Uw zoekacties: Regulateurs van de Belasting op het Recht van Successie

0136.3 Regulateurs van de Belasting op het Recht van Successie ( Collectie Overijssel locatie Zwolle )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Voorgeschiedenis tot en met 1813
2. De herinvoering van de Ordonnantie van 4 oktober 1805 per 1 januari 1814
3. De organisatie, ter uitvoering van de Ordonnantie van 1805, in de periode 1814-1817 in de provincie Overijssel
4. Verantwoording van de inventarisatie
0136.3 Regulateurs van de Belasting op het Recht van Successie
Inleiding
4.
Verantwoording van de inventarisatie
De onderhavige archieven, samen met de archieven van de Gequalificeerden van de belasting op het recht van successie in Overijssel, 1806-1811, werden op 2 augustus 1947 door de rijksarchivaris van de Tweede Afdeling van het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage, Mr. S. Fockema Andreae, aan het Rijksarchief in Overijssel overgedragen *  . Nadat het toenmalige ministerie van Financiën in 1818, na de tot standkoming van de Successiewet 1817, Stb. 37, had bepaald, dat deze archieven ter finale afdoening en controle naar 's-Gravenhage moesten worden opgezonden, belandden ze tussen de andere archieven van dat ministerie. Aangezien de gequalificeerden en regulateurs in zekere zin provinciale ambtenaren waren, heeft Fockema Andreae het nodig geacht om hun archieven naar de onderscheidene rijksarchieven in de provincies, waaronder het Rijksarchief in Overijssel, te laten over *  brengen .
Aan supplementaire bescheiden verwierf het Rijksarchief in Overijssel in 1974 van het Rijksarchief in Noord-Holland te Haarlem de stukken betreffende de belasting op het recht van successie te Urk, (1806-1813) 1814-1817 *  .
Tevens zijn een aantal bescheiden, welke in het archief van de Arrondissementsrechtbank te Zwolle aangetroffen werd, bij de onderhavige archieven gevoegd.
Na hun overbrenging in 1947 heeft de toenmalige rijksarchivaris in Overijssel, dr. B.A. Slicher van Bath, de archieven geïnventariseerd *  .
Bij de herinventarisatie van de onderhavige archieven is gekozen voor de ordening van de stukken per kanton afzonderlijk. Overigens moet wel opgemerkt worden, dat in de inventaris sprake is van de archieven van drie groepen archiefvormers, met name de regulateurs afzonderlijk, de Ontvangers-Particuliers van de drie Overijsselse fiscale arrondissementen en het directoraat-generaal der Indirecte Belastingen en van de Convoyen en Licenten. Na de ordening van de stukken per kanton afzonderlijk volgt de arrondissementsgewijze ordening van de stukken en tenslotte eindigt de inventaris met het register van de opbrengsten van de successiebelasting in de provincie Overijssel, 1814-1817.
Hoewel over het jaar 1817 geen successiebelasting geheven werd, zijn er toch veel stukken uit dat jaar in de archieven aanwezig. Deze stukken hebben veelal betrekking op de afdoening van de in de voorgaande jaren ingediende memories van aangifte en declaratoiren van vrije boedels.
De volgorde van de kantons, zoals deze door de afdeling "Controle van de Belasting op het regt van successie" van het bovengenoemde directoraat-generaal gebruikt werd, is bij de inventarisatie gehandhaafd. De reden hiervan is, dat het aantal kantons in tegenstelling met het aantal districten uit de periode 1806-1811, véél minder is, waardoor er minder indelingen in de inventaris gemaakt hoeven te worden én de overzichtelijkheid en de snelle raadpleging van de inventaris dan ook voldoende gewaarborgd is.
Bij het beschrijven zijn de oorspronkelijke namen van de verschillende archiefstukken op enkele na gehandhaafd. De gehandhaafde termen zijn, hoewel archieftechnisch onzuiver, zodanig ingeburgerd, dat de handhaving zichzelf aanbeveelt. Tevens zou het gebruik van de erkende archiefterminologie de gebruiker van de inventaris en het archief in verwarring brengen. De termen "Wekelijkse lijsten van de overledenen" en de "staten en verantwoordingen..." zijn gewijzigd in resp. "Extracten uit de overlijdensregisters" en "Staten van verantwoording...", de eerste wijziging vanwege de sinds 1811 bij de ambtenaren van de burgerlijke stand in gebruik zijnde terminologie en de laatste om ieder misverstand over de aard en het aantal stukken, dat onder de term wordt begrepen, uit te sluiten.
Wat het begrip "duplicaat-declaraties" betreft, het woord "duplicaat" is in de stukken aangetroffen. Er is hier sprake van afschriften van de oorspronkelijke declaraties. De regulateurs moesten de declaraties in tweevoud bij de Commissaris Generaal tot de Zaken van de Financiën indienen.
De volgorde van de beschrijvingen van de stukken binnen elk kanton is gebaseerd op de volgorde van de werkwijze c.q. archiefvorming, zoals het in de Ordonnantie van 1805 en in de nadere bepalingen van het Koninklijk Besluit van 28 februari 1814, Stb. 31, werd voorgeschreven.
Aangezien een aantal bescheiden per kanton uit diverse half-jaren ontbreken, is navraag gedaan bij de Tweede Afdeling van het Algemeen Rijksarchief betreffende de eventuele aanwezigheid van deze stukken, evenwel zonder positief resultaat.
Voor stukken betreffende de bemoeienis van rechterlijke instellingen met de afdoening van de successiebelasting wordt verwezen naar de inventarissen van de archieven van deze instellingen *  * 
5. Wijze van aanvragen en citeren
6. Bijlage: Lijst van kantons met de bijbehorende gemeenten