Uw zoekacties: Ambacht Nieuwenhoorn

040 Ambacht Nieuwenhoorn ( Streekarchief Voorne-Putten )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Aanwijzingen voor de gebruiker
Archiefvorming
Inhoud en structuur van het archief
Bijlagen

Kenmerken

Datering:
1620-1811 (1817)
Beschrijving:
Archief van het ambacht Nieuwenhoorn
Omvang:
6,30 meter, 359 inventarisnummers
Inventarisatie:
L.W. Hordijk, 2002, herzien 2006
Taal:
Nederlands
Taal archiefmateriaal:
Het merendeel van de stukken is in het Nederlands
Soort archiefmateriaal:
Normale geschreven en gedrukte documenten
Bewaarplaats:
Streekarchief Voorne-Putten
Status open dataset:
Beschikbaar
Open data eigenaar:
Streekarchief Voorne-Putten
Geografische namen:
Opendata trefwoord:
Gevonden archiefstukken
Jan Been met Dirck Willemsz op de Nolle, eiser in cas van 11 gem. memorieland onder Nieuwenhoorn, contra een ieder, die zich partij zou willen stellen.
Jan Been vanwege Dirck Willemsz op de Nolle, pp. voor Claes Arensz, won. in Rugge, nagelaten zoon van Dingenum Bouwens, gepr. bij Arens Jansz in de Quacq, eiser in cas van memorieland, contra een ieder, die zich partij zou willen stellen.
Eiser stelt, dat door het overlijden van Pieter Pouwelsz, secretaris van de Vierpolders, 11 gem. memorieland in Nieuwenhoorn vacant zijn en dat hij, eiser, tot dit land gerechtigd is en het daarom op 20-12-1626 te bode heeft doen stellen, waarvan Pieter Pouwelsz de laatste possesseur was, maar wel ten onrechte. Hij is de oudste en naaste van het geslacht van de eerste fondateur. Hij verzoekt in bezit van het land gesteld te worden.
Pouwels Meeuwesteyn met Dirck Domisz als getr. met Martge Pouwels en Jacob Andriesz als getr. met de wed. van Jacob Pouwelsz van der Falken, zijn beiden aanwezig als erfgenamen van Pieter Pouwelsz. Zij eisen kopie van de stukken.
Eiser verklaart, dat Pieter Pouwelsz deze landen zijn leven lang heeft bezeten als gemachtigde van Jan Popesz, die zei als oudste en naast tot het bezit van dit memorieland gerechtigd te zijn. Deze Jan Popesz is niet verschenen en er wordt beweerd, dat hij niet meer in leven is. Verweerders hebben dus geen enkel recht op het land.
16-4-1627, Schepenen dragen partijen op hun stukken in te leveren en ieder 10 car. g. in te leggen om in Den Haag juridisch advies in te winnen.
11-6-1627, Schepenen, gezien hebbend het juridisch advies, dragen verweerders op binnen twee maanden te bewijzen, dat Jan Popesz nog in leven is en dat zij procuratie van hem hebben.
Pouwels Meeuwesteyn zegt, dat dit de taak van eiser is.
3-11-1627, Schepenen wijzen voor recht, dat Dirck Willemsz, pp. voor Claes Arensz, het memorieland in kwestie zijn leven lang zal bezitten. Meeuwesteyn gaat voor gedaagden in beroep bij het Hof
Pouwelis Meeuwesteyn vanwege de armmeesters van Nieuwenhoorn, pp. voor Cornelis Barensz, nagelaten zoon van Barent Arensz, die een zoon was van Aren Pouwelisz, eiser, contra een ieder, die zich partij zou willen stellen, gedaagde in cas van memorieland.
Eiser heeft te bode doen stellen 4 gem. weide in Hoodijck, 5 lijnen weide mede aldaar en nog 2 gem. weide in Out Jaer en ca. 1¿ lijn in de Kerckhouck, alles memorieland, laatst eigendom van Dirck Willemsz za., die in dezelfde graad stond als voors. Cornelis Barensz. Deze is nu de oudste en naaste van het geslacht van de eerste fondateur en de laatste possesseur van het memorieland in kwestie. Eiser verzoekt in bezit van het land gesteld te worden.
Jan Been met Dirck Domisz Koedieff als man en voogd van Maertge Pouwelis, nagelaten dochter van Pouwelis Pietersz, verklaart, dat Cornelis Barensz Wildenboer niet van het geslacht van de fondateur is, maar dat de vrouw van Dirck Domisz nu de oudste en naaste is.
Meeuwesteyn verklaart, dat uit de boom, die gedaagde toont, duidelijk blijkt, dat de eiser de oudste is.
Hij voert bovendien verklaringen aan van Pietertge Leenderts, wed. van Huych Corstiaensz, in zijn leven schout van Nieuwenhoorn,, van Claesge (Borits?), Grietge Stoffels, allen over de 70 jaar oud, die voor schepenen verklaard hebben , da zij Barent Arensz zeer wel hebben gekend en dat deze twee zonen heeft nagelaten, de ene Aren Barentsz genaamd en de andere Cornelis Barensz, nu eiser. Deze Cornelis Barensz en de vrouw van gedaagde staan volgens de boom ‘in eener grade’, maar Cornelis Barensz is over de 70 jaar oud en dus de oudste.
Jan Been vanwege gedaagde zegt, dat Barent Arensz, die hier gezegd wordt vader van eiser te zijn, geen kinderen in leven nagelaten heeft, zoals ook blijkt uit de getuigenis van Cornelis Jacobsz Cleyburch en Jan Claesz van ‘t Wout, zijnde een graad verder in het geslacht.
Schepenen dragen partijen op hun stukken in te leveren en ieder 12 car. g. te betalen om i
Pouwels Meeuwesteyn vanwege Pieter van Allemonde, oud-burgemeester van Brielle, als voogd van de kinderen van Jacob Cornelis Cleydijck en Maertge Witte zal., pp. voor Arijen Cornelisz, nagelaten zoon van Maertge Leendertsz zal., eiser, contra Cornelis Meeusz en Jan Claesz Keuyt, gedaagden.
Eiser eist betaling van 45 car. g. 15 st. wegens ‘reeture van meede’ door de gedaagde in 1631 gedaan volgens het boek van Maertge Leenderts, die toen boekhoudster van de stoof was, of gijzeling van gedaagde.

Pouwels Meeuwesteyn vanwege Pieter van Allemonde, oud-burgemeester van Brielle, als voogd van de kinderen van Jacob Cornelis Cleydijck en Maertge Witte zal., pp. voor Arijen Cornelisz, nagelaten zoon van Maertge Leendertsz zal., eiser, contra Willem Arensz, won. aan de Ravense weg, gedaagde.
Eiser eist betaling van 112 car. g. 15 st. wegens ‘reeture van meede’ door de gedaagde in 1631 gedaan volgens het boek van Maertge Leenderts, die toen boekhoudster van de stoof was, of gijzeling van gedaagde.

Pouwels Meeuwesteyn vanwege Pieter van Allemonde, oud-burgemeester van Brielle, als voogd van de kinderen van Jacob Cornelis Cleydijck en Maertge Witte zal., pp. voor Arijen Cornelisz, nagelaten zoon van Maertge Leendertsz zal., eiser, contra Jan Claesz Keuyt, won. onder Nieuwenhoorn, gedaagde.
Eiser eist betaling van 108 car. g. 10 st. wegens ‘reeture van meede’ door de gedaagde in 1631 gedaan in de Nieuwenhoornse meestoof volgens het boek van Maertge Leenderts, die toen boekhoudster van de stoof was, of gijzeling van gedaagde.
Schout en schepenen in cas van preferentie.
Aantekening van de schulden van de desolate boel van Arijen Cornelisz Hoochwerff zal., in zijn leven gewoond hebbende in Nieuwenhoorn.
Jan Arensz van der Dam als getr. met Neltge Lambrechts van Daellen uit kracht van een oud brief door Pouwelis Cornelis Plastge voor schout en schepenen van Nieuwenhoorn verleden 16-9-1601, speciaal verzekerd op de landstede, waar de voors. Hoochwerff op heeft gewoond groot 300 g. met drie jaar verlopen rente, samen 360 g.
- Eerst de weeskinderen van Arijen Cornelisz Hoochwerff, beloofd bij uitkoop 480 car. g., verzekerd op de landstede en op de 4 gem. ‘Stattelant’, volgens uitkoop van 6-5-1632..
- Jan van Delff komt ‘als rest van selven’ 18 g.
- Neltge van Daellen komt van een oudere brief toe 360 g.
- Frans Jansz Santvoort van een verlijt van 18-1-1635 700 car. g., verzekerd op 4 gem. ‘Stattelant’, en nog twee jaarn rente verschenen 18-1-1636 en 1637 100 g.
- van een notariële akte van 29-12-1635 408 g. met 58:3:0 rente.
- van een notariële akte van 16-6-1636 80 g.
- van een notariële akte van 27-9-1636 290 g. met 26:5:0 rente.
- Jan Panser over een obligatie 30 g.
- Jan Panser over een koop 14 g.
- Jan Panser nog betaald 10 g.
- Jan Panser over de doodschuld 35 g.
- Jan Panser heeft in zes weken voorgeschoten 22:4:0.
- Jan (Kopper?), pachter van de impost van het hoorngeld, zoutgeld en de bezaaide gemeten 1635 tot 1637 23:16:4.
- Cornelis Arensz van der Wiel als pachter van het ‘beestiael’ 1636 8 g.
- Dirck Cornelis Beuis van horengeld en bezaaide gemeten 1636 21 g.
- en over de impost van het gemaal 1636 9:13:0.
- Pieter Corstiaensz Clooster en Arijen Huygensz Boon van impost van het zout, hoorngeld en bezaaide gemeten over 1634 27 g.
- Andries Ruichrock komt van slachtgeld over 1632, 1633 en 1634 17:10:0.
- Gerrit Gillisz Backer over de impost van het hoorngeld, bezaaide gemeten en zoutgeld 2:16:0.