Uw zoekacties: Gereformeerde Kerk Brielle

152 Gereformeerde Kerk Brielle ( Streekarchief Voorne-Putten )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
Aanwijzingen voor de gebruiker
Archiefvorming
Geschiedenis van de instelling
152 Gereformeerde Kerk Brielle
Inleiding
Archiefvorming
Geschiedenis van de instelling
Reeds kort na de afscheiding van ds De Cock te Ulrum in 1834 bleek dat ook in Brielle een aantal kerkleden verontrust was over het "Quo Vadis" van de Hervormde Kerk en zich niet kon verenigen met de kerkelijke regelingen zoals die door Koning Willem I waren vastgesteld.
In het voorjaar van 1836 sprak ds H.P. de Kanter, die toen hervormd predikant in Brielle was, de verwachting uit dat de afscheiding in Brielle ook spoedig enige omvang zou krijgen. Hij zag reeds toen 50 potentiële afgescheidenen maar het waren, zo zei hij enigszins denigrerend, voornamelijk bejaarden en varensgezellen die diep veracht werden. Toch verwachtte hij dat, als de gemoederen werden opgehitst, ongeveer 200 personen zich zouden afscheiden. Zijn zienswijze bleek echter wel (van zijn kant uit gezien) pessimistisch want het duurde tot 1850 voor er een afgescheiden gemeente werd gesticht. Verondersteld wordt dat toen circa 50 personen de gemeente vormden.
De instituering van de gemeente vond plaats op 15 mei 1850 door ds H.B. Geuchies van Rotterdam, die aangewezen was als consulent. Als tekst voor zijn preek had hij gekozen de woorden uit Mattheus 16, de verzen 16, 17 en 18.

"Simon Petrus antwoordde en zei: Gij zijt de Christus,
de zoon van de levende God.
Jezus antwoordde en zei: Zalig zijt gij Simon Barjona,
want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard maar
mijn Vader die in de hemelen is.
En ik zeg u dat gij Petrus zijt en op deze Petra zal ik
mijn gemeente bouwen en de poorten van het dodenrijk
zullen haar niet overweldigen".
Bij de instituering van de gemeente kreeg de kerkeraad de volgende samenstelling: Pieter van Waardenberg en Izaäk van Oudenaarde, ouderlingen en Hermanus Weyerse en Jan van der Sluijs, diakenen.
Aangezien de gemeente klein en de classis slecht bezet was met predikanten bleef men meestal verstoken van de dienst des Woords. Desondanks kwam men wel als gemeente bijeen en er worden verschillende plaatsen van samenkomst genoemd. Als eerste vergaderplaats wordt genoemd het gebouw gelegen aan de noordzijde van het Maarland, wijk 5, nr. 75. Dit pand is afgebroken en daar staan thans de woningen Maarland NZ 54 en 55. Later werd "gekerkt" in de woning naast de
vroegere pastorie aan het Maarland. Vermoedelijk is dit het perceel waarin nu de zeilmakerij gevestigd is. Daarna heeft men enige jaren gebruik gemaakt van een woning in de Voorstraat. Dat pand is thans genummerd Voorstraat 141.
Op 3 juli 1854 wendde de kerkeraad met een aantal andere leden zich met een rekest tot de koning om erkenning te krijgen als Christelijke afgescheiden gemeente. Uit dit rekest blijkt dat er toen, uitgezonderd 24 kinderen, 40 leden waren.
Bij besluit van Koning Willem III van 2 september 1854 werd aan de gemeente van Brielle de gevraagde erkenning verleend.
Zoals ik reeds opmerkte was de gemeente veelal verstoken van de Woordbediening maar kort na de instituering kwam men in contact met een rotterdamse schrijnwerker, genaamd: Pieter van Wagtendonk, die reeds in enkele plaatsen voorganger en ouderling was geweest. Hij verhuisde naar Brielle en werd oefenaar. Het boterde echter niet altijd tussen kerkeraad en oefenaar. De ouderlingen lagen voortdurend met hem overhoop en de classis moest er verscheidene keren aan te pas komen om vrede te stichten.
Van het reilen zeilen in de eerste 12 jaren van de gemeente is weinig bekend.
De oudst bekende notulen dateren van 17 oktober 1861 en de notulen van de volgende vergadering zijn van bijna twee jaren later.
In 1863 onderging de gemeente een gevoelige aderlating want in dat jaar werd de kerk van Zwartewaal geïnstitueerd en verscheidene leden die aldaar woonachtig waren, onttrokken zich aan de gemeente van Brielle. In 1865 waren er slechts 18 leden maar dit was het dieptepunt. Na 1865 schijnt het steeds beter te zijn gegaan althans wat het ledental betreft.
Het jaar 1869 was voor het ontstaan van de gereformeerde kerken belangrijk. In dat jaar vond de samenvoeging plaats van de Christelijke afgescheiden gemeenten en de Gereformeerde kerken onder het kruis. Aangezien geen gegevens bekend zijn over het bestaan van een zogenaamde kruisgemeente in Brielle kunnen we er van uitgaan dat men zich toen zonder meer aansloot bij de Christelijke gereformeerde gemeenten ook wel de Christelijke gereformeerde kerken genoemd.
Aangezien de kerk in ledental groeide en het gebrek aaan vergaderruimte zich meer en meer deed gevoelen werd in 1872 door de ouderling van Oudenaarde op een classicale vergadering de noodkreet geslaakt dat de Brielse gemeente geen plaats meer had om samen te komen. Naar aanleiding hiervan werd toen door van Oudenaarde en ds Kempf van Maassluis in het weekblad "De Bazuin" een stukje geplaatst om de aandacht van de zustergemeenten op deze noodtoestand te vestigen. De predikant van Zwartewaal, die consulent van Brielle was sloot zich in het zelfde blad hierbij aan en vestigde er de aandacht op dat in 1872 het derde eeuwfeest van de inneming van den Briel door de watergeuzen werd gevierd, hetgeen aanleiding kon zijn om voor de kleine Brielse gemeente wat dieper in de buidel te tasten. Deze oproeping in de Bazuin werd gehonoreerd met een aanzienlijk bedrag zodat een door de classis ingestelde commissie aan het werk kon gaan om in Brielle een kerk te bouwen. De eerste steenlegging van dit gebouw dat in het Noordmolenslop (thans Geuzenstraat) verrees vond plaats op 29 augustus 1872 door professor A. brummelkamp, hoogleraar aan de Theologische Hogeschool te Kampen. Het kerkgebouw werd op 20 februari 1873 in gebruik genomen.
Van toenaf is de gemeente gegroeid zodat in 1874 een predikant kon worden beroepen in de persoon van ds I. Contant. Deze bleef tot 1879 aan de gemeente verbonden en werd in datzelfde jaar opgevolgd door ds P. Nieuwenhuis. Deze vertrok in 1889 en werd opgevolgd door ds J.H. Laatsman. Onder leiding van laatstgenoemde vond in 1892, in verband met de samenvoeging van de christelijke gereformeerde gemeenten met de kerken voortgekomen uit de doleantie van 1886, aansluiting bij het verband van gereformeerde kerken in Nederland plaats. Dit had verder geen invloed op de plaatselijke kerkelijke verhoudingen. De gemeente veranderde alleen van naam en slechts een korte aantekening in de notulen herinnert hieraan.
Inhoud en structuur van het archief
Bijlagen

Kenmerken

Datering:
1850 - 1985
Beschrijving:
Archief van de Gereformeerde Kerk Brielle
Omvang:
7,00 meter, 552 inventarisnummers
Inventarisatie:
P. van der Stoep, 1993
Taal:
Nederlands
Taal archiefmateriaal:
De stukken zijn in het Nederlands
Soort archiefmateriaal:
Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten
Bewaarplaats:
Streekarchief Voorne-Putten
Status open dataset:
Beschikbaar
Open data eigenaar:
Streekarchief Voorne-Putten
Geografische namen:
Opendata trefwoord: