Uw zoekacties: Hendrik van den Berg Willens, polder Rechterlijk Archief Brielle

031A Rechterlijk Archief Brielle ( Streekarchief Voorne-Putten )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
031A   Rechterlijk Archief Brielle
Inleiding
Aanwijzingen voor de gebruiker
Archiefvorming
Inhoud en structuur van het archief
Bijlagen
Regesten
23. Protocol van hypothecaties, 1640-1653
24. Protocol van hypothecaties, 1654-1660
25. Protocol van hypothecaties, 1661-1676
26. Protocol van hypothecaties, 1677-1681
27. Protocol van hypothecaties, 1682-1696
28. Protocol van hypothecaties, 1697-1704
29. Transport Huizen en Goederen (1704-1718)
30. Transport Huizen en Goederen (1719-1734)
31. Transport Huizen en Goederen (1735-1746)
32. Transport Huizen en Goederen (1747-1756)
33. Transport Huizen en Goederen (1757-1765)
34. Transport Huizen en Goederen (1766-1773)
35. Transport Huizen en Goederen (1774-1782)
36. Transport Huizen en Goederen (1783-1791)
37. Transport Huizen en Goederen (1792-1799)
38. Transport Huizen en Goederen (1800-1811)
43. Bodboek, 1577-1594
44. Bodboek, 1592-1598
45. Bodboek, 1598-1609
46. Bodboek, 1609-1616
47. Bodboek, 1616-1624
48. Bodboek, 1624-1641
58. Allerhande akten, 1628-1633
59. Allerhande akten, 1633-1639
60. Allerhande akten, 1644-1651
Records 1 t/m 100
Gabriel Leendersz, oud 38 jaar, en Pieter Laroot, oud 38 jaar, verklaren op verzoek van Harman Arisoon, geappointeerde onder de compagnie van jhr. Abraham de Bije, dat deze al vijf maanden in Brielle verblijft en in die tijd is gaan werken om in zijn onderhoud te voorzien. Hij is bij hen gelogeerd geweest.
Pieter van Aelmonde, burgemeester-thesaurier, verklaart op verzoek van Margareta Tofloo, huisvr. van Pieter Noleth, won. te Nieuwpoort in Vlaanderen, dat zij van het rantsoen van Huych Leendertsz de Gorter, stuurman op een hoeker of visboot, gehavend hebbend in Brielle, en nu laatst genomen zijnde van kapitein Joris Cool, heeft ontvangen ca. 1460 car. g. Hij heeft, als boekhouder van voorn. hoeker daartoe gemachtigd, haar uitbetaald.
Pauwels Cornelisz, zeeman, won. in Brielle, bekent aan Aechjen Dummis, wed. van Corvingh Jacobsz een schuld van 200 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, die hij belooft met rente terug te betalen op 24-9-1646. Abraham Cornelisz, bakker in Brielle, heeft zich borg gesteld.
Engebrecht van Onna, inw. van Brielle, en zijn vrouw Barbara Foppen, verklaren, dat zij aan Pauwels Jacobsz, won. in 's-Gravenhage, een schuld hebben van 250 car. g. Voor dit bedrag heeft deze beslag laten leggen op het geld, dat hun zoon Aerjen Engebrechtsz hun jaarlijks voor het bekleden van het bodeambt van de heren gecommitteerde Raden van de Staten van Holland schuldig is. Omdat hun kinderen borg voor hun vader Engebrecht van Onna geworden zijn en beloofd hebben zijn schuld met 50 g. per jaar af te betalen, hebben de ouders beloofd het huis en erf, nu door hen bewoond, genaamd De Roos, gelegen in de Capoenstraat in Brielle, gedurende vijf jaar niet te verkopen.
Aren Michielsz, schuitvoerder, won. in Brielle, bekent aan Grietgen Cornelis, wed. van Burrit Jacobsz, won. in Heenvliet, een schuld van 200 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, die hij belooft een jaar na dato met rente terug te betalen. Leendert Michielsz en Maertgen Arens, wed. van Claes Iemansz, stellen zich borg.
Engel Leendertsz Struyt, dijkgraaf aldaar, bekent aan Mr. Willem Panser een schuld van 2000 car. g. wegens doding van drie verschillende obligaties, een van 500 g. van 26-10-1640 voor notaris Roelant Meeuwesteyn, een van 327 g. 19 st. van 21-6-1641 voor notaris Troost en een schepenverlijt van Brielle van 572 g. 5 st. van 27-5-1641 en de rest verlopen renten. Hij belooft in termijnen te betalen. Leendert Arentsz Noortdijck, schepen, won. onder Helvoet, heeft zich borg gesteld.
Ary Jansz, oud 66 jaar, knecht van het schippersgilde, en Baltum Verbeecq, oud 39 jaar, stadsbode, verklaren, dat Roelant Willemsz en Willem Cornelisz de Gaey, poorters van Brielle, een kaagschuit gekocht hebben van ene Fettages van Friesland en 'met de selve caech is geprest binnen deser stede omme naer Schiedam te vaeren ende aldaer soldaten in te nemen omme die te brengen naer het Sas van Gent ende tot den eynde toe in dienst geweest heeft ende dat het tot noch toe haer eygen schuyte is'.
Regeerders van Brielle stellen zich borg voor Abraham van Bramen, vroedschap en schepen van Brielle, voor de lichting van de penningen, die voorn. van Bramenuit handen van de bewindhebbers van de Westindische Compagnie zal ontvangen over de verdiende gage van Mathijs Visscher, die enige tijd geleden in dienst van deze Compagnie naar West-Indië is gevaren en aldaar is overleden.
Jacob Engelsz, loodsman, won. in Brielle, oud 48 jaar, verklaart op verzoek van Bartel Jansz, pachter van de (9?)e penning op de verkochte schepen en schuiten in Brielle en op Voorne,dat hij ongeveer drie maanden geleden is geweest bij ene Aelbrecht Cornelisz Cocx, won. te Rotterdam, die tegen hem zei, dat hij op Hellevoetsluis was geweest en Den Roo Leeu had gekocht. Toen Jacob Engelsz veronderstelde, dat hij daar toch niet zelf mee ging varen, antwoordde Cocx, dat hij het schip wilde doorverkopen.
Pieter Jansz van Goederheyde, won. in Dirksland, pp. voor Leendert Jochumsz Haringh, pachter van de zeepimpost in Dirksland, Melissant, Herkingen en Roxenisse, machtigt op zijn beurt notaris Abraham van den Berge om voor hem te procederen.
Jan Maertens, oud 20 jaar, en Gerrit Iemansz, oud 19 jaar, verklaren op verzoek van de baljuw, dat zij ongeveer 40 dagen geleden in de hoeker van Cornelis Bartelsz, stuurman naast ene Gerrit Jansz Soos, waren en op hun verzoek meegekomen was Lambrecht Heyndricksz, Engelsman, om met hen brandewijn te 'suypen'. Tijdens de ruzie, die ontstond en die zich voortzette in de schuit van Thonis Jansz, die er naast lag, raakten Gerrit Soos en de Engelsman gewond.
Huych Corstiaensz, tegenwoordig won. in Heenvliet, als principaal, Aren Claesz Pille, schout van de Nieuwe Goote, en Frans Stoffelsz, elk voor de helft als borgen, bekennen aan Jacob Panser, minderjarige zoon van Jan Panser Heyndricksz za., een schuld van 265 g. wegens doding van een schepen verlijt van 18-10-1638. Hij belooft in termijnen te betalen.
Pieter van Aelmonde verklaart op verzoek van Job Pietersz den Uyl, koopman te Rotterdam, dat hij in juli en augustua 1640 van Bijstant Coolbrant, koopman te Rotterdam, geen kolen heeft gekocht of ontvangen. In juni heeft hij wel 2300 (waecs?) kolen gekocht, die hij dezelfde maand heeft ontvangen.
Cornelis Buys, vroedschap, en Mr. Jacob de Jongh van Ellemeet, pentionaris van Brielle, stellen zich borg voor Mr. Gillis de Geerbode, oud-burgemeester van Brielle als ontvanger van de reguliere en conventuale goederen in Brielle, voor de helft van 8000 ponden.
Evert van Leeuwen, deurwaarder van het Hof van Holland, door Dirck van der Cort, gewezen pachter van de bieren, gemachtigd om van Gerrit Francke van Dijck, won. in Rockanje, de achterstallige impost te eisen, verklaart, dat hij gisteren in Rockanje is geweest en ten huize van Dirckjen Dircx voorn. Gerrit Francke van Dijck heeft gegijzeld. Die is daarop zo tegen hem te keer gegaan, heeft hem geschopt en geslagen, dat omstanders hem uit de handen van voorn. Van Dijck moesten redden.
Regeerders van Brielle verklaren, dat op 23-5-1644 in zee zijn gegaan 40 soldaten van de compagnie van kapitein de Bije za. met de schepen De Burch en Jupiter en dat 20 soldaten tot 18 november op het ene schip en 20 soldaten tot 14 november 1644 op het andere schip dienst hebben gedaan. Toen ze weer in Brielle in garnizoen kwamen, zijn ze enkele dagen later naar hun compagnie vertrokken, die ondertussen te velde getogen was.
Pieter Bouwensz Quacq, won. in Helvoet, bekent aan Nelletgen Gillis een schuld van 1000 pond wegens geleende en door de voogd Pieter van Aelmonde aangetelde penningen, die hij belooft 20-2-1647 met rente terug te betalen.
Thomas Clueterbouck, koopman in Brielle, machtigt Barent Pietersz Smengen, lakenkoper te Steenwijck, om voor hem de penningen te innen, die hem toekomen van Heyndrick Engebrechtsz, lakenkoper te Wolvega, en desnoods daarvoor te procederen.
Gerrit Jorisz, gezworen bode van Brielle, verklaart op verzoek van Vincent van der Bije, poorter van Brielle, dat deze 8 of 10 maanden geleden in de herberg De Prins in Brielle met Dircxjen Dirx heeft overlegd over de reparatie van het huis en de schuur, tegenwoordig door hem gehuurd en bewoond, om daar ten overstaan van goede mannen overeenstemming over te bereiken. Getuige herinnert zich nog duidelijk, dat hij voorn. Van der Bije heeft horen waarschuwen, dat de schuur in elkaar kon storten, waarop Dircxjen antwoordde: 'Laet mij daer voor sorgen.Valte schuyr daer heen soo valtse daer heen tsal dan mijn schade wesen ende niet de uwe.'
Jacobmijntgen Jans, wed. van Pieter Pietersz van Dijck, pp. (akte van 27-2-1646 voor Willem Gasen, notaris te Amsterdam) voor Abraham Pietersz Coevoet, won. te Amsterdam, als man en voogd van haar zuster Lijntgen Jans, en Soetgen Pieters van Dijck, 'bejaerde' dochter van voorn. Pieter Pietersz van Dijck, verklaren te naasten het huis en erf in 's Heer Danielsambacht, dat Jacob Jorisz Morton, schoenmaker, van voorn. weduwe en erfgenamen van de voorn. Pieter Pietersz van Dijck in het openbaar en bij hoogst bod gekocht heeft voor 1715 g. Zij verklaren deze naasting voor zichzelf te doen en zullen de koper de onkosten vergoeden.
Huybrecht Verbeecq, vroedschap van Brielle, machtigt Jan Bosbeecq, won. te Rotterdam, om voor hem te reizen naar Giel bij Turnhout om de erfenis van Claes Poels, een broer van zijn moeder, met de andere erfgenamen af te handelen.
Gillis Pietersz Hoyer, poorter van Brielle, machtigt zijn 'bejaerde' zoon Arent Gillisz Hoeyer om voor hem te transporteren aan Aren Arentsz Decker, won. te 's-Gravezande, een huis en erf, staande in 's-Gravezande, door Decker gekocht voor 215 g.
Notaris Pieter Been en Jan Mers, poorters en inwoners van Brielle, stellen zich borg voor Hans Gerrad, barbier, won. in Brielle, voor de lichting van 20 g., die deze als erfgenaam van Heyndrick van der Veenen, soldaat onder de compagnie van Philips de Gruytere, commandeur in Brielle, volgens testament uit de goederen en gage van voors. Heyndrick van der Veenen toekomt.
Harman Arentsz Geylvoet, blauwverver van Brielle, bekent aan Bartholomees van Dijck, brouwer te Willemstad, een schuld van 515 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, die hij belooft een jaar na dato met rente terug te betalen.
Annetge Jans, wed. van Doen Lambrechtsz van Luchtenburch, won. te Oostvoorne, bekent aan Mr. Willem Panser een schuld van 500 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, die zij belooft een jaar na dato met rente terug te betalen. Lambrecht Huygensz Vaendrager en Huych Cornelisz, schepen van Oostvooren. stellen zich borg.
Joris Arentsz Ryetdijck (moet mog. zijn Joris Evertsz Ryetdijck), won. onder Oostvoorne, bekent aan Mr. Gillis de Geerbode en Jacob de Jonge van Ellemeet, pensionaris van Brielle, een schuld van 200 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, die hij belooft een jaar na dato met rente terug te betalen. Dirckje Jansz (moet mog. zijn Dirckje Joris), wed. van Evert Davidtsz [Rietdijk], won. onder Oostvoorne, stelt zich borg.
Huygh Cornelisz van Driele bekent aan Jacob Jansz Sepier een schuld van 400 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, die hij belooft een jaar na dato met rente terug te betalen.
Adriaen Mes, getr. met Anna Bets, en Ode Bets, wed. van Mr. Maerten van Egmondt, in zijn leven advocaat voor het Hof van Holland, beiden kinderen en erfgenamen van za. Barbara van van 't Sevel en daarom ook erfgenamen van Sibilla van 't Sevel, machtigen Pieter van 't Sevel, koopman te Evelen, om uit hun naam aan te slaan een huis en erf in Evelen uit de erfenis van voorn. Sibilla en ook de verdere erfenis te regelen.
Leendert Arentsz Wijngaert, oud 26 jaar, en Heyndrick Heyndricxsz van Berchem, oud 28 jaar, verklaren op verzoek van Heyndrick Meeuwesteyn, stedehouder van de baljuw, dat op zaterdag j.l. Maertjen Dircx, huisvr. van Cornelis Pietersz Copper, tegen de avond is gekomen bij Cornelis Isaacxsz van Dongen, beenhakker in Brielle, om geld, dat zij nog van hem kreeg. Zij is uitgescholden en geslagen door diens zoon en vrouw en later door de beenhakker zelf uit huis gegooid. Haar gezicht bloedde en getuigen hebben gehoord, dat haar arm gebroken is.
Dirckjen Dircx, wed. van Jacob Leendertsz Wijngaert, legt een zelfde verklaring af en verklaart bovendien, dat de beenhakker Maeyken Dircx met vuisten geslagen heeft en dat zij, Dirckjen, zelf kwam om te betalen en dat de beenhakker haar halsdoek in stukken heeft gescheurd, schreeuwende 'Betaelt mij', terwijl ze met het geld in haar hand stond.
Heyltjen Leenderts, huisvr. van Jacob Marcusz, verklaart, dat enige maanden geleden de beenhakker haar ervan heeft beschuldigd, dat zij gezegd zou hebben tegen zijn vrouw, dat hij andere vrouwen liever had dan zijn eigen. Hoewel zij en ook de beenhakkersvrouw dit ontkenden, heeft hij haar toch met zijn voet geschopt en toen zij op de grond viel haar nagetrapt en geschopt. De vrouw en de knecht zijn tussenbeiden gekomen.
Joachim van Steenhuysen, won. in Brielle, pp. voor zijn moeder Anna van Velsen, wed. van Willem Boudewijnsz van Steenhuysen, bekent ontvangen te hebben van Pieter van Aelmonde, thesaurier van Brielle, 116 g. 7 st. ter aflossing van twee renten, die zijn moeder op de stad sprekende had, maar waarvan de originele brieven vermist worden.
Hendrick Jansz Oetel, won. te Rotterdam, als oom en bloedvoogd van vaderszijde van Maertgen Abrahams, nagelaten weeskind van Abraham Jansz, koperslager, gepr. bij Bastiaentjen Spieringhmans, machtigt Mr. Gillis de Gerbode, oud-burgemeester en vroedschap van Brielle, om voor hem de goederen van het voors. weeskind te beheren en te administreren.
Cornelis Simonsz, oud 52 jaar, schipper op een koopvaardijschip, genaamd De Bonte Koe, en Leendert Arentsz Decker, oud 23 jaar, verklaren op verzoek van Isaac Cornelisz Cloppenburch, mede gevaren hebben op voorn. schip, dat zij op 26 maart j.l. door Teunis Rosemont, kapitein op een fregat van Duinkerken, zijn genomen en op 27 maart opgebracht naar Ostende en aldaar gevangengezet, op 30 mei daaropvolgend, volgens 'de generaele wisselynge wederom uytgelaeten' en zo weer thuisgekomen.
Ary Cornelisz, won. in Brielle, volle broer van de huisvrouw van ene Frans Joosten, mede won. alhier, verklaart te naasten een huis en erf door Frans Joosten verkocht aan Heyndrick Meeuwesteyn, gelegen in het Craenslop. Hij doet deze naasting voor zichzelf en zal alle kosten voor zijn rekening nemen.
Cornelis Simonsz, oud 53 jaar, schipper op een koopvaardijschip, genaamd De Bonte Koe, verklaart op verzoek van Hendrick van der Dusschen, koopman te Amsterdam, dat hij, in maart met zijn schip komend uit Nantes, op 26 maart j.l. bij het Veerse Gat of de Wielingen door Teunis Rosemont, kapitein op een fregat van Duinkerken, is genomen en op 27 maart opgebracht naar Ostende.
Jonker Paulus van der Laen machtigt Pieter Dircxsz Reeck om voor hem alle schulden en pachten op Voorne in te vorderen en desnoods daarvoor te procederen. En ook de landen van zijn huisvrouw za. t.b.v. zijn kinderen op te dragen en hen in hun goederen te bevestigen.
Pieter Jansz van der Hey, oud 22 jaar, gewezen knecht op een ponte, waar schipper op was ene Ester Pietersz, verklaart op verzoek van Roelant van Haeren, koopman te Amsterdam, dat voorn. schipper Ester Pietersz gisteravond geladen met grof zout van voorn. koopman van Rotterdam naar Brielle kwam met als loodsman ene Jan Pot van Rotterdam en toen bij Zwartewaal door de sterke ebstroom tegen een fluit geladen met wijnen, die daar voor anker lag, is gevaren. Het schip is daardoor vol water geraakt.
Dirck Jansz, 'byerbeschoyer', won. te Amsterdam, en Jan Jacobsz Schrijver, poorter van Brielle, hebben zich borg gesteld voor Frans Kersenboom, schipper op een boeier van heer Haelewijn, bewindhebber van de Westindische Compagnie, won. te Dordrecht, voor de voldoening van de kosten van het proces, dat voorn. comparanten voor het gerecht van Brielle in cas van arrest hebben aangespannen tegen voorn. heer Alewijn en voor de verblijfskosten van de schipper gedurende dat proces.
Dirck Corsse, won. onder Rugge, bekent aan Jan Dircxsz Schobbelingen, vroedschap en nu schepen van Brielle, een schuld van 500 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, die hij belooft een jaar na dato met rente terug te betalen. Hij verbindt hiertoe de beternis van 4 gem. een lijn land in de Laege Woudt onder Rugge, aankomende het Leprooshuis van Brielle, 2 gem. 25 r. in de Laege Woudt en nog 7 lijnen in de Hooge Woudt, beide aankomende het Arme Weeshuys van Brielle.
Jan Joosten, gerechtsbode van Geervliet, stelt zich borg voor het arrest, dat Mr. Joost Pietersz van der Nol, won. in Helvoet, gisteren in Brielle heeft laten doen op twee paarden van Joost Jacobsz, won. in Geervliet. Hij belooft alles te betalen, wat Joost Pietersz van der Nolle krachtens dit arrest bij sententie van schepenen zou worden toegewezen.
Gijsbrecht van den Ooten en Gerrit Jorisz, gerechtsbode in Brielle, stellen zich borg voor Jacob Seyneman, omroeper in Brielle, voor de voldoening van de gemenelandsimposten, die Jacob Seyneman 1 augustus a.s. zal pachten.
Jan Pietersz van der Burch, won. in Rockanje, heeft beloofd notaris Johan van Beest te Delft te bevrijden, kosteloos en schadeloos te indemneren van alle schaden, die hij zou mogen lijden aan verscheidene boelcedullen als mede de koopcedulle van zeker erfleen op Maassluis, door hem aan voorn. notaris verkocht, mochten enige debiteuren hun beloofde kooppenningen inhouden. Comparant machtigt Wouter Roothals om daarvoor te verbinden zijn huis en erf in het ambacht Maasland in de Dijkpolder aan de grote Maasdijk, gekocht van Louris Heymansz.
Adriaen Houckwater, oud 19 jaar, verklaart op verzoek van Hendrick Meeuwesteyn, stedehouder van de baljuw, dat hij verleden zaterdag 4 augustus 's middags geweest is in het Zuideinde in de buurt van de Blaeuwe Steen, waar Vincent van der Bije vroeg, of er een wagen voor zijn deur kon komen voor personen, die bij hem gelogeeerd hadden. De voerman weigerde, omdat de huisvrouw van Huygh van Driel, die daar in de buurt woont, al op de wagen zat, die zei: 'Doet het niet, ick en soude voor dien craeyer sijn deur niet willen komen.' Huygh van Driel, die aan kwam lopen, heeft Sent van der Bije tegen zijn borst gestompt, zijn vrouw gooide haar muil naar Sent en omstanders begonnen met stenen te gooien, waarop Sent het op een lopen zette.
Eduwart Beemondt, soldaat onder de compagnie van de prins van Portugal, garnizoen houdend in Brielle, bekent aan Jan Jansz van Utrecht, zijn 'slaepwaert' een schuld van 23 g., hem geleend voor het kopen van etenswaren. Hij belooft deze schuld te voldoen uit zijn reeds verdiende en nog te verdienen soldij en buitgeld. Hij machtigt Jan Jans en diens huisvr. Dorothea Jans om van admiraliteit en officieren dit geld te ontvangen.
Jacob van Heusden, korporaal onder de compagnie van kapitein Bruynincx, in garnizoen in Brielle, verklaart, dat hij zaterdag 18 augustus j.l., toen hij 's middags van zijn werk kwam langs de wal bij het lange bruggetje achter het huis van Jan Jansz voerman, daar langs de wal lag ene Jan Cornelisz Houvast, die toen hij op dat moment zijn neus snoot, zei: 'Dat heeft u een schelm geleert.' Hij verklaart, dat daarop een ruzie is gevolgd met Houvast, die niet nuchter was, o.a. bij de wacht aan de Zuidpoort.
Christiaen Speldemaker, Gerrit Beyer en Jan Herick, soldaten in de compagnie van kapitein Bruynincx, verklaren, dat zij, toen zij wacht hadden bij de Zuidpoort, er ruzie was tussen de korporaal Jacob van Heusden en ene Jan Houvast. Toen beiden met een rapier in hun hand stonden, zijn zij tussen beiden gekomen. Aan Tobias Engelsz, soldaat onder dezelfde compagnie, heeft Jan Houvast de volgende zondag, toen hij bij Magdalena Gerrits een kan bier dronk, gevraagd, voor wie hij zou getuigen.
Johan Swinnas, doctor, en Mr. Jacob van der Heul, chirurgijn, verklaren op verzoek van Alexander Knechtjen, soldaat onder de compagnie van de commandeur van Brielle, dat zij hem nog steeds behandelen voor de wonden en kwetsuren, die hij opgelopen heeft op het schip van de vice-admiraal Witte Cornelisz de With bij het veroveren van een fregat van Duinkerken. Zij hebben geconstateerd, dat hij zeer zwaar gewond is. Hij heeft een schot gehad door zijn neus tot in zijn schouder en een schot bij het gewricht van zijn elleboog, waarvan het been boven de elleboog aan stukken is. Hij zal daardoor een stijve hand blijven houden en hij heeft sinds 28 juli j.l. veel geleden.
031A Rechterlijk Archief Brielle
Inleiding
Bijlagen
Regesten
60. Allerhande akten, 1644-1651
Johan Swinnas, doctor, en Mr. Jacob van der Heul, chirurgijn, verklaren op verzoek van Alexander Knechtjen, soldaat onder de compagnie van de commandeur van Brielle, dat zij hem nog steeds behandelen voor de wonden en kwetsuren, die hij opgelopen heeft op het schip van de vice-admiraal Witte Cornelisz de With bij het veroveren van een fregat van Duinkerken. Zij hebben geconstateerd, dat hij zeer zwaar gewond is. Hij heeft een schot gehad door zijn neus tot in zijn schouder en een schot bij het gewricht van zijn elleboog, waarvan het been boven de elleboog aan stukken is. Hij zal daardoor een stijve hand blijven houden en hij heeft sinds 28 juli j.l. veel geleden.
Datering:
8-9-1646
Soort akte:
attestatie
Zie ook:
Organisatie: Streekarchief Voorne-Putten
laatste wijziging 26-07-2021
Pieter van Allemonde, burgemeester van Brielle, heeft zich borg gesteld voor jhr. Jacob van Wassenaer van Obdam voor alle namaningen van een afgeloste rente van 6_ per jaar, die deze ten laste van de domeinen van Voorne sprekende had, afgelost met 100 g. Hij belooft, dat als de brief nog te voorschijn zou mogen komen de domeinen kosteloos en schadeloos te houden.
Fransoys de Pottere en Mr. Jacob van der Heul hebben zich borg gesteld voor notaris Johan Troost, pachter van de impost van de bieren in Middelharnis voor de termijn ingegaan 1 augustus 1645, voor de penningen, die baljuw en de armmeester van Middelharnis nog zeggen te krijgen van voorn. Troost wegens een veroordeling in cas van fraude. Zij hebben daartoe beslag laten leggen op 98 g., door Pieter Gerritsz den Bommelaer, biersteker te Middelharnis, in handen van Cornelis Pietersz Coomans, schepen aldaar, heeft geconsigneerd volgens de akte van arrest.
Sebastiaen Ramstaert, gerechtsbode van Brielle, verklaart op verzoek van notaris Abraham van den Berghe, won. in Brielle, dat hij in de winter van 1633, en voor zo ver hij zich kan herinneren, in februari met de notaris naar Wijk bij Duurstede is gezeild om daar een erfenis te halen van ene Lijntge Jans, grootmoeder van Jannetge Mees, de huisvrouw van de notaris, welke penningen berustten onder Jan Heyndricxsz van Maesdijck, oom van de notarisvrouw en broer van Jannetge Soetelaers, gewezen huisvrouw van Lambrecht Woutersz, overleden in Brielle, 'die mede een suster was van de voors. Jan Heyndricxsz en Gerrit Heyndricksz en de selve Lijntge Jans'. Toen zij in Wijk bij Duurstede kwamen, heeft Jan Heyndricxsz gezegd, dat hij geen geld had, maar dat het onder zijn broer Gerrit stond. 'Ick salt u met den eersten senden.'
Ipe de Vries, korenmeter, bekent aan de kinderen en erfgenamen van Jan Dircxsz, hovenier, een schuld van 500 car. g. wegens doding van een onderhandse obligatie op 9-5-1644 t.b.v. voorn. Jan Dircxsz gepasseerd. Hij belooft Allerheiligen 1646 met rente te betalen.
Jan Jansz, zoon van Jan Dircxsz hovenier verklaart voor een derde deel in bovenstaande voldaan en betaald te zijn.
Francoys Pitius, subst.-secretaris van Brielle, getr. met Petronella Sems, nagelaten dochter van za. Otto Sem, in zijn leven vroedschap van Brielle, voor zichzelf en als bloedvoogd voor Jan, Antonia en Maria Sems, onmondige kinderen van voorn. Otto Sem, met Gerrit de Laet, getr. met Jacomyna van Ham, en Daniel Brouwerius, conrector van Brielle, getr. met Elisabeth van Ham, beiden kinderen en erfgenamen van Martina Sems, samen testamentaire voogden van Antonia van der Heul, nagelaten weeskind en erfgenaam van voors. Martina Sems, allen in die kwaliteit erfgenamen van Machtelt Sems, in haar leven wed. van Warnardt van Ryssen, overleden te Utrecht, machtigen Balthasar Sem, mondige zoon van Otto Sem, en dus mede-erfgenaam, om naar Utrecht te gaan en daar mede uit hun naam te ontvangen het kapitaal en de verlopen renten, die zij sprekende hebben t.l.v. jhr. Willem Bor van Amerongen als principaal, Gerrit Tuyff notaris en Margarita de Wael zijn huisvrouw als borgen volgens de obligatie hen in het sterfhuis van voors. Machtelt Sems aangekaveld. Deze obligatie berust thans onder Lambrecht Vervoort, procureur in Utrecht.
Deumis Dircxsz Coedieff, die op 20 oktober verklaarde een huis en erf aan het Maarland in Brielle genaast te hebben, dat door zijn oom Corstiaen Jacobsz van der Veen is verkocht aan Aeren Meese de Haes, verklaart nu op verzoek van Joost Willemsz Meyburgh, mede naaster van voorn. huis en erf, alleen voor zichzelf en voor niemand anders genaast te hebben.
Willem Daene schipper bekent aan de weduwe en erfgenamen van Jacob Jacobsz van der Mart een schuld van 2250 car. g. wegens overname van een gerecht vijfdepart van het veer tussen Brielle en Maassluis, evenals een vijfdepart in de schepen, waarmee het veer bevaren wordt. Hij zal jaarlijks rente en aflossing betalen. Frans Arentsz landman, won. in Klein-Oosterland, stelt zich borg.
Willem Daene bekent bovendien aan Aegjen Deumis, wed. van Corvynck Jacobsz, een schuld van 1000 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, waarvan hij jaarlijks rente en aflossing zal betalen.
Geertruyt Cornelis Musch, wed. van Jan Heynricxsz Panser, in zijn leven koopman in Brielle, verwerpt de erfenis van haar zuster Louisa Musch, op 21 november in Brielle overleden en nog boven aarde staand, laatst wed. van kapitein Engelbrecht Pietersz van der Zee. Zij laat de de boedel t.b.v de gemene crediteuren van haar zuster. Zij behoudt haar aktie als crediteur van voorn. boedel.
Notaris Abraham van den Berge heeft zich borg gesteld voor Frans Jansz schipper voor 94 g., die komt van de door schout en schepenen van Brielle op 2 november verkochte schuit.
Witte Jacobsz, won. in Helvoet, bekent aan Corstiaen Gillisz Meys, schout van Rockanje, een schuld van 180 g., die hij belooft in termijnen te betalen.
Dirck Domisz Koedieff, won. in Brielle, transporteert voor 150 g. aan Franck Meesz Bol, won. in Brielle, wat hij geërfd heeft van zijn moeye za. Neeltie Dircx in Poortugaal.
Aren Cornelisz Gootenaer, won. in Nieuwenhoorn, bekent aan Witte Pauwelsz een schuld van 600 g. wegens geleende en aangetelde penningen, die hij belooft een half jaar na dato met rente terug te betalen.
Willemtge Jans, wed. van Jan Jansz van Schoonhoven, poorteres van Brielle, bekent aan Jan Jansz Quast, nagelaten weeskind van Annetgen Jans, gepr. bij Jan Lourisz Quast, een schuld van 50 g., door de weesmeester van Brielle haar aangeteld over het legaat of de erfenis, die het voors. weeskind gekregen heeft van Aerjaentge Heyndricx, overleden huisvrouw van Jan Jansz, bakker in de Quartel te Rotterdam. Zij belooft dit geld te allen tijde aan het weeskind met rente terug te betalen. Cornelis de Jonge, secretaris van Rockanje, stelt zich borg.
Johan Swinnas, doctor, en Mr. Jacob van der Heul, chirurgijn in Brielle, verklaren, dat zij de verwondingen van Jan de Wael, gewezen soldaat onder de compagnie van de commandeur van Brielle, die hij opgelopen heeft op het schip van de vice-admiraal Witte Cornelisz de With bij het veroveren van een fregat van Duinkerken, behandeld hebben en dat hij zwaar gewond was. Hij was van achteren door de korte ribbe geschoten en de kogel zat nog in zijn lichaam. Aan deze verwondingen is voors. Jan de Wael na twaalf dagen overleden, nalatende een arme, behoeftige weduwe en twee schamele kinderen.
Isaac van Son, vroedschap, en Johan van Allemonde, gewezen raad van Brielle, hebben zich borg gesteld voor Pieter van Aelmonde, oud-burgemeester en nu schepen van Brielle, voor 5000 pond, die Pieter van Aelmonde als rentmeester van de ecclesiastique en pastoriegoederen op Voorne en Putten in 1646 te kort zou mogen komen. In de marge: gerenoveerd 18-12-1649, idem 24-11-1650, 19-12-1651, 23-12-1652, 27-12-1653 en 8 1 1655.
Adriaen van der Goes, raad en rentmeester-generaal van de grafelijke domeinen van Voorne, heeft zich borg gesteld voor Jacob van der Goes, ontvanger van de gemenelandsmiddelen over Voorne, Putten en Overflakkee, voor 7000 pond, die de ontvanger te kort zou mogen komen. In de marge: gerenoveerd 27-11-1648, 14-12-1649, 12-12-1650, 19-12-1651, 8-12-1652, 25-1-1654, 20-1-1655, 30-12-1655.
Mr. Jacob de Jongh van Ellemeet, vroedschap, en Daniel van Riele, secretaris van Brielle, hebben zich borg gesteld voor Mr. Gillis de Gerbode, oud-burgemeester als ontvanger van de regulier en conventuale goederen in 1647 voor 8000 pond, die hij aan zijn ontvangst te kort zou kunnen komen. In de marge: gerenoveerd 27 1 1648, 8-1-1649, 11-1-1650, 13-1-1651, 9-1-1652, 19-1-1653, 25-1-1654, 8-1-1655, 7-1-1656, 15-1-1657.
Maertgen Arents, oud 53 jaar, verklaart op verzoek van Aert van Riele, oud-burgemeester en commies van 's lands turf in Brielle, dat zij 30 jaar of langer gebruikt is geweest voor het tonnen van turf voor de wachten van Brielle, wat zij dagelijks gedaan heeft, zonder dat door haar ooit 'eenige quade trouwe trouwe is gepleght'.
Cornelis Cornelisz, oud 33 jaar, Ipe de Vries, oud 45 jaar, en Willem Abrahamsz, gezworen korenmeters en turfdragers in Brielle, verklaren op verzoek van Aert van Riele, oud-burgemeester en commies van 's lands turf in Brielle, dat in oktober j.l. hier een schip met turf van Ary Cornelisz van der Gou is aangekomen met 451 tonnen turf, dat zij gelost hebben, 300 tonnen naar het huis van de commandeur, 125 tonnen t.b.v de majoor, 30 tonnen voor de portiers in Brielle.
Pieter Lambrechtsz Vlamingh, oud 50 jaar, Theunis Jansz, 30 jaar, Cornelis Cornelisz, 32 jaar, Ipe de Vries, 45 jaar en Willem Abrahamsz, oud 37 jaar, gezworen korenmeters en turfdragers in Brielle, verklaren op verzoek van Aert van Riele, oud-burgemeester en commies van 's lands turf in Brielle, dat zij de turf, die ieder jaar naar Brielle gestuurd wordt voor de wachten zonder meer van het schip in 's Lands Magazijn in Brielle gedragen hebben, met uitzondering van het turfmolm, dat zij gewoon zijn voor zichzelf te houden.Als zij het te druk hebben, zijn zij gewend, dat iemand anders voor hen te laten doen.
Jannetge Jacobs en Jacobmijntge Jacobs, gezworen tonsters in Brielle, en Jacob Maertensz, won. in Brielle, verklaren op verzoek van Aert van Riele, oud-burgemeester en commies van 's lands turf in Brielle, dat zij in opdracht van de gezworen turfdragers turf naar de wachten hebben gedragen. Zij hebben daar altijd het volle draagloon van een blank per gang voor genoten. Zij hebben nooit turf ergens ander heen gebracht.
Dirck Bastiaensz Coolman, Dammis Jansz, Pauwels Jansz en Jan Pietersz Buys, allen hoofdlieden van het schippersgilde in Brielle, verklaren op verzoek van Heyndrick Jansz Ketel, hoofdman van het schippersgilde te Rotterdam, dat geen schippers of binnenvaarders van andere steden in Brielle mogen laden dan die van Amsterdam. Onze schippers genieten daar hetzelfde voordeel volgens de privilegiën, die daarvan zijn.
Michiel Willemsz Dootlegger, won. in Brielle, stelt zich borg voor Claes Schoemaker voor de voldoening van de custingbrief, die hem comparant voor de ene helft t.l.v. voorn. Claes competerende is van een huis en erf op de Botermarkt te Zierikzee.
Centgen Meeus, wed. van Harman Cornelisz van Leeuw, geass. door Jacob Besemer, haar zwager en gecoren voogd, en Cornelis Harmansz van Leeuw, won. in Brielle, stellen zich borg voor Eduwart Harmansz van Leeuw, exploitier van het Hof van Holland, als man en voogd van Cornelia Gedeons van Spreuwesteyn, voor de lichting van de rentebrief van 2200 car. g. van 1-1-1634, tegenwoordig berustende bij de weeskamer van Brielle, die Cornelia Gedeons van Spreuwesteyn door het overlijden van haar oom Leendert Cornelisz van Spreuwesteyn op het gemene land van Holland en West-Friesland sprekende heeft, om daarmee te betalen de crediteuren van Eduwart van Leeuw n.l. voorn. Jacob Besemer voor 855 g., Cornelis Harmansz van Leeu voor 604 g., Heyndrick Meeuwesteyn voor 225 g., Willem Lenaertsz Potiel, Antony Verburgh en Cornelis Lenaertsz Couter, beiden n.u. en vervangende Crijn Lenaertsz Potiel, samen voor 225 g.
Jacob Scharp, commissaris, stelt zich borg voor het arrest, dat Jan Pietersz, scheeptstimmerman te Rotterdam, gedaan heeft t.l.v. Cornelis Arensz Droogh, schipper te Schiedam. Hij belooft alles te betalen, wat Jan Pietersz krachtens dit arrest bij sententie van schepenen zal worden toegewezen.
Michiel Willemsz Dootlegger, oud 37 jaar, won. in Brielle, verklaart op verzoek van Andries Pietersz Fortuyn, won. te Zierikzee, dat de twee huizen met de boomgaard er achter te Zierikzee eigendom van Fortuyn zijn. Hij herinnert zich, dat Fortuyn deze huizen in januari 1630 t.o. een notaris in Vlissingen heeft verkocht aan zijn oom Wouter Heyndricxsz koekenbakker, maar dat de overdracht 'niet anders en was dan inde forme, ende niet in effecte', en dus een losse of ledige overdracht.
Jhr. Johan Blanckfoort, sergeant, bekent aan de kinderen van Matheus van der Goes een schuld van 600 g. wegens geleende en door de administrateur van hun goederen Jacob van der Goes, heer van Naters, aangetelde penningen, die hij belooft een jaar na dato met rente terug te betalen. Willem Hugo Anocque en Balthem Verbeeck, beiden won. in Brielle, stellen zich borg.
In de marge:afgelost en geroyeerd 17-2-1648.
Maerten van der Nolle verklaart getransporteerd te hebben aan burgemeester Pieter van Aelmonde en Abraham van Bramen, vroedschappen en schepenen van Brielle, 25 g. 2 st., die hem toekomen van Nicholaes de Leenheer en 45 g. 6 st. van de stad Brielle voor hetgeen te zijnen huize verteerd was bij de verkoop van de landen van de burgemeester Gellinchuysen za., nog 45 g. 12 st. van de heer de Gruytere, commandeur in Brielle, en nog 29 g. 18 st., die hem toekomen van Nicolaes Westerbeecq, samen 145 g. 18 st. Hij machtigt Van Aelmonde en Van Bramen om hiermee ter Weeskamer van Brielle te betalen een obligatie van 2500 g. met de verlopen renten, waarvoor zij borg waren.
Claes Cornelisz trompetter, verklaart op verzoek van de baljuw van Brielle, dat vrijdagavond j.l. te zijnen huize zijn geweest de broers Bastiaen en Jan Jansz, won. te Rotterdam, en Gerrit Jansz, won. in Brielle. Tijdens het kaartspel is ruzie ontstaan, waarbij de vrouw van Claes Cornelisz, die tussenbeiden probeerde te komen, met een mes gewond is. De ruzie liep dermate uit de hand, dat de wacht gewaarschuwd is.

Nota. Achter deze attestatie behoort een verlijt te volgen van Abraham Jansz, marktschipper, t.b.v. burgemeester Van Aelmonde van 12-2-1647. Bij abuis gesteld op het boek van de speciale verbanden.
Claes Arentsz Jonge Claes, won. in Heenvliet, bekent aan Andries de Jongh, vroedschap en nu schepen van Brielle, een schuld van 600 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, die hij belooft een jaar na dato met rente terug te betalen. Gerrit Cornelisz Hoogenboom en Leunis Willemsz, beiden won. in Heenvliet, stellen zich borg.
Cornelis Harmansz van Leeuw, poorter van Brielle, die zich op 8-1-1647 voor schepenen met Centgen Meeus, wed. van Harman Cornelisz van Leeuw, borg gesteld heeft voor zijn broer Eduwart Harmansz van Leeuw als man en voogd van Cornelia Gedions van Spreuwesteyn voor de lichting van een rentebrief van 2200 car. g., gekomen van Cornelia's overleden oom Leendert Cornelisz van Spreuwesteyn, om Eduwarts crediteuren te voldoen, belooft, dat hij zijn
Cornelis Lambrechtsz, oud 38 jaar, Leendert Jacobsz van der Meulen, oud 47 jaar, Dirck Pietersz Polderman, oud 38 jaar, en Claes Gerritsz, oud 26 jaar, inwoners en poorters van Brielle, verklaren op verzoek van Vincent van der Bije, poorter en opziener over de vrachtwagen in Brielle, buren van voorn. Vincent van der Bije te zijn, die in het Zuideinde woont. Ze kennen hem goed evenals zijn vrouw Susanna Heyndricx de Ruyter. Zij verklaren verder, dat Susanna de Ruyter ongeveer twee jaar geleden in 1646 'es besocht met seeckere swaere debiliteyt ofte lammicheyt in haere leden, sulcx dat de selve niet machtich en es geweest haere leden te konnen gebruycken' tot 1646 toe. Ze kon alleen op en neer tussen het vuur en haar bed en is al die tijd niet uit huis geweest. Sinds ongeveer drie maanden blijkt zij hiervan genezen te zijn.
Ipe de Vries, korenmeter, bekent aan Pieter Jansz Gareelmaecker een schuld van 140 car. g. 10 st. wegens geleende en aangetelde penningen, die hij belooft Allerheiligen van dit jaar met rente terug te betalen.
Grytgen Jacobs, huisvr. van Eduwart Thomasz, oud ca. 27 jaar, en Geertruyt Anthonis, huisvr. van Heyndrick Robbertsz, oud ca. 50 jaar, verklaren op verzoek van Cornelis Isaacxsz van Dongen, burger van Brielle, dat zij op de Rugse kermis 1646 zijn geweest bij Maeiken Dircx, huisvr. van Cornelis Pietersz Copper, won. in het Zuideinde, 'mette welcke sij propoosten hadden van haeren gebroocken arm'. Zij hebben Maeiken Dircx horen zeggen, dat haar arm gebroken is, toen ze uit huis gegooid werd door Cornelis Pietersz Copper en op straat viel en niet doordat deze haar arm omdraaide.
Godaert van Stepraed, majoor van het garnizoen in Brielle, voor zichzelf en vervangende zijn broer Willem van Stepraed, machtigt Hendrick Heylerman, won. te Thoor aan de Maaskant bij Maasdijk, om voor hem te verhuren zijn landerijen en andere goederen, die hij en zijn broer te Thoor bezitten.
Pieter Bouwensz Quacq, won. onder Helvoet, bekent aan de nagelaten weeskinderen van Cornelis Pietersz Verniel een schuld van 340 car. g. wegens doding en tenietdoening voor een vierdepart van een notariële akte, gepasseerd voor notaris Johan van Aelmonde. Hij belooft een jaar na dato met rente te betalen. Zijn broers Aren Bouwensz, dijkgraaf van de Quacq, en Jan Bouwensz stellen zich borg.
Heyndrick Cornelisz Jongeneel, won. in Heenvliet, bekent aan Jan Gerritsz Brouwer, schout van Zwartewaal, een schuld van 400 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, die hij belooft een jaar na dato met rente terug te betalen.
Cornelis Cornelisz Langendoen bekent aan Annetgen Leenders Potael, wed. van za. kapitein Jacob Cornelisz Musch, een schuld van 800 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, die hij belooft een jaar na dato met rente terug te betalen. De broers Hugo Cornelisz Naeteris en Ary Cornelisz Natris stellen zich borg.
Michiel van Dijck, linnenwever, bekent aan Maertgen Harpers, wed. van Bastiaen Bastiaensz Backer, een schuld van 100 car. g. wegens tijden het leven van Bastiaen Bastiaensz geleende en aangetelde penningen, die hij belooft een jaar na dato met rente terug te betalen.
Andries Pietersz Gareelmaker, poorter van Brielle, verklaart, dat toen zijn zoon Thonis Andries was overleden, deze vier onmondige kinderen nagelaten heeft zonder enige bestaansmiddelen. Hij heeft toen verzocht om twee kinderen, n.l. Andries Tonisz, oud ca. 11 jaar, en Aerjaentge Thonis, oud 13 jaar, in het weeshuis van Brielle te plaatsen. Om het weeshuis enigszins tegemoet te komen in de kosten, belooft hij deze twee kinderen niet te onterven.
Cornelis Reyersz zeeman verklaart t.b.v. Pouwels Jansz, getr. met Maertgen Arents, en van Leendert Claesz Coninck, getr. met Lijsbeth Arents, beiden erfgenamen van Toontgen Thonis, wed. van Aren Egbertsz stuurman, afstand te doen van een huis en erf aan de Noordzijde van het Maarland in Brielle, belend: w. het huis van Willem Boudewijnsz van Steenhuysen en o. Willem Arentsz de Breure met een huis en erf, voor twee custingbrieven door hem op 11-3-1647 (moet ws. zijn 1637) bij de koop van het huis en erf gepasseerd voor 396 car. g. In mei 1646 zijn al zeven custingen verschenen, maar hij verklaart niet in staat te zijn rente en aflossing te betalen.
Cornelis Pietersz Oostvoorenaer, poorter van Brielle, verklaart verkocht te hebben aan Annetgen Leenderts, wed. van kapitein Jacob Cornelisz Musch, een huis en erf in het Noordeinde van Brielle voor 1350 car. g. De weduwe zal de koopsom mei 1648 moeten betalen en tot die tijd huur betalen. De lasten komen tot die tijd voor de verkoper.
Jan Leendertsz van Houten, inwonend burger van Delft, verklaart op verzoek van Jan Jansz, te zijnen huize gewoond hebbende en geboren te Antwerpen, dat enige jaren geleden bij hem is gebracht voors. Jan Jansz, oud 2" jaar, door Mr. Blickslick, officier van 'de Eyngelsche coert', die hem zei, dat bij hem thuis een Maertgen Aernoudts had gewoond als min, die dit zoontje Jan Jansz had van ene Mr. Jan Greynckwits. Hij beloofde voor het kind te betalen, wat hij ook enige jaren tot zijn overlijden heeft gedaan. Omdat hij later hoorde, dat Maertgen Aernoudts in Brielle woonde, is hij met Jan Jansz naar haar toe gegaan. Zij heeft toen beloofd een financieële regeling met hem te treffen. Abraham Jansz, marktschipper op Delft, getuigt, dat hij daarbij aanwezig was.
Sander Dircxsz Proye, arbeider in Brielle, bekent aan notairs Paulus Meeuwesteyn een schuld van 40 car. g. wegens verschenen huishuur, die hij belooft te betalen.
Willem Leendertsz Potael, poorter van Brielle, moet op verzoek van Heyndrick Panser getuigen, wat hij hierbij schriftelijk doet. Verslag van de gebeurtenissen op een avond in januari j.l., waarop Potael eerst in Het Vergulde Hooft met zijn twee zwagers het huis van zijn zuster verkoopt en dan naar de Sint Sebastiaenbroeders in de Doelen gaat. Als broeders worden genoemd Heyndrick Panser, Roelandt Meeuwesteyn, Siber Arentsz en er is die avond ook een Maertgen Huyge.
Cornelis Michielsz, won. onder Nieuwenhoorn, bekent aan Andries de Jong, vroedschap van Brielle, een schuld van 200 g. wegens geleende en aangetelde penningen, die hij belooft een jaar na dato met rente terug te betalen. Jasper Arentsz Quacq, won. in de Quacq is borg geworden.
Cornelis Aelbrechtsz en Joris Willemsz, beiden meester-scheepstimmerman in Brielle, verklaren op verzoek van Stoffel Cornelisz, schipper van een galjoot, dat zij de schade bekeken hebben, die Stoffel Cornelisz zegt de vorige nacht geleden te hebben. Zij hebben die geschat op 100 car. g.
Willem Huygo a Nockque, lakenkoper in Brielle, stelt zich borg voor Nicolaes Pietersz Zeyl, won. in 's-Gravenhage, voor een vicarierentebrief, sprekende op een boomgaard in de Veynckelstraat in Brielle, voor het geval er behalve Michiel(!) Pietersz Zeyl nog iemand anders gerechtigd zou mogen zijn.
Meeus Cornelisz, oud 71 jaar, Dirck Pietersz Cuyper, oud 64 jaar, Cornelis Centsz, oud 71 jaar, en Pieter Heyndricxsz, oud 70 jaar, verklaren op verzoek van Jan Arentsz Breebaerdt, Pieter Jansz als getr. met Neeltgen Arents Breebaert, en Catharina Matheus, getr. geweest met Floris Michielsz Breebaerdt, dat Jan Arentsz Breebaert en Neeltgen Arents Breebaert wettige kinderen zijn van Aren Michielsz Breebaert en dat Aren Michielsz Breebaert en Floris Michielsz Breebaert zonen waren van Michiel Arentsz Breebaert. Aren Michielsz Breebaert heeft altijd in Brielle gewoond en is daar overleden. Zij hebben hem en zijn gezin zeer goed gekend.
Pieter Jansz en Catharina Matheus machtigen voors. Jan Arentsz Breebaert om naar Heusden te reizen voor de goederen, die hen zijn aanbestorven van Aren Michielsz Breebaert en desnoods daarvoor te procederen.
Johannes Jeremias van Spiers, zilversmid, won. in Brielle, bekent aan Jacob van der Goes, heer van Naters en Natendael, een schuld van 200 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, die hij belooft een jaar na dato met rente terug te betalen. Thonis Mathijsz van Dalen en Baltum Verbeecq, bode van Brielle, stellen zich borg. In de marge: blijkt afgelost, gecasseerd 21-6-1651.
Baris Maertensz, Willem Heyndricxsz de Clerck en Gerrit Jansz, alle drie gildebroeders van het kuipersgilde in Brielle, verklaren op hun schutterseed op verzoek van dekenmeesters en gemene gildebroeders, dat zondag j.l. in de Stadsdoelen de boekhouder Simon Sandersz zijn rekening heeft gedaan en van de broeders heeft ontvangen, wat hij te kort kwam. Toen zij maandagmorgen langs het huis van Simon Sandersz kwamen, vroeg diens huisvrouw, of zij de Spaanse matte, die haar man miste, in hun zak gestoken hadden. Haar man had nog nooit geld gemist en dus zei ze ronduit, dat de matte in de zak van een van de broeders verdwenen moest zijn.
Jan Willemsz van Elde, burger en poorter van Brielle, bekent aan Aegjen Dimmes, wed. van Corvingh Jacobsz, een schuld van 100 car. g. wegens geleende en aangetelde penningen, die hij belooft een jaar na dato met rente terug te betalen.
Records 201 t/m 300
Records 301 t/m 400
Records 401 t/m 500
Records 501 t/m 516
61. Allerhande akten, 1651-1654
62. Allerhande akten, 1654-1658
63. Allerhande akten, 1661-1667
64. Allerhande akten, 1668-1677
laatste wijziging 22-03-2024
29.153 beschreven archiefstukken

Kenmerken

Datering:
1404-1810
Beschrijving:
Overzicht van het Rechterlijk Archief van Brielle
Toelichting:
Dit archief is in bewerking, de voorlopige nummering is onder voorbehoud
Omvang:
3,00 meter, 108 inventarisnummers
Taal:
Nederlands
Taal archiefmateriaal:
De merendeel van de stukken zijn in het Nederlands
Soort archiefmateriaal:
Normale geschreven en gedrukte documenten, bijzondere handschriften en charters
Bewaarplaats:
Streekarchief
Status open dataset:
Beschikbaar
Open data eigenaar:
Streekarchief Voorne-Putten
Licentie:
CC BY-SA 4.0 Creative Commons (CC BY-SA 4.0)
Geografische namen:
Categorie:
Opendata trefwoord:
Archiefvormer(s):
 
Archiefvormer Stad Brielle
 
Archiefvormer Stad Brielle
laatste wijziging 22-03-2024
29.153 beschreven archiefstukken