspel van Ulzen.
Leenmannen: Olde Steven van Vonachten en Esseke Evertssoen.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert dree ende tnegentich op sunte Margaretendach virginis et martyris.
Met het uith.z.van G. van Essen in gr.w.
o.n. Sibculo IVe.
v. Doorn T.R.
356 Peter Braeck, goegreve (gouwgraaf) en richter te Ulzen, verklaart dat Vrouwe Hillegond van Keppell, wed. van Ghert van Keppell, ridder, met Arnt Grubbe als momber, heeft verkocht aan Prior en Convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Cist. het geheele erve en goed ten Bryncke, gelegen in het kerspel en dorp Ulzen, met alle toebehooren en opwonenden, benevens een aantal verschillende andere tienden in de kerspelen Ulzen en Velthuus, alle nader in het stuk gespecificeerd.
Koernoten en Gerichtslude: Arnt Schouwe en Wenerus Hergherinck, richter te Velthuus. Bijstanders: Ffrederick van Beveren, Commenduer van het huis te Oetmersem, en Johannes ter Haer.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert dree ende tnegentich op sunte Margarethen dach der heiligher jonckferen ende Martirin.
Met de uith.z.z.v.d. richter, vr. Hillegond, en Arnt Grubbe in gr. w.
Is annex in 1461 Febr. 22.
o.n. Sibculo LXXIIa.
v. Doorn.T.R.
357 Gerit Mulert, rentmr. van Sallant, verklaart dat hij, na het hout behoorende tot de waar van het goed Veldyng, onder Bergenthem, met beslag te hebben belegd in de meening dat het een volschuldig goed was, thans nu hem het goed blijkt vrij te zijn, verlof heeft gegeven aan het convent van Sybbekeloe om dat hout te verkoopen en er naar goedvinden mede te handelen.
Int jair onss Heren dusent vyerhondert dree ende tnegentich Saterdages nae sunte Jacopbsdach Apostoli.
Met het uith.z.v.d. rentmr. in br.w.
o.n.Sibculo LXXXVIIi.
v. Doorn.T.R.
358 Broeder Hermen, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe verklaren jaarlijks schuldig te zijn aan de wed. Vrouwe Hillegond Voets van Keppell, zoolang als zij leeft, eene som van 34 Rodolphus postulaat gld., onder verband van des kloosters goederen.
Int jaer ons heren MCCCCXCIII op sunte Bernardusdach abbatis et patris nostri.
In margine: vacat quia obiit in anno XCVII.
Cart.v.Sibculo fol. 36.
v. Doorn.Aanh.
359 Broeder Hermen, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren jaarlijks schuldig te zijn aan heer Johan Gheerlichs, vicarius op Almelervene, zoolang hij leeft, drie mudden rogge, waartegen deze bij testament aan het klooster eene jaarrente van 3 mudden rogge heeft vermaakt.
Int jaer ons heren MCCCCXCIII op sunte Johannisdach decollatio.
In margine: obiit anno Domini XVcXI° translationis Benedicti.
Cart.v.Sibculo fol. 35vo,
v. Doorn.Aanh.
360 Johannes Gherlichs, priester en Vicarius op Almelerveen, verklaart geschonken te hebben aan Prior en Convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Cist., de jaarlijksche rente bedoeld bij den brief dd. 1479 Febr. 3, waardoor dat stuk is getransfigeerd.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert dree ende tnegentich op sunte Johansdach Decollacio etc.
Met het uith.z.v.den priester in gr. w.
o.n.Sibculo CVId.
Cart.p. 276.
v. Doorn.T.R.
361 Johan Egbertssoen, schulte op Almelerveen, verklaart dat Hessel Hermenssoen en Griete zijne vrouw verkocht hebben aan Prior en Convent van het klooster Galilea in Zibekeloe een akker hooiland op Almelerveen gelegen, en nader in het stuk omschreven.
Koernoten: jonge Luddeken Sculten en Ludeken Tusvelt.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert drie ende tnegentich op sunte Johan Baptisten dach Decollatio.
Met het (besch.) uith.z.van den schulte.
o.n.Sibculo CXXXIII.
v. Doorn.T.R.
362 Alerd van Heijden, richter te Oetmersem, verklaart dat Ghert opt Hogehues heeft afgestaan aan Griete Hyndenhovedes en Florike en Sweder hare kinderen, een stuk lands geheeten het "Storckschot" door hem aangekocht van Johan en Lubbert Langgherdes en Swene hunne zuster.
Koernoten: Johan Scroeder en Sweder Hoeffslach.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert dree ende tnegentich op sunte Lamberts avent Episcopi et Martyris.
Met het uith.z.v.d. richter in gr. w.
o.n.Sibculo CXXXIV hierbij CXXXIV (bis).
v. Doorn.T.R.
363 Alard van Heijden, richter te Oetmersem, verklaart dat Johan en Lubbert Langheerdes, gebr. met Zwene hunne zuster en Derck en Zwene, zusters kinderen van wijlen Lubbert Langheerdes verkocht hebben aan Griete Hyndenhoevedes, Florike en Sweder hare kinderen een stuk land geheeten "des Storckes Scot" gelegen achter Brugghinck, kerspel Oetmersem, buurschap Olde Oetmersem, welk land bij kinderloos overlijden van koopers zal komen aan het klooster van Zybekeloe.
Koernoten: Zweder Hoeffslachen en Johan Albertssoen.
Ghegeven in den jaer ons Heren dusent vierhondert dree ende tnegentich op sunte Michaelsavent Archangeli.
Met het (ietw.besch.) uith.z.v.v.den richter.
o.n.Sibculo CXXXV hierbij CXXXV bis.
v. Doorn.T.R.
364 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe verklaren ter herinnering aan vrouwe Hillegond Voets wed.Gheerd van Keppell, die het klooster bij testament heeft begunstigd, jaarlijks een v at "stoers" te zullen koopen, tot het vieren van verschillende memorien.
Int jaer ons Heren MCCCCXCIII op sunte N.dach.
Cart.v.Sibculo fol. 36.
365 Broeder Hermen, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe verklaren dat zij al de rechten die zij, wegens eene onbetaalde jaarrente van 2 mudden rogge, hadden op het huis en de gaarden van wijlen Claes Berherinck te Ulzen, hebben overgedragen aan Henrick van Besten.
Int jaer ons Heren MCCCCXCIII ipso die etc.
Cart.v.Sibculo fol. 39vo.
v. Doorn.Aanh.
366 Broeder Herman, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe verklaren schuldig te zijn aan Johan Scroder te Oetmersem en Kunne zijne vrouw, zoolang beide leven, of een van beide, eene jaarrente van ééne mud rogge, waarvoor het geld betaald is, onder verband der bezittingen van het klooster.
Anno Domini M°CCCC°XCIIII in profesto Epiphani Domini.
Cart v. Sibcuclo fol. 38.
v. Doorn.Aanh.
367 Broeder Hermen, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe verklarende dat zij, zoowel als weldaad als voor eene geldzom, Arnd, zoon van Johan Hoffman en Lutgard zijne vrouw, wonende op de Velschet te Hemse, ontslagen hebben van alle hoorigheid aan hun klooster, blijvende zij echter Koermedes der kerk.
Int jaer ons Heren MCCCCXCIIII Purificationis Marie Virginis.
Cart.v.Sibculo fol. 39vo.
v. Doorn.Aanh.
368 Broeder Hermen, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe verklaren ontvangen te hebben van heer Gheerd Zuckeroed, heer Derck Raelt, canunnik te Deventer en Peter Gherijssz., samen executeuren, en van Peter Wittappel, Heijlwich Overeng en Wijsse Wittappel, erfgenamen en ook executeuren, van wijlen heer Johan Wittappel, de somma van 200 gouden rijnsche gld., nu door Johan bij testament aan het klooster gemaakt, waarvoor een altaar zal worden opgericht, missen gelezen enz.
Int jaer ons Heren MCCCCXCIIII op sunte Gregoriusdach des hilgen Biscoeps.
Cart.v.Sibculo fol. 39
v. Doorn.Aanh.
369 Wolter van Oij, ambtman der Abdij van Essende, (Essen) verklaart dat Henrick van den Water, namens broeder Hermannus, Prior van het klooster Galilea in Zybekeloe, hulde heeft gedaan voor de heilige hoeve Nordinck.
Stichtsmannen: Steven van den Rutenberghe en Johan van den Toerne.Het z.v.d. Ambtman is afgevallen.
Is transfix bij 1465 November 13.
o.n.Sibculo LXXXIVb.
v. Doorn.T.R.
370 Arnoldus ten Hove, clericus Traj.dyocesis, Notarius publicus, verklaart dat jufvr. Sophia de Eghen bij testament heeft beschikt over eene som van 100 rijnsche gld., welke Hermannus van Oldenzaell, prior, en Wolterus van Oetmersem, cellerarius van Zybikeloe, in bezit hebben, tegen eene jaarpacht van 8 mudden rogge, en waarvan de verdeeling nader in het stuk is gedetailleerd , gevende testatrix tevens eenige bepalingen aangaande hare begravenis.
Anno nativitatis Domini millesimo quadringentsemo nonogesimo (sic) quarto....mensis Octobris octava die.
Testes: Henricus Zuren en Sanderus Kremer, leeken en Zwolsche burgers.
In margine: vacat et executum est quia obiit anno XVeXII in vigilia Pasche.
Gedeeltelijk in het Latijn.
Cart.v.Sibculo fol. 48.
v. Doorn.Aanh.
371 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren vergund te hebben aan Wolter van Lenep en Mechteld van Steenwijck, zijne vrouw, den terugkoop eener jaarrente van 16 mudden rogge, die het convent heeft uit het erve Avekinck gelegen in het kerspel van Ummen, buurschap Beerse, voor 200 gouden rijnsche gld.
Int jaer ons Heren MCCCCXCIIII op sunte Lucasdach Ewngeliste.
In margine: vacat quia redempti sunt in anno MCCCCXCIIII Martini.
Cart.v.Sibculo fol. 41vo.
v. Doorn.Aanh.
372 Sweder van der Schulenborch, landdrost van Benthem, verklaart dat broeder Johan Arnijnck van wege Prior en Convent van Galilea in Zybekeloe, in zijne hand heeft gelegd 30 overl. gouden Rijnsche guldens, door hem ontvangen van de erfgenamen van Arnt Butecamp, ambtman te Nijenhuus, bij wien die som was geconsigneerd door het convent naar aanleiding van een geschil met Matheus van Gravestarpe over het recht van losse en wederkoop van twee erven.
Koernoten en Gerichtsluden: Johan Hummelken en Johan Werden.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert vier ende tnegentich op der Elven dusent Meechdedach.
Met het uith.z.v.Sweder v.d.S. in gr. w.
waar?
LXXXVIIIa.
373 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe verklaren schuldig te zijn aan Johan die Maeck en Berthe zijne vrouw, zoolang één van beiden leeft, eene jaarlijksche rente van 6 overlandsche gouden rijnsche gld., waarvoor zij 100 gouden rh.gld. hebben betaald, onder verband der bezittingen van het klooster.
Anno Domini MCCCCXCIIII op sunte Mertensdach Episcopie et Confessoris.
Cart.v.Sibculo fol. 40vo.
v. Doorn.Aanh. (onjuist op 1493).
374 Broeder Hermen, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren, dat zij Lubbe, dochter van Bernd Gherbertinck en Wobbe zijne vrouw, ontslagen hebben van alle hoorigheid aan het klooster, zoowel als weldaad als voor eene geldsom, blijvende zij echter "Koermedis" aan hunne kerk.
Int jaer ons heren MCCCCXCV ipso die Conversionis sancti Pauli Apostoli.
In margine: obiit anno Domini XVcXXI.
Cart.v.Sibculo fol. 41vo.
v. Doorn.Aanh.
375 Peter Braeck, gouwgraaf en richter te Ulzen, verklaart dat Johan en Lambert ten Velde, gebr., kinderen van wijlen Gheerd ten Velde, Griete ten Velde, wed.van Hermen ten Velde met hare kinderen Aleijde, Ffenne, Albert, Ghebbe en Heelike hebben verkocht aan Prior en Convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, ord.Cist., hun erve en goed Rengherdinck c.a., gelegen in het gericht van Ulzen, buurschap Itterbeke met nog een ander stuk land aldaar met eene bepaling aangaande borgstelling.
Kornoten: Johan ten Bakesvelde en Derck Bennekinck.
In den jaer ons Heren dusent vierhondert vijffendetnegentich des anderen dages na sunte Mathias dach Apostoli.
Met het uith.z.v. den richter in gr. w.
o.n.Sibculo CXXXVI.
v. Doorn.T.R.
376 Johan Egberts, schulte op Almelerveen, verklaart dat Albert Zwederssz en Ghebbe zijne vrouw hebben overgedragen "myt enen gronen strueke" aan Prior en Convent van het klooster van Zybekeloe al hunne aanspraken op "de tien Akkers" op Almelerveen gelegen en nader in het stuk omschreven.
Koernoten: Johan Claessen en Egbert Hermenssoen.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert vijffendetnegentich op sunte Vitusdach Martiris.
Met het uith.z.v.d. schulte in gr. w.
o.n.Sibculo CVIa.
v. Doorn.T.R.
377 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren schuldig te zijn aan Griete Amsynck, dochter van wijlen Bernt Schomaker, zooalng zij leeft, eene jaarlijksche rente van 3 schepel rogge, onder verband van des kloosters bezittingen.
Int jaer ons Heren MCCCCXCV op sunte Johannisavent Baptiste, Nativitas,
In margine: obiit ergo vacat.
Cart.v.Sibculo fol. 40.
v. Doorn.Aanh.
378 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren bij "plackesbreve" overgenomen te hebben van den graaf van Benthem, Fenne, dochter an Johan ten Loechuus en Fenne zijne vrouw, en die gezet te hebben op het erve Spoelde te Herdinghe, onder zekere voorwaarden in verband met den dood van haren man Johan ten Spoelde.
Int jaer etc. XCV Michaelis.
Cart.v.Sibculo Fol. 42.
v. Doorn.Aanh.
379 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, beloven te betalen aan Aleyd en Ghese dienstmaagden van wijlen Johan van Drunten, canunnik te Oldenzael, jaarlijks, zoolang zij leven, elk 3 schepel rogge, krachtens testament van gezegden heer Johan.
Int jaer ons Heren MCCCCXCV op sunte Lucasdach Ewangeliste.
In margine: vacat quia obierunt.
Cart.v.Sibculo fol. 40vo.
v. Doorn.Aanh.
380 Broeder Hermen, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren vergund te hebben aan Johan van Twickloe den Ouden, drost in Twenthe, den terugkoop eener jaarrente van 3 mudden, vroeger door hem aan het convent verkocht, uit zijn erve Everswill, gelegen in het kerspel van den Ham, gericht van Ummen.
Int jaer ons heren MCCCCXCV op Elven dusent Meechdedach.
Cart.v.Sibculo fol. 41.
v. Doorn.Aanh.
381 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea verklaren bij een transfixbrief verkocht te hebben aan Lambert van Losser zoodanige jaarrente van 2 mudden rogge, als beschreven staan in den brief waar deze transfix is doorgestoken.
Int jaer etc. XCVI ipso die Ambrosii.
Cart.v. Sibculo fol. 42.
Niet bij v. Doorn.
382 Willem van Sweten, Mr. Hermen Ludeloff, Peter van Mouwijck en Andrees Bondien verklaren een maagscheiid te hebben uitgesproken tusschen het klooster Galilea in Zybekeloe, ord.Cist. ter eene en de erfgenamen van wijlen Willem van Avereng, t.w. Ghert van Spoell, Hessel van Avereng, Ghert ter Moelen en Ghert Ulgher met Lubbe zijne vrouw ter andere zijde, betreffende 22 morgen lands tegenover de Peperkoek, in de Haghenhoeve, met eenige ander bepalingen.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert sess ende tnegentich des Dinxedaghes nae belaecken Paeschen.
Met de 8 uith.zz. der 4 scheidslieden en de 4 erfgenamen in gr. w.
o.n.Sibculo CXXXVII.
v. Doorn.T.R.
383 Vincentius, heer tot Buren en Bosichem, en Jacob van Yttersum ambtman op 't Laghe en rentmr. van Twenthe, geven uitspraak als scheidsrechters (moitsoenslude) in een geschil tusschen Prior en Convent van Zibekeloe ter eene en Johan van Wullen t.a.z., betreffende een stuk hooiland gelegen in Aenre Vlijer, met een erve Krommehoff in het kerspel van Heemze, gericht van Herdenberghe gelegen, indertijd door dat Convent van Johan v.W. en Agnes zijne vrouw aangekocht.
Tegenwoordig: Goessen die Bake, Hinrick van Oestendorp en Johann Kammen.
In den jair ons Heren dusent vierhondert sess ind tnegentich op sunte Marien Magdalenenavent.
met de uith.z.z. van Vincentius & Jacob in gr. w.
o.n.Sibculo CXXXIX.
v. Doorn.T.R.
384 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren ontvangen te hebben Conraet van Berckele, zoon van Gherd en Mette van Berckele, om Koermedes te wezen van hunne kerk, zullende zij zich echter mogen loskoopen voor een oud Fransch schild.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert sess ende tnegentich op Onser Liever Vrouwen avent Assumpcio.
Cart.v.Sibculo fol. 43.
v. Doorn.dl.5.
385 Johan van Haerst en Ghert van Haerst gebr. verklaren te bevestigen de schenking eener jaarrente van 4 mudden rogge, door hunne grootouders Henrick Puijst en Eufemya zijne vrouw aan het klooster Galilea in Zybekeloe gedaan, uit het erve Jacopinck, in het kerspel Emninchem, buurschap Vollsen gelegen, en dit met consent hunner moeder Jutte Puyst anders geheeten van Haerst.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert sessende tnegentich op sunte Remigiusdach Episcopie et Confessoris.
Met de uith.zz.v. Johan en Ghert v.H.
o.n.Sibculo CXXXVIII. Cart.p.296.
v. Doorn.T.R.
386 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe verklaren vergund te hebben aan de gebr. Johan en Gherd van Haerst, den terugkoop of aflossing van eene jaarrente van 4 mudden rogge, door hen vroeger gevestigd op hun erve Jacopinck te Volsen, gelegen in het kerspel van Emninchem, voor 48 gouden rijnsche gld.
Int jaer ons Heren MCCCCXCVI Luce Ewangeliste.
Cart.v.Sibculo fol. 48vo.
v. Doorn.dl.5.
387 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren vergund te hebben aan Henrick Kerstkens en Lyze zijne vrouw, den terugkoop of aflossing eener jaarrente van 8 mudden rogge, die het klooster heeft uit het erve Herspinck, gelegen in het kerspel van Hardenberch, buurschap Pedze, voor 100 gouden rijnsche gld.
Int jaer etc. MCCCCXCVI in vigilia Omnium Sanctorum.
In margine: vacat quia redemptie sunt anno XLIII.
Cart.v.Sibculo fol. 42vo.
v. Doorn.dl.5.
388 Broeder Hermannus , prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren schuldig te zijn aan Derck van Paesvelt, zoolang hij leeft, eene jaarrente van 3 overl. gouden en rh.gld., onder verband van de bezittingen van het Convent.
Int jaer ons Heren MCCCCXCVI op sunte Thomasdach Apostoli. In margine: vacat quia obiit in anno MCCCCXCIX.
Cart.v.Sibculo fol. 43vo.
v. Doorn.dl.5.
389 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren verkocht te hebben aan Gherd Husikens en Aleyde, zijne vrouw, een stuk land gelegen bij Oetmersem op den Esch bij den Korten (ligging nog verder beschreven), welk land het klooster bij testament was aangekomen van Steven Tubberghen en Gostuwe zijne vrouw, later in lijftucht gebruikt door Frederick Kremer en Gostuwe diens huisvrouw.
Int jaer ons Heren MCCCCXCVII op sunte Ambrosiusdach.
Cart.v.Sibculo fol. 46vo.
v. Doorn.dl.5.
390 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren dat zij Goesen, zoon van Johan Hoffman en Lutgarde, zijne vrouw, wonende op de vr.Belschet te Heemse ontslagen hebben van alle hoorigheid aan het klooster, zoowel uit gunst als voor eene geldsom, blijvende hij echter aan de kerk Keurmedig.
Int jaer ons Heren MCCCCXCVII op sunte Sixtusdach pape et martyris.
Cart.v.Sibculo fol.43vo.
v. Doorn.dl.5.
391 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren dat zij Egbert, zoon van Johan Hoffman en Lutgard zijne vrouw, wonende op de vr.Belschet te Heemse, hebben ontslagen van alle hoorigheid aan het klooster, zoowel uit gunst als voor eene geldsom, blijvende hij echter aan de kerk keurmedig.
Int jaer ons heren MCCCCXCVII op sunte Lucasdach Ewangeliste.
Cart.v.Sibculo fol.44.
v. Doorn.dl.5.
392 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren verkocht te hebben aan Claes Bentinck en Ermegart zijne vrouw, burgers te Campen, eene jaarrente van 10 Andriesgulden, hun hun Uuthoff te Marienborch, en voorts uit alle overige bezittingen van het klooster met beding van aflossing.
Int jaer ons Heren MCCCCXCVII ipso die XI millium Virginum.
In margine: vacat quia redempti sunt anno Domini XCVIII Michaelis,.
Cart.v.Sibculo fol. 44vo.
v. Doorn.dl.5.
393 Henrick van den Water en Lubbert van Merne, schepenen in Zwolle, verklaren, dat Derick van den Grave bij testament heeft vermaakt aan Prior en Convent van het klooster Zybekeloe alle zijne goederen, roerend zoowel als onroerend, zooals hij die in en om de stad Zwolle zal nalaten, op zekere voorwaarden in het stuk omschreven. (uitreiking van bier, bidden voor de ziel.)
Gegeven int jaer onss Heren dusent vierhondert acht ende tnegentich op sante Marie Magdalenen avent.
Met de uith. (ietw.besch.)zz. der beide schepenen.
o.n.Sibculo CXL.
Cart.p.349.
v. Doorn.T.R.
394 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea i Zybekeloe, verklaren verkocht te hebben aan Everd Ludekenssoen, burger te Zwolle en Mechteld zijne vrouw eene jaarrente van 5 gouden rijnsche gld., uit des convents huis en were in de Deserstraat, welks ligging nader wordt omscchreven, onder beding van terugkoop voor 100 gouden rijnsche gld.
Int jaer ons Heren MCCCCXCVIII des Manendages nae Marien Magdalenendach.
In margine: vacat.
Cart.v.Sibculo fol. 45vo.
v. Doorn.dl.5.
395 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe verklaren verkocht te hebben aan Henrick Becker wonende te Zwolle in de Smeden, en Ghese zijne vrouw, eene jaarrente van 8 mudden rogge, uit des convents huis en were in de Deserstraat gelegen, bedoeld bij de andere acte van dezen zelfden datum.
Ex toto ut in littera precedenti sub eodem dato, mutatis mutandis, scilicet nominibus et redditibus, etc.
In magine: vacat quia mutatum est ut postea habetur.
Cart.v.Sibculo fol. 46.
v. Doorn.dl.5.
396 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren verkocht te hebben aan Derck Evertssz en Mette zijne huisvrouw, 10 gouden rijnsche gld. uit de jaarrente van 16 gouden rijnsche gld., die het klooster heeft uit Arnt Munstershuis, te Zwolle bij de Waghe, vroeger bewoond door Ludeken Brants, met beding van terugkoop voor 200 gouden rijnsche gld.
Ghegeven int jaer ons Heren MCCCCXCVIII op sunte Gereoens en Victoersdach.
In margine: redempti sunt in anno XVcIII° Michaelis.
Cart.v.Sibculo fol. 45.
v. Doorn.dl.5.
397 Wolter van Aelde, basterd, richter in Roderloe van wegen Karel van Gelre, verklaart dat Berent, Werner, Henrick, Zweder, Johan, mondige kindren van Johan tho Elschaeten, benevens Tonijs, Bertolt, Willem, Mariken en Trude, onmondige kinderen van denzelfden, hebben goedgekeurd dat hun vader het erve en goed "die Roedenhaer", gelegen in het kerspel van Herllendoren, buurschap Eelen, met alle toebehooren, verkocht aan Prior en Convent van Zybekeloe, ord.Cist.
Gerichtslude: Willem Gaetscalks en Johan Lansinck.
Int jair onss Heren dusent vierhondert acht ende tnegentich Maendages na Alle Godes Hiligen.
Met de uith.zz.v.d.richter en van Johan t.E. in gr. w.
o.n.Sibculo XXC.
:Niet bij v. Doorn.
cfr, 1498 Nov. 10.
398 Johan van Zwolle, richter te Hellendoren, verklaart dat Johan van Elschoete en Bernd zijne oudste zoon, bij Aleyd zijne laatste huisvrouw, hebben verkocht aan Prior en Convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, ord.Cist., het erve en goed Roedenhaer c.a. gelegen in het kerspel van Hellendoren, buurschap Eelen, alleen bezwaard met 2 pond wasse 's jaars ten behoeve van het huis Rechteren, welke verkoop, blijkens overgelegde akte, is goedgekeurd door Peter Derijck en Jacob, kinderen uit Johan's eerste huwelijk met Marije, zoomede door zijne overige kinderen bij zijne 2e vrouw Aleyde gewonnen.
Kornoten en Gerichtslude: Sweder ten Broke en Henrick Peeck.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert acht ende tnegentich op sunte Martensavent.
Met de uit.z.z. van den Richter en Johan v. E. in gr. w.
o.n.Sibculo XXd.
Niet bij v. Doorn.
cfr. 1498 Nov. 5.
399 Broeder Hermannus Oldenzael, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren te zullen betalen aan heer Wenemer Voet, canunnik der kerk te Munster, jaarlijks zoolang hij leeft, eene som van 6 overl. gouden rijnsche gld., wegens bijzondere aan het klooster bewezen, zullende na zijn dood voor hem en zijne familie eene memorie worden gevierd.
Anno Domini M°CCCC°xcix° ipso die Vincencii Martyris.
In margine: Obiit iste venerabilis Dominus a°XVc nono circa circum sissionem (??) Domini.
Cart.v.Sibculo fol. 47.
v. Doorn.dl.5.
400 Henrick van Boelswing, landcommandeur, in Westphalen der Duitsche orde, ambtman van het capittel van Essende, in het sticht Collen, verklaart dat Hessell Mulert heeft verkocht aan Prior en Convent van hert klooster Galilea in Zibekeloe eene jaarrente van 4 mudden winterrogge uit zijn erf, de Hof te Archum geheeten, gelegen in het kerspel van Ummen, onder zekere bepalingen.
Getuigen: oningevuld.
In den jaer ons Heren dusent vierhondert neghen ende tnegentich sWonsdages na dem anderden Sonndach in der Vasten.
Met het uith.z.van Hessel M. in gr. w.; dat v.d. landcommandeur is afgevallen.
o.n.Sibculo CXLI.
v. Doorn.T.R.
401 Henrick Kamfferbeke, schulte ten Hardenberge, verklaart dat Johan Wedelinck te Diffel mede namens zijnen broeder Willem, en Gheert Helekinck te Reedze, gebr. hebben afgestaan aan Prior en Convent van het klooster Galilea in Zibekeloe de geheele nalatenschap van hunnen broeder Volker, als leekebroeder in dat klooster gestorven.
Koernoten: Hermen van Voirst en Wolter van Lennep.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert negen ende tnegentich op sunte Philippus ende Jacobsavent Apostolorum.
Met het uith.z.v.d. schulte in gr. w.
o.n.Sibculo CXIa.
Cart.p.299.
v. Doorn.T.R.
402 Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren dat zij Griete, dochter van Johan Johannynck en Ghese zijne vrouw, ontslagen hebben van alle hoorigheid aan het klooster en met name van een koermedesche echt die haar daaraan verbond, en dit zoowel als weldaad als voor eene geldsom.
Anno Domini MCCCCXCIX ipso die Decollationis Johannis Baptiste.
Cart.v.Sibculo fol. 46.
v. Doorn.dl.5.
403 Peter Braeck, richter te Ulzen, verklaart dat Henrick van Besten en Mechtelt zijne zuster hebben goedgekeurd het testament van wijlen hunnen vader Henrick van Besten, waarbij aan Prior en Convent van het klooster Galilea in Zibekeloe is toegekend eene jaarrente van één overlandschen gouden rijnsche gulden, uit het erve Koetherinck, gelegen in het gericht van Ulzen, buurschap Ytterbeke, met eenige bepalingen (voor zich en de zielen zijner ouders.) (vide v. Doorn.)
Koernoten: Engelbert van Werden en Wilm Robertinck.
Int jaer ons Heren dusent vierhondert negen ende tnegentich up sunte Egidiusdach Abbatis.
Met de uith.z.z.v.d.richter en Henrick en Vincentius van Besten in gr. w.
o.n.Sibculo CXLII.
v. Doorn.T.R.
Cart.p.308.
404 Broeder Hermannus, prior, en Everhardus, kelner in Zybekeloe, verklaren bij "plackaetsbrief" dat Fenne, vrouw van Johan Gherdes uit zulk een stam en volk is gesproten, en in zulken echt aan het convent plechtig is, dat "vier vote guet nae oeren versterve" etc.
Int jaer etc. MCCCC°XCIX sDinxedages na sunte Katherine.
Cart.v.Sibculo fol. 47.
v. Doorn.dl. 5.
405 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren dat zij Derck en Hermen, zoon van Ghert Waterinck en wijlen Hele, diens vrouw, ontslagen hebben van alle hoorigheid aan ht klooster, zoowel uit weldaad als voor eene gledsom, blijvende hij echter Koermeding aan de kerk, 't geen hij kan lossen met een oud fransch schild.
Ghegeven int jaer ons Heren MCCCCXCIX Lucie virginis et martyris.
Cart.v.Sibculo fol. 49vo.
v. Doorn.dl.5.
406 Hermannus, prior en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren dat zij Zwene, dochter van wijlen Albert ten Berchus te Hokelinchem, en Fenne zijne vrouw, hebben ontslagen van alle hoorigheid aan het klooster, zoowel als weldaad als voor eene geldsom.
Anno Domini MVc Epiphanie Domini.
Cart.v.Sibculo fol. 47vo.
v. Doorn.dl.5.
407 Aernt Rloffson Hukers en Bette zijne vrouw verklaren verkocht te hebben aan Prior en Convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, ord.Cist., twee morgen lands in Veluwe in het kerspel van der Wolde, in Tuijlre mark gelegen, waarvan de grenzen nader in het stuk worden omschreven.
Getuigen: Aernt ten Zande, Evert tho Hutskamp en Wijnolt, schoonzoon.
Ghegeven int jair ons Heren dusent vijffhondert, op sunte Agetendach.
Met de uith.zz.v. Willem Ludekens en Ludeke Eskens in gr. w. (voor Arent en Bette).
o.n.Sibculo CXLIII.
v. Doorn.T.R.
408 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren vergund te hebben aan Eylike Onsten, hoofdeling te Sauwert in Vrieslant, en Ode zijne vrouw, den terugkoop eener jaarrente van 21 1/2 mudden roggen, indertijd door het klooster van het gekocht uit hunne twee deelen en tienden over den Esch te Haren bij Groninghen, voor 200 overl. gouden rijnsche gld.
Int jaer ons Heren MVc op sunte Scolasticadach.
Cart.v.Sibculo fol.47vo.
v. Doorn.dl.5.
409 Broeder Hermen, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren dat zij Evert, zoon van Hermen Hoelinck en Fenne diens vrouw, hebben ontslagen, van alle hoorigheid aan het klooster, zoowel uit weldaad als voor eene geldsom, blijvende hij echter aan de kerk Koermedig.
Ghegeven int jaer ons Heren MVc op sunte Benedictusdach des heiligen Abts.
Cart.v.Sibculo fol. 49vo.
v. Doorn.dl.5.
410 Broeder Hermannus, prior van het klooster van Zibekeloe, verklaart in 't bijzonder van den Kelner, verpacht te hebben aan Johannes Heijnen en N. diens huisvrouw, zoolang zij of beider kind leven, de smalle tienden over het erve het Voerwerck ten Hardenberghe, tegen betaling van een pond was jaarlijks, zijnde deze verpachting uit gunst geschied.
Anno Domini etc. MVc Benedicti.
Cart.v.Sibculo fol. 62.
v. Doorn.dl.5.
411 Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren dat Peter Gotscalck zijnen zoon Gotscalck "die der werlt niet wal was nutte", om kost, kleeding en verzorging in het convent heeft geplaatst en dat deze zoon daarin is opgenomen, voor eene welbetaalde geldsom.
Int jaer ons Heren MVc des XXVII daghes in Novembri. In het opschrift heet Peter G. "consularis Davantriensis."
In margine: obiit.
Cart.v. Sibculo fol. 52vo.
v. Doorn.dl.5.
412 Robert van Ittersum, schulte te Hardenberge, verklaart, dat juffer Mechtelt van Difell, dochter van wijlen Ffrederick v. Diffell, met Johan Blancfort als momber, heeft verkocht aan Prior en Convent van het klooster Zibekeloe haar geheele erve Nijehues, gelegen in de buurschap te Diffell, kerspel van Heemse gericht van Hardenberge.
Koirnoten: Henrick Kamfferbeke en Egbert Scroder.
Verder tegenwoordig: Heer Gheert, pastoor te Heemse, Boldewijn Blancfort, en Johan van Ytterssum.
Int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende een op sunte Gregoriusavent.
Met de uith.z.z. v.d. schulte en Joh. Blancfort.
o.n.Sibculo CXLIV.
v. Doorn.T.R.
Cart.p.316.
413 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren vergund te hebben aan Volcker Heijne en Henrick zijne vrouw, den terugkoop of aflossing van eene jaarrente van 6 schepel rogge, door hen indertijd aan het klooster verkocht uit hunne hofstede binnen Hardenberch gelegen, en voorts uit gaarden en land buiten Hardenberch.
Int jaer ons Heren MVc ende een ipso die Ambrosii Episcopi en Confessoris.
Cart.v. Sibculo fol. 50.
v. Doorn.dl.5.
414 Broeder Hermannus, prior, van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaart, ook namens het convent, Johan, zoon van Ludeken Tusinck te Roetmen en van Aleijde diens vrouw, die een vrije knecht was, te hebben aangenomen als een Koermedes man van het convent, onder beding van lossing voor een oud fransch schild.
Int jaer ons Heren MVc ende een op sunte Philippus ende Jacobscdach, Apostolorum.
Cart.v.Sibculo fol. 50.
v. Doorn.dl. 5.
415 Robert van Ytterssum, richter te Hardenberge, verklaart, dat juffer Jutte van Reede, geb. van Ruthenberch, wed. van Godert van Reede, met Henrick van Oestendorpe als momber, bevestigt de schenkingen door haar man "tot een recht testament' aan de kloosters Zybekeloe en Albergen gedaan, bestaande o.a. uit een stuk lands bij Hardenberg.
Koirnoten : Laurens Albert Rijckmansson en Johan Stevenssoen.
In den jaer ons Heren dusent vijffhondert ende een op sunte Urbanus dach pape et Martyris.
Met het uith.z.v.d. richter in gr. w.
o.n.Sibculo CXLV.
Cart.p.320.
v. Doorn.T.R.
416 Broeder Hermannus, prior en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren vergund te hebben aan Johan van Bevervoirde, en zijne erven, den terugkoop van eene jaarlijksche rente van 3 mudden rogge, door hem indertijd aan het klooster verkocht uit zijn geheele erve Hemekinck, in het kerspel Oetmerssem, buurschap van Albergen gelegen, voor 36 gouden rijnsche gld.
Int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende een op sunte Jacobs avent des heiligen Apostels.
Cart.v.Sibculo fol. 50vo.
v. Doorn.dl.5.
417 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster van Zybekeloe, en broeder Johannes, prior, en het convent van het klooster van Albergen, verklaren vergund te hebben aan Jutte van Reede, wed. Goedert v. Reede, den terugkoop van het land en de renten te Hardenbergh, gelegen, door Jutte vroeger, krachtens testament van wijlen Goedert haren man, aan het klooster overgedragen voor 42 overl. gouden rijnsche gld.
Int jaer ons Heren MVc ende een op sunte Jacobs dach Apostoli.
Cart.v.Sibculo fol. 51.
v. Doorn.dl.5.
418 Johanne Spliteloffs, dochter van Herbert S., met Johan S. haren oom als momber, verklaart als leenvrouwe beleend te hebben Gerbert ten Bussche, zoon van ouden Gheerd, ten behoeve van het klooster Galilea in Zibekeloe, met de grove en smalle tienden over het erve Varwerck, in het gericht van Herdenberghe, en met de dito tienden over het erve Reijninck in het kerspel van Heemse gelegen.
Tegenwoordig: Gherbert ten Busch, de oude, en Maes Knoppert.
Int jaer onses Heren dusent vijffhondert ende een op sunte Dyonisiusdach.
Met het uith.z. van Johan S. in gr. w.
o.n. Sibculo CXLVI.
v. Doorn.T.R.
419 Frater Hermannus, prior, en de conventualen van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren dat zij broeder Everardus Zele, monnik te Zutphen, en priester in hun klooster, met den leekebroeder Herman,voorzien van volmachten en credentialen, hebben uitgezonden om als procuratores voor het klooster op te treden, vooral in de nalatenschap van Johannes Zele.
Anno domini M°Vc secundo ipso die Silvestri pape,
In het Latijn: Het opschrift luidt: Copia littera commissionis fratris nostri. Everardi missi in Zelandia ad extorquenda et emovenda aliqua bona hereditaria etc.
In margine: vacat.
Cart.v.Sibculo fol. XX 57.
v. Doorn.dl.5.
420 Ffrederick van Zulen van Bleeckenborch, richter te Ummen, verklaart dat Jacob van Uterwijck, castelein op de Venebrugghe, heeft verkocht aan Prior en Convent van het klooster Galilea in Zybekeloe (sic) alle pachtrogge die hij jaarlijks ambtshalve beurt op de Venebrugghe en uit het kerspel van den Ham en het gericht van Ummen voor 50 overlandsche gouden rijnsche gulden, onder eenige nadere bepalingen.
Koernoten: Tibbe Costers en Clawes Roloffssoene.
Int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende twee op sunte Benedictusdach des heiligen Abts.
Met het uith.z.v. den richter, en een spoor van dat van Jacob v.U. in gr. w.
o.n.Sibculo CXLVII.
Cart.p.324.
v. Doorn.T.R.
421 Broeder Hermannus, prior in Zybekeloe, en broeder Gherardus, prior in Vrensmegen geven een moetzoensbrief af, als dedingslieden in een geschil tusschen Gheert Nijehuus en Johan Elberts, meijers der beide kloosters, op hunne erven te Gheisteren woonachtig, betreffende het gebruik der erven Nijehuus en Elbertinck onder bepalingen nader in het stuk omschreven.Met de uith.z.z. der beide kloosters in gr. w.
o.n. Sibculo CXLVIII.
v. Doorn.T.R.
422 Broeder Hermen, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren vergund te hebben aan Lamme, wed. van Otte Gruter, levenslang te blijven wonen in het huis te Campen waar zij nu woont, dat bij haar dood aan het klooster zal terugvallen, onder gehoudenheid van Lamme tot onderhoud.
Int jaer ons Heren MVc ende twee Undecim milium virginum.
Cart.v.Sibculo fol. 51vo.
v. Doorn.dl.5.
423 Heer Hermen van Oldenzal, prior van het convent van Zybekeloe en het convent van dat klooster, machtigen Herman van Nijenhuus dienaar van Mr. Gheryt van den Toern, deken van St. Peter te Utrecht, om over te geven in vrijen eigendom aan Willem Joestenssz. de rechte halfscheiding eener hoeve en van eene halve hoeve gelegen onder het gericht van Scalkwijck, vroeger eigendom van jonkvr. Elyzabeth van Laer, wed. Derck v. Alphen, volgens landrecht.
Int jaer ons heren MVc ende drie Sabbato post Epiphanie etc.
In margine: vacat.
Cart.v.Sibculo fol. 65.
v. Doorn.dl.5.
424 Hermannus Oldenzael, prior, Johannes Doysborch, supprior, Wolterus Rover, cellerarius, Wolterus Poppinck en Johannes Ghemnis, seniores van het klooster te Zybekeloe, verklaren dat Mr. Gheryt Bruens, canonicus te Deventer, aan het convent bij testament heeft vermaakt eene jaarrente van 5 gouden rijnsche gld. van de 30 die hij van de stad Deventer heeft, onder voorwaarde dat het convent ze hem levenslang zal uitbetalen en na zijn dood memorien voor en hem familieleden zal vieren.
Int jaer ons Heren dusent vijff hondert ende dree op sunte Valentyns dach martiris.
Cart.v.Sibculo fol. 52.
v. Doorn.dl.5.
425 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren dat zij Albert Scurinck zoon van Bernt Scurinck te Ytterbeeck en wijlen Berthe diens vrouw, hebben ontslagen van alle hoorigheid aan het klooster, zoowel uit weldaad als voor eene geldsom.
Anno Domini M°Vc tercio altera die Benedicti.
Cart.v.Sibculo fol. 56vo.
v. Doorn.dl.5.
426 Pastoren, Burgemeesteren en Raad in Groningen verklaren, dat de 4 Procuratoren der Minrebroeders van de Observancie hebben verkocht aan de kloosters Sybekeloe en van den derden regel van S.Franciscus te Oldenzeel eene hoeveelheid grasland, gelegen, in de Paddepoel, in het kerspel Wierum, nader in het stuk omschreven.
Burgemeesters: Roloff Ulder, Tese Yarges, Ludeken Hoerneken, en Johan Woldrinck.
Ghegeven in den jare ons Heren dusent vijff hundert ende drie des Vrijdages voer Philippi et Jacobi Apostolorum.
Met de (besch.) 4 zz. van P.B. en R. in r. & gr. w.
o.n.Sibculo CL.
v. Doorn.T.R.
427 Broeder Hermannus, prior en het convent van het klooster Zybekeloe, verklaren met de Zusteren te Oldenzaell gesamentlijk schuldig te zijn aan de vier Procuratoren der Minderbroeders van de Observantie te Groningen, 1400 gouden rijnsche gld., welk bedrag door beiden in 3 jaren zal worden betaald, nl. 200, 300 en 200 gld.
In den jaer ons Heren MVc ende dree Philippi et Jacobi.
Het opschrift heeft: Copia litera unius summe pecuniarie solvende in Groningen pro agris pascualibus ibidem emptis a fratribus Minoribus.
Cart.v.Sibculo fol. 51vo.
v. Doorn.dl.5.
428 Broeder Hermannus, prior, Johannes Duysborch, supprior, Wolterus Rover, kelner, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren verkocht te hebben aan heer Henrick Pelsinck, priester, eene jaarrente van vijf overl. gouden rijnsche gld., uit den Uuthof en molen te Marienborch, en voorts onder verband der overige bezittingen van het klooster, behoudens het recht van terugkoop voor 100 dergel.gld.
Int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende dree ipso die Philippi et Jacobi Apostolorum.
In Margine: vacat quia redempti sunt anno XIIII°.
Cart.v.Sibculo fol.54.
429 Broeder Hermannus van Oldenzaell, prior, Johannes Druyborch, supprior, Wolterus Rover, kelner, Johannes van Ghemen,. Wolterus Poppinck, senioren van het klooster Galilea in Zybekeloe verklaren verkocht te hebben aan Mr. Gheryt Bruens, canunnik te Deventer eene jaarrente van 9 mudden rogge, uit hun erve Marienborch, en de molen, daarbij gelegen in het kerspel van Hardenbergh, en voorts onder verband van alle andere bezittingen des kloosters.
Int jaer ons Heren MV° ende dree Pancracii.
In margine: vacat quia redempti sunt anno XVc octavo ipso die Philippi et Jacobi.
Cart.v.Sibculo fol. 53.
v. Doorn.dl. 5.
430 Gherardus Bruens, canunnik van St. Lebuinuskerk te Deventer, verklaart vergund te hebben aan Hermannus van Oldenzaell, prior, Johannes van Duysborch, supprior, Wolterus Rover, kelner, Johannes van Ghemen en Wolterus Poppinck, senioren van het klooster Galilea in Zybekeloe, en aan het convent, den terugkoop van 9 mudden rogge, aan hem verkocht uit het erve Marienborch en den molen daarbij, voor 100 gouden overl. gouden rijnsche gld.
Anno etc. MVc ende dree sexta feria post Penthecostas.
In margine: vacat.
Cart.v.Sibculo fol. 53vo.
v. Doorn.dl. 5.
431 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren dat zij Stine, dochter van wijlen Henrick Noerdinck te Daerle en Ghese zijne vrouw, ontslagen hebben van alle hoorighei9d aan het klooster, zoowel uit weldaad als voor eene geldsom.
Int jaer ons Heren M vijffhondert ende dree Viti Martiris vel circa.
Uit het opschrift blijkt dat deze manumissio is gegeven pro VII florenis aureis.
Cart. v. Sibculo fol. 52vo.
v. Doorn.dl. 5.
432 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren dat zij Ffenne, dochter van Johan Hoffman op ter Velschet en van Lutgarde diens vrouw, ontslagen hebben van alle hoorigheid aan het klooster, zoowel uit weldaad als voor eene geldsom, blijvende zij echter koermedes aan convent en kerk.
Int jaer etc. MVc ende dree in Octavo venerabilis Sacramenti.
In het opschrift nader: to Heemse op der Velschet.
Cart.v.Sibculo fol. 54vo,.
v. Doorn.dl.5.
433 Broeder Hermannus, prior, van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaart in ruil te hebben afgestaan aan Abdis en convent van der Honnope twee morgen lands, gelegen in Vorachter-Maat, Vogler bij Heerde (in de Betuwe?) nader in het stuk omschreven, tegen 3 morgen lands in de Veluwe, in Tuelre Mark, kerspel van der Wolde in de Zeventien Hoeven, en eveneens nader omschreven.
Int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende dree op dach Margarete Virginis et Martiris.
Met het (besch.) z.v.d. Prior in gr. w.; dat van het convent is verdwenen.
o.n.Sibculo CLI.
v. Doorn.T.R.
434 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zijbekeloe, verklaren verkocht te hebben aan de geestelijke jonkvrouwen van Honope, een jaarlijksche rente van een halven gouden, overl.rijnschen gld. uit hun erve Velthoff, gelegen in de Veluwe, in het kerspel en de Marke van Gheetloe, onder verband van de overige goederen van het klooster, met beding van terugkoop voor 10 dergelijke gld.
Int jaer ons Heren MVc ende dree op sunte Margarethen dach virginis et martiris.
In margine: vacat quia redemptus est a° XVe IIII°.
Cart.v.Sibculo fol. 56.
v. Doorn.dl.5.
435 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren te hebben afgestaan aan jonkvr. Willem van Doetinchem, dochter van wijlen Engbert v.D., twee morgen lands, geruild van het convent ter Honepe, gelegen in Veluwe, in het kerspel van der Wolde in Tuylre-Marke in de Zeventien Hoven, (grenzen nader omschreven), en daarvoor in ruil ontvangen te hebben omstreeks 3 morgen lands, gelegen in genoemd kerspel en marke, benevens eene geldsom, met eenige voorwaarden over de tins-betaling.
Anno M°Vc tercio Jacobi vel circa.
Cart.v.Sibculo fol. 58.
v. Doorn.dl.5
436 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren dat zij Griete, dochter van wijlen Hermen ten Hersthus te Ulsem en Fenne diens vrouw, ontslagen hebben van alle keurmedigheid aan het klooster, zoowel uit weldaad als voor het daarop staande bedrag, blijvende echter hare kindren Ghert, Hermen en Fenne koermedig.
Int jaer ons Heren dusent Vc ende dree, altera die Assumpcionis Marie Virginis.
Blijkens het opschrift woonde Griete op Stutynck te Wilsem.
Cart.v.Sibculo fol. 54vo.
v. Doorn.dl.5.
437 Broeder Hermannus van Oldenzaell, prior, Johannes van Duysborch, supprior, Wolterus Rover, kelner, Wolterus Poppinck en Johannes van Ghemen, senioren, van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren verkocht te hebben aan Mr. Gheryt Bruens canunnik te Deventer eene jaarlijksche rente van 10 gouden, overl. rijnsche gld., uit hun erve en huis binnen Deventer, nu bewoond door Bernt ter Brugghen, welks ligging nader wordt omschreven, en voorts onder verband van alle goederen van het klooster.
Int jaer ons Heren M vijffhondert ende dree op sunte Egidius avent.
In margine: redempti sunt anno nono.
Cart.v.Sibculo fol. 55.
v. Doorn.dl.5.
438 Gherardus Bruens, canunnik van St. Lebuinuskerk te Deventer, verklaart vergund te hebben aan Prior en Convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, den terugkoop der jaarrente van 10 gouden overl. rijnsche guldens, bedoeld bij de acte van 31 Augustus 1303, voor 200 dergelijke guldens.
Ghegeven int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende dree op Onser Liever Vrouwenavent Nativitatis.
In margine: vacat.
Cart.v.Sibculo 55vo.
v. Doorn.dl.5.
439 Willem van Doetinchem, dochter van wijlen Engbert van Doetinchem met haar broeder Willem als momber, verklaart eene ruiling te hebben aangegaan met Prior en Convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, van 2 morgen lands in de Veluwe gelegen, kerspel van Der Wolde, in Tuylremarke in den Seventienhoven tegen 2 morgen lands in hetzelfde kerspel en marke, afkomstig van het klooster van der Honepe, onder eenige bepalingen, o.a. over den waterloop.
Int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende dree op sunte Lambertsdach Episcopi et Martiris.
Met het uith.z.v. Willem v. D. in gr. w.
o.n.Sibculo CXLIX.
v. Doorn.T.R.
440 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster van Zybekeloe, en broeder Godfridus, cofessor der zusteren van den 3en regel van St. Franciscus te Oldenzael, verklaren gezamentlijk gekocht te hebben van den Raad (Schepenen) der stad Groningen en van de 4 Procuratoren der Minderbroeders van de Observantie aldaar, 120 grazen lands in de Paddepoelt gelegen dat van de koopsom een gedeelte betaald, en een gedeelte verrekend is, dat zij nog 1400 gouden rijnsche gld. te betalen hebben, en dit zullen doen in 3 jaren, nl. 200, 300 & 200 gld.
Ghegeven int jaer ons Heren MVc ende dree op Remigiusdach Episcopi et Confessoris.
In margine: vacat quia redempta et soluta est summa a° XVcX et quitanciam habemus.
Onder de acte de opgave der renten uit die landen. cfr. de acte 1503 Mei 1.
Cart.v.Sibculo fol. 59.
v. Doorn.dl.5.
441 Hermannus, prior van het klooster van Zybekeloe, Henricus Veug, pastoor der kerk van Covorden, Swene Yeghers, ministersche van de zuster der 3e orde bij Almelo, verklaren als handgetrouwen (executeuren) van wijlen Willem van Munster, vicarius te Almelo, krachtens diens brieven en testament hebben gegeven aan Wessel Moolemans en Talle diens vrouw: huis, hof en landerijen binnen en buiten Covorden, 2 lijftuchten van boter en rogge, huisraad en kleinodien, alles onder zoodanige bepalingen en beperkingen als in het stuk worden vermeld.
Int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende dree op sunte Mertens dach Episcopi et Confessoris.
In margine: vacat.
Cart.v.Sibculo fol. 58vo.
v. Doorn.dl.5.
442 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren verkocht te hebben aan juffer Griete van Worten eene jaarlijksche rente van 3 mudden rogge, uit hun hof en molen ter Marienborch, en voorts onder verband van des kloosters bezittingen, behoudens recht van terugkoop voor 30 gouden r.gld.
Int jaer ons Heren MVc ende dree Brixii Episcopi et Confessoris.
In margine: vacat quia redempti sunt anno XXXII in profesto sancti Katherine.
Cart.v.Sibculo fol 60vo.
v. Doorn.dl.5.
443 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren dat zij Ffenne, dochter van Lambert Arnynck en Hazeke diens vrouw te Ytterbeecke, ontslagen hebben van alle hoorigheid aan het klooster, zoowel uit weldaad als voor eene geldsom.
Int jaer ons Heren MVc ende vier op sunte Agnetendach virginis et martyris.
Cart.v.Sibculo fol. 60.
v. Doorn.dl.5.
444 Broeder Hermannus, prior van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaart dat Hazeke Amynck te Ytterbeeck, onze meijersche, met Henrick haren broeder, heeft overgedragen aan Mette hare dochter haar huis en gaarde, nu door haar bewoond, op voorwaarde dat Hazeke levenslang gebruik van huis en gaarde zal hebben, en dat Mette de jaarlijksche "onraet" zal betalen.
Int jaer ons Heren MVc ende IIII Vincencius Martiris.
Cart.v.Sibculo fol. 60.
v. Doorn.dl. 5.
445 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren dat zij Albert, zoon van Gherd Schetteringhe en Stijne diens vrouw wonende op huis en erf Nijehuus te Gheisteren, ontslagen hebben van alle hoorigheid aan het klooster, zoowel uit weldaad als voor eene geldsom.
Int jaer ons Heren MVc ende vier Scholastice virginis.
Cart.v.Sibculo fol. 61.
v. Doorn.dl.5.
446 Broeder Hermannus van Oldenzaell, prior, Gherardus van Leijden, supprior, Wolterus Poppinck, en Johannes van Ghemen, seniores en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren verkocht te hebben aan Johan Boeck en juffer Wyse diens vrouw, eene jaarrente van 5 Philippusgld. uit hun huis en were gelegen te Deventer aan de Brinck (ligging nader omschreven) en onder verband der overige bezittingen des kloosters, behoudens recht tot wederkoop van 100 gouden Phls.gld.
Int jaer ons Heren MVcIIII Odulphi Confessoris.
In margine: vacat quia redempti sunt anno nono.
Johan Boick heet in het opschrift consularis Daventriensis.
Cart.v.Sibculo fol. 61.
v. Doorn.dl.5.
447 Broeder Hermannus, prior, en Wolterus Rover, kelner, te Zibekeloe, verklaren vergund te hebben aan Johan Vagedinck te Wilsem om te huwen met hunne meijersche Ffenne, op het erve het Groote Broichus, en dit goed levenslang tegen eene pacht te bebouwen, terwijl bij het verlaten van het erve, aan Johan, zoo hij zijne vrouw overleeft, een negende deel daarvan "tot zinen live" zal hebben.
Int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende vier op dach Lebuini Confessoris.
Cart.v.Sibculo fol. 84vo.
v. Doorn.dl.5
448 Broeder Hermannus van Oldenzaell, prior van het klooster Galilea in Zybekeloe, Gherardus Leydis, supprior, Johannes Sutphanie, kelner, Wolterus Oetmersem en Johannes van Ghemen, seniores, en het gemeene convent verklaren gemachtigd te hebben Mr. Gheryt van den Toern, deken van sunte Peter te Utrecht, en diens neef Hermen van de Busche, canunnik van St. Marie, tot den verkoop van 6 morgen lands, liggende op Blomendaell in gemeenschappelijk bezit met het klooster te Gheijn, hun beide vroeger aangekomen van wijlen Derck van Alphen en juffer Elizabeth van der Laer.
Int jaer MVc ende IIII ipso die gorgonii Martiris.
In het opschrift heeft het land: sex jugera terre juxta Vianen que habuimus ex parte Heley, fratris nostri.
Cart.v.Sibculo fol. 62.
v. Doorn.dl.5
449 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren verkocht te hebben aan heer Werner Poppe eene jaarlijksche rente van twee overl.gouden rijnsche gld., uit alle goederen van het klooster, met beding van terugkoop voor 40 dergelijke gld.
Int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende veer op sunte Remigiusdach des hillighen Bisscopes ende Confessors.
In margine: vacat quia redempti sunt anno XIII°
Poppe is, blijkens het opschrift, Vicarius ecclesie Zwollensis.
Cart.v.Sibculo fol. 63.
v. Doorn.dl. 5.
450 Broeder Hermannus, prior en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren verkocht te hebben aan heer Werner Poppe eene jaarlijksche rente van twee mudden rogge, uit alle des kloosters goederen, met beding van terugkoop voor 25 gouden rijnsche gld.
Int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende veer op sunte Remigius dach Episcopi et Confessoris.
In margine: vacat quia redempti sunt anno octavo ipso die S.Francisci.
Cart.v.Sibculo fol. 63vo
v.Doorn.dl.5
451 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster van Sibekeloe, verklaren verkocht te hebben aan Pastor & Procucator van O.L. Vrouwen Boodschap in St.Michielskerk te Zwolle, eene jaarlijksche rente van vier overl.gouden reijnsche gld., uit een weer en huis bij de waag te Zwolle, nu bewoond door Arent Munter (en nader omschreven), met beding van terugkoop voor 80 dergelijke gld. Int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende veer op dach Remigii Episcopie et Confessoris.
In margine: vacat quia redempti sunt anno Domini XVc Michaelis.
Cart.v.Sibculo fol. 64.
v. Doorn.dl.5.
452 Broeder Hermannus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren verkocht te hebben aan Ghertrud Gheije, wed.van Johan Gheije, eene jaarlijksche rente van tien Philippus goudguldens, onder verband van al des kloosters goederen, met beding van terugkoop voor 200 dergelijke gld.
's Sondages na sunte Remigiusdaghe des hillighen Bisscops ende Confessoers int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende veer.
In margine: vacat quia redempti sunt anno XVcVI.
Cart.v.Sibculo fol. 62vo.
v. Doorn.dl.5.
453 Broeder Johannes, prior der Regulieren te Albergen en Ludolphus van Yttersum, pastoor te Almeloe, als executeuren van Evert Molner, vicarius te Almeloe, verklaren, krachtens testament van gezegden heer Evert, overgegeven te hebben aan de kloosters van Zibekeloe en van Vrenswegen, bij Noirthorn, eene jaarlijksche rente van 4 mudden rogge uit het erve Hondebrynck, in de heerschap Almeloe gelegen.
Int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende vijve op dach sancte Agnetis Virginis et martiris.
Met het uith.z. van Prior Johannes in gr. w.; dat van Lud.v.Y. is afgevallen.
o.n.Sibculo CLII.
v. Doorn. T.R.
454 Ludeken Egbertszone, schulte op Almelervene, verklaart dat Hessell Hermenszoen erkent aan Prior en Convent van Zibekeloe quitancie te hebben gegeven voor de betaling van 4 akkeren lands en eenig hooiland, vroeger door hem en zijn vrouw Griete "na venemanieren" verkocht, zijnde een deel van den koopprijs door hem kwijtgescholden.
Koernoten: Henrick Stockelmann en Hermen Valke.Int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende vijve op sunte Valentijnsdach.
Met het uith.z. van den schulte in gr. w.
o.n.Sibculo CLIII annex CLIIIa & CLIIIb.
v. Doorn.T.R.
455 Ludeken Egbertszoen, schulte op Almelerveen, verklaart dat Hermen Valke erkent volkomen voldaan te zijn over wat hij als erfgenaam van zijne zuster Griete, wed. van Hessel Hermenszoen mocht kunnen vorderen van Prio en Convent van Zibekeloe, betreffende de koopsom van 4 akkeren lands.
Koernoten: Werner Gheert Tijessz en Henrick Stockelman.
Int jaer onss Heren dusent vijffhondert ende vijve op sunte Petersavent ad Cathedram.
Met het uith.z.v.d.schulte in gr. w.o.n.Sibculo CLIIIa.
v. Doorn.T.R.
456 Broeder Gherardus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren verkocht te hebben aan Ghese Beckers, wed. van Henrick Becker, wonende te Zwolle, in de Smeden eene jaarlijksche rente van 4 mudden rogge, uit hun Uuthoff en molen te Marienberch, en voorts uit alle goederen van het klooster, met beding van terugkoop voor 50 gouden rijnsche gld.
Int jaer ons Heren M vijffhondert ende vijff op sunte Tiburcius ende Valerianusdach martirum.
In margine: vacat quia redempti sunt anno 33.
Cart.v.Sibculo fol. 66vo.
v.Doorn.dl.5.
457 Broeder Gherardus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren schuldig te zijn aan Ghese Beckers, wed. van Henrick Beckers, wonende te Zwolle in de Smeden, levenslang eene jaarlijksche rente van 4 mudden rogge, onder verband van de bezittingen van het klooster.
Int jaer ons Heren M vijffhondert ende vijff ipso die Tiburcii et Valeriani.
In margine: vacat.
Cart.v.Sibculo fol. 67.
v. Doorn.dl.5.
458 Broeder Gherardus van Leijden, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren schuldig te zijn aan vrouwe Aleyd van Baerll, zoolang zij leeft, eene jaarlijksche rente van 2 mudden rogge, onder verband van des kloosters goederen.
Int jaer ons Heren MVc ende vijff op sunte Marcusdach Ewangeliste.
Cart.v.Sibculo fol.65vo.
v. Doorn.dl.5.
459 Broeder Gherardus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren dat zij Johan, zoon van wijlen Hermen ten Hersthuus te Wilsem en van Fenne diens vrouw, hebben ontslagen van alle keurmedes recht, waarmede hij aan het klooster was verbonden, zoowel uit weldaad als voor het daartoe staand bedrag.
Int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende vijf op sunte Johans Baptisteavent Nativitatis.
Cart.v. Sibculo fol.64vo.
v. Doorn.dl.5.
460 Henrick van Boedelswijnge, landcommandeur, der Balije van Westphaelen, ambtman van Abdis en Capittel van Essende, verklaart beleend te hebben Gerardus van Leijden, prior, ten behoeve van het convent van Sybbekeloe, met het erve Noerdynck, gelegen in het kerspel van Helendorn, buurschap Dairloe.
Stichtsmannen: Johan van den Torn en Egbert Rijnvijsch.
Gegeven int jair ons Heren duysent vijffhondert ende vijve op sunte Pouwelsavent.
Het zegel van den landcommandeur is verdwenen met een uitgescheurd stuk.
o.n.Sibculo LXXXIVc.
v. Doorn.T.R.
461 Broeder Gherardus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren kwijting te geven aan Everd Aitzack, Katherine diens vrouw en Aelke van Zassenem, hare zuster, te Sutphen, van de erfenis het klooster aangekomen, van broeder Martinus van Sassenen, hun conventuaal, door het overlijden van Gheryt van Sassenhem en Agnes diens vrouw, ouders van Katerine, Martinus en Aelke voornd.
Int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende vive op sunte Laurenciusavent des hillighen Mertelers.
Cart.v.Sibculo fol. 68.
v. Doorn.dl.5.
462 Broeder Gherardus van Leyden, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren schuldig te zijn aan Egbert Lambertinck, zoolang hij leeft, jaarlijks een vierendeel rode Meiboter, of de marktwaarde daarvan, uit alle bezittingen van het klooster.
Int jaer ons Heren MVc ende vijff op sunte Matheusavent Apostoli et Eangeliste.
In het opschrift heet deze Egbert "van Roetmen".
Cart.v.Sibculo fol. 65.
v. Doorn.dl. 5.
463 Broeder Gherardus van Leyden, prior, Everhardus Zelen, subprior, Johannes van Sutphen, kelner, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren verkocht te hebben aan Frederick Rijnvisch den Olden, en Alyd diens huisvrouw, eene jaarlijksche rente van 32 mudden rogge, uit hunnen Uuthoff, de Marienborch geheeten, c.a. en voorts uit alle andere goederen van het klooster, onder beding van terugkoop voor 400 overl. keurv. gouden rijnsche gld.
Int jaer ons Heren MVc ende viffe op sunte Michaelsdach.
In margine: vacat quia redempti anno XVIII.
Cart.v.Sibculo fol. 67vo.
v. Doorn.dl.5.
464 Broeder Gherardus van Leyden, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren verkocht te hebben aan Johan Vasseman en Stijne zijne vrouw eene jaarlijksche rente van 4 mudden rogge, uit hunne Uuthoff en molen ter Marienborch c.a., gelegen in het kerspel Hardenberch, en voorts uit alle andere goederen van het klooster, onder beding van terugkoop voor 30 over.rijnsche gouden gld.
Int jaer ons Heren viffhondert ende vijff op sunte Remigiusdach Episcopi et Confessoris.
In margine: vacat quia redempti sunt anno XVII.
In het opschrift heet Vassemen "to Zwolle".
Cart.v.Sibculo fol. 65vo.
v. Doorn.dl.5.
465 Broeder Gherardus van Leyden, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren verkocht te hebben aan Vrouwe Aghese Beckers te Zwolle in de Smeden, wed. van Henrick Beckers, eene jaarlijksche rente van acht mudden rogge, uit hun molen en Uuthoff te Marienborch, en voorts uit alle andere goederen van het klooster met beding van terugkoop voor 100 overl.gouden rijnsche gld.
Int jaer ons Heren mVc ende vijff op sunte Lucasdach Ewangeliste.
In margine: vacat quia redempti sunt anno 33.
Cart.v.Sibculo fol.66.
v. Doorn.dl.5.
466 Broeder Gherardus van Leyden, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe,verklaren toegestaan te hebben aan Vrouwe Agnes van der Eza van Gramsberch, vrouwe te Buren en Bosinckhem, weduwe, den terugkoop van eene jaarrente van 32 mudden rogge, vroeger aan het klooster verkocht uit hare erven Avekinck opt Hen en Eskinck, gelegen in het kerspel van Hemse, gericht van Hardenberch, voor 400 overl.keurn. gouden rijnsche gld.
Int jaer ons Heren MCCCC ende vijff op sunte Mertensavent Episcopi et Confessoris.
Cart.v.Sibculo fol.68vo.
v. Doorn.dl.5.
467 Broeder Gherardus van Leyden, prior, Johannes van Zutphen, kelner, en het convent van het klooster Galilea in Zybekeloe, verklaren ontvangen te hebben van Bernt Slotboem de 60 gouden rijnsche gld. toekomende aan de conventuaal Johannes Slotboem van Zutphen, volgens magescheid met zijnen vader gezegden Bernt.
Int jaer ons Heren M vijffhondert ende Sesse Velentini Martiris.
Cart.v.Sibculo fol. 69.
v. Doorn.dl.5.
468 Ludeken Egbertssz.schulte op Almelervene, verklaart dat de jonge Johan Peterssz. Peter Stockmans en alle andere erfgenamen van Kessel Hermenssz quitancie hebben gegeven aan Prior en Convent van Zibekeloe, van alle pnenningen die zij uit Hessel's nagelaten boedel van het klooster te vorderen mochten hebben.
Koernoten: Peter Jan Pauwels en Egbert Luijkens.
Int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende sess, op dach sanctie Petri ad Cathedram.
Met het uith.z.v.d. schulte in gr. w.
CLIII 6.
469 Broeder Everhardus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren verkocht te hebben aan Evert Neerman en Lutgher zijne vrouw, eene jaarlijksche rente van 10 gouden overl., rijnsche gld. uit het huis van Aernt Munster, te Zwolle bij de Waag gelegen, en voorts uit alle andere bezittingen van het klooster, behoudens recht van terugkoop voor 200 dergelijke gld.
Int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende zesse des Sundages voer sunte Matheusdach.
In margine: vacat quia redempti sunt anno XIII°.
Cart.v.Sibculo fol. 69.
v. Doorn.dl.5.
470 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren dat zij Herman, zoon van wijlen Esken en van Aleit Hollinck van Wilsem, nu geheeten Slingeborch, als koermedig van hunne kerk hebben ontvangen, welke Herman vroeger vrij man was, blijkens den brief van Herman van Wullen en Ermgart diens vrouw.
Int jaer ons Heren MVc sexto Undecim milium Virginum.
Cart.v.Sibcuclo fol. 71.
v. Doorn.dl.5.
471 Boldewijn Blanckefoert, als leenheer, verklaart beleend te hebben Roloff Kamfferbeeck, ten behoeve van Prior en Convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, met het erve Vrijlinck c.a. gelegen in de buurschap van Diffell, kerspel van Heemze, benevens met het erve Velschet c.a. in de buurschap en het kerspel Heemze beide in het gericht van Hardenberge.
Stichtsmannen van Utrecht: Claes van Vilsteren en Evert die Bake.
Int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende seven op avent Conversionis Pauli.
Met het uith.z. van B.B. in gr. w.
o.n.Sibculo CLIV.
v. Doorn.T.R.
472 Broeder Godefridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren vergund te hebben aan Johan van Wullen en jonffer Neze Staels de lossing van 6 mudden rogge jaarlijksche rente, die Johan Claes te Swolle heeft ui hun erve Krommehoff, gelegen in het kerspel en de buurschap Heemse, gericht van Hardenberg, vroeger door het klooster van Johan en Neze gekocht, waartegen, zal vervallen de jaarrente van 6 mudden rogge, die het klooster heeft uit het aan Johan en Neze behoorende erve Mathevredinck, in het kerspel en gericht van Hardenberg gelegen. Int jair ons Heren dusent vijffhondert ende soven des Donredages na sunt Scolastica der hilliger Jonfferen.
Cart.v.Sibculo fol. 70.
v. Doorn.dl.5.
473 Broeder Godefridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren dat zij Jacob, zoon van Johan Hoffman op de Velschet en van Lutgart diens vrouw, ontslagen hebben van alle hoorigheid aan het klooster zoowel uit weldaad als voor eene geldsom, blijvende hij echter aan het klooster keurmedig.
Int jaer ons Heren MVc ende soven siersten Dinxdages na Paeschen.
Cart.v.Sibculo fol. 70vo.
v. Doorn.dl.5.
474 Burgemeesteren en Raad in Groningen verklaren dat de Prior van het klooster Galilea in Zibekeloe en broeder Hermannus die Maick gemachtigde en principaal erfgenaam, hebben verkocht aan Mr.Hugo ten Muel, Johan Ridder, Aleit Hornkens, Johan Wifferdinck, Helpinck Ulgers en Peter Johanssz., als zusters kinderen en zwageren van Hermannus, verschillende erven, jaarrenten en andere goederen, nader in het stuk gespecificeerd, waarvan de koopsom door de belanghebbenden is ontvangen.
Gegeven in dem jaer onss Heren dusent vijffhondert ende soven des Saterdages vor sunte Ffranciscusdach.
Cart.v.Sibculo fol. 78vo.
v. Doorn.dl.5.
475 Broeder Godifridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe verklaren schuldig te zijn aan Ghert Wesselinck en Swenne diens vrouw, levenslang eene jaarlijksche rente van 2 gouden rijnsche gld. onder verband van alle bezittingen van het klooster.
Int jaer ons Heren dusent vijffhondert ende sevene op sancte Martinusavent.
In margine: vacat.
Cart.v.Sibculo fol. 72.
v. Doorn.dl.5
476 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren dat zij Roleff, zoon van wijlen Egbert Henninge en van Ghese zijne vrouw, ontslagen hebben van alle hoorigheid aan het klooster, zoowel uit weldaad als voor eene geldsom.
Int jar onss Heren MVc ende achte op Octave der hilligen Driekoningen.
Cart.v.Sibculo fol. 71.
v. Doorn.dl.5.
477 Broeder Godfridus, prior, en het Convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren vergund te hebben aan Arnt Fredericksz. en Ghese zijne vrouw, den terugkoop van eene jaarlijksche rente van 3 mudden rogge, vroeger van hen gekocht uit een akker lands op Almelervene gelegen (ligging nader omschreven) voor 12 gouden, overl.keurw.rijnsche gld. het mud.
Int jar ons Heren MVc ende achte op sunte Peter ad Cathedram.
Cart.v.Sibculo fol. 71vo,
v. Doorn.dl.5.
478 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren dat zij Aleyt, dochter van Evert en Ghese ten Lutkenbrockhus, ontslagen hebben van alle hoorigheid aan het klooster, zoowel uit weldaad als voor eene geldsom.
Int jair onsz. Heren dusent vijffhondert ende achte op sunte Johannis Baptiste avent Nativitatis in denn sommer.
Cart.Sibculo fol. 73.
v. Doorn.dl.5.
479 Broeder Godfridus, prior, Wolterus Rover, kelner, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren verkocht te hebben aan Johannes ten Torne eene jaarente van 10 gouden keurv.rijnsche gld., uit alle bezittingen van het klooster behoudens beding van terugkoop voor 200 dergel.gld.
In den jar unsz Heren dusent vijffhondert ende achte op sunte Mertensavent des hilligen Bisscops ende Confessoris.
In margine: anno XVIII° redempti.
Johannes t.T. heet in het opschrift: Consularis Zwollensis.
Cart.v.Sibculo fol. 74vo.
v. Doorn.dl.5.
480 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren verkocht te hebben aan Vrouw Dune, wed.van Mr.Everd van Vasen eene jaarlijksche rente van 7 overl.gouden rijnsche gld., uit hun erve de Marienborch, en voorts uit alle andere bezittingen des kloosters, behouden het recht van terugkoop voor 140 dergel.gld.
Int jar onsz Heren dusent vijffhondert ende achte op sunte Martensavent des hilligen Bisscops ende Confessoers.
In margine: vacat quia redempti sunt anno XVcXIX°, Everhardi cirurgici.
Cart.v.Sibculo fol. 75vo.
v. Doorn.dl.5.
481 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren dat zij Frederick, zoon van Ghert Waterinck en Stijne diens vrouw, hebben ontslagen van alle hoorigheid aan het klooster, zoowel uit weldaad als voor eene geldsom, blijvende hij echter keurmedig aan het klooster, te lossen met 1 oud fransch schild.
Int jar ons Heren dusent vijffhondert ende achte op sunte Lucie dach virginis et martiris.
Cart.v.Sibculo fol. 73vo.
v. Doorn.dl.5.
482 Deze acte is geheel gelijkluidend met de andere van denzelfden datum, zoo men den naam Ffrederick verandert in Egbert.
Cart.v.Sibculo fol. 74.
v. Doorn.dl.5.
483 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren verkocht te hebben aan juffer Griete van Woertreden, eene jaarrente van één gouden rijnsche gld., uit hun erve ten Marienborch, en alle andere bezittingen, met bepaling dat na haren dood die rente aan het convent zal vervallen, en dat daarvoor jaarlijksch eene memorie enz. zal worden gehouden.
In den jar onsz Heren dusent vijffhondert ende neghen op dach der Vier gecroender Martelers.
In margine: vacat quia obiit anno XVcXXIX.
Cart.v.Sibculo fol. 76.
v. Doorn.dl.5.
484 De Procuratoren der Minderbroeders van de Observantie in Groningen verklaren dat de Prior van Zibekeloe, namens zijn convent, heeft betaald de helft van 1400 gld., verschuldigd door het convent van Zibekeloe en dat van de zusteren te Aldensall wegens gekocht land in de Padde.
Datum des Dinxedages na Simonis et Jude Apostolorum anno etc. decimo.
Cart.v.Sibculo fol.78.
v. Doorn.dl.5 cfr.No's.
485 Broeder Godefridus, prior in Zibekeloe, en het convent, verklaren dat zij Rembolt, zoon van wijlen Albert Dijck, geboren van het erve waar Bernt Clumper woont, ontslagen hebben van alle hoorigheid aan het klooster, waartoe hij gekomen was door wil van Vrouwe Agnes van der Eza van Gramsberghe, vrouw te Buren en Bosichem, voor Hermen zoon van Hermen ten Slingenborch op Wilen woonachtig, zijnde dit op verzoek van heer Berentsz capellaan van Vrouw Agnes voorn., en voor een wijnkoopspenning.
Int jair unsz Heren dusent vijffhondert ende elven up dach der Seven Slepers Martelers.
Cat.v.Sibculo fol. 76vo.
v. Doorn.dl.5.
486 Frederich, bisschop van Utrecht, markgr. van Baden, verklaart, als leenheer, aan het klooster Zibekeloe, Ord.Cist. wegens de weldaden en de trouw door die stichting aan zijne "landen en luden" betoond, geschonken te hebben eene jaarlijksche rente van 9 1/2 ton boter, vroeger door eenige burgers van Campen van Sweder en Johan van Voist heeren van Keppel, gekocht uit zekere leengoederen en liggende te Staphorst en Ruvene, onder eenige bepalingen en betaling betreffende, behoudens het recht van inlossing.
Ghegeven in onsen slote Duersteden int jaer onses Heren dusent vijffhondert ende elffe opten dertijnden dach in Octobri,.
Afschrift uit den tijd, geteekend: H. Handebeke.
Afschrift (op papier).
Cart.p.381.
487 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren verpacht te hebben het erve Rosinck met alle toebehooren, gelegen in de buurschap Vasse, kerspel en gericht van Oitmerssum, aan Bernd Rosinck en Ghese zijne vrouw, levenslang, voor eene jaarlijksche pacht van 12 mudden rogge, onder verschillende bepalingen betreffende de keurmedigheid, het hakken van hout enz.
Int jair onsz Heren dusent vijffhondert ende twelff up Meijavent.
In margine: vacat quia sequitur eadem copia in meliori forma.
Cart.v.Sibculo fol. 88vo.
v. Doorn.dl.5.
488 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren hun erve Bennekinck c.a., gelegen in het kerspel van Ulsen, buurschap te Ytterbecke, aan Werriger Wergerinck en Ghese diens vrouw, levenslang, voor eene jaarlijksche pacht van 10 mudden rogge, met bepalingen omtrente hunne kinderen, het genieten van lijftucht, het hakken van hout enz.
Gegeven int jair onss Heren dusent vijffhondert twelff up Meijdach.
Cart.v.Sibculo fol. 90.
v. Doorn.dl.5.
489 Broeder Godefridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren dat zij, zoowel uit gunst als voor eene geldsom, Aleit, dochter van Hermen Hoelinck en Ffenne ten Broichus diens vrouw, ontslagen hebben van alle hoorigheid aan het klooster.
In den jaer unsz Heren dusent vijffhondert und twelve op dach Exaltatonis sancte Crucis.
In het opschrift heet Herman Hoelinck "vel ter Slingenborch".
Cart.v.Sibculo fol. 77.
v. Doorn.dl.5.
490 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren verpacht te hebben levenslang aan Derick Bennekinck en Locke diens vrouw, het negendeel van hun erve Bennekinck te Itterbeke, om te gebruiken naar negendeelsrecht der heerschap Benthem, benevens een stuk bouwland geheeten de Lywenhuerne, gelegen bij den Westerholte, en waarvan de grenzen nader zijn omschreven.
Int jair unsz Heren dusent vijffhondert ende twelve up suncte Martinusavent Episcopi et Confessoris.
Cart.v.Sibculo fol. 85
v. Doorn.dl.5.
491 Broeder Godefridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren, dat de twist tusschen hun convent en Stijne Florijs, wed.van Johan Flroijs, rakende de nalatenschap van Fflorijs en Ffenne, ouders van Johan, door tusschenkomst van geleerden en vrienden is bijgelegd tegen betaling eener geldsom aan het klooster.
Int jair unsz Heren dusent vijffhondert und twelve up dach Cecilie virginis et martiris.
Het opschrift luidt: Copia concordie inter nos et honestam matronam Stynam relictam Johannis Florentii, Magistro Henrico Boijs, Henrico Hoff, Petro Lubbertsz pro nostra, domino Henrico ad S. Brigitham, Wilhelmo Murre, Anthonio de Grania arbitris pro parte altera vocatis.
Cart.v. Sibculo. fol 77vo.
v. Doorn.dl.5.
492 Johan van Brantlicht, goegreve en richter te Ulzen, verklaart dat Derick Bennekinck en Locke zijne vrouw hebben verkocht aan Prior en Covent van het klooster Galilea in Zibekeloe een stuk lands, geheeten de Livenhuerne, gelegen in het gericht van Ulzen en buurschap Itterbeke, bij den Westerholt.
Koernoten: Willem Amsinck en Johan Coeps.
Gegeven int jair onsz Heren dusent vijffhondert ende dertyn up sancte Anthoniusdach des hilligen Confessoers.
Met het uith.z.v.J.v.Br. in gr. w.
o.n.Sibculo CLV.
v. Doorn.T.R.
493 Broeder Godfridus en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren dat zij, uit gunst Gebbe ten Brincke, dochter van Wernese en Alijt ten Brincke, hebben ontslagen van alle hoorigheid aan het klooster.
In dem jaere unsz Heren dusent vijffhondert unde dertyne up dem soventienden dach in den Mey.
Cart.v.Sibculo fol.78.
v. Doorn.dl.5.
494 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Zibekeloe, verklaren dat een geschil tusschen hun klooster en de H.H.Heidenrick, Johann, Gheerd en Bernd van Beverforde, door de bemoeijingen van Hermen van Uterwijck, deken van Deventer, Wilbrord Boningerhoff, deken van Zutphen, doctoren, Mr. Hermen Ludolps, peter van Mouwijck en andere H.H. uit Deventer, in bijwezen van den secr.dier Stad Mr. Henrick, als dedingslieden, in der minne is bijgelegd.
In dem jaer unsz Heren dusent vijffhondert unde dertijn up dach sancti Plechelmi.
Cart.v.Sibculo fol. 79vo.
v. Doorn.dl.5.
495 Johan van Voirst, Johanna zijne vrouw en Johanna zijne zuster, verklaren overgedragen te hebben aan het convent van Zibekeloe de 25 gouden rijnsche gld. door wijlen hun broeder Hermen van Voirst aan dat klooster vermaakt, dit doende in den vorm eener jaarrente van 2 mudden rogge uit hun erve Volkerinck c.a., gelegen in het kerspel van Ummen, buurschap Beerze, behoudens inlossing daarvan voor 25 dergl.gld.
Int jair unsz Heren dusent vijffhondert ende dertijn up sancte Bartholomeusavent des hillighen Apostels.
Cart.v.Sibculo fol. 81vo.
v. Doorn.dl.5. cart.p,426. (213v)
496 Broeder Godefridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren schuldig te zijn aan Ghese Beckers, wed. van Henrick Beckers, wonende te Swolle in de Smeden, levenslang eene jaarlijksche rente van 8 mudden rogge, uit hun hof en molen ter Marienborch en verdere goederen van het klooster, terwijl na haren dood hiervoor missen enz. voor haar en hem zullen worden gehouden.
Gegeven int jair unsz Heren dusent vijffhondert ende dertijn up aent sanct Mychiels.
In margine: vacat quia redempti sunt anno 23.
Cart.v.Sibculo fol. 80.
497 Arendt van der Vene, richter te Covorden, verklaart dat Hinrick en Sweder, gebrs. zonen van Johan ten Elscaten en Aleit zijne vrouw, betuigden den verkoop van het erve en goed Roedenhaer, in het kerspel van Hellendoren gelegen, door hunnen vader indertijd aan Prior en Convent van Sybekeloe verkocht, goedgekeurd te hebben, en het klooster ten alle tijde te zullen waarborgen, waarmede zich eveneens vereenigt Albert Brouwer, burger in Covorden, als gevolmachtigde van Thonijs, mede een zoon van Johan en Aleijt.
Koirnoten en getuigen: Johannes Visscher, Roloff Fockinck, Cornelys pastoor te Covorden, Heer Albert Lansinck vicarius en Claes Nijenhues.
Gegeven in den jaer unsz Heren dusent vijffhondert ende dertyn des Maendages na sanct Remigiusdach.
Met de uith.z.z. van Herder Haell (voor den richter) en pastoor Cornelys in gr. w.
o.n.Sibculo XXe.
Niet bij v. Doorn.
498 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe verklaren dat zij Aleijt, dochter van Albert Gelsinge en Evese diens vrouw, hebben ontslagen van alle hoorigheid aan het klooster, uit weldaad en voor eene geldsom.
Int jair onsz Heren dusent vijffhondert ende dertyn up dach Andree Apostoli.
Cart.v.Sibculo fol. 82.
v. Doorn.dl.5.
499 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster in Zibekeloe, verklaren verkocht te hebben aan Albert Gensinck en Ghese diens vrouw, den kamp met het veld, gelegen tusschen den kamp en de maat, waarvan de brief spreekt waardoor deze transfix is gestoken.
Int jair unsz Heren dusent vijffhondert ende vertijn des Saterdages post Purificationis beate Marie Virginis.
Cart.v.Sibculo fol. 84vo.
v.Doorn.dl.5.
500 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren dat zij Ffenne, dochter van Johan Albertinck en Ffenne diens vrouw, indertijd aan het klooster gekomen van Johan Zantinck, in ruil te geven Alijt, dochter van Gerd en Stine ten Nijenhuus, van alle hoorigheid hebben ontslagen, uit weldaad en voor eene geldsom.
Int jair onsz Heren dusent vijffhondert ende viertyn op dach sancti Ambrosis et Confessoris.
Cart.v.Sibculo fol. 82.
v. Doorn.dl.5.T.R.
501 Johan van Steenwick en Johanna van Zelwert, anders van Steenwick zijne moeder, met Johannes Zantinck, haar man en momber, verklaren beleend te hebben Derick die Baken, ten behoeve van Prior en Convent van het klooster te Zibekeloe, met de grove en smalle tienden over het "maghes guet", en over het erve ten Poren beide kerspel Hardenberge, buurschap Aenwede.
Stichtsmannen van Utrecht: Roloff Sconecamp & Claes v. Vilsteren. Int jaer onss Heren dusent vijffhondert viertijne up suncte Batholomeusavent des hilligen Apostels.
Met de uith.z.z. van Johan v.St. en Joh.Zantinck in gr. w.
o.n.Sibculo CLVi.
v. Doorn.T.R.
502 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren verkocht te hebben aan de wed. Bette Cupers te Zwolle bij de waag, eene jaarlijksche rente van 10 mudden rogge, uit hunnen hof en molen te Marienborch, en alle andere goederen van het klooster, behoudens het recht van terugkoop voor 120 gouden overl.rijnsche gld.
Int jair insz Heren dusent vijffhondert XIIII up sunte Mertensavent. In margine: vacat quia redempti sunt annot XVcXIX° circa Michaelis. Cart.v.Sibculo fol.81.
v. Doorn.dl.5.T.R.
503 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren verkocht te hebben aan Conraet Vrije, te Lingen, en Alijt diens huisvrouw, eene jaarlijksche rente van 10 Phil.gld., uit alle goederen van het klooster, met beding van terugkoop voor 200 gouden overl.gld.
Int jair ons Heren dusent vijffhondert XIIII op sunte Mertensdach in den winter.
In margine: vacat quia redempti sunt anno XL Martini.
Cart.v.Sibculo fol.82vo.
v. Doorn.dl.5.T.R.
504 Broeder Godfridus, prior, te Zibekeloe, en broeder Wernerus, kelner, verklaren verpacht te hebben het geheele erve Spoelde, c.a., gelegen in het kerspel van Ulzen, buurschap Hardingen, aan Johan ten Spoelde en Ffenne diens vrouw zoolang zij beide leven en ten behoeve een hunner 3 dochters, daartoe het beste geschikt waarvoor Johan Ffenne eene "erfwinning" hebben gegeven.
Int jair onsz Heren dusent vijffhondert ende vijfftien des Dinxdages voir Mydtvastene.
Cart.v.Sibculo fol. 84.
v. Doorn.dl.5.T.R.
505 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren dat zij Johan, zoon van Evert en Ghese ten Lukkenbroickhusz, ontslagen hebben van alle hoorigheid aan het klooster, zoowel uit weldaad als voor eene geldsom.
Int jair unsz Heren dusent vijffhondert ende vijfftien up dach sancte Petronille.
Int jair unsz Heren dusent vijffhondert ende vijfftien up dach sancte Petronille.
Cart.v.Sibculo fol.83vo. (onjuist op 1514).
T.R.v. Doorn.dl.5.
506 Geert Luijtkenssz en Arent van Rutenbergh, schepenen in Zwolle, verklaart dat Hermen van den Busch Johanssz. aan de conventualen van Sibekelo om jaarlijks in den Advent eene collacie bier te geven, heeft geschonken eene geheele reeks landerijen tusschen de Nije poerte en het Koirhues, in het stuk gespecificeerd.
Geven int jair ons Heren vijfftien hundert ende vijfftiene op sinct Simon ende Judenavent.
De beide z.z. zijn afgevallen.
In dorso: van een deel landes prope Zwolle ex parte Hermanni ten Bussche nobis datum".
o.n.Sibculo CLVII annex CLVIIa.
v. Doorn.T.R.
507 Robert van Ittersum en Arent van Rutenberch, schepenen van Zwolle, verklaren dat Hermen van den Busch, Johanssz. na zijn dood heeft geschonken aan het convent van Sybekeloe eene maat in Holtenbroick, en eene maat "het Holt" geheeten, nader in het stuk omschreven.Met de uith.z.z. der beide schepenen in gr. w.
o.n.Sibculo CLVIII.
v. Doorn.T.R.
508 Hermen van den Bussche, verklaart dat hij de landerijen op den Enck, tusschen de Nije porte en het Kuerhuijs, door hem aan het convent van Sibekeloe geschonken, om na zijn dood te bezitten, reeds nu geheel over geeft, zonder herroeping.
Gegeven int jair unsz Heren dusent vijffhondert ende vijfftijn up avent Andree Apostoli.
Het z.van H.v.d.B. is afgevallen.
o.n.Sibculo CLVIIa.
v. Doorn.T.R.
509 Broeder Godfridus, prior, in Zibekeloe, en broeder Wernerus, kelner aldaar, verklaren het erve Johanninck c.a. gelegen in het kerspel van Weerden, buurschap Hexell, levenslang verpacht te hebben aan Henrick Johanninck en Derick diens vrouw. voor eene jaarlijksche pacht van 20 mudden rogge, en nog 4 dergelijke mudden bovendien, voor de maat op het Vrenenvene, waarvan zij het gebruik mogen hebben zoolang het convent die niet behoeft; voorts met verschillende bepalingen over hunne keurmedigheid, hunne kinderen, het bewijzen van diensten aan het klooster enz.
Gegeven in den jair onsz Heren dusent vijffhondert ende sestijn des Dinxdages na Pinxteren.
Cart.v.Sibculo fol. 90vo.
v. Doorn.dl.5.T.R.
510 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren dat zij Ghese, dochter van wijlen Locke van der Narenmolen en van Ffrederick Egberts, van alle keurdighedeid aan het convent hebben ontslagen, met kwijtschelding van het versterf, wegens het overlijden van Locke aan het klooster verschuldigd was.
Gegeven in den jair onsz Heren dusent vijffhondert sestijn up dach Barnaba Apostoli.
Cart.v.Sibculo fol. 89vo.
v. Doorn.dl.5.T.R.
511 Otte van Dotinchem, als momber en hulder zijner dochter Swane, verklaart namens haar beleend te hebben Hessell Averenck, ten behoeve van Prior en Convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, met de grove tienden over het Voerwerck, gelegen in het kerspel Hardenberch, buurschap Nijensteden, en met de grove en smalle tienden van Reijninck, gelegen te Hemze.
Gestichtsmannen van Utrecht: Johan Strubbe en Ghert Zwaneken Gerdesoen.
Int jair ons Heren dusent vijffhondert ende sestijn des Maendages na suncte Vijt des hilligen Martelers.
Het z.v.O.v.D. is afgevallen.
o.n.Sibculo CLIX.
v. Doorn.T.R.
512 Broeder Godfridus, prior te Zibekeloe, broeder Wernerus, kelner, met broeder Gert ambtman, verklaren levenslang verpacht te hebben aan Johan Remberdinck en Ffenne diens vrouw het geheele erve Remberdinck, "up die garve", waarvoor zij eene "erfwinning" hebben gegeven, onder verschillende andere verplichtingen ten voordeelen van het klooster.
Int jaer ons Heren MCCCCXVI up dach der Tyndusent Martelers.
Cart.v.Sibculo fol. 85vo.
v. Doorn.dl.5.T.R.
513 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, beloven aan Gherd Wesselinck, wonende op Wesselinck te zullen betalen na den dood van zijn stiefmoeder Swenne Wesselinck, 24 goudgulden, waarvoor hij haar jaarlijksch het negendeel van gezegd erve zal laten gebruiken.
Gegeven int jair ons Heren dusent vijffhondert ende sestyn up dach Onser Liever Vrouwen Visitatio.
In margine: vacat quia non servavit mulieri fidem et imo juridice convictus est.
Cart.v.Sibculo fol. 85vo.
v. Doorn.dl.5.T.R.
514 Broeder Godfridus, prior en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren schuldig te zijn levenslang aan Johan Kemmerlinck, burger te Oitmerssen, 2 1/2 goudgulden, jaarlijks, onder verband van alle bezittingen van het klooster zullende na zijn dood voor hem en zijne vrouw gebeden worden.
Int jair etc. XVcXVI in profesto Nativitatis Gloriose Virgini Marie.
In Margine: Obijt anno XIX vacat.v. Doorn.dl.5.T.R.
515 Johan van Brantlecht, gouwgraaf en richter te Ulzen, verklaart dat Evert Koninck, buurrichter, en de buren der marke Itterbecke hebben verkocht aan Prior en Convent te Zibekeloe een stuk broeland geheeten "het Ymenbroick", en een stuk veenland (ligging nader omschreven) gelegen in de marke en buurschap Itterbecke, kerspel en gericht van Ulzen.
Koernoten en bijzitters: Vincentius van Besten en Johan Benneke toe Lempe.
Gegeven int jair unsz Heren dusent vijffhondert ende sestijn up avent Aller Godes Hilligen.
De 3 zz zijn afgevallen.
In dorso: "Imhoff toe Wijlen".
o.n.Sibculo CLX.annex CLXa.
516 Broeder Godfridus, prior, en het convent van Zibekeloe verklaren dat zij vroeger hebben gekocht van Gert Wesselinck te Ghiesteren, en Swanne diens vrouw, eene jaarlijksche rente van 5 1/2 mudden rogge, door hen gekocht van de kerk te Ulzen, voor eene geldsom waarvan die kerk de rente zoude betalen tot de aflossing, welke aflossing nu door de kerkmrs Johan Richters en Gert Terbree aan het convent is geschied, voor 60 Philipsgld. en 10 1/2 brab.stuiver, zullende de nog verschuldigde 3 schepel rogge na de dood van Swanne tot harer zielen zaligheid worden besteed.
Gegeven in den jair onsz Heren dusent vijffhondert ende XVII altera die Epiphanie.
Cart.v.Sibculo fol.87.
v. Doorn.dl.5.T.R.
517 Ffrederick van Beveren, stadhouder en volmachtig bewaarder van het gericht te Oitmerssum, namens den Bisschop van Utrecht verklaart dat Swene, wed. van Gert Wesselinck, met Albert des Meijers als momber, al hare goederen zonder onderscheid, benevens een negendeel van Wesselinck heeft geschonken aan Prior en Convent van het klooster Zibekeloe, met bepaling dat, zoo Prior en Convent naar aanleiding dezer schenking belemmering van de erfgenamen ondervonden, zoodat zij het goed niet mochten aantasten, deze zullen teruggeven de 35 gouden rijnsche gld., door Prior en Convent aan Swene geleend.
Int jair onsz Heren dusent vijffhondert ende soventyn op avent Conversionis sancti Pauli des hilligen Apostels.
Keurnoten: Hermen ter Mollen en Jacob ter Mollen.
Cart.v.Sibculo fol. 87vo.
v. Doorn.dl.5.T.R.
518 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren hun erve Scultinck c.a. gelegen in het kerspel van Ulsen, buurschap Ytterbecke verpacht te hebben aan Bernd Romer en Zwane diens vrouw levenslang voor eene jaarlijksche pacht van 9 mudden rogge en ééne mud boekweit, en met verschillende bepalingen over het houden van schapen en bijen, het plaatsen van een hunner kinderen op dat erve, het hakken van hout enz.
Gegeven int jair onsz Heren dusent vijffhondert soventyn up dach Inventionis Crucis.
Cart.v.Sibculo fol. 89vo.
v. Doorn.dl.5.T.R.
519 Burgemeesteren, Schepenen en Raad van Zwolle verklaren verkocht te hebben aan Kathrine, wed. van Johan Kroemen, eene jaarrente van 15 gouden overlandsche rijnsche guldens, uit alle stadsgoederen, aflosbaar met 300 dergelijke guldens.
Int jair ons Heren vijfftienhondert ende seventijen op Vrijgdach nae den Sonnendach Cantate.
Met het uith.secreet z. der stad Zwolle in gr. w.
o.n.Sibculo CLXI transfixen CLXIa & CLXIb.
v. Doorn.T.R.
520 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren dat zij Swane Rosinck, getrouwd op het Vrijenhus te Ghietele, die aan het convent keurmedig was, met 2 harer kinderen van alle hoorigheid hebben ontslagen.
Int jaer onsz Heren dusent vijffhondert ende soventijn up den derden dach in Junio.
In margine: vacat. Naast het opschrift: Non tenet quia non solverunt et conventus revocavit.
Cart.v.Sibculo fol. 88.
v. Doorn.dl.5.T.R.
521 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren dat zij Hermen Lukenssz van den Broichues die aan het convent keurmedig was, van alle hoorigheid hebben ontslagen.
Int jair onsz Heren XVe ende soventijn op dach Elizabeth vidue.
Cart.v.Sibculo fol. 89.
v. Doorn.dl.5.T.R.
522 Egbert Scoenekamp, richter ten Herdenberghe, verklaart dat Reijnolt van Covorden heeft verkocht aan heer Albertus Lansinck eene jaarrente van 2 mudden goede pachtrogge, uit zijn erve Werming, gelegen in het kerspel en gericht ten Herdenberghe, marke en buurschap Bergenthem, onder zekere bepalingen.
Koernoten: Jan Schonecamp en Lambert Scroeder.
Ghegeven in den jair ons Heren dusent vijffhondert ende soeventijen altere Katherine Virginis.
Met ht (besch.) uith.z.v.d.richter in gr. w.; dat van R.v.C. is afgevallen.
o.n.Sibculo CLXII hierbij als transfix CLXIIa.
Cart.p.450.
v. Doorn.T.R.
523 Burgemeesteren, Schepenen en Raad der stad Ummen, bevestigen, ten behoeve van het klooster te Zibekeloe, het vrije gebruik van de brug of het veer voor die stad, waarvoor door gezegd klooster eene som gelds is betaald.
Gegeven int jair onss Heren dusent vijffhondert achtijn up dach Conversionis Pauli.
Met het uith.z.der stad in gr. w.
o.n.Sibculo CXXXIa.
v. Doorn.T.R.
524 Broder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren toegestaan te hebben aan Ghert Engelberts en Ffenne diens vrouw den terugkoop van de 5 mudden rogge die zij van hen gekocht hadden uit hunne 10 akkers land liggende op de Vene, en uit hunne andere bezittingen, te betalen met 60 overl. gouden rijnsche gld.
Int jair onsz Heren dusent vijffhondert achtijn up avent Purificationis Virginis Gloriose.
In margine: vacat quia eadem littera sequitur in forma meliori.
Soort gelijke redactie in meliori forma fol. 92vo v.h.Cart.
Cart.v.Sibculo fol. 91vo.
v. Doorn.dl. 5.T.R.
525 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren dat zij Ghese, dochter van Willem Claessz en Swenne diens vrouw, ontslagen hebben van allen echt en eigendom aan het klooster, zoowel uit gunst als voor eene geldsom.
In den jair onsz Heren dusent vijffhondert achtijn opten XX dach in den Mey.
Cart.v.Sibculo fol. 93.
v. Doorn.dl.5.T.R.
526 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren dat zij Henrick, zoon van Ghert Waterinck en Stijne diens vrouw, ontslagen hebben van allen echt en eigendom van het klooster, zoowel uit weldaad als voor eene geldsom, blijvende hij echter Keurmedig aan het convent, 't geen hij kan afkoopen voor een oud Fransch schild.
Int jair onsz Heren XVcXVIII upten XX dach in den Mey.
Cart.v.Sibculo fol. 93.
v. Doorn.dl.5.T.R.
527 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren vergund te hebben aan de Geestelijke H.H. en Convent te Florecamp, anders geheeten Olde Cloister gelegen bij Bolswart in Westerlandt, den terugkoop eener jaarlijksche rente van 4 Homborger tonnen roode boter, vroeger aan het convent verkocht, tegen betaling van 500 goudgulden, in verschillende muntsoorten te voldoen.
Gegeven int jair unsz Heren XVcXVIII upp suncte Berntsavent des hilligen Abts.
Cart.v.Sibculo fol. 93vo.
v. Doorn.dl.5.T.R.
528 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren dat jonker Seyger van Rechteren zoon van Heer Otte gedeponeerd heeft bij Burgemrs. S. en R. van Zwolle, 300 gouden rijnsche gld., rentende jaarlijks 15 gld., welk bedrag en rente op Prior en Convent gevestigd zijn; lost Zwolle de rente af dan heeft Seyger aan het convent gegeven 100 gld., met de rente, waarvoor zielmissen voor hem en familie moeten worden gelezen; de rente der resteerende 200 gld. zullen Pr. & Conv. jaarlijks laten innen door den cappellaan op het huis te Bredenhorst ter Heijne, die verschillende missen zal lezen, nader in het stuk vastgesteld, met nog andere bepalingen over 't gebruik van die rente.
Int jair unses Heren dusent vijffhondert achtijn op avent sancti Bartholomei des hilligen Apostels.
Cart.v.Sibculo fol. 94.
529 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren dat jonker Ffrederick van Voirst, heer te Keppel van de 9 1/2 vaten boter jaarlijksche rente, door hem met beding van terugkoop aan het klooster verkocht, op verschillende tijdstippen heeft teruggekocht 2 en 3 vaten boter, mogende hij de resteerende 4 1/2 vat eveneens aflossen.
Int jair unsz Heren dusent vijffhondert ende achtyn up suncte Remigius dach des hilligen Bisscops en Confessoers.
In margine: vacat.
Cart.v.Sibculo fol. 95vo.
v. Doorn.dl.5.T.R.
530 Henrick Johanssz.schulte op Almelervene, verklaart dat Albert ten Brinckhues en Ghese diens vrouw hebben verkocht aan prior en Convent van het klooster Galilea in Zibekeloe hunne halve hoeve lands, namelijk acht akkeren op Almelervene gelegen met al wat daarop is en waarvan de ligging nader is omschreven.
Koernoten: Claes Wychergssz en Arnt Frederickssz.
Int jair unss Heren dusent vijffhondert ende neghentijne up suncte Petersavent ad Cathedram.
Met het uith.z.v.d.schulte in br. w.
o.n.Sibculo CLXIII.
v. Doorn.T.R.
531 Deze acte is gelijk die van 1519 Maart 26 van de zijde van Prior en Convent van Zibekeloe.
Int jair unss Heren MCcXIX up avent Unser Liever Vrouwen Annunciationis.
Cart.v.Sibculo fol. 96.
v. Doorn.dl.5.T.R.
532 Frater Johannes, prior, en het convent te Thabor in Friesland bij Sneeck, verklaren overeengekomen te zijn met Prior en Convent van Zibekeloe om dat convent jaarlijks gedurende 20 jaren in 2 termijnen te leveren 12 tonnen roode boter, onder verband van des convents goederen, waartegen het convent van Zibekeloe voor denzelfden tijd en op dezelfde wijze zal leveren 6 last rogge.
Anno Domini M°Vc decimo nono septimo Kalendas Aprilis.
In margine: vacat quia concordatie sumus.
Cart.v.Sibculo fol. 96.
Cart.p.447.
v. Doorn.dl.5.T.R.
533 Broeder Godfridus, prior, broeder Wernerus, kelner en broeder Gert ten Kate, ambtman, verklaren, namens het convent van Galilea in Zibekeloe, verpacht te hebben het erve Vagedinck met het Nannekate, en verder toebehoor, gelegen in de buurschap Wilsem, kerspel en gericht te Ulsen, na dode van Johan en Ffenne Vagedinck, die er nu wonen, aan Henrick Gerbertinck, zoon van wijlen Bernt en Berte Gerbertinck, hoorachtige knercht van het convent, levenslang, tegen eene pacht van 16 mudden 1 1/2 schepel rogge 's jaars, en onder verschillende bepalingen betreffende zijn huwelijk, zijne kinderen, het onderhoud van het erve, het hakken van hout enz.
Int jair onsz Heren MVc ende XIX opten achterdach in Augusto.
Cart.v.Sibculo fol. 97.
v. Doorn.dl.5.T.R.
534 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren verkocht te hebben aan Mr. Derick Kortenhorst 13 1/2 stadsponden, en 3 1/2 heerenponden, uit eenige huizen binnen Deventer, waarvan zij een register hebben afgegeven, zooals die ponden sinds vele jaren zijn geïnd.
Int jair unsz Heren dusent vijffhondert nehgentijn up suncte Mertensavent des hiiligen Confessoirs.
Cart.v.Sibculo fol. 96vo.
v. Doorn.dl.5.T.R.
535 Jacob van Wijtman en Johan de Goijer, schepenen van Zwolle, verklaren, dat Johan van den Bussche pater, zuster Beatrijx Zwarten, matersche, Elysabeth van Yrsen, procuratersche, volmachtig van het convent van st. Gertrudenhuijs te Zwolle, met Ghert Brunynck als momber, Henrick van Oitmersen, volmachtig van wege Johan Gerdesson te Esselynge en Gertruet zijne vrouw hebben verkocht aan Prior en Convent te Zybekeloe eene weer in de Waeterstrate, waarvan de ligging, alsmede eenige voorwaarden, nader in het stuk zijn omschreven.
Gegeven int jair ons Heren dusent vijfhondert ende twyntich op avent des werden hilligen Sacramentes.
Met de uith. (besch.) zz. der schepenen.
o.n.Sibculo LXXVb.
v. Doorn.T.R.
536 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren dat zij Helle, dochter van Gert Waterinck en Stine diens vrouw, ontslagen hebben van allen echt en eigendom aan het klooster zoowel uit weldaad als voor eene geldsom, blijven zij echter Koermedig aan het convent, hetgeen zij kan afkoopen voor één oud fransch schild.
Int jair unsz Heren dusent vijffhondert ende twintich upp dach sancte Marie Magdalene.
Cart.v.Sibculo fol.97vo.
v. Doorn.dl.5.T.R.
537 Jacob van Wijtman en Rerijck van Uterwijck, schepenen in Zwolle, verklaren dat Johan van den Mijnsten, en Aleijdt zijne vrouw hebben verkocht aan Prior en Convent van Zybekeloe eene door het convent betimmerde ruimte, in de waterstrate, naast het Convent aan de eene en Johan voorn. aan de andere zijde, onder verschillende voorwaarden, betreffende het betimmeren, aanbrengen van vensters, optrekken van een nieuwe muur en verg. een en ander nader in het stuk omschreven.
Int jaer ons Heren vijfftienhondert ende twijntich op Sente Matheusavent Ewangeliste sancti.
Met de uith.z.z. der schepenen in gr. w.
o.n.Sibculo LXXVc.
v. Doorn.T.R.
538 Steven van Haerst, richter te Helendaren, verklaart dat de aanspraak van Anthonis ten Eelscotte op het erve en goed Rodenhaer tegen het convent van Zibekeloe, vertegenwoordigd door Herman van Haerst, ongegrond is en ontzegt met zijne keurnoten hem den eisch bij verstek.
Kornoten: Ghert Smyt en Berent Rosynck.
Gegeven int jaer ons Heren dusent vijffhondert unde twyntich up sunte Gallendach.
Met het uith. (besch.) z.van den Richter in gr. wasse.
o.n.Sibculo XXf.
Niet bij v. Doorn.
539 Reynolt van Covorde verklaart ontvangen te hebben van Prior en Convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, 200 overl. keurv.gouden rijnsche gld., waarvoor zij van hem, als erfgenaam zijner moei juffer Agnes van der Eza, vrouwe te Gramsberch en Buren, teruggekocht hebben eene jaarlijksche rente aan die moei verkocht uit het erve Wolterdinck, gelegen in het kerspel van Hardenberch, buurschap Ane, onder eenige nadere bepalingen.
Gegeven int jair ons Heren MVc ende twintich upten yrsten dach na Thoma Apostoli.
In margine: vacat.
Cart.v.Sibculo fol. 98vo.
v. Doorn.dl.5.T.R.
540 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe,verklaren dat zij Albert, zoon van Weringer Lewerkinck en Engele diens vrouw, ontslagen hebben van allen echt en eigendom aan het klooster, om godswil, daar hij een geestelijk mensch is geworden en in het klooster gegaan, doch met bepaling, dat hij, het klooster verlatende, hoorig zal zijn als vroeger.
Int jair ons Heren XVcXXI upten III dach in Januario.
Cart v.Sibculo fol. 98.
v. Doorn.dl.5.T.R.
541 Broeder Godfridus, prior, van het klooster te Zibekeloe, verklaart namens zijn convent ontvangen te hebben van Prior en Convent van Albergen de som van 250 gouden, keurv.gld., van wege de gebrs, Gernd en Bernd van Beverforde, die zij aan het convent schuldig waren van wege hun broeder Heidenrick in afkorting op de hoofdsom.Cart.v.Sibculo fol. 99.v. Doorn.dl.5.
542 Frater Godfridus, prior van het klooster der H.Maria van Galilea in Zibekeloe, verklaart toe te staan dat Theodricus Olthoff het beneficium der H.Anna van de parochiekerk der H.H. Simon en Juda te Oitmerssum aanvaarde, hem geschonken door heer Gobelinus, uit naam van Mr. Johannes Slachhekke, cureet der gezegde kerk, en van Sch.& B. van Oitmerssum, op voorwaarde soliede te leven en de missen getrouw te lezen.
Datum in dicto nostro monasterio anno Domini XVcXXI quarta die mensis Marcii.
Cart.v.Sibculo fol. 99.
v. Doorn.dl.5.
543 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaart dat zij Hermen Henrickssoen ten Bakensvelde, zoon van Wobbe Schurinck te Itterbecke, hebben ontslagen van allen eigendom aan het klooster, geheel om godswil, daar hij een arme, lamme, onmachtige knecht is.
Gegeven int jaer onsz Heren dusent vijffhondert ende een ende twintich up suncte Georgius dach des hilligen Martelers.
Cart.v.Sibculo fol. 99vo.
v. Doorn.dl.5
544 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster in Zibekeloe, verklaren ontvangen te hebben van Derick van Averenck 50 goudgulden in gereeden gelde, benevens eene rentebrief van de stad Deventer, rentende 2 1/2 goudgld. jaarlijks, ter voldoening der 100 ggld., welke Peter Godscalcks, na zijn dood als aandeel in zijn versterf aan het klooster beloofd had voor de opname en levenslange verzorging aldaar van zijn zoon Godscalck.
Gegeven int jair onsz Heren dusent VcXXI des Saterdages na den hilligen Pinxterdaghe.
Cart.v.Sibculo fol. 100.
v. Doorn.dl.5.
545 Gerrit van Broickhuisen en Thomas Ysner, schepenen van Zutphen, verklaren dat Bernt Koenen Schroder, burger aldaar, in eene oneenigheid van Tonis ten Elschate en zijn broeder Wilhem, met het klooster Sibbekeloe over een erfdeel, waarover een "gescheit" gehouden is, zich borg heeft gesteld dat Wilhem voornd. dat gescheit eerlijk zal nakomen stellende hij, Bernt, zijn huis in Zutphen daarvoor tot onderpand.
Gegeven inden jair ons Heren dusent viefhondert und eijn und twyntich op Saterdach naden heilighen Pinxterdach.
Met de uith.z.z. der schepenen in gr. wasse.
o.n.Sibculo XXg.
Niet bij v. Doorn.
546 Steven van Haerst, richter in Hellendorne, betuigt dat Thoenis toe Elschaeten, zoon van Johan en Aleijde, mede als gevolmachtigde namens broeders en zusters, heeft verklaard den verkoop van het erf en goed Roedenhair, gelegen in het kerspel Hellendorne, buurschap van Eelen, door zijnen vader aan het klooster Galilea in Sybbekeloe gedaan, te ratificeeren en goed te keuren, nu hem de bij eene deding bepaalde geldsom is uitgekeerd.
Keurnoten en gerichtslude: Derich van Staenre en Otto Keijen.
Gegeven in den jaere onses Heren duesent vijffhondert ende een ende twintich opten Sonnendach die Octave van den hillien Pinxterdage.
Met het uith.z.v.den richter in gr. w.
In dorso: Roedenhaer to Hellendoorn.Sibkeloe.
o.n.Sibculo XXh.
Niet bij v. Doorn.
547 Broeder Godfridus, prior in Zibekeloe en het convent verklaren geruild te hebben Griete Swaferinck, dochter van Johan en Griete Swaferinck, wonende te Echteler, in de hoorigheid van het convent gekomen door een vroegere ruil met Everwijn heer te Benthem, tegen een ander persoon terstond door den Heer van Benthem te geven, en tevens voor een door Griete betaalden "wincoepspenninck"waardoor zij vrij persoon zal zijn.
Gegeven int jair unsz Heren MVcXXI up dach sancti Ffrancisci Confessoris.
Cart.v.Sibculo fol. 100vo.
v. Doorn.dl.5.
548 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster te Zibekeloe, verklaren schuldig te zijn aan Hermen van Ittersum en Margarete diens vrouw, levenslang eene jaarlijksche rente van 4 mudden rogge, waarvoor het bedrag betaald is, uit hun erve en goed binnen en buiten Ummen gelegen, en onder verband van des convents overige bezittinen.
Int jair onsz Heren dusent VcXXI upp sancte Victoersavent.
In margine: vacat.
Dezelfde acte komt ook voor op Octob. 17 (cartv.S.fol.104) met het beding van terugkoop voor 50 gouden overl.gld.
Cart.v.Sibculo fol. 104.
v. Doorn.dl.5.
548a Is gelijk aan de acte van 1521 October 9, behoudens een paar bijvoegingen, waaronder deze dat het convent de jaarrente mag terugkoopen voor 50 gouden overl.gld.
Int jair unsz Heren dusent VcXXI upp suncte Lucas avent.
Cart.v.Sibculo fol.104.
v. Doorn.dl.5.T.Reg.
549 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren schuldig te zijn aan Johannes Namynck in Ummen. levenslang eene jaarlijksche rente van 2 mudden rogge, waarvoor hij den prijs heeft betaald, onder verband van alle des kloosters goederen binnen en buiten Ummen.
Int jaer onsz Heren dusent vijffhondert een ende twintich up suncte Mertensavent des hilligen Bisscops.
In margine: vacat.
Cart.v.Sibculo fol.108.
v. Doorn.dl.5.
550 Godfridus Delden, prior, en de conventsheeren van Sibekeloe, Laurentius Papenvelt, pastoor, Herman Holterman, Ludeke Herwerdinck, Albert toe Loezen en Leffert Ommekens, kerkmrs. der kerk te Hardenbergen, Gherardus Moll, pastoor, Arndt Johanssoen, Evert Welinck, Hermen die Ffeer en Roleff Rutenberge, kerkmrs der kerk te Hemsen, verklaren verkocht te hebben aan Catherine Rodde, wed. Herman Rodde, burgersche te Munster eene jaarrente van 20 overl. gouden rijnsche gld. voor eene som van 400 dergl.gld., onder verband van alle goederen van het convent en de beide kerken, en onder persoonlijke borgstelling van eenige in het stuk genoemde personen.
Datum anno Domini millesimo quingentesimo vicesimo secundo feria quinta in profesto Pauli primi Heremite.
Tuchlude: Wilhelmus Holtappel en Wilbrant Plonies, burgeren te Munster.
Cart.v.Sibculo fol. 100vo.
v. Doorn.dl.5.
551 Bruno Blanckfoirt, richter ten Hardenberge, verklaart dat Egbert Merssinck, Alijt diens vrouw, Johan die Gentige, Alijt diens vrouw, Johan Heijnen, Ffenne diens vrouw, Roleff Aemsinck en Rolef diens vrouw, zich als borgen hoofdelijk hebben verbonden voor de goede betaling der jaarlijksche rente van 20 keurv.gouden rijnsche gld., door Prior en Convent van Zibekeloe met anderen verkocht aan Katherine Rodden, wed.Hermen Rodden, (Zie acte van 1522 Januari 9), en dat de kerspellieden van Hardenberg en Heemse op hunne beurt beloofd hebben genoemde borgen schadeloos te zullen houden.
Int jair onsz Heren dusent VcXXII upp suncte Agneten avent der hilligen Jonffer.
Keurnoten: Derick Philippssz en Hermen Scomaker.
In margine: littera ista inscribetur copiarum sub redempcione.
Cart.v.Sibculo fol. 102vo.
v. Doorn.dl.5.
552 Broeder Godfridus en het convent van het klooster te Sibekeloe, verklaren toegestaan te hebben aan hunnen meijer Egbert Gerbertinck en Ffenne diens vrouw, wonende op Gerbertinck, gelegen in het kerspel van Ulsen, buurschap Wilsem, om te verkoopen aan Ffenne. Zijn gravens dochter van Henrick Zijngravens en Mette diens vrouw, eene jaarlijksche rente van 4 mudden rogge, te verhalen uit het erve Gerbertinck, behoudens terugkoop voor 400 overl.rijnsche goudgld, zullende Egbert de som binnen 6 jaren aan het klooster moeten afdoen.
Gegeven in den jair unsz Heren dusent vijffhondert XXII upp dach Gregorii Pape.
Johan Krull goegreve en richter te Ulsen verklaart dat deze acte voor hem en keurnoten Engelbert van Werve en Albert Scomaker is gepasseerd.
In margine: redempti anno XXV.
Cart.v.Sibculo fol.107.
v. Doorn.dl.5.
553 Broeder Godfridus, prior, Henricus Zutphanie, supprior, Johannes Stolboem, kelner, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren verkocht te hebben aan juffer Elizabeth van Drulshagen, mater, en het convent te Mariendale van den Regel v.St.Augustinus te Munster eene jaarrente van 10 overl. gouden, keurv.rijnsche gld., uit hun erve Marienborch en alle andere kloosterbezittingen, behoudens het recht van terugkoop voor 200 dergelijke gld.
Int jair unsz Heren dusent vijffhondert ende twee ende twintich upten vierden Sondach nae Paeschen als men singet Cantate.
In margine: vacat quia redempti sunt anno XVcXXIIII° in profesto Michaelis.
Cart.v.Sibculo fol.104vo.
v. Doorn.dl.5.
554 Broeder Godfridus, prior, Henricus Zutphanie, supprior, Johannes Slotboem, kelner, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe, verklaren verkocht te hebben aan Johannes Glaisfordt, Anne diens vrouw, Henrick Haiskinck en Ghese diens vrouw, burgers in de stad Northoren, eene jaarlijksche rente van 10 mudden rogge, uit hun erve Paisschens, gelegen bij het dorp Ulsen graafschap Benthem, en hunne overige kloostergoederen, behoudens het recht van terugkoop voor 100 gouden rijnsche gld.
Gegeven indt jair unsz Heren dusent vijffhondert ende twee ende twintich upp dach Bonifacii et Sociorum ejus Martirum.
In margine: redempti sunt anno XXXIII, en: vacat.
Cart.v.Sibculo fol.105vo.
v. Doorn.dl.5.
555 Hugo van Bevervoirde, richter te Oitmerssen, verklaart dat Johan Wulfferdinck te Ghiesteren en Alijt zijne vrouw zich als waarborgen hebben verbonden voor de betaling eener jaarrente van 10 mudden rogge, welke Prior en Convent te Zibekeloe verkocht hebben aan Johan Glasfordt, Anne zijne vrouw, Henrick Haskinck en Ghese zijne vrouw, onder verband zoo noodig van hun erve Wulfferdinck, in de buurschap Ghiesteren, gericht Oitmerssem gelegen, met eenige nadere bepalingen.
Keurnoten: Johan Derickssens en Conrait Sluter.
Int jair onss Heren dusent vijffhondert twee ende twintich up suncte Bonifaciusdach des hilligen Martelers ende Bisscopps.
Met het uith.z.v.d.richter in gr. w.
o.n.Sibculo CL XIV.
Cart.p.445.
556 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe, verklaren dat zij Ghert ten Berghe, zoon van Albert ten Berge en Locke diens vrouw, ontslagen hebben van alle hoorigheid aan het convent, omdat hij een geestelijk mensch geworden, en in het klooster gegaan is, doch met beding dat hij, het klooster verlatende, weder hoorig zal zijn als vroeger.
Int jair onsz Heren dusent vijffhondert drie ende twintich upp dach Petronelle Virginis.
Cart.v.Sibculo fol.107vo.
v. Doorn.dl.5.
557 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster van Sibekeloe verklaren dat zij Werner ten Hersthues, zoon van wijlen Evert ten Hersthus en Alijt diens vrouw, ontslagen hebben van alle echt aan het klooster, net name van Keurmedes echt en recht, zoowel uit weldaad als voor den daartoe staanden penning. Int jair onsz Heren dusent vijffhondert ende drie ende twintich upp dach Petronille Virginis.
Cart.v.Sibculo fol. 108.
v. Doorn.dl.5.
558 Derick Ghelmars en Marten Blauwe, schepenen van Deventer, verklaren dat Heylwich, wed. van Reijner van Averenck, met Hermen Mothem haren momber, heeft gegeven aan Prior en convent van het klooster te Sibekeloe, die zich verbonden hadden eene jaarlijksche rente van 55 gouden rijnsche gld levenslang te betalen aan Sibert van Rijswijck, proost te Cleve, haar huis aan de Brink gelegen, benevens verschillende jaarrenten uit ettelijke, haar toebehoorende en in het stuk omschreven huizen, waarbij zich als borgen verbonden hebben Roleff van Twinckeloe en Derick van Averenck.
Gegeven int jair ons Heren dusent Vc drie ende twintich opten avent Lamberti Episcopi.
Onder de acte eene verklaring van Gerardus Peze, Munstersche clercicus en not.publ. dat de acte met het oorspronkelijke accordeert.
Cart.vSibculo fol.108vo.
v. Doorn.dl.5
559 Albertus Lansinck, vicarius te Gramsberge en Covorden, verklaart te hebben afgestaan aan Prior en Convent te Zibekeloe de jaarrente van 2 mudden rogge, bedoeld bij den brief dd. 1517 November 26, waardoor deze is getransfigeerd.
In den jairen onss Heren dusent vijffhondert drie ende twintich up suncte Remigiusavent.
Met het uith.z.v.Albertus L. in gr. w.
o.n. Sibculo CLXIIa. is transfix bij CLXII.
Cart.p.451.
v. Doorn.T.R.
560 Broeder Godefridus, prior, broeder Johannes Trajecti, kelner, en het convent van het klooster Galilea in Zibekeloe verklaren verkocht te hebben aan juffer Bertken van Doernick, dochter van wijlen Henrick van Doernick te Deventer wonende, eene jaarrente van 5 goudgulden, uit hun hof ter Marienborch en alle andere bezittingen, behoudens het recht van terugkoop voor 100 goudgulden.
Int jair onsz Heren MVc XXIII op suncte Mertensavent in den winter.
In margine: vacat quia redempti sunt a Johanne de Voirst.
Cart.v.Sibculo fol.110.
v. Doorn.dl.5.
561 Godfridus Broeder, prior, en het convent van het klooster te Sibekeloe verklaren overgegeven te hebben aan Fflorijs ter Becken en Berte diens vrouw, een principaalbrief, sprekende van eene jaarrente van 2 1/2 gouden rijnsche gld., uit zeker land, waardoor deze brief als transfix is gestoken, zoodat alle daarin vervatte rechten op hen overgaan.Gegeven in den jair unsz Heren MVcXXIII up suncte Katherinen avent der hilliger Jonffer ende Martelersschen.
Cart.v.Sibculo fol. 111.
v. Doorn.dl.5.
562 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe, verklaart dat zij Berndt Gerbertinck, zoon van wijlen Bernd en Berte Gerberting, hebben ontslagen van allen echt en eigendom aan het klooster, zoowel uit gunst als voor eene geldsom.
In den jair onsz Heren MVcXXIII up dach Thome Apostoli.
Cart.v.Sibculo fol.110vo.
v. Doorn.dl.5.
563 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe, verklaren verpacht te hebben het erve Schurinck c.a., gelegen in het kerspel van Ulsen, buurschap Itterbecke aan Willem Schurinck en Ghese diens vrouw, geboren van Femmeke, eigen lieden van het convent, tegen eene jaarlijksche pacht van 8 mudden rogge, met verschillende bepalingen aangaande het schape- en ijmenrecht, het opvolgen van een hunner kinderen in de pacht, het hakken van hout enz.
Gegeven int jair onsz Heren MVcXXIII upp Alte Kinderen dach.
Cart.v.Sibculo fol.120.
v. Doorn.dl.5.
564 Johan Krull, gogreve en richter te Ulsen, verklaart dat broeder Ghert, ambtman van wege het convent te Sepekeloe, van hem, richter had gevraagd van Werner then Nijenhave te Ulsen, Hermen ten Nijenhave te Herdyngen, als dedingsluden van Hermen ther Braeck te Herdingen aan de eene en Johan Benneke, Leffert Grampere en Albert de Kolde te Hoekelynckhem, dedingsluden van Swene ther Braeck aan de andere zijde, eischen dat zij zouden zeggen wat zij wisten van de scheiding, door hen gemaakt tusschen Brack Swenen en Hermen ther Braeck, waarop men het antwoord in het stuk kan vinden.
Koernoten: Wyllem Amsynck en Engelbert van Werden.
In den jaer unss Heren dusent vijffhundert unde vier unde twyntich op Donredach nae Allerkynderdach und Nyenjarsavent.
Het z.v.d.richter is afgevallen.
o.n.Sibculo CLXV.
v. Doorn.T.R.
565 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster te Sibekeloe verklaren dat zij, zelve niet altijd op hunne verspreidliggende goederen in persoon tegenwoordig kunnende zijn, den Leekbroeder Arnt van Losser, Ambtman en Verwarer hunner goederen in het land van Ghelre en Veluwe, machtigen om voor hen in rechten op te treden, en ook in dijk- en weteringszaken alles namens hen te doen, waarom zij dijkgraven en heemraden van Veluwe, en andere ambtslieden van Ghelre verzoeken deze volmacht te erkennen.
Gegeven int jair onsz Heren MVcXXIIII op dach Gregodii des hilligen Palus.
Cart.v.Sibculo fol.111vo.
v. Doorn.dl.5.
566 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sybekeloe verklaren dat zij Stijne, dochter van Ghert Waterinck en Stijne diens vrouw, om godswil ontslagen hebben van allen eigendom aan het klooster, blijvende zij echter aan het convent koermedig, hetgeen zij lossen kan met één oud fransch schild.
Int jair unses Heren MVcXXIIII upten yrsten dach in den Meij.
Cart.v.Sibculo fol.118.
v. Doorn.dl.5.
567 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren, dat zij Goessen ten Berge, zoon van Albert en Locke ten Berghe, wonende in het kerspel Ulsen, buurschap Hockelichem, hebben ontslagen van allen echt en eigendom aan het klooster, zoowel uit gunst als voor eene betaalde penning.
In den jair onsz Heren MVcXXIIII upp avent Nativitatis Marie Virginis.
Cart.v.Sibculo fol.111vo.
v.Doorn.dl.5.
568 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren dat zij Albert ten Brincke, zoon van Wernessz en Alijt ten Brincke, wonende te Ulsen hebben ontslagen van allen eigendom aan het convent, zoowel uit gunst als voor een betaalden penning.
Int jair onsz Heren dusent VcXXIIII des Vrijdages post Lamberti.
Cart.v.Sibculo fol.112.
v. Doorn.dl.5.
569 Broeder Godfridus, prior, Henricus van Sutphen, supprior, Johannes van Utrecht, kelner, Wolterus Rover, bursarius, en het convent van het klooster te Sibekeloe verklaren verkocht te hebben aan Goirt Poick eene jaarlijksche rente van 8 mudden rogge, te betalen in de stad Nijenhuss, uit het erve Schonevelt, gelegen in het dorp Wilssem, kerspel en gericht van Ulsen graafschap Benthem, en uit alle andere bezittingen van het convent, behoudens het recht van terugkoop voor 100 gouden keurv.rijnsche gld.
Gegeven int jair onsz Heren MVc ende XXIIII upp suncte martinus avent des hilligen Bisscops ende Confessoris.
In margine: vacat quia redempti sunt anno XVcXXXXIII°.
Cart.v.Sibculo fol.112.
v. Doorn.dl.5.
570 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster van Sibekeloe verklaren dat zij Jutte en haar kinderen Johan en Ghese Hannijnges, dochter van Johan en Ghese Hannijnges, hebben ontslagen van allen echt aan het klooster met name van Koirmedes echt, zoowel uit weldaad als voor den daartoe staande penning.
Int jair ons Heren MVcXXV des Dinxdages nae Paschen.
Cart.v.Sibculo fol. 113vo.
v. Doorn.dl.5.
571 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren dat zij Alijt Aernijncks, dochter van wijlen Mette Aernijncks bij heer Johan van Heerken, om godswil ontslagen hebben van allen eigendom aan het klooster.
Gegeven int jair onsz Heren MVcXXV upp suncte Marcusdach des hilligen Ewangelisten.
Cart.v.Sibculo fol. 113vo,
v.Doorn.dl.5.
572 Broeder Godfridus, prior, Johannes van Utrecht, kelner, met broeder Gerdt ten Kate, amptman, verklaren namens het convent van Sibekeloe verpacht te hebben het geheele erve Rengerinck anders Veldinck c.a., gelegen in de buurschap Itterbecke, kerspel en gericht van Ulsen, aan Albert ten Velde en Stine diens vrouw, zoolang zij leven tegen eene jaarlijksche pacht van 7 mudden rogge, en verder met bepalingen omtrent het schapen en ijmenrecht, het hakken en aanplanten van hout, de keurmedigheid der kinderen in verband met die der ouders, enz.
Gegeven int jair insz Heren MVcXXV upp Sacramentsavent.
Cart.v.Sibculo fol..129.
v. Doorn.dl.5.
573 Broeder Godfridus, prior, Henricus vanZutphen, supprior, Johannes van Utrecht, kelner, en het convent van het klooster te Sibekloe verklaren verkocht te hebben aan Prior en Convent te Bentlagen ordinis Cruciferorum, gelegen bij de stad Rhenen in het sticht van Munster, eene jaarlijksche rente van 5 gouden rijnsche gl., uit het goed en uithof Barlehais en de overige bezittingen van het convent, behoudens het recht van terugkoop voor 100 dergelijke gld.
Gegeven in den jair unsz Heren MVcXXV up dach Viti Martyris.MZR>In margine: vacat quia redempti sunt anno XXXV°.
Cart.v.Sibculo fol.115.
v. Doorn.dl.5.
574 Broeder Godfridus, prior, Henricus van Zutphen, supprior, Johannes van Utrecht, kelner, en het convent van het klooster te Sibekeloe verklaren verkocht te hebben aan Wessell Westenberch te Benthem en Anne zijne huisvrouw, eene jaarlijksche rente van 5 1/2 gouden rijnsche gld., uit het erve Vagedinck, gelegen in het dorp Wilssum kerspel en gericht van Ulsen, graafschap Benthem, en uit alle andere bezittingen van het convent, behoudens het recht van terugkoop voor 100 goudenkeurv.rijnsche gld.
Gegeven int jair unsz Heren MVcXXV up suncte Margaretendach des hilliger Joffer. In margine: vacat.
Onder de acte volgt: Hic eciam inscribenda foret copia alterius littere de semitribus florens aureis et 1 oirt goldes annue pensionis quos damus honesto viro Johanni Palte to Benthem et Jutte ejus conjugi usque ad redemtionem pro quinquaginta florensis justi ponderis; sed quia tenor littere concordat cum littera prescrita in simili forma verboram et eodem termino solutionis, propter brevitatem eandem intermissimus.
In margine: vacat. Etiam vacat.
Cart.v.Sibculo fol. 114.
v. Doorn.dl.5.
575 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe, verklaren dat zij Alijt ten Berge, dochter van Albert en Locke t.B., woonachtig in het kerspel Ulsen, buurschap Hockelinchem, hebben ontslagen van allen eigendom aan het klooster, zoowel uit gunst als voor eene geldsom.
In den jair unses Heren dusent vijffhondert XXV upp dach Luce Ewangeliste.
Cart.v.Sibculo fol. 115vo.
v. Doorn.dl.5.
576 Henrick van Rechteren, heer te Almelo, verklaart, als leenheer, beleend te hebben Hermen Grubben te Vlederingen met het geheele erve Roesinck, gelegen in de buurschap Vasse, gericht en kerspel van Oitmerssum, ten behoeve van Prior en Convent van Zibikelo.
Leenmannen van Utrecht: Otto van Bellinckhave en Claes ter Kemmenade.
Int jaer onses Heren dusent vijffhondert sess ende twyntich alteria die Agneti virgsinis.
Het z.v.H.v.R. is verdwenen.
o.n.Sibculo CLXVI.
v. Doorn.T.R.
577 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe, verklaren dat zij Ffenne ten Hersthuss, dochter van wijlen Everd t.H. en Ffenne hebben ontslagen van allen echt en koermedigheid aan het klooster.
Int jair unsz Heren MVcXXVI upp suncte Michielsavent.
Cart.v.Sibculo fol.116.
v. Doorn.dl.5
578 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren dat zij Gheert, zoon van Gheerd Schettering en van Stijne diens vrouw, wonende op Nijenhues te Gheisteren, hebben ontslagen van allen eigendom aan het klooster, zoowel uit weldaad als voor eene geldsom.
Int jaer unsz Heren MVcXXVII upp suncte Pauwelsavent bekeringe des hilligen Apostels.
Cart.v.Sibculo fol. 125vo.
v. Doorn.dl.5.
579 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren dat zij Johannes ten Hersthues, zoon van wijlen Everd t.H. en van Aleide, hebben ontslagen van allen echt en keurmedigheid aan het klooster, zoowel uit weldaad als voor een betaalden gouden rijnschen gld.
Int jair unsz Heren MVcXXVII up avent Purificationis beate Marie Virginis.
Cart.v.Sibculo fol.116vo.
v. Doorn.dl.5.
580 Broeder Godfridus, prior, Henricus van Sutphen, supprior, Johannes van Utrecht, kelner, Wolterus Rover, cursarius, en het convent van het klooster te Sibekeloe verklaren verkocht te hebben aan Vrouwe Gerthe van Bairle, wonende te Swolle in de Smeden eene jaarlijksche rente van 8 mudden rogge, uit den hof te Marienborch en voorts uit alle bezittingen van het klooster, behoudens het recht van terugkoop voor 100 overl. gouden gld.In margine: vacat quia redempti sunt anno 34 Domini Letare.
Cart.v.Sibculo fol. 116vo.
v. Doorn.dl.5.
581 Henrick van Rechteren, heer tot Almeloe, verklaart vergund te hebben aan de meijers van Prior en Convent te Sibekeloe, wonende op Almelervene, hunne beesten te laen gaan en weiden in Almelerbroick, zoowel uit gunst als voor een betaalde geldsom.
Int jair unses Heren dusent vijffhondert seven ende twintich upp Meijavent.
Met het (besch.) uith.z.v.H.v.R. in gr. w.
o.n.Sibculo CLXVII.
v. Doorn.T.R.
582 Broeder Godfridus, prior en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren schuldig te zijn aan hunne moeder Andries te Campen, levenslang eene jaarlijksche rente van 3 mudden rogge, waarvoor de koopsom betaald is, te verhalen bij wanbetaling op alle bezittingen van het convent, zullende na haren dood eene memorie worden gehouden.
Int jair onsz Heren MVcXXVII upp dach Urbani Episcopi et Martiris.
In margine: vacat quia obiit anno XXXVIII.
In het opschrift heet moeder Andries: Mater fratris nostri Lamberti.
Cart.v.Sibculo fol. 117vo.
v. Doorn.dl.5.
583 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren, dat zij hebben aangenomen Hermen van Itterssum, als "provener commensaill" en medebroeder des convents, om hem levenslang te voeden en verzorgen, zullende echter deze zelf in zijn kleeding hebben te voorzien.
Gegeven int jair onsz Heren MVcXXVII ipso die Jacobi Apostoli.
Cart.v.Sibculo fol.119.
v. Doorn.dl.5.
584 Hermen van Itterssum verklaart, dat hij, door prior en convent van Sibekeloe aangenomen als "provener commensaill" om levenslang voeding en verzorging te genieten, eene som gelds aan dat convent heeft geschonken, waaruit na zijnen dood voor hem en familieleden memorien zullen worden gehouden, en tevens 4 arme vrouw te Ummen met 4 mudden rogge worden onderhouden.
Gegeven int jair onses Heren mVcXXVII ipso die Jacobi Apostoli.
Medegezegeld door Seijne Mulert, schulte van Ummen.
Keurnoten: Ghert Hackers en Egbert Egbertssz.
Cart.v.Sibculo fol.118vo.
v. Doorn.dl.5.
585 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster te Sibekeloe verklaren geruild en overgegeven te hebben Albert Lentferdinck, zoon van Henrick en Alijt L.te Vlederingen, aan het convent gekomen door ruil met het convent Albergen tegen hun eigen horigen man Johan ten Nijenhues, wonende op het goed van het convent Albergen "die Loedewich", aan de gebr. Hermen en Johan Grubbe, en daarvoor in ruil ontvangen Hermen ten Have, te Ghiesteren, zoon van Johan en Swene ten Have.
Int jair unsz Heren MVc ende XXVII upp avent sancti Bartholomei des hilligen Apostels.
Cart.v.Sibculo fol. 124vo.
v. Doorn.dl.5.
586 Broeder Godfridus, prior, Henricus Sutphanie, supprior, Johannes van Utrecht, kellner, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren verkocht te hebben aan Stephen van Remmen en Alijde diens vrouw eene jaarlijksche rente van 5 gouden, overl.keurv.rijnsche gld.uit de were en behuizing van Johan Graess te Deventer, in de Diessteeg, welke jaarrente door wijlen Johan Wittappell aan het convent was geschonken voor zijner zielezaligheid.
Gegeven in den jair unsz Heren MVcXXVII ipso die sancti Gorgonii martyris.
In margine: vacat quia redempti sunt.
Cart.v.Sibculo fol.119.
v. Doorn.dl.5.
587 Johan Krull goegreve en richter te Ulsen, verklaart dat heer Gort, prior te Sibekeloe, met Lephart Grapen als voorspraak namens zijn convent heeft aangesproken Albert ten Haegen te Goelinchem, hebbende deze in rechten erkend dat hij eigen geboren is van het klooster, zonder te kunnen bewijzen dat hij dit op rechtmatige wijze heeft verlaten, voor welke ongehoorzaamheid vonnis wordt gevraagd.
Koernoten: Hermannus van Besten en Hermen des Meijers.
In den jair onses Heren dusent vijffhondert seven ende twintich upp sunce Remigiusdach.
Met het uith.z.v.den richter in br. w.
o.n.Sibculo CLXVIII.
v. Doorn.T.R.
588 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren dat zij Johan ten Berghe, zoon van wijlen Albert t.b. en Locke diens vrouw, wonende in het kerspel van Ulsen, buurschap van Hoeckelichem, hebben ontslagen van allen eigendom aan het klooster zoowel uit gunst als voor eene geldsom.
In den jair unsz Heren MVcXXVII upp dach Victoris ende Gereoni der hilligen Martelers.
Cart.v.Sibculo fol. 120.
v. Doorn. dl.5.
589 Broeder Godfridus, prior, Henricus Zutphanie, supprior, Wolterus Rover, bursarius, Johannes van Utrecht, kellner, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren verkocht te hebben aan Mr. Ghert Swaiffken en Derck van Enschoeten, procuratoren van St.Gertruden-gasthuis te Deventer q.q. eene jaarlijksche rente van 8 mudden rogge, uit het erve Remberdinck, gelegen in het kerspel van Railte, buurschap Luttenberg, en alle andere bezittingen van het klooster, behoudens het recht van terugkoop voor 100 overl.keurv.gouden rijnsche gld.
Int jair ons Heren MVcXXVII upp suncte Mertensavent in den Winter.
In margine: redempti sunt anno XXXI°.
Cart.v.Sibculo fol 121vo.
v. Doorn.dl.5.
590 Broeder Godfridus, prior, Henricus van Sutphen, supprior, en het convent van het klooster te Sibekeloe verklaren verkocht te hebben aan Claes Varwer, burger binnen Groningen en Katherine diens vrouw, eene jaarlijksche rente van 10 goudgld. uit de 60 grazen lands gelegen in den Paddenpoil bij Selwert, kerspel Wierum, in het land van Groningen behoudens het recht van terugkoop voor 224 gouden Philipsgld.
Int jair onses Heren MVc ende XXVII upp suncte Mertensavent in den winter.
In margine: redempti sunt anno XXXV.
Cart.Sibculo fol. 122.
v. Doorn.dl.5.
591 Broeder Godfridus, prior, en het convent van Sibekeloe verklaren, verkocht te hebben aan Wigbolt Olijsleger, vicarius te Oldensall eene jaarlijksche rente van 3 mudden rogge, uit de erven Nijenhues en Naremoele, gelegen in het kerspel en gericht van Oitmerssum, buurschap Ghiesteren, en uit alle andere bezittingen van ht convent, ten behoeve der buren van Ghiesteren, om hun "dincktall" te betalen, behoudens het recht van terugkoop voor 30 overl.gouden rijnsche gld.
Int jair onses Heren MVcXXVII upp suncte Mertensavent in den winter.
Cart.v.Sibculo fol. 122vo.
v. Doorn.dl.5.
592 Broeder Godfridus, prior te Sibekeloe, verklaart ontvangen te hebben van Derick ter Roele 36 gouden rijnsche gld., ten behoeve hunner meijeren te Wilsem en Itterbecke, om hunne brandschatting daarmede te betalen, waarvoor deze aan Derick voorn. zullen geven 3 mudden rogge en 1 schepel, binnen het jaar te lossen.
In den jair onses Heren dusent vijffhondert XXVII up suncte Mertensavent in den winter.
Cart.v.Sibculo fol. 123.
v. Doorn.dl.5.
593 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren verpacht te hebben het erve Bennijnck, c.a. gelegen in het kerspel van Ulsen, buurschap Itterbecke, aan Ghert Bennynck en Thoebe diens vrouw, eigen menschen van het convent, voor eene jaarlijksche rente van 7 mudden rogge, met verschillende bepalingen aangaande het schapen- en ijmenrecht, het opvolgen van een hunner kinderen in de pacht, het hakken van hout, het onderhoud van het huis enz.
Gegeven int jair ons Heren MVcXXVII upp dach sancti Thome Apostoli.
Cart.v.Sibculo fol. 128vo.
v. Doorn.dl.5.
594 Broeder Gofdridus, prior te Sibekeloe, verklaart, dat hij, namens zijn convent, aan Otto van Vilsteren, die aan het convent verkocht had eene hulshorst, de Lenchorst geheeten, gelegen aan het einde van zijn haverland bij des kloosters hooimaat, heeft gegeven een voerweg naar zijn haverland, en aan Evert Seijnen eveneens naar zijn land in zijn erve, als van ouds gewoonte is geweest.
Int jair unsz Heren MVcXXVIII upten elfften dach in Ffebruario.
Cart.v.Sibculo fol. 123vo.
Cart.p.454.
v. Doorn.M.S.
595 Broeder Godfridus, prior, en het convent te Sibekeloe verklaren verkocht te hebben aan Mette Hueskens, dochter van wijlen Johan H. gehuurde maagd bij heer Detman Eckman van Sutphen, vicarius te Oldenzall, eene jaarlijksche rente van 2 1/2 mudden rogge, uit de erven Nijenhues en Naeremoelen, gelegen in het kerspel en gericht van Oitmerssum, buurschap Ghiesteren, en uit alle andere bezittingen van het convent, ten behoeve van de buren van Ghiesteren om hun "dincktall" te betalen, behoudens het recht van terugkoop voor 25 overl.gouden rijnsche gld.
Int jair onsz Heren MVcXXVIII upp suncte Petersavent ad Cathedram.
Cart.v.Sibculo fol. 123vo.
v. Doorn.M.S.
596 Luycken Boynck verklaart dat hij, nu Prior en Convent te Sibekeloe jaarlijksche renten hebben verzegeld voor de buren te Ghiesteren, nl. in handen van heer Wigbolts Olysleger, vicarius te Oldensall, drie mudden rogge, voor 30 ggld. en in handen van Mette Hueskens 2 1/2 mudden rogge, voor 25 ggld. samen 55 ggld., hij , Boynck om Prior en Convent schadeloos te houden hen een brief tot onderpand heeft gegeven van eene jaarrente van 8 mudden rogge uit het hof te Manre en de Hanstede, in het kerspel van Oitmerssem, buurschap Manre gelegen, om over die rente te beschikken totdat de buren van Ghiesteren het verschuldigde hebben voldaan.
Int jair onsz Heren MVcXXVIII upp suncte Ghertrudendach der hilliger Jonffer.
Voor L. Boynck zegel Johan van Eschede.
cfr. de acten dd. 1527 Nov.10 en 1528 Febr. 21.
Cart.v.Sibculo fol. 124.
in originali.
Niet bij v. Doorn.
CLXIX.
597 Broeder Godfridus, prior, Johannes van Utrecht, kellner, en broeder Ghert ten Kaite, amptman, verklaren dat zij namens het convent van Sibekeloe verpacht hebben het erve Nairemolen c.a., gelegen in de buurschap van Ghiesteren, kerspel en gericht van Oitmerssum levenslang aan Johannes ter Nairemollen en zijne aanstaande vrouw, die evenals hij keurmedig zijn zal, voor eene jaarlijksche pacht van 8 mudden rogge, en verder met bepalingen over het gebruik van de watermolen, omtrent het hakken en aanpoten van hout, het bijvoegen van aangekocht land bij het erve, over de opvolging der kinderen in de pacht enz.
Int jair onsz Heren MVcXXVIII upten XXIIII dach Aprilis.
Cat.v.Sibculo fol. 130.
v. Doorn.M.S.
598 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren dat zij Swane Wychmanck, dochter van Ghese W. bij Gheert Stuefelinck te Wilssem, hebben ontslagen van allen eigendom aan het convent, zoowel uit weldaad als voor eene geldsom.
Gegeven int jair onsz Heren MVcXXVIII upp dach Exaltationis Sancte Crucis.
Cart.v.Sibculo fol. 125.
v. Doorn.M.S.
599 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren dat zij Alijt, dochter van Luke Noirdinck en Ghese diens vrouw, wonende te Dairle, hebben ontslagen van allen eigendom aan het klooster, zoowel uit gunst als voor eene geldsom.
In den jair onsz Heren MVcXXIX up dach Anthonii des hilligen Confessoris.
Cart.v.Sibculo fol. 126.
v. Doorn.M.S.
600 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren dat zij Gheert ten Groiten Broichus, zoon van wijlen Luken en Ffenne t.g.B. hebben ontslagen van alle keurmedigheid aan het klooster.
Int jair unsz Heren MVcXXIX uppten derden Sondach nae Paeschen.
Cart.v.Sibculo fol. 126.
v. Doorn.M.S.
601 Broeder Godfridus, prior, Johannes Busch, kellner, met broeder Gheert ten Kaite, amptman, verklaren namens het convent te Sibekeloe verpacht te hebben het geheele erve Groite Broichues c.a., gelegen in het kerspel en gericht van Ulsen, buurschap Wilssem, aan Evert ten Broichusen en Ghese, diens vrouw, beide hoorachtig aan het convent, levenslang, voor eene jaarlijksche pacht van 9 mudden rogge, en verder met bepaling betreffende het onderhoud van het huis, het poten van hout, het doen van erfwinning bij het verlaten van het erve, het opvolgen der kinderen in de pacht enz.
In den jair onsz Herren MVcXXIX up dach Inventionis Crucis Christi.
Cart.v.Sibculo fol. 130vo.
v. Doorn.M.S.
602 Broeder Godfridus, prior, en het convent van het klooster Galilea in Sibekeloe verklaren dat zij Johannes Reijnerssz, zoon van Reijner en Ffenne Gaverdinck, hebben ontslagen van allen eigendom aan het klooster, zoowel uit weldaad als voor eene geldsom. Int jair unsz Heren MVcXXIX des Maendaghes toe Pinxteren.
Cart.v.Sibculo fol. 126vo.
v. Doorn.M.S.