Diverse stukken van de Reinigingsdienst en de Ontsmettingsdienst zijn bij elkaar aangetroffen, maar de diensten waren toen nog niet officieel overgegaan als Reinigings- en Ontsmettingsdienst. Omdat de diensten al gedeeltelijk op dezelfde locatie werkzaam zijn, bestaat het vermoeden dat het archief van beide diensten bij elkaar werd bijgehouden en gearchiveerd. Bij de stukken was hierdoor niet altijd duidelijk te herleiden of deze betrekking hadden op de Reinigingsdienst, de Ontsmettingsdienst of de Reinigings- en Ontsmettingsdienst. Bij de stukken waarin een naam van de dienst is aangetroffen, is de betreffende naam vermeld in de beschrijving.

Bij het inventariseren van het archief is er uitgegaan van de al aanwezige plaatsingslijst. Bij de inventarisatie zijn de stukken nader beschreven en ingericht in de ordening van algemene stukken en bijzondere stukken.

Tijdens de herinventarisatie zijn de volgende inventarisnummers, die wel genoemd worden in de plaatsingslijst, niet aangetroffen in het archief:
2, 3, 4, 12, 31, 33, 60, 71, 83, 84, 102, 143.
Het vermoeden is dat een aantal van deze stukken zijn beschreven in een aanvulling van het archief uit 2002, die niet is aangetroffen. Daarnaast is er een aanvulling van ca. 3 meter beschreven en opgenomen in de inventaris.

Tijdens de herinventarisatie zijn uittreksels uit het register van ontvangsten, 1914-1917 vernietigd. daarnaast zijn ook enkele dubbele stukken vernietigd. De vernietigde stukken hadden een omvang van 0,07 m.

Het archief heeft een totale omvang van 5,16 meter.
De materiële verzorging van het archief is na de inventarisatie gereed gekomen.