Uw zoekacties: Dorpsbestuur, 's Grevelduin-Capelle, 1476-1813 Onbekend Onbekend
1005 Dorpsbestuur, 's Grevelduin-Capelle, 1476-1813 ( Streekarchief Langstraat Heusden Altena )

 

In een inventaris staat beschreven welke stukken er allemaal in het archief aanwezig zijn, maar vaak ook een korte geschiedenis van het archief. Bij ‘Kenmerken’ vindt u de pdf-versie van de inventaris en algemene informatie over het archief. Bij ‘Beschrijving van de series en archiefbestanddelen’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden, gegroepeerd in hoofdstukken/rubrieken. Door op het plus-tekentje te klikken voor een beschrijving van een hoofdstuk/rubriek gaat u steeds een niveau dieper in de inventaris.

 

Hoe zoekt u door een inventaris?

 

Klik op de zoekbalk, bekijk eventueel eerst de ‘Zoektips’ linksonder in het zoekscherm en tik vervolgens uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’. Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken  waar de zoekterm in voorkomt.

 

Wanneer u op een ‘Gevonden archiefstuk’ klikt, verschijnt een meer gedetailleerde beschrijving met rechts ook een aantal icoontjes in beeld. Het meest rechtse icoon (Aanvragen) kunt u gebruiken wanneer u het betreffende stuk in de studiezaal wilt komen bekijken. Een instructie hoe dit online aanvragen werkt, vindt u hier.

 

Welke archieven heeft het Streekarchief Langstraat Heusden Altena?

 

Bekijk het Archievenoverzicht om te zien welke archieven het Streekarchief beheert. 

 

beacon
 
 
1. Archiefvorming
1.1. Geschiedenis van de archiefvormer
1.1.1. De vorming van 's Grevelduin-Capelle
1.1.2. De samenleving
1005 Dorpsbestuur, 's Grevelduin-Capelle, 1476-1813
1. 1. Archiefvorming
1.1. Geschiedenis van de archiefvormer
1.1.2.
De samenleving
Het gebied ten noorden van de Winterdijk bleef onbedijkt liggen. Het getijdenwater van de Oude Maas had er vrij spel. De eigenaren van de gronden moesten wel ten noorden van de Oude Straat richting de rivier wilgen- en elzenbomen of ander beplanting aanbrengen. Eind zeventiende en begin achttiende eeuw werden er kaden aangelegd en ontwikkelde zich de hooibouw. Ten zuiden van de Winterdijk werd het gebied in cultuur gebracht. Verschillende delen, zoals de Eendennest, de Eendenkooi en het gebied ten oosten van de Nieuwevaart en ten noorden van de Kruissloot of Kruisvaart bleven moerasgebied.
Door het grondgebied werden vanaf de Oude Maas drie vaarten gegraven: de Willem van Gentsvaart, die uitmondde in het moerasgebied de Eendennest, de Nieuwevaart, waaraan zich de haven ontwikkelde, en aan de oostgrens de Hogevaart. Aan deze vaarten ontstond lintbebouwing, zoals in veendorpen veel voorkomt. De bevolking verspreidde zich over verschillende buurtschappen: de kom bij de haven, het Stapeleind aan de westzijde, het Kerkeind ten oosten van de kom aan de Winterdijk, de Hogevaart met het Wolfsnest en de Moeren van Hedel in het oosten en de Nieuw- of Heistraat, de Nieuwevaart, de Lage Zandschel en de Willem van Gentsvaart.
In 1514 stonden er in Capelle 104 haardsteden. De bewoners leefden van de turfnering en het vervoer van de turf naar Holland en Zeeland gebeurde op kleine schuiten en zo'n 53 grote schepen. In de winter werd ruim een derde van de bevolking onderhouden door de Tafel van de Heilige Geest, zoals het armenfonds toen genoemd werd. Volgens de verpondingslegger van 1732 stonden er in dat jaar 233 huizen. In 1809 telde de gemeente 1429 inwoners en 272 huizen.
Op de grens van de heerlijkheden Nederveen en Zuidewijn stond de parochiekerk van Capelle. Na de St.-Elisabethsvloed bleef de plaats bekend als "het out kerkhoff". Achter de Winterdijk werd een nieuw bedehuis gebouwd. De kerkgangers kwamen zowel van 's Grevelduin-Capelle als van Vrijhoeve-Capelle. Ter fundering werden elzenpalen gebruikt. In 1591 stortte het gebouw in. Het werd herbouwd en deze kerk hield stand tot in de achttiende eeuw. Hoewel de openbare uitoefening van de katholieke godsdienst in het gewest Holland al in 1576 verboden was, kreeg de Reformatie in deze streek pas haar beslag tijdens het Twaalfjarig Bestand. De Staten van Holland benoemden in 1610 Cornelius Polletz, werkzaam in Uitwijk en Waardhuizen, tot predikant van Capelle, Raamsdonk en Waspik. De laatste twee plaatsen kregen na respectievelijk twee en zes jaar een eigen voorganger. Het kerkgebouw moest voor de Hervormde eredienst worden afgestaan. Op de noordelijke fundamenten van de bouwvallige kerk werd in het midden van de achttiende eeuw de thans nog bestaande achthoekige zaalkerk gebouwd, die door ds. J. Zeijlmans op 1 november 1750 werd ingewijd. Toen het geringe aantal katholieken op grond van het zesde additionele artikel van de Staatsregeling van 1798 pogingen ondernamen om het kerkgebouw weer als het hunne te mogen beschouwen, maakten ze geen schijn van kans. In 1809 telde Capelle 1238 Gereformeerden, 175 Rooms-katholieken, 1 Lutheraan en 15 Joden.
De ambachtsheer van Capelle bezat 3/4 van het tiendrecht, dat geheven werd bij de Hogevaart, bij de kerk en bij het Stapeleind. *  Het laatste kwart berustte in 1806 bij mevrouw de weduwe J. Verster de Ballien, Maarten Konings, Aart Konings en Pieter Boezer. Zij hieven van de plaatselijke bewoners een tiende deel van de oogst en van het jonge vee. Oorspronkelijk was de opbrengst bestemd voor de instandhouding van de kerk en het onderhoud van de voorganger.
Bij de kerk woonde de predikant en stond de school (ter plaatse van het huidige adres Hoofdstraat 17). Een schoolmeester kwam al voor in 1571. De kom van 's Grevelduin-Capelle ontwikkelde zich westwaarts richting Nieuwevaart en haven. Het dorpsbestuur kreeg op 13 maart 1738 octrooi van de Staten van Holland voor de aanleg van een keibestrating, zodat er rijtuigen over de weg konden rijden. Ook mocht het een wekelijkse markt houden in de maanden maart-april en november-december. Op 4 november vond de eerste marktdag plaats. Er werden vijf tot zeshonderd beesten en vijftig tot zestig paarden verhandeld en verschillende kramers hadden onder andere laken bij zich. In 1806 kwam er in het nabijgelegen Waspik een markt, die tweemaal per jaar gehouden werd. Vanuit de haven voeren marktschippers op Dordrecht en Rotterdam.
Aan de huidige Poolsestraat stond de molen van 's Grevelduin-Capelle. Het recht van de wind berustte bij de heer van Capelle. Volgens de akte van 27 juni 1669, waarbij Hubertus van Raveschot de heerlijke rechten verkoopt aan Philips Hendricx van Steenhuijs, stond er een korenmolen, een rosmolen en een molenhuis. De heer verpachtte de molen aan de familie van Oosterhout. *  De molenaar haalde het graan als betaling voor het verrichte werk. Het pad naar de Molen of de Molensteeg was lange tijd de enige verbinding tussen de Willem van Gentsvaart en de Nieuwevaart. Tot 1868 was het bezit van de heer. Er werd namens hem tol geheven van passerende voertuigen, die niet bij de molen hoefden te zijn. Het gemeentebestuur maakte aan deze ongewenste situatie een einde door het zandpad op eigen kosten te verharden met grind. De molen werd in 1928 afgebroken.
In de heerlijkheid Nederveen werd over de Oude Maas een veerverbinding onderhouden. Deze groeide uit tot de enige oeververbinding voor rijtuigen tussen Breda en Gorinchem. 's Grevelduin-Capelle profiteerde niet alleen van de doortrekkende reizigers, maar had op één of andere wijze ook het recht van verpachting van het veer verworven. De verpachting geschiedde door het dorpsbestuur van 's Grevelduin-Capelle voor acht jaar en bracht in de achttiende eeuw jaarlijks ruim achthonderd gulden op. De veerman was de enige die in de na de St.-Elisabethsvloed verlaten polders woonde. De weg naar de pont werd in 1769 bestraat met klinkers, moppen en straatstenen. Na de omwenteling van 1795 kreeg de Capelse veerman concurrentie van collega's, die tot dan toe alleen lokaal bestemmingsverkeer mochten overzetten. In 1811 vorderde de rijksoverheid het veer en pas in oktober 1814 kwam het terug aan het dorpsbestuur. Ondertussen werd ten oosten van Geertruidenberg een nieuwe verbinding over de Oude Maas aangelegd als onderdeel van de rijksweg van Parijs, Antwerpen naar Amsterdam, die in 1816 in gebruik genomen werd. Het Capelse veer verloor aan regionale betekenis. Het veer maakte plaats voor een brug toen aan het einde van de vorige eeuw noordelijker de Bergse Maas gegraven werd. Over deze waterweg kwam een nieuwe veerverbinding richting Dussen. In het zuiden van 's Grevelduin-Capelle lag de Dreef, een binnenweg richting Kaatsheuvel, waar bij het huis van een commissaris een draaiboom stond en weggeld geheven werd. Langs deze weg konden de dorpelingen naar Tilburg. * 
De Langstraatdijk werd in 1845-1846 verder bestraat. Vier jaar later ging deze weg onderdeel uitmaken van de doorgaande route van 's-Hertogenbosch, Vlijmen, Nieuwkuik, Drunen, Baardwijk, Waalwijk, Besoijen, Capelle, Waspik, Raamsdonk naar Geertruidenberg. De provinciale overheid nam de gemaakte kosten over en beheerde deze weg tot in de jaren negentig van deze eeuw.
1.1.3. Het dorpsbestuur
1.2. Geschiedenis van het archiefbeheer
2. Inhoud en structuur van het archief
2.4. Verantwoording van de bewerking
3. Aanwijzingen voor de gebruiker
3.1. Openbaarheidsbeperkingen
3.4. Citeerinstructie
4. Verwant materiaal
4.2. Verwante archieven
4.3. Publicaties
5. Bijlagen
5.1. Bestuurders en functionarissen
5.2. Genealogie van de heren en vrouwen van 's Grevelduin-Capelle

Kenmerken

Datering:
1476-1813
Titel:
Dorpsbestuur, 's Grevelduin-Capelle
Beschrijving:
Inventaris van het archief van het dorpsbestuur van 's Grevelduin-Capelle
Archieftitel:
Dorpsbestuur, 's Grevelduin-Capelle
Huidige gemeente:
Waalwijk
Auteur inventaris:
A. van Geertruij, Gemeentearchief Waalwijk
Jaar van inventarisatie:
1996
Inhoud/samenvatting:
Het bestuur van de dorpshuishouding waarbij de administratief-bestuurlijke bevoegdheden werden uitgeoefend (uitvaardiging van verordeningen en uitvoering van besluiten van hogere organen).
Auteur:
A. van Geertruij, Gemeentearchief Waalwijk
Omvang:
7,125 m
Openbaarheid:
Geen beperkingen
Uitgever:
Streekarchief Langstraat Heusden Altena, Heusden
Raadplegen:
Dit archief is uitsluitend op microfiche in de studiezaal te raadplegen.
Geografische namen: