In het verlengde van het "maatschappelijk Réveil" beijverden o.a. de - in de in 1925 geschreven eigen geschiedschrijving zo gekwalificeerde -"hooggeplaatste" families Bentinck en Mossel en baronesse Van Ittersum (weduwe van burgemeester Van Ittersum 1844-1872) en de "lager geplaatsten" als G.J. Roskam en J.P. Velkes zich voor een "Verkondiging van het Evangelie des Kruises aan kinderen en jongelingen en jonge dochters". In Voorst resulteerde dit in de stichting van Zondagsscholen, op 28 december 1875 in de oprichting van de Christelijke Jongelings Vereeniging "De Heere is onze Banier", en in 1876 volgde de oprichting van de Christelijke Meisjes Vereeniging "Het Mosterdzaadje". Beide verenigingen kwamen in de eerste jaren samen in de zondagsschool die Van Ittersum in 1874 liet bouwen.
Vanaf 1959 fuseerden de jongens- en de meisjesvereniging om als 'Christelijke Jongeren Vereniging' verder door het leven te gaan alvorens zichzelf tot Christelijke Jeugd Vereniging te hernoemen. In 1999 werd deze vereniging opgeheven.

Vanuit de CJV werd onder andere het initiatief voor een zangvereniging genomen die uiteindelijk "Sursum Corda" zou gaan heten. (Toegang 1022)

Voor meer informatie over de geschiedenis van de CJV raadplege men het in deze toegang opgenomen inventarisnummer 21.