De Maatschappij van Moederlijke Liefdadigheid in Zaandijk richtte in 1841 een naai- en breischool op. Het plan voor deze school leefde vanaf de oprichting van de Maatschappij van Moederlijke Liefdadigheid in 1839, maar het bestuur van de Maatschappij wilde hiervoor eerst voldoende financiële middelen hebben. *  Toen dit niet bleek te lukken - er waren te veel kraamvrouwen (vrouwen die net bevallen waren) die ondersteuning nodig hadden -, liet het bestuur van de Maatschappij een intekenlijst rondgaan onder de ingezetenen van Zaandijk voor een financiële bijdrage. In de jaren na 1841 kreeg de school haar inkomsten uit de bijdragen van leden. De school viel onder het bestuur van de Maatschappij, maar functioneerde verder zelfstandig. Marijtje Bruin werd in 1841 benoemd tot onderwijzeres. * 

De naai- en breischool was bedoeld voor meisjes van behoeftige ouders, die ouder waren dan zeven jaar en op deze manier ‘kosteloos onderwijs (kregen) in die onontbeerlijke vrouwelijke handwerken’. Het bestuur van de Maatschappij van Moederlijke Liefdadigheid schrijft in haar verslag aan koningin Anna Paulowna dat zo'n school nodig was, omdat er 'thans vele menschen bij vermindert inkomen in de onmogelijkheid zijn om hunne kinderen in dit voor hun volgend leven zoo nuttig handwerk te laten onderrigten'. * 
Ouders die belangstelling hadden voor de naai- en breischool, konden zich op maandag 19 april 1841 aanmelden in het gemeentehuis. *  Er werden vierentwintig meisjes aangemeld, van wie er twintig meisjes werden aangenomen. De meisjes kregen les in breien, naaien, stoppen, verstellen en merken. *  Het mes sneed aan twee kanten voor de Maatschappij van Moederlijke Liefdadigheid, want met hun werkzaamheden ondersteunden de meisjes tegelijkertijd de naaister die de kleding en het linnengoed voor de kraamvrouwen maakte. * 

De naai- en breischool werd opgeheven na het overlijden van Aaltje Verdonk op 24 januari 1880. Mogelijk hing dit samen met de herziening van de Wet op het lager onderwijs van 1878, waardoor het handwerkonderwijs een verplicht lesonderdeel op de openbare lagere school werd. *  De Maatschappij van Moederlijke Liefdadigheid stelde na enig zoeken wel een nieuwe naaister aan, Niesje van Calcar, maar het saldo van de naai- en breischool werd in de kas van de Maatschappij gestort. *