Uw zoekacties: Archiefinventaris Kruisherenklooster St. Agatha

AR-P017 SA Archiefinventaris Kruisherenklooster St. Agatha ( Erfgoedcentrum Nederlands Kloosterleven )

U kunt zoeken door:

 

  • De onderstaande Inventaris aan te klikken en via de + tekens verder open te klikken.
  • Een woord in te typen in het zoekveld. U vindt dan alleen resultaten als het woord letterlijk in de inventaris voorkomt.

De voorwaarden voor inzage van archiefstukken staan vermeld in de Inleiding.

 

 
 

Het Erfgoedcentrum beheert particuliere archieven. Voor het inzien van stukken heeft u vaak schriftelijk toestemming nodig van de archiefeigenaar. In de inleiding van elke archiefinventaris staat vermeld welke afspraken er voor dit archief gemaakt zijn. U kunt toestemming aanvragen door een mail te zenden naar: studiezaal@erfgoedkloosterleven.nl. De aanvraagprocedure vergt doorgaans één tot twee weken tijd.

 

In de inleiding vindt u ook informatie over de orde of congregatie die het archief heeft gevormd en de samenstelling van het archief. Wat is erin te vinden? Wat ontbreekt (nog)? Waar vindt u gegevens over personen?

 

De meeste archieven in het Erfgoedcentrum zijn nog niet afgesloten: er komen op gezette tijden aanvullingen binnen, die aan de inventarissen worden toegevoegd.

 

beacon
 
 
Naar boven om te zoeken
Uw zoekterm komt voor in de vetgedrukte onderdelen van de archieftoegang.
AR-P017 SA   Archiefinventaris Kruisherenklooster St. Agatha
Inleiding
I Geschiedenis van de archiefvormer
II Geschiedenis van het archief
III Voorwaarden voor het gebruik van het archief
laatste wijziging 19-09-2023
1.982 beschreven archiefstukken

Kenmerken

Datering:
1371-heden
Oudste en jongste stuk:
1315/2007
Archiefvormer:
Kruisheren
Omvang in meters:
16 + charters in kluis
Auteur:
Douma, H.; Jaegers, D.
Openbaarheid:
Deels toegankelijk, deels alleen na toestemming van eigenaar. Zie inleiding
Categorie:
laatste wijziging 19-09-2023
1.982 beschreven archiefstukken
Gevonden archiefstukken
7 Resoluties van de Staten-Generaal van 19 en 28 juli betreffende een tax voor het uitoefenen van de katholieke eredienst in de generaliteitslanden, in de stad Grave en in het Land van Cuijk. Alsmede verlof voor de conventualen van het klooster St. Agatha om te blijven onder voorwaarde van uitsterving. Met begeleidend schrijven van griffier F. Fagel en 18e-eeuwse afschriften, 1730 (1 omslag)
N.B. De resolutie van 28 juli is gedrukt in "Annales" (zie inleiding), III, 441.
12 Verklaringen van schout en schepenen van Cuijk alsmede van T. Repelius, predikant te Beugen, en L. Brants, predikant te Cuijk, ter instantie van de Kruisheren van St. Agatha, dat deze nimmer op termijn gaan, doch in hun eigen onderhoud voorzien en met inachtneming van 's lands wetten een zegen zijn voor de armen en voor de hele streek. Gelijktijdige afschriften, 1742 (2 stukken)
N.B. De tweede attestatie is gedrukt in "Annales" (zie inleiding), III, 463.
1098 Gedichten en lofdichten door procurator Wijnantz ter gelegenheid van jubilea van: J.A. Beijertz, kruisheer te St. Agatha, gouden priesterfeest; de pastoor van Horst, dag van installatie; J. Kerstjens, deken van Cuijk, 31 jaar pastoor; G. Hermans, prof. theologie en pastoor van Overasselt, die samen met W. Kanters, pastoor te Baarlo en P. Geusen, idem, allen kruisheren van Venlo, zijn zilveren professiefeest in St. Agatha vierde; W. Kanters, pastoor te Baarlo, die samen met G. Hermans, prof. theologie en pastoor van Overasselt en P. Geusen, pastoor te Baarlo, allen kruisheren van Venlo, zijn zilveren professiefeest in St. Agatha vierde; P. Geusen, pastoor te Baarlo, die samen met G. Hermans, prof. theologie en pastoor van Overasselt en W. Kanters, pastoor te Baarlo, allen kruisheren van Venlo, zijn zilveren professiefeest in St. Agatha vierde, 1809-1810 (1 omslag)
70 Akte van opdracht door Jan van Cuijk van het recht van collatie van de kapel van St. Agatha aan het klooster te Hoei. Met akte van opdracht door pastoor Johannes te Cuijk van het recht van presentatie van het altaar van St. Agatha. Notariële afschriften van 1379, 1378 (1 stuk)
N.B. Regesten beschikbaar (nrs. 17 en 18).
72 Vidimus door het kapittel van Luik van een akte van 1379 van kardinaal Pileus, waarin deze de donatie van Jan van Cuijk betreffende de kapel van St. Agatha bekrachtigt, 1379 (1 charter)
N.B. Regesten beschikbaar (nrs. 23 en 24).
73 Akte van goedkeuring door Ademarus de Rupe, aartsdiaken van Kempenland, van de opdracht door de heer van Perweis, voogd van de heer van Cuijk, van het patronaatsrecht van de kapel van St. Agatha aan het klooster te Hoei. Met transfix, 1379 (2 charters)
N.B. Regesten beschikbaar (nrs. 19 en 20).
74 Akte van overeenkomst tussen de prior en conventualen van het klooster van St. Agatha en Theodericus Neve, pastoor van Cuijk, betreffende de verdeling van inkomsten bij schenkingen, begrafenissen en testamenten. Met transfix van de bisschop van Luik, 1437, 1438 (2 charters)
N.B. Regesten beschikbaar (nrs. 269 en 274).
75 Akte van overeenkomst tussen Theodericus Neve, pastoor van Cuijk, en de prior en conventualen van het klooster van St. Agatha betreffende de kerkelijke inkomsten voor het klooster onder betaling van 18 pond per jaar aan de parochie alsmede van 14 pond per jaar voor novaal- en smaltienden uit drie stukken land aan de Hantert en een stuk land, genaamd de Kamer. Met akte van goedkeuring door paus Pius II, 1462 (1 charter, 1 bul)
N.B. Regesten beschikbaar (nrs. 461 en 464).
86 Kwitantie groot 312 gulden, door prior, supprior en procurator voor Reinier Deckers, schepen van de hoofdbank van Cuijk, en zijn vrouw Metien Geurts van Broeckum, te besteden voor gefundeerde missen op dinsdag en het feest van de H. Anna, met schenking van een schilderij voor het altaar. In duplo. Met bijgeschreven kwitantie, groot 200 gulden, voor kaarsen en nadere akte van vicaris G. Hermans. Met bijbehorend stuk, 1693, 1696, 1820 (3 stukken)
229 Akte van legatering door Jorden Jacobs van Gelder, oud-schepen van de hoofdbank van Cuijk, voor het klooster van St. Agatha van 250 gulden, voor de armen van St. Agatha van 150 gulden en nogmaals van 100 gulden, alsmede door zijn vrouw Jantjen Dekkers voor het klooster van 150 gulden, onder voorwaarde dat zij in de kerk van het klooster worden begraven. Met bijgeschreven kwitanties van 1700 en 1708, 1692, 1700, 1708 (1 stuk)
308 Bezwaarschriften van prior S.W. Gielen aan de burgemeester en het gemeentebestuur van Cuijk en St. Agatha tegen de hoge aanslag van de personele belasting. Minuten. Met staatje, 1816 (3 stukken)
315 Akte van sauvegarde door aartshertog Albert van Oostenrijk te Brussel voor Dirk van Ackersdyck de Haen, rentmeester van de dominiale en geestelijke goederen van de stad Grave en het Land van Cuijk, op verzoek van de geestelijkheid van het Land van Cuijk voor één jaar verleend, 1607 (1 stuk)
322 Akte van sauvegarde door prins Willem II te 's-Gravenhage voor de ingezetenen van het Land van Cuijk en het klooster van St. Agatha. Met afschriften, 1647 (2 stukken)
N.B. Gedrukt in "Annales" (zie inleiding), III, 221.
338 Attestatie van R. van Oss, oud-waldgraaf van het Land van Cuijk, J. van Galder te St. Agatha en P. Deckers, schepen van Cuijk, ten overstaan van schepenen van Grave ter instantie van prior en conventualen omtrent de door oorlogshandelingen aan het klooster van St. Agatha aangerichte vernielingen in de jaren 1581-1586, 1599, 1602, 1635, alsmede betreffende het houden van een school. Met gelijkt. afschrift, 1648 (2 stukken)
340 Attestaties van schepenen van Oeffelt van 1687 en schepenen van Cuijk van 1679 omtrent oorlogsschade, door de Fransen in 1677-1679 aan goederen van het klooster van St. Agatha toegebracht, alsmede omtrent wateroverlast te Klein Linden in 1679, met opgave van oorlogsschade over 1672-1674, 1677-1679 door prior W. Penecamp, ca. 1690 (1 stuk)
N.B. Onvolledig.
343 Staat van oorlogsschade van het dorp en klooster St. Agatha, opgemaakt vanwege hun quote in het Land van Cuijk en de verpondingslasten, (na 17 augustus), 1704 (1 stuk)
345 Attestaties van de regenten van Cuijk, St. Agatha en Linden, alsmede van de inwoners van Malden en Hatert ter instantie van prior W. Penecamp omtrent oorlogsschade, wateroverlast en hagelschade over 1702-1704 aan goederen van het klooster van St. Agatha, eind 1704 (1 omslag)
351 Rekest van prior en conventualen aan prins Maurits om de administratie van hun goederen in de stad Grave en het Land van Cuijk niet in handen te stellen van rentmeester David van den Corput, maar deze in eigen beheer te houden. Minuut en gelijkt. afschift, [1608] (2 stukken)
357 Attestatie van schepenen van de hoofdbank van Cuijk en van Godefroij Paedsien, oud-schout van Cuijk en balling te Boxmeer, omtrent de desastreuse toestand van het klooster ten gevolge van de verwoestingen in en na 1580 door de Spaanse bezetting onder Camillo Sacchini van het Huis Middelaar met verdere lotgevallen. Met afschrift van ca. 1780, 1628, 1780 (2 stukken)
N.B. Gedrukt in "Annales" (zie inleiding), III, 177.
362 Brief van griffier Buysero van de Raad en Rekening aan de rentmeester te Grave met toestemming tot het in bezit nemen van de geestelijke goederen in de stad Grave en het land van Cuijk alsmede omtrent het klooster Mariagraf te Grave de voorwaarden van de capitulatie in acht te nemen, 1648 (1 stuk)
385 Verklaring (van de rentmeester) aan de Raad en Rekening dat de conventualen altijd tot aan 1648 de morgentalen, zijnde 1/6 deel van die van het gericht van Cuijk, voldaan hebben. Met nadere aantekening, 1650 (1 stuk)
395 Kwitantie van prior G. Golt voor rentmeester Ruijll betreffende de alimentatie over 1653, groot 2700 gulden, [1655] (1 stuk)
N.B. Met aant. betr. het ontbreken van Roomse geestelijken onder de hoofdbank van Cuijk.
397 Lastgeving van de Raad en Rekening aan scholtis [de Haen] om het klooster van St. Agatha ingevolge het contract van admodiatie te ontruimen en over te geven aan rentmeester Ruijll. Met afschrift, alsmede akte van volmacht door de prins van Oranje voor rentmeester Verbolt tot in beslagname van alle geestelijke goederen in het Land van Cuijk. 1648, Franstalig afschrift, 1653 (2 stukken)
N.B. Het laatse stuk gedrukt in "Annales" (zie inleiding), III, 227.
399 Brief van H. Crebbers, richterbode van Cuijk, aan de schout, mededelende dat na overlijden of vertrek zich geen parochiegeestelijken meer onder de hoofdbank bevinden, met nadere aanvulling van prior G. Golt. Minuut, 1655 (1 stuk)
406 Rekesten van prior en conventualen aan de prins van Oranje om kwijtschelding van admodiatiepenningen over 1673 en 1674 vanwege geleden schade door het beleg van Grave. Met appointement van advies en attestatie van schepenen van Cuijk omtrent oorlogsschade. Met afschrift, 1675 (1 stuk)
466 Proces-verbaal van M. de Bruijn, adjunct-maire van Cuijk en St. Agatha, omtrent het meten van het oppervlak van de kerk van St. Agatha door de landmeters M. van de Voordt en A. Borrenberg op verzoek van kerkmeester C. van de Mond, daar het dak alleen aan de noordzijde met ladders te bereiken is. In duplo. Gelijkt. auth. afschriften, 1813 (2 stukken)
468 Rekest van M. de Bruijn, tweede burgemeester van Cuijk en St. Agatha, aan de koning tijdens diens bezoek aan St. Agatha op 8 juni 1815 om a. van St. Agatha een eigen gemeente te maken, b. Cuijk weer aan te wijzen als hoofdplaats van het Land van Cuijk, c. bij de opheffing van het klooster voor het dorp een pastorie beschikbaar te stellen. Met nader bijgeschreven stukken. Afschrift door prior S.W. Gielen, 1815 (1 stuk)
1116 Brief van Jan van St. Agatha (vermoedelijk J.W. Bolderik) aan zijn goede vriend G. van den Bosch, burgemeester van Cuijk, ca. 1855 (1 stuk)
N.B. Afschrift, verm. van procurator de Vlam.
565 Rekening van de geestelijke goederen van de stad Grave en het land van Cuijk. Gelijkt. extract betreffende het klooster van St. Agatha, 1645 (1 deel)
569 Akte van volmacht door conventualen voor prior S.W. Gielen tot beheer over de goederen van het klooster, gepasseerd voor de magistraat van Cuijk en St. Agatha. Gelijkt. auth. afschrift, 1810 (1 stuk)
591 Rekest van prior H. Verheijen en conventualen (aan prins Frederik Hendrik in het legerkamp te Oeffelt) tot het weder oprichten van hun rosmolen. Minuut. Met attestatie van Godefroij Paedsien, oud-schout van het Nederambt van het Land van Cuijk, en anderen, advies van rentmeester Trip te Grave, en afschriften, [1641], 1634, 1642, ca. 1725 (1 omslag)
603 Lastgeving van het gemeentebestuur van Cuijk en St. Agatha aan de conventualen om de weg van de grens van Oeffelt langs de Paaijse hoef en de Weyerbosch tot de Heuij te effenen en weer op breedte te brengen. Met verweer van prior S. W. Gielen, dat deze weg aan het klooster behoort, 1823 (2 stukken)
604 Verzoek van procurator J. de Vlam aan het gemeentebestuur van Cuijk en St. Agatha om op de wegen langs stukken land van het klooster bomen als voorpoot te planten. Minuut, 1852 (1 stuk)
606 Ordonnantie van W. van Steenhuys, ambtman van de stad Grave en het Land van Cuijk te Heumen, inhoudend een verbod tot het doen weiden van schapen over en langs de gemene dijken en bossages onder St. Agatha, 1700 (1 stuk)
N.B. Beschadigd.
608 Vergunning van de Raad en Rekening voor ambtman en rentmeester van de stad Grave en het Land van Cuijk alsmede voor schepenen van het dorp St. Agatha om de afslag van gemeentegronden langs de Maas tegen te gaan vanwege het leggen van een krib door de Pruisen onder Middelaar. Gelijkt. auth. afschrift, 1769 (1 stuk)
628 Uitspraak van schout en schepenen van Cuijk omtrent het eigendomsrecht van het klooster op de weerd bij de Maas jegens de naburen, 1476 (1 charter)
N.B. Regesten beschikbaar (nr. 536). Het archiefstuk bevindt zich bij het Brabants Historisch Informatiecentrum (BHIC) in 's-Hertogenbosch.
668 Bewijs dat de heer van Cuijk met het klooster voor 6 malder rogge per jaar geruild heeft de Karbos en de Kleine Hantert, waardoor deze een tijns van 2 kapoenen ontvangt, 1537 (1 charter)
N.B. Regesten beschikbaar (nr. 836). Het archiefstuk bevindt zich bij het Brabants Historisch Informatiecentrum (BHIC) in 's-Hertogenbosch.
712 Stukken betreffende een geschil van prior en conventualen met de Prins van Oranje en de Raad en Rekening over het betalen aan de rentmeester van de stad Grave en het Land van Cuijk van een rente van 25 malder en 4 vat rogge, 6 malder en 6 vat gerst en 6 malder en 6 vat haver per jaar alsmede van een tijns van 16 kapoenen uit 3/4 van de hof te St. Agatha, in oorsprong behorende tot de Heerlijkheid Haps - waarvan de heer van Koningsvrij te Utrecht als erfgenaam van jkhr. Jan van Baex eveneens 1/4 bezit -, daar deze hof niet identiek is aan de hoeve de Laarakker onder Haps, en dat aldus het inhouden van 2 dominiale renten van 15 Vlaamse gulden of 9 gulden per jaar uit de Hesenhof onder Gassel en van 48 goudgulden per jaar uit de Maastol te Cuijk onbillijk is, terwijl van het huis te Grave, bewoond door de ambtman, evenmin huur wordt betaald. Met retroacte in afschrift betreffende de hof. Met retroacte in afschrift betreffende de Laarakker, 1426, 1429, 1436, 1437, 1442, 1445, 1448, 1454, 1463, 1484, 1487, 1495, 1512, 1617-1637, 1626-1628,1630, 1633, [1638], 1642, 1648, 1649, z.j. (1 pak)
N.B. Regesten beschikbaar (nrs. 172, 183, 197, 250, 259, 260, 328, 341, 366, 409, 473, 598, 646, 710 en 761).
718 Akte van schuldbekentenis door Udo Taelhout, opperrentmeester van Arnoud hertog van Gelre, voor de helft aan de pastoor van Cuijk en voor de helft aan het gasthuis te Grave van een novale tiend van 24 pond per jaar vanwege een ontginning in de Hantert. Met transfix, 1428 (2 charters)
N.B. Regesten beschikbaar (nrs. 184 en 185).
719 Akte van opdracht door Ude Talholt aan het klooster van St. Agatha van zijn novalen tienden in de Hantert, voor 24 pond per jaar gepacht van de pastoor van Cuijk en het gasthuis te Grave, 1430 (1 charter)
N.B. Regesten beschikbaar (nr. 218).
721 Vidimus van schepenen van Cuijk van een passage in het tijnsregister van de Heren van Haps omtrent de schenking door Eduard van Haps aan het klooster van de halve novale tiend in de Hantert en de smaltiend van de hof te St. Agatha, 1509 (1 charter)
N.B. Regesten beschikbaar (nr. 754). Het archiefstuk bevindt zich bij het Brabants Historisch Informatiecentrum (BHIC) in 's-Hertogenbosch.
757 Vidimus door schepenen van Cuijk voor Dirk Hermans, brouwer, van een akte van 1575 betreffende 18 gulden per jaar uit de hof de Paaij. Met nadere aantekeningen. Afschrift, 1598, 1603, ca. 1605 (1 stuk)
N.B. Regesten beschikbaar (nrs. 938 en 970).
761 Proces-verbaal van de burgemeester van Cuijk omtrent het afbranden van de boerderij de Poort. Afschrift, 1882 (1 stuk)
792 Eigendomsbewijs van 8 1/2 hont land op de Laarakker, afkomstig van kerkmeesters van Cuijk, 1487 (1 charter)
N.B. Regesten beschikbaar (nr. 654). Het archiefstuk bevindt zich bij het Brabants Historisch Informatiecentrum (BHIC) in 's-Hertogenbosch.
807 Eigendomsbewijs van 2 1/2 en 4 1/2 Gelderse Wilhelmusgulden als voren, afkomstig van Gerit Cloyssen en kerkmeesters van Cuijk, 1441, 1444 (2 charters)
N.B. Regesten beschikbaar (nrs. 310 en 339). Het archiefstuk bevindt zich bij het Brabants Historisch Informatiecentrum (BHIC) in 's-Hertogenbosch.
848 Verklaring van kerkmeesters van Cuijk omtrent de lossing van 1 malder rogge per jaar door het klooster, dat Peter Verhunen aan de kerk vermaakt had, 1529 (1 charter)
N.B. Regesten beschikbaar (nr. 806; zie ook nr. 805). Het archiefstuk bevindt zich bij het Brabants Historisch Informatiecentrum (BHIC) in 's-Hertogenbosch.
883 Akte van uitgifte door hertog Willem van Gulik aan de kerspellieden van Cuijk, Mill, Beers en Escharen van 5 morgen peel onder Mill. Met afschrift, 1401, ca. 1450 (1 stuk)
N.B. Regesten beschikbaar (nr. 50).
884 Akte van vaststelling van de limiet tussen de peel van het klooster en de gemene peel onder Wanroij door de rentmeester van het Land van Cuijk met schepenen van Mill enerzijds en prior en pachters van het klooster anderzijds, 1542 (1 charter)
N.B. Regesten beschikbaar (nr. 849).
888 Verklaring van schepenen van Cuijk omtrent inbraak door gebruikers van de gemene peel van het Nederambt op de peel van het klooster. Met bijbehorende stukken, 1633 (3 stukken)
889 Verklaring van Jan Backer van Kall, uurwerkmaker en landmeter te Batenburg, ter instantie van prior H.W. Verheijen omtrent de opmeting van de kloosterpeel in tegenwoordigheid van onder meer schepenen van Mill en van Cuijk vanwege inbreuk door inwoners van Wanroij en Mill. Met bijbehorende stukken, 1643 (3 stukken)
890 Akte van hernieuwde afpaling tussen Hendrik Harits uit naam van de ambtman en schepenen van Cuijk, Mill, Beers en Escharen enerzijds en prior W. Penecamp en procurator P. de Boom anderzijds van de kloosterpeel onder Wanroij. Met bijlagen, 1688, 1689 (4 stukken)
910 Akte van bevestiging door Frederik Wilhelm van Brandenburg van een overeenkomst tussen: a. Cornelia, gravin van Efferen en haar dochter Anna Catharina van Pluiren Cantudo, b. haar zoon Emanuel van Vereem, Spaanse luitenant, c. Gerard van der Heijen, drost te Middelaar, en Gerard van der Linden, crediteuren, betreffende de verkoop en verdeling van goederen van de gravin in het Kleefse, Opper-Gelderse en het Land van Cuijk, waarbij prior A. Pieck zal schadeloos gesteld worden uit het keurvorstelijk pandschap van de Oefeltse tiend vanwege een uitstaand kapitaal van 1150 rijksdaalders. Gelijkt. afschrift, 1676 (1 stuk)
925 Akte van belening door Godevart van Steenhuijs, ambtman van de stad Grave en het Land van Cuijk, als stadhouder van de Cuijkse lenen voor mr. Aert Woltersz. als voogd van broeder Hanrick Smitz ten behoeve van het klooster van St. Agatha met het goed ten Kerckhoff onder Oeffelt. Met vroegere beleningen voor het klooster en voor Jan van der Moelen, 1474, 1491, 1510, 1559, 1603 (8 charters)
N.B. Regesten beschikbaar (nrs. 518, 690-693, 758 en 917). Het archiefstuk bevindt zich bij het Brabants Historisch Informatiecentrum (BHIC) in 's-Hertogenbosch.
942 Akte van verkoop door het klooster aan Reyner van Boicholt, rentmeester van het land van Cuijk van 72 gulden per jaar uit het Grote en Kleine Wyenraet, de Lange Kamp en nog een stuk land onder Oeffelt tot verlossing van gevangen genomen conventualen. Met transfix, 1580 (2 charters )
N.B. Regesten beschikbaar (nrs. 947 en 948). Het archiefstuk bevindt zich bij het Brabants Historisch Informatiecentrum (BHIC) in 's-Hertogenbosch.
1.9.3 Stukken betreffende Ordinarii van Land van Cuijk
2173 Documentatie van de viering van het zesde eeuwfeest van het klooster St. Agatha, 1971 (1 omslag)
N.B. Nog splitsen en schiften, o.a. herdenkingsdienst, tentoonstelling in gemeentehuis van Cuijk met catalogus, aankondiging publikatie deel I van Douma's inventaris en lezingencyclus, alsmede inleiding door pater F.A.W.P. Bull, leraar kunstgeschiedenis Eemlandcollege te Amersfoort met dia's uit de verzameling van pater J. Donkers te Uden van pagina's uit het Graduale van Johannes van Deventer. Diverse foto's in publikaties van o.a. kloosterkomplex, de Latijnse school.
2627 G.H. van Hoorn, kerkelijk archivaris, jurisdictiebrieven, in memoriam en overdruk daarvan in Clairlieu; preken van hem; diverse stukken; dagvaarding en vonnis wegens auto ongeluk, 1946-1990 (met hiaten)
2263 Aantekeningen door procurator P. Laarakkers betreffende diverse inkomsten en uitgaven, ca. 1910 (1 stuk)
N.B. Betreft o.a. boter, bier en eieren, maar ook opbrengst van verkoop bos groot 1.50.63 ha aan burgemeester van Cuijk; achterin aantekeningen betreffende inkomsten uit bankenpacht.
2404 Uittreksels uit de kadastrale leggers van Cuijk, Oeffelt en Ravenstein betreffende goederen van het klooster van St. Agatha, 1890 en 1896 (1 omslag)
2412 Aantekeningen omtrent de eigendom van het perceel bouwland D. 318 onder St. Agatha. Met afschriften uit de kadastrale leggers van Cuijk, alsmede kopie van de voor woordelijk gelijkluidend afschrift uitgegeven akte van Dading tussen het Rijk en de Kruisheren, 1976 (1 omslag)
2428 Stukken betreffende een geschil met F.A. Bijvoet, pastoor te Cuijk, omtrent het voldoen van een erfrente, rustende op de voormalige boerderij de Heytrak; met bijlagen, 1888, 1892 (1 omslag)
N.B. Boerderij maakte vroeger deel uit van de heerlijkheid de Hantert aan de zusters of armen van Cuijk onder bemiddeling van het bisdom.
2436 Brieven en verzoeken van prior H. Hollmann aan het gemeentebestuur van Cuijk om een subsidie van 2.500 gulden toe te kennen voor de aanleg van een watervrije weg van de kloosterkerk naar de poort, waarbij de oude weg naar de Maasdijk kan vervallen, 1910-1930 (2 stukken)
2467 Stukken betreffende medewerking aan de tentoonstelling Religieuse Kunst in het Land van Cuijk bij gelegenheid van een zomerkamp van het Brabants studentengilde te Cuijk, 1952 (1 stuk)
N.B. De naam is voluit: Brabants Studenten Gilde van Onze Lieve Vrouw, is een Nederlandse studentenvereniging, bestaat sinds 1926 en heeft haar basis in 2009 in Wageningen.
2665 Aantekeningen over de verplaatsing van het Mauritsraam uit de kerk van het klooster St. Agatha naar het Rijksmuseum te Amsterdam, foto en andere afbeeldingen van het raam, krantenknipsels en een handgeschreven verslag van een bezoek op uitnodiging van een aantal mensen namens het gemeentebestuur van Cuijk aan dat museum na herplaatsing van het raam, 1989; 1994 (1 omslag)
N.B. In het verslag van de reis van de afvaardiging van de Gemeente Cuijk aan het Rijksmuseum wordt melding gemaakt van de twijfel bij de conservator of de figuur in het raam Maurits voorstelt, die conservator niets over de Kruisheren en hun archief wist en dat het onderste segment van het raam nog in depot staat en niet mee herplaatst is: de gehele kompositie van het raam zou daardoor bedorven zijn.
2554 Correspondenties inzake oorlogsschade, waaronder met Commissariaat voor de Oorlogsschade, met Ministerie van Wederopbouw en Volkshuisvesting, en B & W van Cuijk, 1947-1960 (1 omslag)
N.B. Bevat een schetstekening voor 28 kamer op een zolder en 4 gastenkamers, alsmede van ook een ex. van de Oorlogsschaderegeling Kerkelijke gebouwen.
2536 Kandidaatsscriptie "Het goederenbezit en goederenbeheer van het klooster Sint-Agatha in het Land van Cuijk" door Mariëtte Welbers, 1983 (1 deel)
2545 Tekeningen en schetsen van o.a. klooster St. Agatha en Cuijk, gekopieerd uit een schetsboekje in de handschriftencollectie (Hs-043), ca. 1990 (1 omslag)
N.B. In de bibliotheek van St. Agatha bevindt zich een Duitstalig schetsboekje met 35 tekeningen van Cuijk en omgeving van een volgens Th. van den Elsen osc onbekende hand (Hs-043, beschreven onder de oude signaturen HO 402 en hs.136). Hierin zijn zeven schetsen van dit klooster opgenomen die blijkens het onderschrift vervaardigd zijn op 24 en 25 mei 1851. Door sommigen wordt verondersteld dat zij gemaakt zijn door Van Geusau en voorstudies zijn geweest voor de gouaches die in bezit zijn van de Kruisheren van Sint Agatha (VW-P017-Ag0175). In de tentoonstellingscatalogus "Sint Agatha 600 jaar" (1971) wordt het boekje zonder meer aan deze persoon toegeschreven. Niettemin zijn er redenen om te twijfelen of hij wel met de vervaardiger van de schetsen kan worden geïdentificeerd. Allereerst is daar het feit van de Duitstaligheid. Waarom zou Van Geusau als Nederlander, al was hij het Duits nog zo goed meester, steeds in het Duits hebben genoteerd wat hij getekend heeft? Voorts was Van Geusau, zoals hieronder nader wordt beschreven, in 1851 nog niet in Cuijk woonachtig en gezien de beperkte reismogelijkheden van die tijd zal hij er toen ook niet vaak zijn geweest, indien hij er al ís geweest. Wat had hij immers in dit toch tamelijk afgelegen en niet zo heel bekende gebied te zoeken? Het is wél heel goed mogelijk dat het betreffende boekje in de jaren vijftig, zestig of zeventig bij de Kruisheren is terecht gekomen en dat Van Geusau het heeft mogen inzien, toen hij zich in 1879 metterwoon te Cuijk vestigde en zich ging bezighouden met het vervaardigen van tekeningen en gouaches van deze plaats en haar omgeving. Daaruit zouden de hier en daar te bespeuren overeenkomsten in opzet en in onderdelen van de schetsen en de gouaches verklaard kunnen worden. Op tekening D zou rechtsonder een onduidelijke signatuur zijn aangebrach
2653 Artikelen in de "Echo van het Land van Cuijk" door Fons Richter osc over het Middelaerhuis en omstreken, en over de geschiedenis van het klooster St. Agatha, 1918 (1 omslag)
2519 Aantekeningen en afschriften van oorkonden betreffende het klooster St. Agatha, berustende in het archief zelf en in andere archieven, te weten Huis Bergh, Düsseldorf, Den Haag (A.R.A. Nassause Domeinraad), Nijmegen, Den Bosch, Luik, rechterlijke archieven Land van Cuijk (Beuningen-Cuijk-Sambeek) en het boekwerk Sloet Uitheemse Lenen, ca. 1980 (1 omslag)
N.B. Nog zoek: Testament van Joannes Gysberti Culenborch alias van den Velde, investitus pastoor van Sambeek, waarin deze een rente van 1 malder rogge per jaar en enkele boeken aan het klooster vermaakt. Origineel van 1455 en afschrift van 1621. 1 stuk, bisch. archief Roermond. Kwitaties uit 1589, 1595 en 1610-1611 voor het klooster van de Kruisheren in Den Bosch voor het lezen van missen op de altaren van St. Joost en St. Adraan in de St. Janskerk. Uit archief St. Jan als bijlagen rekeningen?.
2522 Relaas en rekening van prior W. Penecamp van diens onderhandelingen in opdracht van regenten van de hoofdbank van Cuijk met de Franse en Spaanse bevelhebbers over geleden oorlogsschade, ca. 1950 (1 omslag)
N.B. Uit een archief op het Algemeen Rijksarchief. De Raad van State? Verkregen van Adraan Martens, 1955.
Nog zoek:
Verbalen of visitatierapporten van inspecteurs van de Nassause Domeinraad omtrent de Domeinen en speciaal het klooster St. Agatha in het Land van Cuijk, periode 1757-1759, met hiaten, 3 omslagen. A.R. Archief Nassause Domeinraad. Merlet..
1060 Rekening van de geestelijke goederen van de stad Grave en het Land van Cuijk over 1648, opgemaakt door rentmeester Cornelis Verbolt en op 12 april 1650 afgehoord door de Raad en Rekening te 's-Gravenhage (1 band)
N.B. Rendantsexemplaar.
1061 Rekening van de pastorale en andere geestelijke goederen van de stad Grave en het Land van Cuijk over 1657, opgemaakt door rentmeester Johan Ruijk en op 18 mei 1661 afgehoord door de Raad en Rekening te 's-Gravenhage (1 band)
N.B. Op de band de aant.: voor den rendant.
1065 Stukken betreffende het bevestigen van de vrijheid van tol voor ingezetenen van de stad Grave en het Land van Cuijk op de land- of weertol te Mook ingevolge een overeenkomst van 1698 tussen commissarissen van de prins van Oranje en die van de keurvorst van Brandenburg, onder voorwaarde, dat de karren gebrandmerkt worden met het wapen van Cuijk. Met retroacta (in afschrift), 1699, 1765, 1767, 1769, 1776, 1777 (1 omslag)
N.B. Archief ambtman Land van Cuijk.
1066 Besluit van de Raad en Rekening omtrent het vaststellen voor ieder dorp in het land van Cuijk van de jura van de schout bij het afhoren van de dorpsrekening. Auth. en eenv. afschrift, 1779 (2 stukken)
N.B. Dorpsarchief St. Agatha.
1067 Stukken betreffende het uitkeren van schadevergoeding door het gemeentebestuur van Cuijk aan ingezetenen van de hoofdbank van Cuijk vanwege hand- en spandiensten voor de Franse troepen in 1793-1795, voor 2/3 te verhalen uit de Hapse Maastol, voorheen behorende aan het Huis Bergh. Met retroacta, 1712, 1715, 1718, 1745, 1748 en 1772, 1796, 1800, 1805-1809 (1 pak)
N.B. Archief hoofdbank van Cuijk. Dorpsarchief Cuijk.Specificatie van de retroacta: a. Sententie van de Raad van Brabant, waarin graaf Oswald van den Bergh wordt verplicht bij te dragen in de buitengewone lasten en omslagen van het dorp Cuijk, 1712. b. Stukken betreffende het aandeel van wijlen graaf Oswald van den Bergh in de dorpslasten van Cuijk, Heeswijk en Haps als eigenaar van de Hapse Maas- en markttol en van korentienden onder Cuijk,Haps en Linden, 1715. c. Dictum van de Raad van Brabant voor de hoofdbank van Cuijk tegen Leopoldina, gravin- en douariè van den Bergh, tot gijzeling totdat aan de sententie van 1712 is voldaan, 1718. d. Staat van verpondings- en dorpslasten, door de graaf van den Bergh over 1719-1745 voldaan of nog verschuldigd aan de gemeente Cuijk uit de Hapse Maastol, 1745. e. Akte van aanbesteding tot het invorderen van verpondings- en dorpslasten door regenten van Cuijk en Heeswijk voor L.J. Brouwer over 1748-1750, waaronder 270 gulden te voldoen door de graaf van den Bergh uit de Hapse Maastol, 1748. f. Akte van overeenkomst tussen de gemachtigden van de hoofdbank van Cuijk en die van Johanna Catharina Victoria van Hohenzollern-Sigmaringen, regentes van het Huis Bergh, omtrent de afwikkeling van achterstallige verpondings- en dorpslasten uit haar Hapse Maastol, met vaststelling van haar quote en haar bijdrage voor 2/3 in een vijandelijke contributie, 1719. Afschrift van 1772.