Uw zoekacties: Banne Hem, 1859-1948

1188 Banne Hem, 1859-1948 ( Westfries Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiƫrarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiƫrarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Geschiedenis van de organisatie
2. Geschiedenis van de archiefvorming
1188 Banne Hem, 1859-1948
Inleiding
2.
Geschiedenis van de archiefvorming
Organisatie: Westfries Archief
Ten aanzien van de archieven van de bannen Grosthuizen en Scharwoude werd bepaald dat deze overgebracht zouden worden naar de polder Beschoot. Het archief van de banne Venhuizen moest worden overgebracht naar de polder de Drieban en de archieven van de overige op te heffen bannen werden overgebracht naar de polders die hun taak overnamen zoals in bovenstaand overzicht is aange- geven. Op dezelfde datum, 6 juli 1948, besloten Provinciale Staten tot wijziging van het bijzonder reglement van bestuur van de banne of polder Schellinkhout, die voortaan "polder Schellinkhout" zou heten. Nadat deze besluiten in het Provin- ciaal Blad waren afgekondigd, kwam op 1 januari 1949 een eind aan het bestaan van de bannen in Drechterland.
De in de twintigste eeuw steeds sterker wordende tendens tot centralisatie en schaalvergroting ging niet aan de Drechter- landse bannen voorbij. In februari 1932 zonden Gedeputeerde Staten van Noord-Holland een circulaire aan alle waterschappen in de provincie waarin de wenselijkheid werd uitgesproken van een meer geconcentreerd beheer op het terrein van de water- schapszorg. Gedeputeerde Staten hadden hierbij vooral de bannen op het oog, 62 in de gehele provincie, wier taak even goed verricht kon worden door de polders waarin deze bannen waren gelegen. Ondanks protesten van de belanghebbenden zette het provinciaal bestuur zijn plannen door en nadat in de jaren 1932-1936 de meeste Noordhollandse bannen buiten Drechterland waren opgeheven, waren de Drechterlandse bannen aan de beurt. In 1943 stelde de Provinciale Waterstaat een onderzoek in met betrekking tot de opheffing van de nog bestaande bannen en op 12 december 1946 deelden Gedeputeerde Staten in een circulaire aan de betrokken waterschapsbesturen mede dat zij het voornemen hadden Provinciale Staten voor te stellen de bannen in Drechter- land op te heffen. Verzet van de bannen mocht niet baten. In augustus 1947 deelden Gedeputeerde Staten mede dat de kennis- neming van de door verscheidene bannen meegedeelde bezwaren in hun voornemen geen wijziging had gebracht. Met de opheffing van de bannen werd concentratie en vereenvoudiging van het tech- nische en administratieve waterschapsbeheer beoogd. De taak van de bannen kon doelmatiger door andere, grotere waterschappen worden verricht. Dit zou tot aanzienlijke besparingen leiden. Bij de circulaire van G.S. was een ontwerp-besluit tot opheffing van de bannen gevoegd. Alleen de banne of polder Schellinkhout zou blijven voortbestaan als "polder Schellinkhout".
Op 6 juli 1948 besloten Provinciale Staten tot opheffing van 22 Drechterlandse bannen als gereglementeerde waterschappen. Hun taak werd overgenomen door de polders waarin zij gelegen waren. Ten aanzien van bezittingen, schulden, rechten en verplichtingen was de overgang van bannen op polders als volgt (bannen resp. polders):
Enkhuizen en Westeinde, het Grootslag
Bovenkarspel, het Grootslag
Grootebroek en Lutjebroek, het Grootslag
Andijk, het Grootslag
Binnenwijzend, het Grootslag
Westwoud, het Grootslag
Oudijk, het Grootslag
Oosterblokker, het Grootslag
Westerblokker, Oosterpolder in Drechterland
Zwaag, Oosterpolder in Drechterland
Wervershoof, het Grootslag
Hoogkarspel, het Grootslag
Venhuizen (Noorderban), het Grootslag
Venhuizen (Zuiderban), de Drieban
Hem, de Drieban
Wijdenes en Oosterleek, de Drieban
Hoorn, Oosterpolder in Drechterland
Dampten, de Westerkogge
Berkhout, de Westerkogge
Grosthuizen (Beschoot), Beschoot
Grosthuizen (Westerkogge), de Westerkogge
Oudendijk, Beschoot
Avenhorn, de Westerkogge
Scharwoude (Beschoot), Beschoot
Scharwoude (Westerkogge), de Westerkogge
3. Verantwoording van de inventarisatie
4. Geraadpleegde bronnen
5. Geraadpleegde literatuur
6. Lijst van functionarissen

Kenmerken

Datering:
1859-1948
Datering:
1859-1948
Plaats:
Venhuizen
Soort archief:
Overheid
Omvang:
800 mm
Openbaar:
Ja
Auteur:
P.F. Schevenhoven (1996)