Uw zoekacties: Scheidsgerecht voor de werklieden in dienst der gemeente Hoo...

0358 Scheidsgerecht voor de werklieden in dienst der gemeente Hoorn, 1919-1929 ( Westfries Archief )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Geschiedenis van de organisatie
0358 Scheidsgerecht voor de werklieden in dienst der gemeente Hoorn, 1919-1929
Inleiding
1.
Geschiedenis van de organisatie
Organisatie: Westfries Archief
Op 22 juli 1919 bepaalde de gemeenteraad op basis van artikel 3 van het eerder dat jaar vastgestelde werkliedenreglement welke personen en categorieën van personen als werklieden werden beschouwd (1):
- bij het gasbedrijf:
baas-fitter, machinist gasfabriek, 1e, 2e en 3e fitters, 1e, 2e en 3e stokers, timmerman, metselaar, smid, arbeider zuiverhuis, terreinarbeiders, stokers sulfaatfabriek, lantaarnopstekers tevens poetsers, kantoorlopers, schoonmaakster; -bij het waterleidingbedrijf: 1e en 2e machinist, overige werklieden;
- bij de reinigings- en onstmettingsdienst en plantsoenwezen: tuinman, beltbaas, voorwerker, voerlieden, overige werklieden; -bij gemeentewerken: machinist van het rioleringsgemaal (2).
De gemeenteraad besloot op 26 april 1917 op initiatief van B. Schermer (RK) een raadscommissie van vijf leden te belasten met het ontwerpen van een reglement voor de ambtenaren, beambten en werklieden in gemeentedienst (3). De commissie bood in de vergadering van 14 november 1918 een ontwerpwerkliedenreglement met bijbehorend ontwerp-reglement voor het scheidsgerecht aan de raad aan (4). Beide reglementen zijn op 27 februari 1919 door de raad vastgesteld (5).
De commissie had tijdens zijn werkzaamheden intensief overleg gepleegd met de werklieden-organisaties, de laatste maal in een marathonzitting van 14.00 tot 22.30 uur op 11 oktober 1918. De commissie achtte overleg met deze organisaties gebiedend noodzakelijk en legde dit bindend vast in het werkliedenreglement.
Artikel 2 van het werkliedenreglement 1919 luidt: "Voor alle geschillen waartoe de uitvoering van dit reglement aanleiding geeft, bestaat beroep op het na te noemen scheidsgerecht, welks uitspraak bindend is" (6) .
In een toelichting hierop schreef de commissie: "Nieuw in de geschiedenis van de werkliedenreglementen is de bepaling, dat in alle geschillen welke aan hem wordt voorgelegd, het scheidsgerecht als arbiter bindende uitspraak doet. Het wil ons voorkomen, dat deze bepaling noodzakelijk is, om het instituut scheidsgerecht volledig aan zijn doel te doen beantwoorden. Het uitspinnen van allerlei arbeidskwesties in den gemeenteraad wordt aldus tevens vermeden" (7) .
Het scheidsgerecht was samengesteld uit vijf leden en vijf plaatsvervangende leden. De leden mochten geen enkele band met de gemeente hebben. Twee leden werden gekozen door de gemeenteraad, twee bij geheime rechtstreekse verkiezingen door de werklieden der gemeente. Deze vier leden kozen het vijfde lid en zijn plaatsvervanger, die tevens voorzitter en plaatsvervangend voorzitter werden (8). De leden werden benoemd voor drie jaren en traden tegelijk af, de eerste maal op 31 december 1922.
Een werkman kon tegen straffen, hem opgelegd door het hoofd van de dienst, in beroep gaan bij het scheidsgerecht. De uitspraak van het scheidsgerecht was in deze gevallen bindend.
Als de werkman een straf was opgelegd door burgemeester en wethouders kon hij de zaak laten onderzoeken door het scheidsgerecht. Alleen in geval van schorsing bleef de eindbeslissing bij het gemeentebestuur. Het scheidsgerecht kon tenslotte een bemiddelende rol spelen als besprekingen tussen het hoofd van dienst en werklieden niet tot het beoogde doel leidden en een geschil dreigde (9).
De eerste verkiezing van twee leden en hun plaatsvervangers vond plaats op 17 september 1919. Tot leden werden gekozen H. Prins en C.C. Uitermark en tot plaatsvervangers N.J. Plomper en D. Visser, elk met 37 van de 45 uitgebrachte stemmen.
De gemeenteraad benoemde een dag eerder M.C. Roos en mr A.A. Huizenga tot lid en mr J. van Vollenhoven en J.M.N. van der Drift tot plaatsvervangers.
De commies 2e klasse ter secretarie S.R. Doornbos werd door burgemeester en wethouders benoemd tot secretaris van het scheidsgerecht. De burgemeester installeerde het scheidsgerecht voor de werklieden in dienst der gemeente Hoorn op 18 november in het stadhuis (10). Omdat de vier leden niet tot een keuze konden komen benoemde de gemeenteraad op 9 december 1919 de voorzitter van de Raad van Arbeid, D.L. Harms, tot voorzitter van het scheidsgerecht.
Op grond van artikel 1 lid 1 van de Ambtenarenwet 1929 (Staatsblad 530) verdween het onderscheid tussen ambtenaren en werklieden: "Ambtenaar in den zin dezer wet is hij, die is aangesteld in openbaren dienst om hier te lande werkzaam te zijn".
De gemeenteraad stelde op 25 augustus 1931 een nieuw reglement voor de ambtenaren in dienst der gemeente Hoorn vast, waarin werd voorzien in een scheidsgerecht voor alle ambtenaren. Het reglement trad in werking op 1 september 1931, waarmee een einde kwam aan het bestaan van het Scheidsgerecht voor de werklieden in dienst der gemeente Hoorn.
2. Geschiedenis van de archiefvorming
3. Verantwoording van de inventarisatie
4. Aantekeningen en geraadpleegde bronnen
5. Geraadpleegde literatuur
6. Leden van het scheidsgerecht voor de werklieden in dienst der gemeente Hoorn, 1919-1931.

Kenmerken

Datering:
1919-1929
Datering:
1919-1929
Plaats:
Hoorn
Soort archief:
overheid
Omvang:
120 mm
Raadpleegbaar:
ja
Openbaar:
geheel
Auteur:
L. Hoogeveen (1999)
Categorie: