Uw zoekacties: Ambacht Abbenbroek

028 Ambacht Abbenbroek ( Streekarchief Voorne-Putten )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
Uw zoekterm komt voor in de vetgedrukte onderdelen van de archieftoegang.
028   Ambacht Abbenbroek
Inleiding
Aanwijzingen voor de gebruiker
Archiefvorming
Inhoud en structuur van het archief
Bijlagen
laatste wijziging 21-03-2024
3.049 beschreven archiefstukken
12 gedigitaliseerd
totaal 564 bestanden

Kenmerken

Datering:
(1523) 1559 - 1811 (1822)
Beschrijving:
Archief van het ambacht Abbenbroek
Omvang:
3,40 meter, 239 inventarisnummers
Inventarisatie:
L.W. Hordijk, 1999, herzien 2006
Taal:
Nederlands
Taal archiefmateriaal:
Het merendeel van de stukken is in het Nederlands
Soort archiefmateriaal:
Normale geschreven en gedrukte documenten
Bewaarplaats:
Streekarchief Voorne-Putten
Status open dataset:
Beschikbaar
Open data eigenaar:
Streekarchief Voorne-Putten
Licentie:
CC BY-SA 4.0 Creative Commons (CC BY-SA 4.0)
Geografische namen:
Categorie:
Opendata trefwoord:
Archiefvormer(s):
 
Archiefvormer -
 
Archiefvormer Ambacht Abbenbroek
laatste wijziging 21-03-2024
3.049 beschreven archiefstukken
12 gedigitaliseerd
totaal 564 bestanden
Gevonden archiefstukken
Heyn Jansz Ketel transporteert aan Willem van Hooff een rode koebeest met een witte regge en nog "alsulcken camp... coelen als hij thans heeft leggende opten Oudelansendijck" voor de 40 car. g., die Heyn Jansz Ketel nog aan Willem van Hoof als rentmeester van Abbenbroek schuldig is van verschenen landpachten.
(stilo co...)
Truytgen Teus heeft betaald aan Lenert (Teusz?) ter presentie van schepenen 3 car. g. min 5 st.
Baljuw Jacop van Vinnoles heeft uytgeleyt op Jan Jacopsz Leeu 8 car. g. ter presentie van Arien Jansz ende Jacop Jansz als leenmannen ende schepenen tot Abbenbroek.
Dignum Henricksdr bekent aan Jan Jacopsdr een schuld van 2 pond gr. vl. wegens een huis staande achter de bakoven bij de (sluys?) en aan Jacop Henricksz een schuld van 7 car. g.
In de marge: Jannighen Jacops bekent door Dignum Henricks voldaan en betaald te zijn 27-10-1566. In presentie van Jacob Jansz en Claes Dircksz, secretaris van Abbenbroek.
Cornelis de molenaar bekent van Dignum Henricks ontvangen te hebben 7 gulden.
Truytgen Teus met Servaes Kempesz, haar voogd in deze zaak, bekent aan Aert Danielsz in Den Briel schuldig te zijn anderhalf hoet lentegerst en een hoet tarwe, die zij beloofd heeft te leveren voor Lichtmis 1564. Zij heeft hiervoor ontvangen 33 car. g.
Vries Arensz, oud ca 48 jaar getuigt, op verzoek van Henrick Henricksz, pp. voor Arien Willemsz. Het gaat over 4 car. guldens en een zak bonen, maar doordat er tussen de regels door geschreven is, wordt een en ander niet duidelijk.
Soe esser een waerheyt bedongen bij Legier Fillipsz als vuytter naem van Arent Piersz op het erfhuys van Lange Lenert Cornelisz ofte erfgenamen seyt Legier inder qualiteyt verlijdt gedaen heeft in ... clarisboeck van Abbenbroek den 12 maart 1541 onder genoemen heeft die somma van 28 car. g.
Andries Jopsz bekent aan Neeltgen Arien Willemsz wed. een schuld van 15 car. g. en belooft te betalen Vrouwenlichtmis 1564.
De baljuw heeft uytgeleyt aan Neeltgen Arien Willemsz wed. met Arien (Ponsz?), haar voogd, 15 car. g. vanwege Andries Jopsz.
Arien Lenertsz bekent aan de weeskinderen van Pieter die (Wever?) een schuld van 20 car. g. wegens aangetelde penningen.
Bouwen Jansz belooft de kinderen van Adriaen Arensz inden Hoeck te betalen 19 car. g. min 5 st.
Bouwen Jansz belooft Leentgen Arens te betalen 7 gulden en (?) en dat van haar moederlijk goed.
Soe kent Commer Cornelisz ende Jacop (Piersz?) (in presentie?) van Balliu ende scepenen Willem Bouwensz te betalen 9 car. g. binnen 8 dagen ende dat van weegen van (Lenert?) Gerretsz.
Iement Woutersz belooft Huych Teusz 2 car. g. te betalen.
Geyltgen Teusdr getuigt op verzoek van Cornelis Mertensz, dat zij bij Cornelis Mertensz het geld gehaald heeft van 6 hoet gerst, en dat haar moeder bij hem gehaald heeft 15 car. g. vanwege zaaihaver en zomergerst. En namens haar moeder heeft zij nog gehaald 7.12.0.
Barthaut Gerretsz heeft gekocht van Heyn Jansz Keetel een "trisoer met een spenne ende een scrijn", die staat bij Heyn Jansz voor in huis, voor de 12 car. g., die Heyn Jansz hem schuldig is.
Cornelis (A?)llertsz bekent aan de weeskinderen van Gerrit Jacopsz en Lysbet Eymes zijn huisvrouw een schuld van 21 car. g. van hun vaders en moeders erfenis.
Zoe wijssen schepenen voer recht alsoe Leghier Fillipsz avontuerijt mijn E. Heer van Montfoert sijn waerheyt an gaende van coep van scaeppen van Jacop Piersz ter somma van 18 car. g. dat Arent Piersz zal lijen an zijn woerden ofte gaen met hem an mijn genadiheer zijn waerheyt.

Schepenen wijsen voer recht als dat Arent Piersz zijn achtel op het voern. vonnis hebben zal angaende van den waerheyt.
Ariaen Cop Huychensz(dr?), weduwe van Cornelis Gillisz, bekent aan Claes Huyghensz, won. onder Den Briel, een schuld van 8 car. g. wegens landpacht.
Die ghemeen sculdenaers van Cornelis Allertsz, te weten Lendert Dircksz, Arien Ariensz, Heyn Jansz Ketel, Jan Jacopsz de Leuw, Hendrick Bogghe, brouwer, Goeltgen Pieters ende Jannitgen Ariens zijn veraccordeert ende gesloeten voor alle sculdenaers die hier niet present en zijn die enighe sculden soude moghen pretenderen. Dat die weeskinderen van Lijsbet Eynouts weesende Eynout Gerritsz, Willem Gerritsz ende Grietgen Gerrits haer penninghen te weten 21 car. g. sullen ontfangen (?) den ouden brief doot wesende vant voors. huys het welck Commer Cornelisz gecocht heeft ende dat op termijnen soe sij verschijnen sullen.
De kinderen van Lendert Jansz moeten "enich bescheyt ofte quitancie in leggen, dat zij betaelt hebben, voor de naeste recht dach, of dat zij betaelen sullen Gillis Jansz naer vuyt wijsen van den eys 3.4.0 boven de rente van 3 car. g. en de rechtlicken costen.
Arien Ariensz 't Gilde protesteert op het huis, dat Andries Jopsz za. nagelaten heeft. Het mag niet verkocht worden dan met de brief van 3 car. g. met alle verlopen renten, die Arien Ariensz 't Gilde daarop sprekende heeft ende dat tegen Cornelis Jacopsz molenaar in Heenvliet en Servaes Kempesz, zo hij procedeert.
Denis Bouwensz bekent aan Dirck Ariensz een schuld van 16 car. g. wegens bier, verzekerd op een koe "swart van haer met een wit hoeff mits noch een grijs calf met een wit hoeff en het huys opten Duyckdam".
Arent Piersz bekent aan Arien Ariensz 't Gilde een schuld van 20 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, die hij belooft binnen 8 dagen terug te betalen.
Wessel Claesz bekent aan Neeltgen Heynen een schuld van 10 car. g. wegens "beternis van mangelinghe van huyssen" en verzekerd op het voors. huis en erf staande op de Oudenlanschen dijck.
Jan Ariensz timmerman moet betalen aan Jan Herbertsz 5 car. g. arbeidsloon van wege zijn broer en nog 21 st. van hem zelf. Indien hij niet voor zaterdag betaald, dan wordt er verkoop van zijn goederen gehouden.
Arien Jacopsz heeft ontfangen vuyt handen van de gerechte daer Neeltgen Tachs of ge(?) is vande selfde ter somme van 5½ car. g. die welcke Neeltgen geleyt hadde onder recht ende zijn bij h(em?) gelicht ende verborcht bij Cors Jansz mits dat hij beloeft heeft van Cors gheen penningen te ontfangen ten waer hij is met Neeltgen veraccordeert.
Commer Jansz bekent aan Aechte Pietersdr een schuld van 10 p. vl. mitsgaders twee verschenen deugden en andere renten belopende 8 car. g. 8 st., verzekers op 1 gem. in het Nieuweland van Abbenbroek bij de Wael, belend: n.o. Lenaert Cornelisz, z.o. het convent van Eemstein, z.w. het klooster van Rugge.
In de marge:
Aechte Pietersdr met haar voogd Gillis Jansz bekent aan Arien Elyasz een schuld van 9 car. g. wegens arbeidsloon, verzekerd op al haar goederen, te betalen Kerstavond 1569.
Arien Elyasz bekent aan Claes Dircksz deze 9 gulden opgedragen te hebben "ter cause in mangeling van terwe".
Cornelisz Hermensz en Cornelis Andriesz hebben enige percelen land verkocht, die geboden, volboden, onbenaast maar beklaagd zijn voor de lasten, die er op staan, te weten 7 gem. in het Oudenieuwland aan het eind van de Blindeweg tege het heultje aan de noordzijde van de Moerse weg, belast met 2 zakken tarwe voor de armen en een car. g. t.b.v. het Sacramentslof. Het transport kan doorgang vinden, want staander vierschaar heeft niemand meer klachten.
Adriaen Elyasz int Suytlant bekent aan Cornelis Hermensz van Naerden, pp. voor Albrecht van Loo, raad en commissaris des Konings domeinen, en Cornelis Andriesz tot Delft, pp. voor Annitgen Dircx, baghijn, een schuld van 406 car. gld wegens koop van en verzekerd op 7 gem. land.
Cornelis Jansz int Suytlant bekent aan Cornelis Hermensz en Cornelis Andriesz tot Delft een schuld van 56 car. g. wegens koop van en verzekerd op 4 lijnen land in het Oudenieuwland van Abbenbroek door hem tot nu toe gebruikt.
Cors Jansz Schijff belooft Cornelis Hermensz en Cornelis Andriesz voor 7-11-1569 te betalen 51 car. g. wegens koop van 1 gem. land.
Pieter Engelsz belooft Cornelis Hermensz en Cornelis Andriesz voor Bamis 1569 39 car. g. te betalen wegens koop van 3 gem. land, "daer zijn moeder die gifte off ontfangen heeft".
Arent Piersz heeft verkocht aan Dirck Lenartsz een keet achter zijn huis voor 38 car. g. en belooft hem vrij te houden van alle lasten. Borgen hiervoor zijn: Servaes Kempesz, Commer Cornelisz, Engel Lenartsz en Pieter Arentsz.
Arien Willemsz en Willem Jansz molenaar stellen zich borg voor 8 car. g., die Harmen Ariensz in Zuidland aan Ewout Pietersz schuldig is.
Willem Willemsz bekent aan Cors Jansz Schijff een schuld van 28 car. g. min 5 st. van wege Come Jop Ariensz en Jan Jacopsz van "overneminge ende beternisse van seeckere landen bij den voorn. Come Jop ende Jan Jacopsz int erfhuys van Cors Jansz voors. ende zijn weeskint overgenomen", verzekerd op 2 gem. land liggende in het Nieuweland van Abbenbroek voor Claesgen Boenen. Arien Willemsz is borg voor Willem Willemsz.
Pieter Ariensz bekent aan de weeskinderen van Maritgen Aert Willemsz weduwe een schuld van 13 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen.
Engel Lenartsz bekent aan Jacop Willemsz een schuld van 49 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen.
Pieter Arentsz heeft van de ceel van de achtergebleven weeskinderen van Maritgen Aert Willemsz weduwe 20 car. g. overgehouden, die hij de belooft aan de kinderen uit te keren.
Scepenen wijssen voor recht alsoe Engel Lenartsz zijn penningen onder recht geleyt heeft tot behouff die daer in gerechticht is, datse Jan Engebrechtsz sal moegen lichten mits stellende causie (senssis?). ende is bij Engel Lenartsz onder recht gelyt achtervolgende scepenvonnis tot volder betalinge van 3½ gem. pacht verschenen martiny 1570 ende zijn bij den selfden Jan Engebrechtsz gelicht als ter somma van acht car. g. 3½ st. Daer borge voor geworden is Willem Jansz molenaer.
Heyn Jansz Ketel bekent aan Arien Lenartsz een schuld van 5 car. g. 5 st. "spruytende vuyt crachte van seeckere oblygatie op eenen Dirck Jansz metselaer van seeckere verleyde penningen van Arien Lenartsz coelse reys van date 1-6-1569".
Jan Aertsz, oud ca 40 jaar, getuigt op verzoek van Vries Ariensz, dat hij eens "ten gelage" gezeten was ten huize van Jan Jacopsz, waar nu Michiel Gerritsz woont, bij Pier Piersz, Vries Ariensz, Arent Piersz en Jan Jacopsz, en toen gehoord en gezien heeft, dat Jan Jacopsz en Vries Ariensz een obligatie van 4 car. g. overeengekomen zijn, waarna Vries aan Jan Jacopsz 7 sch. vl. betaalde en afsprak, dat de vrouw van Vries tot betaling van de obligatie nog voor 20 st. bij Jan hooien zou. Vries Ariensz heeft toen ook gezegd, dat hij van Jan Jacopsz nog 15 st. kreeg van twee fuiken.
Cors Jansz Schijff belooft Lenart Lenartsz te betalen 35 car. g. 10 st. wegens koop van land.
Baljuw en schepenen zullen in het openbaar verkopen 1 gem. land in het Oudenieuwland van Abbenbroek op verzoek van Lenart Lenartsz in Zuidland als actie hebbende van Cors Jansz. Gekocht door Floris Cornelisz voor 35½ car. g.
Claes Claesz in Zuidland belooft voor Kerstavond 1571 Neeltgen Jans Tachgen 15 car. g. en 1½ st. te betalen voor verschenen landpacht.
Jacop Jacopsz Valck belooft Arien Elyasz, schout van Oudenhoorn, van de helft van 100 car. g. of daar omtrent, die de kinderen van Aechte molenaars in Zuidland met haar brieven op zijn land hebben in het Oudenieuweland van Abbenbroek. Borg is Jacop Jansz, die daarvoor van Jacop Jacopsz ontvangt een rentebrief van 14 £ staande op 3 gem. land in in het Nieuweland en sprekende op Jacop Jansz zelf.
Jan Commersz, won. in Abbenbroek, bekent aan Jan Benoy en Jan (W?)ielandt, beiden won. binnen Den Briel, een schuld van 1000 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, verzekerd op 7 gem. tarwe naast het huis van Jan Commersz gezaaid op zomergerstland, 6 gem. tarwe gezaaid op "tijt garst landt" gelegen aan de (Coomme?)creecke, 4 gem. tarwe gezaaid op zomergerstland gelegen naast voors. 7 gem. tarwe, 3 gem. "tijt garste" gezaaid op braecklant gelegen aan het eind van voors. 4 gem., 5 gem. tarweland, dat met Gods hulp met bonen bezaaid zal worden, al het groene koren te velde staande in het Nieuwland van Abbenbroek in de Grotenhoeck, verder de vruchten van 2 gem. lentegerst in het Oudenieuwland van Abbenbroek, een bruin merriepaard met "een cleyn bleske aent hooft", een Liertse ruinpaard, een bruinachtig ruin met "een groote blessche voirt hooft", nog een bruin, een "wyntervullick, een voell cacchel", twee blauwe koeien, een rode koe, een zwarte koe, 12 ooien, schapen en de beternis van al zijn teelland.

Onderaan fol. 145v staat de "Eedt van Schepenen".
Engeltge Jansdr, eiseres, contra Jan Evertsz, verweerder.
Engeltge Jansdr eist van Jan Evertsz betaling van 80 car. g. voor haar maagdelijkheid volgens hat accoord tussen partijen gesloten 16-9-1587. De penningen berusten bij Jan Foppesz, rentmeester van de (Canonesije?) van Abbenbroek. De verweerder wordt vertegenwoordigd door Gerrit van der Poll en zal binnen 14 dagen alsnog een weet hebben.
Brechtgen Jansdr, eiseres, contra Cornelis Jan Bouwensz, verweerder.
Volgens het juridisch advies, dat schepenen van Abbenbroek in Den Haag ingewonnen hebben, moet Cornelis Jan Bouwensz aan Brechtgen Jansdr binnen 8 dagen 20 car. g. betalen en de proceskosten. Het advies was ondertekend door P. S(?)attin Raephorst en W. de Cocq.
Henrick Henricxsz van Corsselen, eiser, contra de weduwe en erfgenamen van Jan Jansz Visscher.
Henrick van Corsselen eist de betaling van 6 gl. voor twee paaien van de (?erve) door Jan Jansz Visscher tijdens zijn leven gekocht. De weduwe zegt, dat zij maar 3 car. g. achter is met betalen. Omdat Jan Jansz Visscher overleden is, eisen de schepenen, dat Henrick van Corsselen zijn eis onder ede zal bevestigen.
Claes Dirricxsz, rentmeester van Abbenbroek, en Joncheer Nicolaes van Abbenbroek eisen van Tijs Tijsz Paling verschenen huur van 10 gem. land 40 car. g.
Schepenen houden het vonnis aan zich tot de volgende rechtdag en de gedaagde zal nog een weet hebben op zijn kosten.
Cornelis Jansz, pp. voor zijn zuster en zwager, eist van Cornelis Arentsz Hachge 24 car. van een schepenen-huisbrief. Schepenen veroordelen gedaagde conform de eis.
Schepenen gehoert den eysch van Domis Jansz van 4 car. g. op seecker huys daer Harmen Cornelisz posseur ofte besitter es ende nyet en comt betaelen ofte verantwoerden wijsen voer recht dat Domis Jansz sall hebbe vercoep. van selve ipoteeck, achtervolgende sijn verlijt alsoe hij de weete gehadt heeft.
Moens, pp. voor Jan Bouwensz, protesteert tegen alle kosten.
Schepenen oordelen, dat beide partijen 8 car. g. moeten betalen om juridisch advies in te winnen.
Willem Willemsz, burgemeester van Den Briel, eiser, contra Jan Jacobsz, gedaagde.
Partijen zullen elk 8 car. g. betalen om juridisch advies in te winnen, omdat "de saecke in questie out ende den schepenen duister es".
Adriaen Adriaensz Benscopper, eiser, contra Adriaen Stapelsz, verwerer. Eiser eist betaling van 25 car. g. 15 st. voor de koop van ooi en voorts van "arbeytsloon affslaende dat de ged. bewijsen can daer op betaelt te hebben". Schepenen veroordelen gedaagde bij verstek conform de eis.
Heyndrick Hermensz, arrestant, contra Cornelis Rocusz als borg voor Jacop Pietersz Stelman, gearresteerde.
Eiser eist betaling eerst van 5 car. g., die de arrestant overgenomen heeft en die de gearresteerde schuldig was aan Geertgen (Jonadus?), en nog 12 st. van een half vat (kruyt?), en nog 31 gulden voor de koop en leverantie van een koe, alles volgens de schuldbekentenis van gedaagde.
Schepenen houden het vonnis aan zich tot de volgende rechtdag.
Cornelis Doensz, eiser, contra Arien Stapelsz, verwerer. Mr. Jan Ploys in de woorden vande eiser eist beta¬ling van 14 car. g. van arbeidsloon en geleverd houtwerk. Schepenen veroordelen gedaagde bij verstek conform de eis, hij moet binnen 24 uur betalen.
Adriaen van Bredervelt, pp. voor Willem Barensz, eiser, contra Michiel Arensz, verwerer.
Eiser eist betaling van 4 car. g. 3 st. als rest van hetgeen gedaagde "tot sijn bruyloffslaecken gehaelt heeft". De gedaagde zegt, dat hij dit laken voor zijn zwager Cornelis Jansz gehaald heeft.
Schepenen houden het vonnis aan zich tot de volgende rechtdag. Eiser moet overleggen een extract uit zijn boeken om aan te tonen op wiens naam het laken gehaald is.
Dirck Goverts Ouderschye, eiser, contra Adriaen van Bredervelt, verwerer. Eiser eist betaling van 6 car. g. van "gedroncken gelaegen". Schepenen veroordelen gedaagde conform de eis, hij moet binnen 24 uur betalen.
Adriaen Jacobsz zeilmaker, eiser, contra Dirck Govertsz, verwerer. Eiser eist betaling van 15 car. g. voor gehaalde bieren. Schepenen veroordelen gedaagde conform de eis, hij moet binnen 14 dagen betalen.
Adriaen Jacobsz zeilmaker, eiser, contra Adriaen van Bredervelt, gedaagde.
Eiser eist betaling van 42 car. g. voor de koop van bieren en de impost daarvan. Gedaagde belooft te betalen, maar vraagt uitstel van een maand voor de ene helft en voor de andere helft tot St. Gillis.
Schepenen veroordelen conform de eis, maar verlenen uitstel.
Lenert Joostensz van Geneuchten, eiser, contra Adriaen Jordensz, gedaagde. Eiser eist betaling van 8 car. g. 2 st. voor de koop van hooi en arbeidsloon. Schepenen veroordelen gedaagde bij verstek conform de eis.
Dirck Govertsz Ouderschye, eiser, contra Adriaen Stapels, gedaagde.
Eiser eist betaling van 20 car. g. 10 st. voor geleverde bonen en geleend geld. Schepenen veroordelen gedaagde bij verstek conform de eis.
Cornelis Jacobsz in Zuidland, eiser, contra Leentgen Jansdr, gedaagde.
Eiser eist betaling van 18 car. g., omdat gedaagde twee varkens van de eiser "doot heeft doen tesschen".
Jacob Piersz Palink, pp. voor zijn schoonmoeder Leentgen Jansdr, zegt, dat hij betalen wil, als de eiser bewijzen kan, dat Leentgen Jansdr dit inderdaad gedaan heeft.
Baert Gerritsz, eiser, contra Adriaen Stapelsz, gedaagde. De eiser eist betaling van 28 car. g. voor een koe.
"Den ged. sustineert vande koe onder obligatie te sijn, begerende daeromme de selve eerst betaelt te hebben, tzelve gedaen zijnde is dan te vreden te betalen binnen 14 daegen".
Schepenen veroordelen gedaagde te betalen binnen 14 dagen.
Marritge Jacobsdr, eiseres, contra Jacob Pietersz Decker, gedaagde.
Eiseres eist betaling van 9 car. g. "6 gulden bij den gedaagde eyschersse belooft tot vuythoudinge van hare craem, ende noch 3 gulden over thouden van tkindt zes weecken". Schepenen veroordelen gedaagde bij verstek conform de eis.
Fytgen Gerritsdr, eiseres, contra Jan Bastiaensz, gedaagde.
Gerrit van Meuwesteyn vraagt aan de schepenen, of de procuratie van Adriaen van Bredervelt voldoende is om voor de eiseres te spreken, "alsoo de man expresselijck geen procuratie in de plaets van de vrouw gegeven heeft".
Schepenen wijzen, omdat de man present was in de vierschaar en in de procuratie door zijn huisvrouw gegeven toestemde, dat de voors. Bredervelt zal mogen ageren uit naam van eiseres.
Eiseres eist jaarlijks betaling van 36 car. g. voor het houden van het kind, dat de gedaagde aan de eiseres verwekt heeft en dat tot het kind "zijn achttien jaren", ingaande vanaf de geboorte. Voor het verlies van haar maagdelijke eer en goede naam dient hij eens te betalen in twee termijnen 600 car. g.
Gedaagde ontkent, dat het kind van hem is.
Schepenen houden het vonnis aan zich tot de volgende rechtdag. Partijen moeten in die tijd elk twee goede mannen kiezen om tot overeenstemming te komen.
Commer Gillisz, eiser, contra Jan Rocusz, gedaagde.
Eiser eist betaling van 22 car. g. voor de koop van een zwarte os. Schepenen veroordelen gedaagde bij verstek conform de eis.
Huybrecht Pietersz, eiser, contra de wed. van Pieter Huygensz, gedaagde.
Eiser eist betaling van 32 car. g. 10 st. voor gehaald bier en "verdroncken gelagen" met de kosten hiervoor gedaan. Gedaagde verzoekt uitstel tot de volgende rechtdag en schriftelijk bewijs. Schepenen houden het vonnis aan zich tot de volgende rechtdag. Partijen moeten in de tussentijd proberen overeenstemming te bereiken.
Jacob Jacobsz Keyser, eiser, contra Heyndrick Hermensz als borg voor Willem Aertsz, gearresteerde.
Eiser eist betaling van 8 car. g. huur en nog 58 st., die hem toekomen als inder van de ceelen van Comen Jan en Pieter Barensz smid. Schepenen veroordelen gedaagde bij verstek conform de eis.
Adriaen Stapelsz transporteert aan Adriaen Lenertsz, korenkoper, 160 car. g., die hem toekomen van Heyndrick Claesz in Zuidland, ter zake van overneming van land.
Joris Jansz, eiser, hebbende laten arresteren zekere koe, contra Reyer Theunisz, gedaagde, nog steeds eigenaar van de koe.
Eiser eist, dat het voors. koebeest staande de vierschaar verkoopbaar verklaard zal worden voor 6 car. g. 15 st. volgens de inhoud van des eisers obligatie. Schepenen verklaren de koe verkoopbaar tot voldoening van des eisers eis.
Adriaen Stapelsz heeft overgegeven aan Pieter Cornelisz Backer het geld, dat hem, Adriaen Stapelsz, toekomt van Commer Boenisz, voor de koop van een hoop mest, die bij het huis van Adriaen Stapelsz ligt. Commer Boenisz mag van dit geld 4 car. g. houden, die Adriaen hem weer schuldig is.
Cornelis Ariensz, won. in Zuidland, heeft onder recht gelegd van wege Jacob Pietersz Haesop 33 car. g. voor een paard "als Pieter Pietersz 't Gilde van de voors. Jacob Pietersz Haesop beleendt heeft versouckende daer deur tvoors. peert naer haer te neemen".
In de marge: 2-7-1594 deze 33 car. g. gelicht door Pieter Pietersz 't Gilde.
Cornelis Jan Bouwensz heeft beloofd aan Dirck Govertsz te betalen 23 car. g. 16 st. voor bieren.
Heyndrick Hermansz, eiser, contra Jacob Pietersz, gedaagde.
Eiser eist betaling van 100 car. g. van de eerste paai van het huis, dat gedaagde van de eiser gekocht heeft, en verder brieven en borg voor 1000 car. g. of de verkoop van zijn paarden. Schepenen blijven bij het vonnis van 21 mei j.l., volgens hetwelk eiser goederen van gedaagde mag verkopen.
Jacob Pietersz Stelman bekent voor 100 car. g. verkocht te hebben aan Heyndrick Hermansz de paarden koeien en wagen, waarop Heyndrick Hermansz beslag had gelegd. Dit voor de eerste paai van zijn huis. Mocht Jacob Pietersz voor aanstaande zaterdag nog kunnen betalen, dan krijgt hij een en ander terug, zo niet, dan mag Heyndrick Hermansz er mee doen, wat hij wil.
Pieter Cornelisz Backer, eiser, contra Adriaen Staepelsz, gedaagde.
Eiser eist betaling van 19 car. g. voor de bevrijding van 3 gem. land aan Pieter Cornelisz Backer vrij verkocht en overgegeven. Schepenen houden het vonnis aan zich tot de volgende rechtdag.
Arien Jacobsz, zeilmaker te Zwartewaal, eiser, contra Dirrick Govertsz, gedaagde.
Eiser eist betaling van 6 car. g., de rest van het bedrag voor geleverde zeilen, of verkoping van de goederen van gedaagde. Schepenen veroordelen gedaagde bij verstek conform de eis.
Pieter Pietersz, eiser, contra Baert Gerritsz, gedaagde.
Eiser eist betaling van 200 car. g. volgens een custingbrief verschenen mei 1594 sprekende op Baert Gerritsz, of verkoping van landstede of de andere goederen van gedaagde.
Schepenen veroordelen gedaagde conform de eis.
Jonkheer Nicolaes van Abbenbroek, baljuw, eiser, contra Heyndrick Hermansz, gedaagde.
Eiser eist betaling van 20 car. g. wegens leverantie van 3 zakken witte tarwe volgens obligatie.
Schepenen veroordelen gedaagde conform de eis.
Pieter Pietersz 't Gilde heeft gelicht uit de "meentekiste" de rentebrief van 21 p. gr. vl. sprekende op Jacob Kempensz, rente jaarlijks 9 car. g. toebehorende Cornelis Jansz Schijff innocent. "Welcke renthe (bij?) (eff?) verleeden es inde Nieuwe Gote ende dat voor (doorgestreept) Jan Eewoutsz, Claes Pouwelsz ende Cornelis Huygensz, schepenen aldaer, op de 13e november 1594.
Jacob Jacobsz Keyser, pp. voor Hillitgen Hermansdr, eiser, contra Claes Jae(copsz?), gedaagde.
Eiser eist betaling van 9 car. g. van de eerst paai van het huis door hem gekocht.
Schepenen veroordelen gedaagde bij verstek conform de eis.
Arien Fransz als inder van de ceel van Claes Ariensz Luyendijck, eiser, contra Teunis Gillisz, gedaagde.
Eiser eist betaling van 9 car. g. voor 2 ooischapen met een lam door de gedaagde gekocht in het boelhuis van Claes Ariensz Luyendijck en verzoekt betaling staande de vierschaar of verkoping van gedaagdes goederen. Schepenen veroordelen gedaagde bij verstek conform de eis.
Arien Fransz als inder van de ceel van Claes Ariensz Luyendijck, eiser, contra Jan Rocusz, gedaagde.
Eiser eist betaling van 9 car. g. voor 2 ooien met een lam gekocht in het erfhuis van Claes Ariensz Luyendijck en verzoekt betaling staande de vierschaar of verkoping van gedaagdes goederen. Schepenen veroordelen gedaagde conform de eis.
Cornelis Jacobsz Beel als houder van de custingbrief, sprekende op het huis van Jan Willemsz Ploys, eiser, contra Jan Willemsz Ploys, gedaagde.
Eiser eist openbare verkoping van het huis wegens twee verlopen paaien verschenen Bamis 1593 en 1594, bedragende elke paai 21 car. g. Schepenen veroordelen gedaagde conform de eis.
Heyndrick Hermansz heeft aan Lendert Jansz twee koeien verkocht, de een zwartbont en de ander zwart met een wit hoofd, voor 65 car. g. Heyndrick Hermansz mag deze koeien houden en melken tot 14 dagen na Pasen onder verband van 6 gem. tarwe aan de Haasdijk. Mocht Heyndrick Hermansz binnen die tijd voors. geldsom op kunnen leggen, dan zijn de koeien weer van hem.
In de marge: 12-4-1595 heeft Lendert Jansz de koeien overgedragen aan Arien Hermansz, de broer van Heyndrick Hermansz. Arien Hermansz belooft, dat Heyndrick Hermansz de koeien mag houden en melken tot de laatste meidag onder verband van 6 gem. tarwe.
Jacob Jacobsz Keyser, pp. voor de wed. en erfgenamen van Jan Pietersz Comen, eiser, contra Heyndrick Hermansz, gedaagde.
Eiser eist betaling van 20 car. g. voor de verschenen paai van zeker land, dat door gedaagde in het erfhuis van de eiser gekocht is. Schepenen veroordelen gedaagde conform de eis.
Johan van Abbenbroek, eiser, contra Cornelis Jan Bouwensz, gedaagde.
Eiser eist betaling van 22 car. g. wegens koop van een vette os of verkoop van zijn goederen. Gedaagde belooft te betalen. Schepenen veroordelen hem conform de eis, maar verlenen 14 dagen uitstel.
Heyndrick Hermansz heeft overgedragen aan Adriana Heyndricxdr, zijn moeder, en Pieter Cornelisz Backer, die borgen voor hem zijn voor 230 car. g., die hij schuldig is aan Willem Cornelisz, koopman te Delft, 6 gem. bezaaid tarweland. Als de oogst minder oplevert dan 230 gulden, garandeert hij zijn borgen het tekort bij te passen. Deze garantie geldt ook in geval van mislukte oogst.
Dirrick Govertsz, eiser, contra Heyndrick Hermansz, gedaagde.
Eiser eist betaling van 91 car. g. 8½ st. wegens afgerekende penningen dd. 4-3-1595. Gedaagde ontkent de schuld niet, maar zegt, dat Dirrick hem uitstel gegeven heeft tot na de oogst. Eiser "es te vreden met den gedaagde te gaen aen de waerheyt voor bailliu ende mannen".
Pieter Cornelisz Backer, eiser, contra Heyndrick Hermansz, gedaagde.
Eiser eist leverantie van 6 gem. min een lijn land met de vruchten daar op staande, die eiser enige tijd geleden ten huize van Marritgen Claesdr in tegenwoordigheid van Pieter Pietersz Jonge Pieter en Marritgen Claesdr en Cornelis Jan Bouwensz van gedaagde in pacht overgenomen heeft. Voor deze overname heeft eiser aan gedaagde 6 car. g. 2 st. gegeven.
Partijen moeten goede mannen kiezen om voor donderdag overeenstemming te bereiken.
Cornelis Jansz van IJselsteyn, pp. voor zijn zuster Cuniertgen Jansdr, eiser, contra Heyndrick Hermansz als koper van zeker huis en erf, gedaagde.
Eiser eist betaling van 18 car. g. van twee verlopen paaien volgens zijn schepencustingbrief op het huis en erf staande aan de noordzijde van het dorp, nu bewoond door Jacob Pietersz Stelman, verschenen 1594 en 1595, of openbare verkoop van het huis. De gedaagde ontkent de schuld niet, schepenen veroordelen hem conform de eis.
Pieter Pietersz 't Gilde, eiser, contra Baert Gerritsz, gedaagde.
Eiser eist betaling van 200 car. g. van een verlopen paai van een brief sprekende op de landstede, waar gedaagde op woont, of openbare verkoop van de landstede.
Schepenen houden het vonnis aan zich tot de volgeden rechtdag, gedaagde zal kopie van de stukken hebben.
Pieter Pietersz 't Gilde, eiser op en aan de landstede en de opbrengst van de pachtlanden van Baert Gerritsz. Eiser eist betaling van 200 car. g. van een verlopen paai van zijn schepenschuldbrief sprekende op voors. landstede en land, of openbare verkoop van beide.
Eiser moet schepenen de oude en de nieuwe custingbrief laten zien.
Jacob Jacobsz Keyser, pp. voor Jan Pieters van der Burch, brouwer in Dordrecht, eiser, contra Willem Aertsz, gedaagde.
Eiser eist leverantie van 2 hoet 17 achtendeel lentegerst verschenen Zuidlandse jaarmarkt 1594 of 69 car. g. of beslag op gedaagdes goederen. Schepenen veroordelen gedaagde bij verstek conform de eis.
Eiser eist ook nog betaling van 41½ p. gr. vl. Uitspraak idem.
Michiel Adriaensz, eiser, contra Jan Maertensz, gedaagde.
Eiser eist betaling van 54 car. g. 11 st. volgens een obligatie. Gedaagde belooft voor de "maendt naestcomende" te betalen.
Jonkheer Nicolaes van Abbenbroek, baljuw, eiser, contra Pieter Cornelisz Backer, gedaagde.
Gedaagde zou op 1 juli j.l. binnen 8 dagen rekening, bewijs en reliqua doen van de administratie, die hij verleden jaar gehad heeft van de Kaedelanden alhier, of, indien hij in gebreke bleef, 25 car. g. betalen. Hij heeft dit tot nu toe niet gedaan, tot groot nadeel van deze landen, eigenaars en gebruikers. Daarom eist de eiser, dat gedaagde veroordeelt zal worden dit alsnog te doen "op peyne van te gijsel te gaen". Schepenen veroordelen gedaagde bij verstek conform de eis.
Franchois Damasz Schailie belooft aan Cornelis Dircxsz Ouderschye binnen een maand 50 car. g. te betalen voor het huis, dat na de dood van de vader van Cornelis Dircxsz leeg kwam te staan. Mocht hij in gebreke blijven, dan vervalt zijn recht op het huis en moet hij alle kosten betalen.
Heyndrick Hermansz belooft te betalen vóór de Zuidlandse jaarmarkt aan Cornelis Jansz IJselsteyn, pp. voor zijn zuster Cuniertgen Jansdr, 18 car. g. voor een schepencustingbrief op een huis en erf aan de noordzijde van het dorp en bewoond door Jacob Pietersz Stelman. Mocht Heyndrick Hermansz zijn schulden niet op tijd voldoen, dan zal Cornelis Jansz het huis verkopen.
Franchois Damasz Schailie heeft onder schepenen gelegd 50 car. g. voor de koop van een huis in het dorp. Het huis is in het openbaar verkocht en koper is gebleven Cornelis Dirricxsz Ouderschye.
Jan Dircxsz Ouderschye heeft g... 50 car. g., die Franchois Schalie alhier onder Schepenen gelegd heeft voor de gerede dag van het huis, dat Franchois van Cornelis Dircxsz Ouderschye overgenomen heeft. Franchois beweert, dat hij altijd gedaan heeft, wat hij beloofd heeft. Jan Dircxsz blijft borg voor zijn broer Cornelis Dircxsz, zoals Schalie verlangt. Hij protesteert tegen de "onnutte kosten".
Lendert Jansz als administrerend voogd van de erfgenamen van Adriaen Jansz tHachgen, eiser op het huis en erf staande aan de Plaats alhier, zoals door Heyndrick Hermansz bezeten wordt.
Eiser eist betaling van 60 car. g. voor een custingbrief sprekende op het voors. huis en erf of openbare verkoping van het huis.
Schepenen veroordelen gedaagde conform de eis.
Heyndrick Hermansz gaat er mee accoord, dat zijn moeder Adriana Heyndricxsdr zal blijven gebruiken de 5 lijnen land, die hij van zijn vader geërfd heeft, nog gemeen met zijn broers en zusters, zolang hij de 9 car g. niet betaald heeft, die hij geleend heeft van Jan Maertensz en verzekerd heeft op de 4 gem. land onder het huis van zijn moeder Adriana Heyndricxsdr. De rente wordt door zijn moeder betaald. Hij mag geen land verkopen, voor hij al zijn schulden afgelost heeft.
Meeus Tijsz, eiser op het huis en erf, waarvan tegenwoordig Cornelis Rocusz eigenaar is.
Eiser eist betaling van 36 car. g. voor een verlopen paai volgens zijn schuldbrief of openbare verkoop van het huis. Schepenen veroordelen gedaagde bij verstek conform de eis.
Jacob Jansz Winter, eiser, contra Pieter Cornelisz Backer als bezitter van zekere landstede, gedaagde.
Eiser eist betaling van 51 car. g. voor twee verlopen paaien volgens zijn schuldbrief of openbare verkoping van landstede en landen. Schepenen veroordelen gedaagde bij verstek conform de eis.
Adriaen Piersz Schipper, eiser op het huis en erf op de Duyckeldam alhier, waarvan Cornelis Rocusz met het hoogste bod koper van gebleven is.
Eiser eist betaling van 6 p. grl. vl. voor 4 verlopen paaien van 1592, '93, '94 en '95, telkens 9 car. g. of openbare verkoop van het huis.
Schepenen houden het vonnis aan zich tot de volgende rechtdag.
Adriaen Eeuwoutsz, eisr, contra Cornelis Jan Bouwenz, gedaagde.
Eiser eist betaling van 9 car. g. als de rest van een groter bedrag voor koop en leverantie van een witblauwe os of verkoop van gedaagdes goederen. Schepenen veroordelen gedaagde bij verstek conform de eis.
Tonis Gillisz, pp. voor Herman van der Mast, eiser, contra Jacob Heyndricksz van Rij, gedaagde.
Eiser eist betaling van 50 car. g. 19 st. voor het gebruik van 11 gem. land verschenen Lamberti 1595 of verkoping van gedaagdes goederen.
Schepenen veroordelen gedaagde conform de eis, maar de executie wordt met drie weken uitgesteld.
Bette Cornelisz, won. in Ooltgensplaat, transporteert aan Jan Bouwensz, koopman in Den Briel, een custingbrief van 1400 car. g. t.b.v. Jan Bouwensz wegens koop en levering van een woning met huis, schuur, berg en geboomte in Abbenbroek, waar tegenwoordig bezitter van is Baert Gerritsz, sprekende op Baert Gerritsz en zijn borgen d.d. 21-11-1592.
Cornelis Dirricxsz Ouderschye bekent aan Arien Huygensz een schuld van 335 car. g. wegens koop van en verzekerd op een goed waterschip, genaamd een Dortsche Cromsteven. Borgen: Dirrick Govertsz Ouderschye en Pieter Cornelisz Backer.
Jan Cornelisz Joncker, won. in Nieuwenhoorn, en Pieter Pietersz 't Gilde, won. in Abbenbroek, bekennen "wel en wettelijck vercoft te hebben, doechdelicken schuldich te zijn en noch mits desen te constitueeren" Elysabet Mr. Reynier Bruntendr, wed. van Sijbrant Heyndricxsz, in zijn leven koopman te Amsterdam, de schuld van een erfelijke rente van 118 car. g. 15 st. per jaar, verzekerd door Jan Cornelisz op 11 gem. vrije vronen in het Oosteinde van de Haye, belend: w. (moet ws. o. zijn) de zeedijk van Heenvliet en Abbenbroek, z. de scheidsloot van Abbenbroek en Heenvliet en het buitenland liggende op de Heenvlietse grond, w. de Wael van de Haye, n. de Rijswaartse dijk, en door Pieter Pietersz verzekerd op 2 gem. in het Oudeland aan het Waeltgen, belend: z. de Oudelandse dijk, w. en n. Pieter de Backer, o. Jan Maertensz, en nog 4 gem. in het Nieuweland, belend: w., o. en n. de Ruigendijk, z. Jan Maertensz, en nog 2½ gem., belend: w. de Ruigendijk, o. en n. Commer Boenisz, z. Jan Maertensz, en nog 2 gem. gelegen in een stuk van 6 gem., belend: o. de Nieuwelandse weg, w. Jan Maertensz, z. Jan Jacobsz, en nog 2 gem. belend: o. de Nieuwelandse weg, w. Pieter Pietersz 't Gilde, n. Jorden Commersz, z. Jan Maertensz, en nog 2 gem. belend: o. de Nieuwelandse weg, w. Jan Maertensz, n. en z. Commer Boenisz, en nog 2 gem. tussen de Katerwaalse dijk en de Ruigendijk, belend: w. Jan Cornelisz. Borgen: Adriaen Jacobsz Sijtentijt en Jan Jacobsz Winter, beiden won. in Heenvliet. Adriaen Jacobsz verzekert als borg deze rente op 5 gem. teelland in de Sonnewaartse hoek in Heenvliet, belend: o. de Molendijk, w. en z. Adriaen Jacobsz zelf, n. Phillips Rogiersz. Jan Jacobsz verzekert als borg deze rente op 4 gem. gorsingen, belend: w. en o. (tra?)dijken, n. de Bernisse, z. de Graeuwen Harman wed.
De comparanten zijn door de voors. Elisabet Brunten over de koop van deze rente voldaan en betaald met 1900 car. g. en dat met Engelse rozennobels, Henricus nobels, Keurvorster Rijnsguldens.
Arien Jacobsz Sijtentjt en Jan Jacobsz Winter, won. in Heenvliet, Pieter Pietersz 't Gilde, won. in Abbenbroek, en Jan Cornelisz Joncker, won. in Nieuwenhoorn, bekennen gelijkelijk opgenomen te hebben op renten van Elisabet Mr. Reynier Bruntendr, wed. van Sybrant Heyndricxsz, in zijn leven koopman te Amsterdam, een erfelijke losrente van 118 p. 15 st. gr. vl. te lossen tegen de penning zestien met de somme van 1900 car. g. verleden bij Pieter Pietersz 't Gilde, Jan Cornelisz Joncker en Arijen Jacobsz Sijtentijt en Jan Jacobsz Winter als borgen.
Jacob Willemsz, won. in Abbenbroek, bekent aan Lijsbet Cornelis, nagelaten wed. van Cornelis Jansz Waegemaecker, won. in Zuidland, een schuld van 300 car. g. wegens koop van een huis, keet en erf met een boomgaard, gekocht van Ary Stapelsz, met de overname van 1 gem. zaailand om 7 jaar te gebruiken zonder pacht, waarvan eigenaar is Vrederick Adriaensz, zoon van Ary Stapelsz. Borgen: Jan Jacob Jansz en Cornelis Willemsz Zeedijck.
Jan Ariensz Quack, won. in Zuidland, bekent voor Nicolaes van Abbenbrouck, schout, en Jan Jansz van Almonde en Cornelis Dirricxsz, schepenen van Velgersdijk, aan Arien Doemisz een schuld van 635 (of 675) car. g. wegens koop van 2½ gem. vrije vronen in Velgersdijk in de Grotenhoek, belend: n.w. Jan Jansz van Almonde, n.o. Lenaert Heyndricxsz van Nieuwenhoven cum suis, z.o. de Zeedijk, z.w. het Groene wegje.
Arien Doemisz transporteert voor Nicolaes van Abbenbrouck, schout, en Jan Jansz van Almonde en Cornelis Dirricxsz, schepenen van Velgersdijk, aan Jan Ariensz Quack 2½ gem. vrije vronen in Velgersdijk in de Grotenhoek, belend: n.w. Jan Jansz van Almonde, n.o. Lenaert Heyndricxsz van Nieuwenhoven cum suis, z.o. de Zeedijk, z.w. het Groene wegje, voor een custingbrief van 635 (of 675) car. g.
Adriaen Stapelsz transporteert aan Jan Pietersz van der Burch 366 car. g. 13 st., die hem comp. toekomen als de rest van een grotere som van Jan Cornelisz, won. in Zuidland, wegens overname van 6 gem.
Cornelis Ariensz, lakenkoper, won. in Westenrijk, bekent voor Jan Jansz van Almonde en Cornelis Dirricxsz, schepenen van Velgersdijk, aan het nagelaten weeskind van Jan Jacobsz Spaen en Maritge Pieters hier in Westenrijk, genaamd Annetgen Jansdr, als actie en transport van dezen hebbende Mr. Reyer Lenertsz, chirurgijn, een schuld van 1500 car. g. wegens koop van en verzekerd op 5 gem. land, waarvan 4 gem. liggen in het Werfblok in Velgersdijk, belend: n.o. de Heerweg, z.o. het klooster van Roomburch, z.w. de Watering en n.w. Cornelis Dirricxsz, en 1 gem. in Simonshaven. In de marge: 27-6-1602 volledig betaald door Willem Jansz.
Cornelis Ariensz smid, geboren in Poortugaal bekent aan de wed. en erfgenamen van Pieter Barentsz smid een schuld van 335 car. g. wegens koop van en verzekerd op een huis en erf aan de noordzijde van het dorp, belend: o. Neeltgen Arien Kempenzoons wed., w. Dirrick Govertsz. Borgen: Dirrick Govertsz Ouderschye en Heyndrick Hermansz Jonge Graeuwenhals.
Phillips Legiersz, pp. voor Commertgen Lendertsdr, wed. van Pieter Huygensz, transporteert aan de erfgenamen van Arien Huygensz za. een custingbrief van 570 car. g. 15 st., die de voors. weduwe sprekende heeft op Jan Heyndricxsz van Rij, won. binnen deze heerlijkheid,
Jacob Jansz de Winter bekent aan Cornelis Jansz de Winter een schuld van 325 car. g. wegens koop van en verzekerd op 4 lijnen land in het Nieuweland in de Bieshoek, belend: n. de Oudelandse dijk, o. Pieter Cornelisz Backer, z. de Kromme Kreek en w. de Heilige Geest van Abbenbroek.
Jan Govertsz IJserman, onze secretaris, bekent aan Cornelis Jacobsz Beel een schuld van 350 car. g. wegens koop van en verzekerd op een huis en erf aan de noordzijde van het dorp, belend: o. Jacob Jacobsz Keyser, w. Huych Lenaertsz. Borg: Jonkheer Nicolaes van Abbenbroek, heer van Abbenbroek.
Heyndrick Hermansz Jonge Grauwenhals transporteert aan Frans Adriaensz van der Dussen, brouwer te Delft, hetgeen hem toekomt van het huis en erf aan de noordzijde van het dorp, belend: o. Roosgen Willems en Annitgen Lendertsdr, w. Jannitgen Commers, dat hij van Cornelis Jan Bouwensz gekocht heeft. Verder transporteert hij nog aan de brouwer een schepencustingbrief van 94 car. g. sprekende op Jacob Heyndricxsz van Rij, staande op voors. huis en erf. Borgen: zijn moeder Adriana Heyndricxsdr en Jan Heyndricxsz van Rij.
Aelbrecht Pietersz heeft verkocht aan Henrick Heermaet een losrentebrief van 31 p. 5 sch. (hoofdsom 500 car. g.), verzekerd op 2½ gem. land met huis, schuur, berg en geboomte in het Nieuweland van Abbenbroek, belend: z. de Cappelleweg, w. Jonkheer Nicolaes van Abbenbroek, n. 's lands watering, o. Aelbrecht Pietersz. Borgen: Lenaert Jan Dircxsz, de schoonvader van Aelbrecht Pietersz, won. in Abbenbroek, en Jan Bouwensz, won. in Den Briel.
Lenaert Jan Dircxsz verzekert zijn borgstelling op 3 gem. weiland op de Abbenbroekse grond met Oudenhoorn bedijkt, belend: o. de Ruigendijk, z. Adriaen Lenaertsz, w. de scheydelvinghe en n. de kerk van Abbenbroek, en nog op 7 gem. meest weiland, belend: z. Cornelis Willemsz Zeedijck, w. de Heerweg, n. Dirck Vrericxsz, n. het Kapittel van Oostvoorne met de erfgenamen van Bastiaen Jansz.
Onder deze akte staat aangetekend: Jan Jacobsz verklaart van deze 500 car. g. 100 car. g. ontvangen te hebben 3-1-1596.
Pieter Pietersz als man en voogd van Maritgen Claesdr heeft getransporteerd aan Dirck Fransz Bugge, brouwer te Delft, een schepencustingbrief van 1300 car. g. sprekende op Crijn Cornelisz Proye, waarvan nog 1060 car. g. betaald moet worden. Deze custingbrief is door ene Pieter Huygesz opgedragen en getransporteerd t.b.v. wijlen Lenaert Jacobsz, de vorige man van de vrouw van Pieter Pietersz. Deze custingbrief was verzekerd op de landstede, waar nu Wessel Claesz bezitter van is. Pieter Pietersz verzekert de brief op het huis, waar hij nu in woont.
De Jonge Pieter Pietersz als man en voogd van Maritgen Claesdr transporteert aan Pieter Mateeusz, wijnverlater in Delft, een custingbrief van 442 car. g., die hij sprekende heeft op Lenaert Joostsz (van Geneuchten doorgestreept).
Jacob Jansz Winter bekent aan Michiel Ariensz een schuld van 345 car. g. wegens koop van en verzekerd op een huis en erf in Abbenbroek en de dijk van de Wacht tot de Driedijk toe op erfpacht en nog 7 lijnen land in pacht, eigendom van Jonkheer Nicolaes van Abbenbroek. Borgen: Jan Pietersz van Utrecht en Meeus Thijsz.
Pieter Pietersz 't Gilde bekent aan Willem Stoep Dircxsz, oud-burgemeester van Dordrecht, en Aernt Maertensz, ook won. in Dordrecht, een schuld van 3050 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, verzekerd op 23 gem. 55 r. land in het Nieuweland van Abbenbroek, strekkende van de Oudelandse dijk, tot de Nieuwelandse weg, belend: z. de gemeenlandswatering, n. de bruikwaar van Commer Boenisz, verder nog op 4 gem., waar het huis van Baert Gerritsz op staat, in het Nieuweland van Abbenbroek, strekkende van de Ruigendijk oostwaarts op tot aan de bruikwaar van Baert Gerritsz toe, belend: n. Jan Lenaertsz, z. Baert Gerritsz,

verder nog op 4 gem. in het Nieuweland, belend: o. de kinderen van Jacob Jansz, n. Jan Maertensz met eigen land, w. de Ruigendijk, z. Jan Maertensz, verder nog op 1½ gem. in het Nieuweland, belend: w. de Ruigendijk, o. en n. Commer Boenisz, z. Jan Maertensz, verder nog op 1½ gem. in het Nieuweland, belend: o. de Nieuwelandse weg, n. het Kapittel van Abbenbroek, w. Jan Maertensz, z. Jan Jacobsz, verder nog op zijn twee huizen en erven aan de zuidzijde van het dorp.
Pieter Pietersz 't Gilde transporteert aan Jan Adriaensz van Manezee 10 gem. en 1 lijn land in het Nieuweland van Abbenbroek in de landstede van Jan Maertensz. Koper belooft voor elk gemet te betalen 157 car. g.
Jan Sebastiaensz, won. te Abbenbroek, bekent aan Jan Commersz, rentmeester en oud-burgemeester van Den Briel, een schuld van 360 car. g. wegens koop van 3 gem. land op de grond van Abbenbroek met Nieuwenhoorn bedijkt naast zijn huis, belend: z. de Oudenhoornse gronddijk, o. en w. Jan Bastiaensz, n. Lenaert Cornelisz Jonge Braber met de Heiligegeest van Oudenhoorn, en nog 1 gem. 50 r. op dezelfde grond, belend: n.o. de Katerwaalse dijk, z.w. Lendert Jansz, n.w. Cornelis Lendertsz Ouden Braber, z.o Pieter Cornelisz Hoogwerff. Hij heeft op dit land tot zijn last genomen 2 renten, een van 14 gulden t.b.v. het Kapittel van Den Briel en de ander van 10 gulden t.b.v. de pastorie van Nieuwenhoorn.
Nicolaes van Abbenbroek de Oude en Jan Adriaensz van Manezee als curatoren van de boedel en goederen van Pieter Pietersz 't Gilde. Pieter heeft 3050 car. g. geleend van Willem Stoop Dircxsz, oud-burgemeester van Dordrecht, en van Arendt Maertensz, mede won. aldaar (schuldbrief van 5-2-1596). Hij heeft sedertdien geen rente betaald, waarop door de deurwaarder bij het Hof van Holland beslag gelegd heeft op zijn huis en verschillende percelen land. Pieter Pietersz 't Gilde heeft afstand gedaan t.b.v. zijn crediteuren.
Verkocht aan Jan Maertensz 9 gem. in de Bieshoek, belend: n. de Oudelandse dijk, o. Jan Maertensz, z. en w. Pieter Pietersz 't Gilde.

Aan Commer Boenisz 5½ gem., belend: n. de Oudelandse dijk, o. voors. 9 gem., z. Pieter Pietersz 't Gilde en Commer Boenisz, w. de kinderen van Pieter Engelsz.
Aan Jan Jansz van Almonde, won. in Zuidland, 10 lijnen, belend: n. en o. voors. Pieter Pietersz, z. de Nieuwelandse weg, w. Commer Boenisz.
Aan Jan Jansz van Almonde 7 lijnen, belend: n. Pieter Pietersz voors., o. Abraham Commersteyn, z. de Nieuwelandse weg, w. voors. Pieter Pietersz.
Aan Jan van Abbenbroek 3 gem., belend: n. Pieter Pietersz voors., o. de Cromme Kreecke, z. de Nieuwelandse weg, w. het memorieland van Pleune Jacobs.
Aan Pieter Pietersz de Jonge 2 gem. in de Grotenhoek, belend: o. de Nieuwelandse weg, z. Jan Maertensz, w. Pieter Pietersz zelf, n. Jorden Commersz.
Aan Jan Heyndricxsz van Rij 8 lijnen, belend: o. Pieter Pietersz zelf, z. Jan Maertensz, w. de Ruigendijk, n. het Kapittel van Abbenbroek.

Aan jonkheer Nicolaes van Abbenbroek 4 gem., waar de landstede van Baert Gerritsz op staat, belend: o. jonkheer Nicolaes van Abbenbroek de Jonge, z. het Kapittel van Abbenbroek, w. de Ruigendijk, n. Jan Heynricxsz.
Aan Jan Adriaensz van Manezee 2½ gem., belend: o. Commer Boenisz, z. Jan Maertensz, w. de Ruigendijk, n. Commer Boenisz, en nog 4 gem., belend: o. Arentgen Jacobsdr, z. de HGeest van Abbenboe
Lenert Geensz, won. in het Brielse Nieuwland, als man en voogd van Commertgen Lenertsdr, eertijds wed. van Pieter Huygensz, transporteert aan Lenert Pietersz, won. te Geervliet, een custingbrief van Baert Gerritsz als principaal en als borgen Pieter Cornelisz jonge Backer, Heynrick Hermansz Grauwenhals, beiden te Abbenbroek, Adriaen Adriaensz Koeckendorp in Zuidland en Lenert Claesz in Oudenhoorn. Deze custingbrief komt van de koop van een landstede met ca 52½ gem. land en is groot 4000 car. g. Commertgen Lenerts heeft uit deze brief aan Bette Cornelisz verkocht 1800 car. g., zo dat er nog 2200 car g. overschieten, die nu aan Lenert Pietersz worden getransporteerd. Lenert Pietersz was borg en mede principaal voor Pieter Huygensz volgens de brief "bij denzelven Pieter Huygensz en Lenert Pietersz met zijn mede borgen verleden za. Pieter Pietersz 't Gilde" wegens koop van voors. landstede.
Dirck van Vliet, schout van Snelderwaert en Lange Linschoten, pp. (akte Utrecht 2-2-1597) voor Helena, geb. gravin van Manderscheyt en Blanckenheym, vrouwe van Brederode wed., transporteert aan de erfgenamen van Nicolaes Dircxsz eerst 3200 car. g. hoofdsom, die hare Ed. sprekende heeft op de Vrouwe van Mouriaulmez, die zij tot nog toe op renten ondergehouden heeft, zijnde de rest van 3457 car. g. 19 st. 6 p., hare Ed. competerende uit kracht van het contract met haar nicht de vrouwe van Mouriaulmez, gesloten op 13-5-1592. En nog 3150 car. g. hare Ed. mede competerende, zo wel de helft van het huis op het kerkhof van Montfort als de helft van kleren, juwelen enz.
Jonkheer Nicolaes van Abbenbroek de Oude, pp. (akte Utrecht 2-3-1597) voor gravin Helena van Manderscheyt, vrouwe van Brederode, wed., transporteert aan Maria Brants, wed. van Gerrit van Haarlem, een jaarlijkse losrentebrief van 3200 car. g., die hare Ed. sprekende had op de heren van de drie delen van Abbenbroek, uit kracht van het testament van Heynrick van Montfort, heer tot Abbenbroek van de drie delen, en zeker akkoord met vrouwe van Mouriaulmez.
In de marge: Geroyeerd 10-2-1598.
Jacob Jansz Winter bekent aan Jan Pietersz van Utrecht een schuld van 53 car. g. wegens koop van en verzekerd op 4 lijnen 10 r. land in het Oudenieuweland van Abbenbroek, belend: o. de Hoge Meet, n. de Vlieger, z.w. het vicarieland van Michiel Arensz.
Jacob Jansz Winter, won. in Abbenbroek, transporteert aan Vrerick Adriaensz (is nog onmondig), zoon van Adriaen Staepelsz en Leentgen Vrericxsdr, een jaarlijkse losrentebrief van 108 car. g., verzekerd op 4 lijnen 10 r. weiland in het Oudenieuweland van Abbenbroek, belend: o. de Hoge Meet, n. de Vlieger, z.w. het vicarieland van Michiel Arensz. In de marge: zonder datum, deze rente afgedaan wegens teruggave van het land aan Jan Pietersz van Utrecht, breder in het rechtboek folio (5?)v geregistreerd.
Commer Boenisz, won. in Abbenbroek, bekent aan de kinderen van Jan Jansz van Almonde, gepr. bij Maritgen Jacobsdr, een schuld van 97 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, verzekerd op 1 gem. land gemeen met een gelijk gemet van Michiel Adriaensz in het Nieuweland van Abbenbroek aan de Oudelandse dijk, belend: n.o. Jan Jacob Jansz, z.w. Jorden Commersz, n.w. de Oudelandse dijk, z.o. de gemeenlandswatering.
Jan Heynricxsz van Rij bekent aan de nagelaten weeskinderen van za. Jacob Lenertsz, gepr. bij Maritgen Phillipsdr een schuld van 200 car. g. wegens geleende en door de voogd van de kinderen Lenert Ariensz, korenkoper in Zuidland, aangetelde penningen, verzekerd op 10 lijnen zaailand gemeen met Lenert Jansz in een stuk van 5 gem. in het Nieuweland van Abbenbroek.
Commer Boenisz, won. in Abbenbroek, bekent aan Cornelis Lenertsz Coolman een schuld van 700 car. g. wegens geleende en aangetelde gelden verzekerd op 2 gem. in het Nieuweland van Abbenbroek, belend: n. de Cappelleweg, z. Franchois van der Does, o. Cornelis Jansz bij de Sluys van Zuidland, w. de erfgenamen van za. Maritgen Jansdr, en nog op 3 gem. in het Oudenieuweland van Abbenbroek, belend: n.w. de Vlieger, z.o. de Moerse weg, n.o. de HG-armen van Abbenbroek, z.w. het kapittel tot Abbenbroek, en nog op 2 gem. in het Oudenieuwland, belend: o. de Groeneweg, z. het kapittel tot Abbenbroek, w. Jan Lenertsz 't Gilde met leengoed, n. de weeskinderen van Jan Lenertsz Meuldijck en het weeskind van Arien Ewoutsz in Oudenhoorn.

Op 9-11-1600 heeft jonkheer Nicolaes van Abbenbroek als curator in de boedel van za. Commer Boenisz aan Cornelis Lenertsz Coolman in mindering van de resterende som van 155 keizersgulden betaald.
Op 18-11-1601 heeft jonkheer Nicolaes van Abbenbroek al curator in de boedel van za. Commer Boenisz aan Cornelis Lenertsz Coolman in mindering van de resterende som van 114 gulden 2 st. betaald.
Commer Boenisz, won. in Abbenbroek, bekent aan Jacob Ariensz, won. in Heenvliet, een schuld van 1092 car. g. 17 st. 2½ p. wegens koop in het erfhuis van Pieter Pietersz 't Gilde van en verzekerd op 5½ gem. in het Nieuweland in de Bieshoek, belend: n. de Oudelandse dijk, o. Jan Maertensz met 9 gem., z. Commer Boenisz, w. de kinderen van Pieter Ingelsz.
Jan Maertensz bekent schuldig te zijn en verkocht te hebben de vier nagelaten kinderen van mr. Nicolaes Camerlyn za., in zijn leven raad-ordinaris voor de Provinciale Hove van Holland, gepr. bij Jonkvr. Alijdt van Abbenbroek, met name Gerrit Camerlyn, Willem Camerlyn, Margarieta Camerlyn en Magdalena Camerlyn een jaarlijkse losrente van 30 car. g. Jan Maertensz heeft dit geld ontvangen van Jonkheer Nicolaes, heer in Abbenbroek, als oom en voogd van de voors. kinderen en het verzekerd op 9 gem. in de Bieshoek en op zijn landstede, schuren, bergen en geboomte aan de Oudelandse dijk, belend: o. Pieter Cornelisz Backers landstede, w. het huis van Jacob Willemsz Zeedijck.
Crijn Mouwerisz, won. in Abbenbroek, bekent aan Jan Cornelisz Coopper een schuld van 411 car. g. wegens koop van hout, verzeker op zijn huis en schuur. Borgen Dirck Willemsz en Cornelis .....
Geroyeerd 26-11-1676.
Jannitgen Frans, wed. van za. Tijs Jansz van Hees, met Maerten Jacobsz Bruyn, haar voogd in deze zaak, bekent aan Gerrit Cleysz een schuld van 200 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, verzekerd op 1 gem. 66 r. weiland in de Vlieger nr. 10. Borg: Maerten Jacobsz Bruyn.
Daniel Andriesz van Rij, won. in Zuidland, bekent aan Jasper Jansz van den Hove, won. in Zuidland, een schuld van 200 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, verzekerd op de helft van 4 gem. 17 r. teelland in de Grotenhoek nr. 18.
Gerrit Arensz van der Houck, schepen van Abbenbroek, bekent aan Maerten van der Struyck een schuld van 1000 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, verzekerd op 8 gem. 24 r. in de Bieshoek nr. 8 en op 3 gem. 247 r. teelland in de Nieuwe Kade nr. 1. Borg: Dirck Arensz van der Houck, won. in Abbenbroek.
Jan Leendertsz de Vooght, won. onder Oudenhoorn, bekent aan Cornelia Gerrits, won. in Brielle, een schuld van 200 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, verzekerd op 3 gem. 22 r. weiland op de Abbenbroekse grond met (Ouden?)hoorn bedijkt nr. 47.
Gerrit Arijensz van der Houck transporteert aan Bouwens Heyndricxsz van Rij 1 gem. in het Oudeland van Abbenbroek nr. 35 in een stuk van 4 gem. 148 r. voor (200?) car. g.
Leendert Heyndericxe van Rije, vaandrager te Abbenbroek, bekent aan Ary Pietersz van der Eyck, minderj. zoon van Pieter Arentsz van der Eyck, een schuld van 700 car. g. wegens geleende en door Leendert Schout, won. te Zuidland, als oom en voogd van het weeskind, aange¬tel¬de pennin¬gen, verzekerd op 8 gem. 182 r. zaailand in de Grotenhoek nr. 1, belend met zijn woning aan de zuidzijde.
Cornelis Gerritsz Boer (getr. met Maertie Heyndricx van Rije) transporteert aan Jan Heyndericxe van Rije, won. te Abbenbroek, ca 2 gem. land in de Waalhoek nr. 18 voor 200 car. g.
Franco de Labije, pp. voor Magdaleentie Pieters, wed. van Pieter Willemsz de Baen, won. in Zuidland, transporteert aan de wed. en erfgenamen van Daniel De(..?) Daene, won. in Rotterdam, 200 r. weiland in het Volgerland nr. 4 in een stuk van 2 gem. 294 r., belend: o. de laan van de voors. kopers, w. de voors. wed., w. de watering, n. de Haasdijk, voor 150 car. g.
Mr. Pieter Brouwer, schout van Zwartewaal, als testamentaire voogd van de weeskinderen van Jan Jacobsz, bekent aan Cornelis Abramsz, won. te Zwartewaal, een schuld van 210 car. g. wegens t.b.v. de broeders door Pieter Brouwer opgenomen penningen, verzekerd op 3 gem. 19 r. weiland in het Oudeland van Abbenbroek nr. 32, toekomende voors. kinderen. Geroyeerd 1-8-1685.
Bouwen Heyndricxsz van Rij bekent aan Leendert Arensz Schouten een schuld van 200 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, verzekerd op 5 gem. 113 r. in de Grotenhoek nr. 8.
Bouwen Heyndricxsz van Rij bekent aan Leendert Arensz Schoute een schuld van 200 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, verzekerd op 5 gem. 113 r. in de Grotenhoek nr. 8.
Geroyeerd 6-12-1683.
Pieter Leendertsz van der Duyn, won. in Abbenbroek, bekent aan Laurenthia (Cornelis?) een schuld van 500 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, verzekerd op zijn huis, schuur, berg en ovenkeet staande aan de Hoorense Meuldijck.
Abraham Willemse, won. in Abbenbroek, bekent aan Heyndrickje Willems Knoopdr een schuld van 150 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, verzekerd op een huis aan de Oudelandse dijk en de beternis van een erfpachtboomgaard.
Crijn Mauritsz, won. in Abbenbroek, bekent aan Cornelis Jansz, won. in Geervliet, een schuld van 400 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, verzekerd op zijn huis, schuur, berg en ovenkeet en de beternis van 4 gem. 96 r., waar het huis op staat, en nog 3 gem. (78?) r. in de Middelhoek nr. ? en 2 gem. 80 r. in de Vlieger nr. 1.
Bouwen Heyndricxsz van Rij bekent aan Leendert Arensz Schoute een schuld van 300 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, verzekerd op t gem. 113 r. in de Grotenhoek nr. 8. Geroyeerd 22-7-1679.
Mr. Franco de Labije transporteert aan Heyndrick Tuynsaet 5 gem. 1 r. weiland in de Waalhoek nr. 46 voor 700 car. g.
Bouwen Heyndricxsz van Rij bekent aan de Diaconiearmen van Abbenbroek een schuld van 200 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, verzekerd op 1 gem. 98 r. in het Oudeland van Abbenbroek nr. 35 en 1 gem. erfpachtboomgaard, beiden in een stuk van 4 gem. 148 r. Geroyeerd 14-3-1687.
Arentgen Aerts, wed. van Cornelis Luchtenburgh, transporteert aan Claes Ossensz een huis en erf aan de Oudelandse dijk voor 110 car. g.
Arijen Jansz de Groot transporteert aan Cornelis en Maertge Dircx van der Houck 2 gem. 250 r. in de Grotenhoek nr. 21 voor 350 car. g.
Mr. Ieman Jonge Jan transporteert aan Volbrecht Arensz van der Schilt 2 gem. 244 r. weiland op de Vlieger nr. 51 voor 275 car. g.
Leendert Heyndricxs van Rij bekent aan Ary Pietersz van der Eyck een schuld van 300 car. g. wegens geleende en door Leendert Arensz Schoute, voogd van Ary Pietersz Van der Eyck, aangetelde penningen, verzekerd op 4 gem. 279 r. teelland in de Grotenhoek nr. 3.
Claes Jansz Leuyendijck bekent aan Cornelis Quacq en Johan van Almonde, pp. voor de kinderen van Juffr. Parvee, een schuld van 200 car. g. als rest van de koopsom van en verzekerd op 3 gem. 122 r. op de Vlieger nr. 39.
Bouwen Heyndricxsz van Rij bekent aan Leendert Arensz Schoute een schuld van 200 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, verzekerd op 5 gem. 113 r. teelland in de Grotenhoek nr. 8.
Willem Heyndricxsz, won. te Zwartewaal, getr. met Geyntgen Hoormans, mede voor zijn zwager Jan Hoormans, transporteert aan Arijen Jansz van den Hove een huis, schuur en erf aan de zuidzijde van het dorp, belend: n. 's Herenstraat, o. Gerrit Cleyse met een huis en erf, z. 's Heren neerweg, w. Bouwen van Rij met een huis en erf, voor 200 car. g.
Jacob van Groenewegen d'Abbenbrouck, heer en baljuw van Abbenbroek, en Joris van Eeckeren, curatoren in de boedel van Pieter Borreman, transporteren aan Jacob Cornelisz van der Waerelt een huisje en erf in de Gansestraat. belend: z.o. de straat, z.w. huis en erf van Pieter Borreman, n.w. 's Heeren neerweg, n.o. Cornelis (Baersz?), voor 50 car. g.
Ary Janse Touw, won. aan de Oudelandse dijk, bekent aan Maertje Lauwers, wed. van Witte Jobse, won. in Zwartewaal, een schuld van 600 car. g. wegens geleende en aangetelde gelden, verzekerd op een erfpacht¬boomgaard (4 g. erfpacht aan de erfgen. van Jan Cornelisz Kopper) aan de Oudelandse dijk met een hofje daarachter groot 22 r. in nr. 6, met een huis, stalling en schuur op de Oudelandse dijk.
Wouter van Montfoort, voor dezen secretaris van Abbenbroek, transporteert aan Jan Jansz van Herwijnen, winkelier won. op het plein in het dorp, een schuur aan de Kerkstraat, belend: n.o. de Hoeybank van Jan Jansz voorn., n.w. de Kerkstraat, voor 70 car. g.
Pieter Reyne, watermolenaar in Abbenbroek, transporteert aan Jan Jansz Hollaert, won. in Abbenbroek, een huis en erf aan de noordzijde van het dorp aan de dijk, die naar Heenvliet gaat, genaamd de Meck oven, met de beternis van twee boomgaardjes, liggende ten noorden en ten zuiden van het huis aan "het hanghen van den dijck", en een grote ruime schuur ten n. van het noordelijke boomgaardje, alles belend: o. de voors. dijk, z. het slop naar de Heerweg, w. de gemene weg, n. het slop naar de Secretarisboomgaard, toebeho¬rende de graaf van Merode, zoals door des verkopers vader Reyn Jansz bezeten is geweest, voor 515 car. g.
Jan Jansz Hollaert, won. in het huis de Meckoven in Abbenbroek, transporteert aan Poulus Cornelisz, arbeider, won. in Abbenbroek, een huis en erf met berg, schuur en stalling met twee boomgaardjes aan weerszijden van het huis aan de Oudelandse dijk aan de Hoge Boezem, waar de Hoge wipmolen op maalt, en de huur van 2 gem. 59 r. in de Middelhoek nr. 55, 3 gem. 282 r. in de Middelhoek nr. 82, voor 750 car. g.
Leendert van der Quack, schoolmeester in het Brielse Nieuweland, transporteert aan Bastiaen Bastiaensz Beyl, vlasser en arbeider, won. in Abbenbroek, een huis en erf met een tuin in het dorp aan de zuidzijde van het plein, belend: o. de kinderen van Pieter Bouwensz Droghendijck, z. de Heerweg, w. het Herenhuis, n. het Dorpsplein, voor 112 car. g.
Pieter Leendertsz Waalboer, bouwman, won. onder Oudenhoorn, transporteert aan Cornelis Engelsz en Jan Jacobsz Breman, beiden won. in Zuidland, 2 gem. 8½ r. in de Grotenhoek nr. 18 voor 350 car. g.
Jan van Almonde, oud-burgemeester van Brielle, en Cornelis Quack, burgemeester van Vlaardingen, pp. (akte 10-2-1677) voor de kinderen en erfgenamen van Johanna Parve zal., transporteren aan Volbrecht Arentsz van der Schilt, won. in het dorp aan het Plein, 1 gem. 288 r. in de Middelhoek nr. 69 voor 236 car. g.
Mels Jansz van Heesteren als erfgenaam en voogd over de minderj. erfgenamen van zal. Annetjen Arents, wed. van Mels Jansz van Heesteren, transporteert aan Eduwaert Goutswit, schepen van Brielle, de helft van 1 gem. 55 r. weiland op de Vlieger nr. 48 voor 41 car. g.
Leendert Hendricxse van Rij, won. aan de Haasdijk, bekent aan Leendert Arentse Schoute, won. in Zuidland, een schuld van 300 car. g. wegens geleende en aangetelde gelden, verzekerd op 4 gem. 279 r. teelland in de Grotenhoek nr. 3. Geroyeerd 11-9-1722.
Joris Fictorse Oostende, molenaar in Nieuwenhoorn, transporteert aan Mr. Reynier Reyners als voogd over de kinderen van zijn broer Aernold Reyners, gepr. bij Chatharyna van der Horst, genaamd Geertruyt en Sybilla Reyners, 2 gem. 136 r. weiland in de Middelhoek nr. 49 genaamd Vlottenborgh voor 80 car. g.
Jan Aackersdijck, won. in Maassluis, transporteert aan Aert Heindrixse Cluyver, burgemeester van Ouden¬hoorn, 2 gem. 12 r. weiland in de Waalhoek nr. 8 voor 100 car. g.
Jan Capeteyn, secretaris van Nieuwenhoorn, pp. (akte 7-12-1679 voor Adriaen Maes, notaris te Rotter¬dam) voor Ida van Velsen, wed. van Michiel Vico¬ly, transporteert aan Maerten Prickwan, won.in Brielle, 2 gem. 205 r. weiland in de Waalhoek nr. 10, tegelijk verkocht met 5 gem. 68 r. in de Bonsenhoek nr. 9 voor 600 car. g.
Reynier Reyners als curator in de nagelaten boedel en goederen van Pieter Jansz van Hees, oud-schepen, transporteert aan Gerrit Claeysse van Charelois, president-schepen van Abbenbroek, de helft van een schuur in het slop van de dijk naar Zuidland, waarvan de andere helft van Gerrit Claeysse is, belend: o. de voors. dijk, z. het hof van Cornelis Baerse, w. de Neerweg, n. Jan Jansz van Herwijnen, voor 16 car. g.
Gerrit Cleyse van Saerloos als curator in de boedel van zal. Pieter Jansz van Hees transporteert aan Mr. Jacob Arisse Coelbier, smid, won. op het Plein in het dorp, 2 lijnen land in het Oudeland nr. 27 voor 210 car. g. De koper moet gedogen, dat Cornelis Willemsz en Willem Cornelisz Lagewech, zijn zoon, dit land nog twee jaar pachten zullen.
Adriaen van der Eyck, pp. (akte 9-12-1680 voor Dirck Stopman, notaris te Brielle) voor Gerrit Arensz van der Hoek, transporteert aan Cornelis Dircksz van der Hoek, schepen van Abbenbroek, 8 gem. 24 r. teelland in de Bieshoek nr. 8 voor 1500 car. g.
Neltje Gillis bekent aan Neltje Harmans, wed. van Pieter Franse van Brughe, een schuld van 100 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, verzekerd op 5 gem. 285 r. teelland in de Monnikenhoek nr. 23.
14-1-1688 voldaan door Gillis Pietersz Drogendijck wegens sijn moeder en geroyeerd.
Kommertje Pieters en Claes Cornelisz Mosterdijck bekennen aan Arentje Cornelis, wed. van Daniel Willemsz za., een schuld van 500 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, verzekerd op 4 gem. 255 r. in de Middelhoek nr. 75. Geroyeerd 22-12-1712.
Leendert van Campen, baljuw van Heenvliet, transporteert aan Abraham Steyaert als voogd van de kinderen van Ieman van der Velde za. 3 gem. 247 r. in de Nieuwe Kade nr. 1 voor 600 car. g.
Philp Philpsz van der Linde bekent aan de kerk van Abbenbroek een schuld van 50 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, verzekerd op zijn huis en erf aan de Katerwaalse dijk. Geroyeerd 1-4-1706.
Pieter Thonisz van Vliet, timmerman, bekent aan de kerk van Abbenbroek een schuld van 100 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, verzekerd op een huis, schuur, erf en winkel aan de noordwest¬zijde van het dorp of Martveld, belend: o. Jacob Coelbier, w. Cornelis Willemsz, n. 's Herenweg, z. het Martvelt.
Adriaen van der Eyck, pp. (akte 9-2-1682 voor Quirijn van der Have, notaris te 's-Gravenhage) voor de execu¬teu¬ren van het testament van wijlen Jacob van Groene¬we¬gen, heer van Abbenbroek, trans¬por¬teert aan Mr. Abraham Steyaert als voogd van de kinderen van Iemand van der Velde za. het vierde part van een gors bij de Abbenbroekse korenmolen voor 225 car. g.
Neeltje Gillis, wed. van Pieter Bouwensz Drogendijck, bekent aan Mr. Cornelis Colmeyer, advocaat en rentmeester van het Hof van Holland, won. in 's-Gravenhage, een schuld van 500 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen. Borg is Jillis Pietersz Drogendijck.
Jillis Pietersz Drogendijck transporteert aan Adriaen van der Eyck een huis en erf in Abbenbroek, belend: w. Bastiaen Bie, o. Ary Jansz van de Hove, z. de Neerweg, n. 's Herenstraat, voor 130 car. g.
Abraham Steyaert als voogd van de kinderen van Ieman van der Velde za. transporteert aan Mr. Jacobus Brant een huis en erf op het hoekje van de Gansestraat voor 108 car. g.
Abraham Steyaert als voogd van de kinderen van Ieman van der Velde za. transporteert aan Dyrck Jacobsz Spoon een woning of landstede op de Oudelandse dijk met twee bergen, duivenkooi en boomgaard voor 425 car. g., die Dyrck Jacobsz Spoon bekent schuldig te zijn. Borgen zijn Jan Jansz van Herwijnen en Pieter Domisz Sonnevelt.
Arijen Maertensz transporteert aan Jacob Theunisz van Vliet een huis en erf aan de zuidzijde van het dorp, belend: o. Jannetje Symons, z. 's Heren Neerweg, w. Gloudijn Jacobsz, n. 's Herenstraat, voor 178 car. g.
Bouwen van Rij transporteert aan Gerrit Cleysz van Saerloos, Heiligegeestarmmeester van Abbenbroek, 2 gem. 12 r. weiland in de Waalhoek nr. 8 voor 150 car. g.
Jacob Arensz Coelbier, smid in Abbenbroek, bekent aan de Heiligegeestarmen van Abbenbroek, een schuld van 200 car. g. wegens geleende en door Gerrit Cleysz van Saerloes als armmeester aangetelde penningen, verzekerd op 2 gem. 158 r. weiland in de Middelhoek nr. 79.
Maddeleentje Pieters, wed van Pieter Willemsz de Baen, won. in Zuidland, bekent aan Johan van der Wercken, koopman te Rotterdam, een schuld van 2000 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, verzekerd op haar woning, huis, schuur, berg, ovenkeet en boomgaard op de Abbenbroekse grond met Zuidland bedijkt met 2 gem. 25 r. op idem nr. 2, 3 gem. 18 r. op nr. 3 en 2 gem. 94 r. op nr. 4.
Geroyeerd 17-4-1687.
Pieter de Baen, pp. voor zijn moeder Maddeleentje Pieters, wed. van Pieter Willemsz de Baen, transporteert aan Heyndrick Arensz Tuynsaet, won. in Zuidland, de helft van 5 gem. 1 r. weiland in de Waalhoek nr. 46 voor 300 car. g.
Leendert van Rij bekent aan Jan Jansz van Herwijnen een schuld van 200 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, verzekerd op (niet ingevuld).
Cornelis Ouwendijck, pp. (akte 24-5-1684 voor Dirck van der Groe, notaris te Amsterdam) voor Jean Francois Massie als vader en voogd van zijn kinderen gepr. bij Geertruyt de Jongh, transporteert aan Neeltje Gillis, wed. van Pieter Bouwensz Drogendijck, 5 gem. 100 r. in de Bieshoek nr. 20, 3 gem. 28 r. in de Monnikenhoek nr. 22 en 4 gem. 83 r. in de Monnikenhoek nr. 25 voor 935 car. g.
Neeltje Gillis, wed. van Pieter Bouwensz Drogendijck, bekent aan Adrijaen Vroesen, oud-burgemeester van Rotterdam, een schuld van 1000 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, verzekerd op 4 gem. 143 r. met de woning, die daar op staat, in de Bieshoek nr. 1, 5 gem. 100 r. in Bieslhoek nr. 20, 3 gem. 28 r. in de Monnikenhoek nr. 22 en 4 gem. 83 r. in de Monnikenhoek nr. 25.
Neeltge Gilles, wed. van Pieter Bouwensz Droogendijck, bekent aan Adriaen van der Eyck als rentmeester van het Kapittel van Abbenbroek een schuld van 200 car. g. wegens achterstallige landpacht, verzekerd op 4 gem. 143 r. met de woning daar op staande in de Bieshoek nr. 1, 5 gem. 100 r. in Bieshoek nr. 20, 3 gem. 28 r. in de Monnikenhoek nr. 22 en 4 gem. 83 r. in Monnikenhoek nr. 25. Geroyeerd 10-11-1695.
Gerrit Cleysz van Saerloos al Heiligegeestarmmeester van Abbenbroek transporteert aan Jan Cornelisz Molenaer een huis en erf aan de Haasdijk voor 265 car. g.
Jan Jansz van Herwijnen en Aelbrecht Jansz van Herwijnen, kinderen van Geertie Willems za., transporte¬ren aan Jacob Roest een huis, schuur, wagenkeet en erf staande bij de Hoogenbeusen van Abbenbroek voor 160 car. g.
Pieter Arensz van der Linde bekent aan Aren Arensz Poel in Zuidland een schuld van 200 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, verzekerd op 7 lijnen erfpacht met de woning daar op staande op de Abben¬broek¬se grond met Zuidland bedijkt nr. 8. Geroyeerd 11-4-1723.
Leendert Heyndericksz van Rij bekent aan Leendert Arensz Schoutten, won. in Zuidland, een schuld van 400 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, verzekerd op 7 gem. 171 r. in de Grotenhoek nr. 9.
Cornelia Cornelis, wed. van Leendert Arensz Gotenaer, won. hier op Helvoetsluis, bekent aan Teunis Gorsman, secretaris van Nieuw-Helvoet, een schuld van 3075 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, verzekerd op een huis in Helvoetsluis aan de westzijde van de haven, belend: n. Pieter Gous¬waert, z. Bouwen Arensz Le.....ew, een windkorenmolen, staande binnen de fortificatiën van Helvoetsluis, 2 gem. 225 r. weiland in Nieuw-Helvoet in de Langehoek, 31 r. weiland aan de vest bij de poort in de Langehoek, 2 gem. 121 r. weiland in Abbenbroek en nog 4 gem. 230 r. op de Abbenbroekse grond met Oudenhoorn bedijkt nr. 49. Jacob Hoogstat, schout, Adrijaen de Jongh en Pieter Leeningh, schepenen van Helvoetsluis.
Gerrit Cleysz van Saerloos, Heiligeestarmmeester van Abbenbroek, transporteert aan Ary Heyndricksz een huis en erf aan de zuidzijde van het dorp, belend: o. het slop van Zuidland, z. de Gast...?, w. Gloudijn Jacobsz, n. 's Herenstraat, voor een obligatie van 100 car. g.
Ary Heyndricksz bekent aan de Heiligegeestarmen van Abbenbroek een schuld van 100 car. g. wegens koop van en verzekerd op een huis in Abbenbroek.
Ary Maertensz Kuyper bekent aan de Heiligegeestarmen van Abbenbroek een schuld van 100 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, verzekerd op het pas gekochte huis en erf.
Arentje Cornelis, wed. van Daniel Willemsz za., transporteert aan Frederick de Graeff een obligatie spreken¬de tot last van Commertje Pieters en Claes Cornelisz Mosterdijck van 500 car. g. van 18-5-1681, verzekerd op 4 gem. 255 r. weiland in de Middelhoek nr. 75 voor 500 g.
Jost Bouter, getr. met Lena Jansz, en Jacob Jansz Stierman transporteren aan Bouwen van Rij 3 gem. 19 r. weiland in het Oudeland nr. 32 voor 500 car. g.
Bouwen van Rij bekent aan de kinderen van Claes Gerritsz za. een schuld van 600 car. g. wegens geleende en door de voogden aangetelde penningen verzekerd op 3 gem. 19 r. weiland in het Oudeland nr. 32.
Geroyeerd 4-10-1695.
Johan Hanneman, rentmeester in 's-Gravenhage, pp. voor Lambert Frederick van Bronckhorst, zonen van Willem van Bronckhorst, heer van Gestel, Ballaert, Outdorp, transporteert aan de kinderen en erfgenamen van Anna van der Wiele van der Werve za., wed. van Isbrant van Ravenswaey, heer van der Heggen, 8 gem. 1 r. in de polder van Abbenbroek nr. 18 en 19, in gebruik bij Servaes Claesz Outdijck, voor 1000 car. g.
Frederick de Graeff transporteert aan Symon van Halewijn, raad en vroedschap van Dordrecht, 171 r. weiland in het Oudeland van Abbenbroek nr. 52 en 1 gem. 214 r. weiland in nr. 57 voor 675 car. g.
Cornelis Jan Bouwensz van der Blom, mede voor zijn twee zusters, transporteert aan zijn broer Arent Bouwensz van der Blom een huis en erf genaamd Het Groene Wout in het slop naar Zuidland voor 80 car. g.
Antony Sijdervelt voor zichzelf en voor zijn broers en zusters, en Niclaes Hogewerff als vader en voogd van de kinderen nagelaten door Jan Cornelisz Coffer, transporteren aan Bouwen van Rij een woning of landstede aan de Oudelandse dijk met berg, bakkeet en duivenkooi, met 5/8 deel van de dijk in leen van de wed. van de heer van Abbenbroek, 1 gem. weiland in het Oudeland nr. 17, 4 gem. in de Bieshoek nr. 34, voor 1000 car. g.
Bouwen van Rij transporteert aan Ds. Johannis Gilliermet twee huizen en erven aan de zuidzijde van het dorp, belend: o. Ary Jansz van den Hove, w. Ary Maertensz Cuyper, n. 's Herenstraat, voor 500 car. g.
Bouwen van Rij bekent aan Leendert Arensz Schoutten een schuld van 500 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, verzekerd op een huis, schuur en berg aan de Oudelandse dijk, waar Bouwen van Rij tegenwoordig in woont, met de eigendom van dijk en boomgaard, 1 gem. weiland in het Oudeland nr. 17, 4 gem. in een stuk van 6 gem. 45 r. in de Bieshoek nr. 34.
Bouwen van Rij transporteert aan Ds. Johannis Gillermet, predikant te Abbenbroek, 2 gem. 127 r. in de Grotenhoek nr. 12, belast met 230 g., die zijn broer Leendert van Rij daar op sprekende heeft (obligatie 23-7-1684) voor 300 car. g.
Rutger van Cleeft, won. in 's-Gravenhage, pp. (akte 's-Gravenhage 7-1-1687 voor notaris Abraham War¬men¬huy¬sen) voor graaf Albert George tot Lim¬burg, Bronc¬kh¬orst enz, en zijn vrouw barones Elisabeth Philipina van Boetselaer, heeft een hypotheek genomen op 7 gem. 48 r. in de Grotenhoek nr. 32 (bezit van mevrouw van Boetselaer) van 5000 car. g.
Adrijaen van der Eyck en Bouwen van Rij als curatoren in de geabandonneerde boedel van Aren Arensz Spruyt transporteren aan Heyndrick Dircksz van der Meer 6 gem. 76 r. Monnikenhoek nr. 15 en 16 voor 400 car. g.
Adrijaen van der Eyck en Bouwen van Rij als curatoren in de geabandonneerde boedel van Aren Arensz Spruyt transporteren aan Dirck Heyndricksz Lieven, marktschipper te Geervliet, een poon- of zeilschuit voor 230 car. g.
Huygh Jansz Marckenburgh, won. te Abbenbroek, bekent aan Francois van der Boll een schuld van 200 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen onder verband van zijn persoon en goederen.
Bouwen van Rij transporteert aan de diaconiearmen van Abbenbroek 1 gem. in het Oudeland van Abben¬broek nr. 35 voor 400 car. g.
Heyndrick Verbeeck, Antony Sijdervelt en Niclaes Hooghwerff transporteren aan Leendert Arensz Schoutten een custingbrief van 500 car. g., die zij sprekende hebben op de persoon, woning, schuur, berg, landen en dijk van Bouwen van Rij voor 410 car. g.
Bastiaen Bastiaensz Bijl, won. in Abbenbroek, transporteert aan aan Adrijaen van der Eyck een (kelder?), die aan zijn huis is geweest, en die door de baljuw is gebracht aan de kelder van het dorpshuis, voor 40 car. g.
Pieter de Baen, pp. voor zijn moeder Maddeleentje Pieters, wed. van Pieter Willemsz de Baen, transporteert aan Jan van der Wercke, koopman te Rotterdam, een woning of landstede aan de Haasdijk met keet, berg en duivenkooi en 2 gem. 25 r. land op de Abbenbroekse grond met Zuidland bedijkt nr. 2, 3 gem. 18 r. op nr. 3, 2 gem. 144 r. op nr. 4, 2 gem. 199 r. op de Abbenbroekse grond met Oudenhoorn bedijkt nr. 5 en 3 gem. 241 r. idem op nr. 6, voor 1500 car. g.
Jan Bouwense bekent aan Bastiaen Fransz Spelpenningh, getr. met de wed. van Arijen Euwitsz, een schuld van 250 car. g. wegens koop van en verzekerd op een huis en erf aan de Katerwaalse dijk, zoals Arijen Euwitsz die bezeten heeft. Borgen zijn Adrijaen de Jongh en Philp Philpsz van der Linde.
Neeltje Gillis, wed. van Pieter Bouwensz Drogendijck, bekent aan Ary Cornelisz Keyser een schuld van 400 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, verzekerd op 5 gem. 285 r. Monnikenhoek nr. 23.
Geroyeerd 28-2-1699
Jacob Gillis van Breda, won. te Abbenbroek, bekent aan Aren Arensz Lieven een schuld van 500 car. g. wegens koop van en verzekerd op een huis en erf aan de Oudelandse dijk.
Adrijaen Meyster, won. in Brielle, bekent aan Jacob Flacke een schuld van 500 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, verzekerd op 5 gem. 156 r. in de Monnikenhoek nr. 8.
Gillis Pietersz Droogendijck en Bouwen Pietersz Droogendijck bekennen aan Jan van den Wercke, een schuld van 1200 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, verzekerd op 4 gem. 143 r. met de woning, die daar op staat, in de Bieshoek nr. 1, 200 r. op nr. 3, 5 gem. 100 r. op nr. 20, 3 gem. 63 r. in de Monniken¬hoek nr. 21, 5 gem. 285 r. op nr. 23, 4 gem. 83 r. op nr. 25 en 56 r. op nr. 31.
Voldaan, betaald en geroyeerd bij Magdaleena de Baen, wed. van Joh. van de Wercke op 15-5-1696.
Poulus Arensz Touw, won. in Abbenbroek, bekent aan de kinderen van Jan Jansz Hollaer za. een schuld van 500 car. g. wegens koop van en verzekerd op een huis en schuur en de beternis van twee "hoofties" in het slop naar Heenvliet.
Bouwen Heyndricksz van Rij bekent aan Jacob Cornelisz, won. op Maassluis, een schuld van 300 car. g. en aan Ary Cornelisz Keyser, burgemeester van Zwartewaal, een schuld van 200 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, verzekerd op een woning of landstede aan de Oudelandse dijk, de dijk en de boom¬gaard, 1 gem. aan de werft, waar de duivenkooi op staat in Oudeland nr. 17, 4 gem. in een stuk van 6 gem. in de Bieshoek nr. 34. Geroyeerd 30-7-1700.
Uitkoop door Gerrit Cleysz Schipper, wednr. van Maertgen Dircks Caperman.
Gerrit Cleysz Schipper, wednr. van Maertgen Dircks Caperman, ter eenre, en Jan Dircksz Caperman, schout en dijkgraaf van Zuidland, als oom en bloedvoogd, vervangende Jacob Crijnesz Caperman, de zoon van een broer van Maertgen Dircks Caperman, ter andere zijde, zijn overeengekomen over de uitkoop van het dochtertje, gepr. bij Maertgen Dircks voors., dat Gerrit Cleysz alle roerende en onroerende goederen zal behouden, uitgezonderd twee stukken goud, een zilveren ‘slootelraeckx’, een testament met zilver beslagen met een ketting er aan en twee gouden ringen ‘tot prouffytte van tvoors. kindt’. De vader zal het kind grootbrengen tot haar mondige dag, zijnde 20 jaar, en het dan of bij haar huwelijk voor haar moederlijk bewijs 1100 car. g. uitkeren.
De bovengenoemde losse goederen zijn onmiddellijk aan Jan Dircksz Caperman overhandigd.
Dirck Arensz van der Houck bekent aan Aryaentgen Aryens, dochter van zijn broer za. Aren Aryensz, een schuld van 415 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, die hij een jaar na dato zal restitueren met rente onder verband van zijn persoon en goederen. Gerrit Arensz van der Houck stelt zich borg.
In de marge: 27-2-1658, Aren Arensz Over de Wael verklaart als man en voogd van Aryaentgen Arens voldaan en betaald te zijn.