Rond het jaar 800 was het gebied, dat nu de gemeente Beemster vormt, bedekt met veen. Beemster is afgeleid van Bamestra, de naam van een riviertje in het gebied. Ontginning van het veen in combinatie met stormvloeden leidde ertoe dat dit riviertje in de periode 1150-1250 uitgroeide tot een binnenzee, een meer dat in open verbinding stond met de Zuiderzee. Het gebied behoorde toen toe aan twee verschillende gewesten/gouwen; Westflinge en Waterland.
In 1607 werd door de Staten van Holland en West-Friesland toestemming verleend aan enkele burgemeesters (onder andere van Amsterdam) en vooraanstaande kooplieden om de Beemster droog te maken, Dit geschiedde onder leiding van Jan Adriaanszoon Leeghwater. In 1610, toen de droogmaking bijna gereed was, liep het meer weer vol als gevolg van een breuk in de Zuiderzeedijken. Men besloot toen om de ringdijk zo hoog te maken dat hij een meter boven het omringende land uitstak. Op 19 mei 1612 was de polder droog en was de huidige droogmakerij De Beemster een feit. Het land werd ingedeeld in rechthoekige kavels die werden verdeeld onder de investeerders. De kwaliteit van de landbouwgrond was dusdanig hoog dat het project destijds als een groot economisch succes gold. Driehonderd jaar lang werd de polder drooggehouden door middel van poldermolens, begin twintigste eeuw werden zij vervangen door gemalen en verdwenen ze uit het polderlandschap. * 

Sinds 1960 is een ingrijpende verfijning van het ontwateringssysteem doorgevoerd. Het waterbeheer is thans zo nauwkeurig mogelijk afgestemd op de bestaande verschillen in hoogteligging, aard en gebruik van de landerijen; er kan ook rekening gehouden worden met veranderingen in het bodemgebruik. * 

De gemeente Beemster neemt met zijn ruim 7200 ha grond een bijzondere plaats in. Al bijna 400 jaar kan het gebied zich sociaal-economisch gezien staande houden en heeft het karakter behouden door het toegepaste verkavelingspatroon. Dat patroon bestaat uit een raster van vierkanten. Volgens de klassieke opvattingen is dat een volledig harmonieus geheel, een symmetrie die in de Gouden Eeuw als de absolute perfectie gold en strookte met de renaissancistische opvattingen over landschapinrichting. Vanwege de unieke verkaveling en het uitzonderlijke voorbeeld van een door de mens geschapen architectonisch ensemble en landschap, bekroonde de UNESCO in 1999 Droogmakerij De Beemster tot werelderfgoed. * 
Ook in de jaren 1970-1990, de periode van het beschreven archiefblok, heeft de Beemster zijn karakter weten te behouden ondanks de toename van de woningbouw en een industrieterrein. Echter ook problemen moest de gemeente het hoofd bieden zoals grondvervuiling en financiering van de bouw van het gemeentehuis.

In 1982 werd het kantoor van Sociale Zaken aan de Schoolstraat 2 te Middenbeemster verbouwd tot eenheden voor één en twee persoonshuishoudens. Tevens was het de bedoeling om de voormalige melkfabriek Bamestra aan de Schoolstraat 6 te verbouwen tot acht Hat-eenheden. Dit is echter niet doorgegaan. In 1989 bleek dat de bodem ernstig was vervuild met teerverbindingen en er waren plannen tot sloop. De woningen aan de Schoolstraat 2 (voormalig kantoor van Sociale Zaken) werden daarom aan de woningvoorraad onttrokken.

In verband met de bouw van een nieuw gemeentehuis moest voor de financiering van het gebouw overgegaan worden tot de verkoop van gemeentewoningen in 1989-1990.
In de gemeente Beemster vond er in de jaren 1970-1990 woningbouw plaats in de Midden- en Zuidoostbeemster.

In 1971 is de laatste Volkstelling gehouden. Aanvankelijk was het de bedoeling in 1981 ook nog een Volkstelling te houden maar deze is niet doorgegaan. In 1991 is de Wet op de Volkstelling ingetrokken. Het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) werkt thans met een sociaal statistisch bestand, hierin worden alle GBA (Gemeentelijke Basis Administratie) gegevens gecombineerd met die van de sociale partners.
De vaststelling van het Bestemmingsplan Landelijk Gebied 1970 heeft heel wat voeten in de aarde gehad. Het plan dat door de Raad werd vastgesteld werd door Gedeputeerden Staten gedeeltelijk goedgekeurd. In 1978 heeft de Raad van State goedkeuring onthouden aan de herziening. In 1981 werd ten slotte het Bestemmingsplan gedeeltelijk goedgekeurd door Gedeputeerden Staten.

In de jaren 80 van de 20e eeuw zijn, met de invoering van de wet op het basisonderwijs, de kleuter- en lagere scholen samengegaan, waardoor de namen van de scholen zijn gewijzigd. Zo vonden de volgende wijzigingen plaats:
- openbare kleuterschool de Overstap en de openbare lagere school de Klimop zijn opgegaan in "openbare basisschool 't Fluitekruid".
- openbare kleuterschool de Woelwaters en de openbare lagere school de Bloeiende Perelaar zijn opgegaan in "openbare basisschool de Bloeiende Perelaar".
- openbare kleuterschool Bamestra en de openbare lagere school Bamestra wordt "openbare basisschool Bamestra."
- openbare lagere school de Bonte Klaver en de neutrale school de Bonte Klaver wordt "openbare basisschool de Bonte Klaver".

In 1923 is er een school gebouwd aan de Leeghwaterstraat 26 te Middenbeemster voor de toenmalige ULO *  . Aangezien het aantal leerlingen in de loop van de tijd toenam, werd een vierklassige noodschool geplaatst in de Rombout Hogerbeetstraat 11.
In 1975 werden bouwvergunningen afgegeven voor de bouw van een MAVO *  -school met gymnastieklokaal aan de Klaas Hogetoornlaan 1, tevens werd in 1975 ook een vergunning afgegeven voor de gedeeltelijke verbouw van de school aan de Leeghwaterstraat 26. Het nieuwe gebouw van de MAVO-school aan de Klaas Hogetoornlaan 1, werd in 1976 officieel geopend. De MAVO had toen de volgende gebouwen in gebruik:
- Noodgebouw en noodkeet aan de Rombout Hogerbeetstraat 11;
- Gebouw aan de Leeghwaterstraat 26;
- Gebouw met gymnastieklokaal aan de Klaas Hogetoornstraat 1;

Tussen 1974 en 1982 heeft de gemeente geprobeerd een HAVO *  -school c.q. een scholengemeenschap MAVO-HAVO-VWO *  op te richten. Echter het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen wees jaar op jaar het verzoek af. De gemeente Beemster is vervolgens een gemeenschappelijke regeling openbaar voortgezet onderwijs met Graft-De Rijp aangegaan. De regeling zou alleen inhoudelijk effectief worden op het moment dat toestemming zou worden verkregen voor de stichting van een Havo. In de periode 1970-1990 (het tijdvak van dit archiefblok) is het niet gelukt de school te stichten.

De gemeente Beemster heeft een rijk verenigingsleven. Met name op sportgebied is er een scala aan verenigingen waarvan er velen door de gemeente financieel ondersteund werden in de vorm van subsidie en geldleningen.

De Beemster heeft veel monumenten, met name in de vorm van stolp- en stelpboerderijen. Een Stolpboerderij is vierkant en het dak heeft een vorm van een piramide. Alles gebeurd onder dit dak. De boerenfamilie woont er, maar ook staan het vee, de vervoersmiddelen, werktuigen en het hooi onder hetzelfde dak. Door de jaren heen werden de boerderijen steeds groter en hoger. Het hooi in de boerderij en het rieten dak werkten isolerend en ook het vee gaf warmte af. Vaak is er boven het woongedeelte een uitsnede gemaakt in het hooi. Dit werd gedaan omdat aan deze zijde het brandgevaar groter was. Het principe van de Stelpboerderij is hetzelfde als dat van de stolpboerderij. Er is echter één verschil, de Stelpboerderij heeft geen piramidevormige kapvorm *  .
Voor grootschalig onderhoud en restauratie van de monumenten werden zowel door het Rijk, Provincie als Gemeente subsidie verleend. (zie bijlage 3 monumentenlijst)