0230 Stadsbestuur, Woudrichem, 1591-1810 ( Streekarchief Langstraat Heusden Altena )

 

In een inventaris staat beschreven welke stukken er allemaal in het archief aanwezig zijn, maar vaak ook een korte geschiedenis van het archief. Bij ‘Kenmerken’ vindt u de pdf-versie van de inventaris en algemene informatie over het archief. Bij ‘Beschrijving van de series en archiefbestanddelen’ vindt u de lijst met beschrijvingen van stukken die zich in dit archief bevinden, gegroepeerd in hoofdstukken/rubrieken. Door op het plus-tekentje te klikken voor een beschrijving van een hoofdstuk/rubriek gaat u steeds een niveau dieper in de inventaris.

 

Hoe zoekt u door een inventaris?

 

Klik op de zoekbalk, bekijk eventueel eerst de ‘Zoektips’ linksonder in het zoekscherm en tik vervolgens uw zoekterm(en) in. Klik vervolgens op ‘zoek’. Onder ‘Gevonden archiefstukken’ verschijnen de beschrijvingen van stukken  waar de zoekterm in voorkomt.

 

Wanneer u op een ‘Gevonden archiefstuk’ klikt, verschijnt een meer gedetailleerde beschrijving met rechts ook een aantal icoontjes in beeld. Het meest rechtse icoon (Aanvragen) kunt u gebruiken wanneer u het betreffende stuk in de studiezaal wilt komen bekijken. Een instructie hoe dit online aanvragen werkt, vindt u hier.

 

Welke archieven heeft het Streekarchief Langstraat Heusden Altena?

 

Bekijk het Archievenoverzicht om te zien welke archieven het Streekarchief beheert. 

 

beacon
 
 
1. Archiefvorming
1.1. Geschiedenis van de archiefvormer
1.2. Geschiedenis van het archiefbeheer
2. Inhoud en structuur van het archief
2.1. Verantwoording van de bewerking
0230 Stadsbestuur, Woudrichem, 1591-1810
2. 2. Inhoud en structuur van het archief
2.1.
Verantwoording van de bewerking
Bewaring van het archief.
Van het oud-archief van Woudrichem is een zeer groot gedeelte verloren gegaan. Wat er nog van over is, ongeveer drie meter en vijfenzestig centimeter, bevond zich, toen met de ordening begonnen werd, in een chaotische toestand. In het "Bijzonder verslag der in 1930 gevoerde inspectie" schreef mr. J.P.W.A. Smit over zijn bevindingen in Woudrichem: "Het stadje heeft het verlies van bijna zijn geheel oud-archief te betreuren" .... "De archiefordening laat veel te wensen over. Gedeeltelijk in de zeer bekrompen twee meter brede secretarie, gedeeltelijk in de vestibule, gedeeltelijk in de raadzaal, waarin bovendien de ontvanger kantoor houdt, trof ik archief aan. Het oude bestaat nog alleen uit enige registers; het nieuwe is eveneens vrijwel ongeordend".(60) Gelukkig is het met het oud-archief niet zo droevig gesteld als mr. Smit meende, want behalve de bedoelde registers zijn er nog een paar meter archiefstukken, welke in die tijd vermoedelijk op zolder lagen. Toen februari 1956 de secretarie verplaatst werd naar een pand in de Kerkstraat gingen die oude stukken mee, en weer naar de zolder, waar de provinciaal inspecteur der gemeente-archieven en waterschapsarchieven in Noord-Brabant, mr. H.J. Bernsen, ze tenslotte vandaan heeft gehaald. De verhuizing naar het nieuwe stadhuis heeft ongetwijfeld meegeholpen om de wanorde in het archief te vergroten.
Over het algemeen zijn de stukken, voor nog aanwezig, goed bewaard gebleven. Hoe komt het nu, dat er zoveel van het archief verloren is gegaan? Dat kunnen we niet met zekerheid zeggen, maar laat zich wel verklaren: de stad is meermalen door grote branden geteisterd, zo bijvoorbeeld in 1391, 1405 en 1573. We weten, dat in 1405 alle privilegebrieven verloren zijn gegaan, en de meeste eigendomsbewijzen. Ook andere rampen kunnen bij het verdwijnen der stukken indirect een rol hebben gespeeld. Zo zijn er verschillende ruïneuze overstromingen geweest, die tot verarming en gebrek leidden, dus ook tot brandstofgebrek, en heel begrijpelijk zal men al wat brandbaar was en niet meer van nut, hebben opgestookt, ook het oude papier. In 1742, 1743 en 1801 werd men getroffen door een muizenplaag, die niet alleen op het veld, maar ook in de huizen veel schade aanrichtte. In 1813 waren drie maanden lang massa's Duitse soldaten ingekwartierd; in sommige gezinnen zelf vijfentwintig en meer. De voorraden en brandstoffen raakten op.
Mogelijk hebben toen ook soldaten op de zolder van het stadhuis gelegen, want iedere enigszins bruikbare ruimte werd benut. Bij het heersende brandstofgebrek werd alles opgestookt, los of vast, wat maar branden wilde.(61) (Zie ook "Krijgsgeweld"). En die oude papieren op de zolder hadden toch geen waarde. Wat dit laatste betreft zijn markant enkele aantekeningen gevonden in dorso van sommige archiefstukken en afkomstig, naar men mag aannemen, van niet zo maar de eerste de beste. Op een stadsrekening van 1596 bijvoorbeeld staat geschreven: "Oude verpondingskohieren. Rekeningen. Geen waarde. 7 november 1838". Op een ander stuk: "Stukken betrekkelijk de oude compagnie burgers en het vaandel. Geene waarde. Nagezien 12 november 1838."(62) Zo zijn er verschillende factoren aan te wijzen, waardoor en archiefstukken vernietigd of verdwenen kunnen zijn, om nog niet te spreken van hen, die archiefstukken hebben "geleend". Zo vond ik een brief van iemand, die geleende archiefstukken terugstuurde. Ongetwijfeld zijn er echter ook geweest, die dat zeker niet hebben gedaan.
Archiefordening.
Zoals reeds gezegd bevond het archief zich in een chaotische toestand. Het bestond grotendeels uit losse stukken, die elk afzonderlijk beschreven moesten worden. Orde was er totaal niet in te bespeuren; alles lag hopeloos door elkaar, alleen zaten over het algemeen de rekeningen enigszins bijeen, zij het in verschillende gedeelten en eveneens zonder orde. Aanwijzingen, hoe de oorspronkelijke structuur van het archief moet zijn geweest, waren er slechts weinig. Ordening naar analogie van andere archieven was niet mogelijk omdat, voor zover na te gaan, er geen geschikte inventarissen van soortgelijke archieven waren, die als voorbeeld konden dienen. Ik kon dit dus niet als uitgangspunt nemen, maar was aangewezen op een gecombineerde toepassing van het restauratiebeginsel, voor zover mogelijk, en het functionele beginsel. Op de rug van enkele stukken waren met inkt cijfers aangebracht, die evenwel door hun onvolledigheid, maar ook anderszins geen houvast boden. (Het waren ook geen nummers van processtukken). Ook bevindt zich op de meeste stukken een nummering in potlood. Ik heb de volgorde van deze nummering nagegaan om te zien of ze enige aanwijzing gaf ten aanzien van de orde, die in de stukken heerste, toen de nummeraar ze vond, doch dit leidde evenmin tot resultaat, behalve dan dat ik er uit op kon maken, hoe de volgorde in de rekeningen der verpondingen moet zijn geweest. Toen alles beschreven was en werd geordend, tekenden zich vanzelf verschillende groeperingen af, die de hoofdlijnen van de oorspronkelijke orde aangaven of benaderden, of althans het restant er van. Zowel van de groep algemene stukken als van die der bijzondere onderwerpen konden onderverdelingen gemaakt worden naar bestemming, aard, inhoud of vorm der stukken, waarbij gelet werd op een logische taakverdeling en op de samenhang, zoals die uit de stukken bleek.
Er zijn talrijke stukken met liasgaten, waarbij evenwel niet meer valt uit te maken welke stukken een lias moeten hebben gevormd. Uit praktische overwegingen zijn zij tesamen beschreven met stukken, die niet geliasseerd zijn geweest.
Ik wil deze inleiding besluiten met een woord van oprechte dank aan de provinciale inspecteur der gemeente-archieven en waterschapsarchieven in Noord-Brabant, mr. H.J. Bernsen, door wiens bemiddeling ik dit archief heb mogen inventariseren, aan het gemeentebestuur van Woudrichem voor het in mij gestelde vertrouwen en de verleende medewerking, vooral ook aan de gemeente-archivaris van Breda, drs. F.A. Brekelmans, die zo bereidwillig was om mij onder zijn leiding op het Bredase archief mijn stage te laten maken, mij menigmaal met zijn adviezen heeft geholpen en op het goede spoor heeft gezet, en aan de heren Rehm en Deelder van genoemd archief, die mij op velerlei wijze behulpzaam zijn geweest.
Noten:
In het rijksarchief te 's-Hertogenbosch bevindt zich het handvest van 1476, namelijk in de collectie van Prosper Cuypers van Velthoven.
In het Algemeen Rijksarchief te 's-Gravenhage, 3e afdeling, bevindt zich het archief van de heerlijkheid Altena, 1212-1590, waarvan ook verschillende stukken op Woudrichem betrekking hebben.
60) Verslagen omtrent 's rijks oude archieven, 1930, blz. 99.
61) Iets dergelijks had men reeds in 1673 meegemaakt, zoals blijkt uit een rekest van de magistraat aan de Gecommitteerde Raden, waarin gevraagd werd het turfmagazijn van turf te voorzien en verdere schade door soldaten, die banken, hekken en poorten als brandstof gebruikten, te voorkomen. (Inventarisnummer 025, rekest van 1673).
62) Inventarisnummers 058 en 597.
3. Aanwijzingen voor de gebruiker
3.1. Openbaarheidsbeperkingen
3.2. Citeerinstructie

Kenmerken

Datering:
1591-1810
Titel:
Stadsbestuur, Woudrichem
Beschrijving:
Inventaris van het archief van het stadsbestuur Woudrichem
Archieftitel:
Stadsbestuur, Woudrichem
Huidige gemeente:
Altena
Auteur inventaris:
H.J.H. Bossink, Streekarchief Langstraat Heusden Altena, Heusden
Jaar van inventarisatie:
1959
Inhoud/samenvatting:
Het bestuur van de huishouding van de stad waarbij administratief-bestuurlijke bevoegdheden werden uitgeoefend (uitvaardiging van verordeningen en uitvoering van besluiten van hogere organen), alsmede de lage en hoge rechtspraak. De stad bezat tevens de uitsluitende judicatuur in belastingzaken. De baljuw vervolgde in criminele zaken in Stad en Lande. Het stadsbestuur had ook toezicht op de wateren en waterkeringen van de Oude en Nieuwe Ban en de Ban van Honswijk (gedeeltelijk).
Auteur:
H.J.H. Bossink, Streekarchief Langstraat Heusden Altena, Heusden
Omvang:
5,5 m
Openbaarheid:
Geen beperkingen
Uitgever:
Streekarchief Langstraat Heusden Altena, Heusden
Geografische namen:
Archiefvormer(s):