Uw zoekacties: Distributiedienst Sittard, 1939-1952

228 Distributiedienst Sittard, 1939-1952 ( Regioarchief Sittard-Geleen )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1.1. Algemeen
1.2. Geschiedenis van de dienst
228 Distributiedienst Sittard, 1939-1952
1. Inleiding
1.2.
Geschiedenis van de dienst
Bij koninklijk besluit van 29 augustus 1939, no. 5, regelende de indeling van ons land in distributiekringen, werden de gemeenten Sittard, Broeksittard, Munstergeleen en Urmond aangewezen de distributiekring no. 269 te vormen.
De gemeenschappelijke regeling inzake de formele inrichting van de binnen deze kring reeds vanaf 1 september 1939 werkzame distributiedienst kwam tot stand op 15 april 1940 (inv.no. 9).
De dienst omvatte het te Sittard aan de Rosmolenstraat gevestigde kringkantoor met in de overige gemeenten een agentschap.
Met de dagelijkse leiding van de dienst was belast de heer M.J.J.G. Janssen, directeur van de Arbeidsbeurs. De personele bezetting bestond voorts uit 2 klerken, 4 agenten, 1 werkster en 1 bode.
Hoofd van de distributiedienst was een bij de gemeenschappelijke regeling ingestelde commissie. Deze commissie, samengesteld uit de betrokken burgemeesters, had tot taak de behartiging van de gemeenschappelijke belangen met betrekking tot de Distributiewet 1939. Als voorzitter trad op de burgemeester van de centrale gemeente, in casu die van Sittard.
Op 25 april 1941 werd in verband met een aantal wijzigingen van de bevoegdheden van de commissie een nieuwe gemeenschappelijke regeling aangegaan (inv.no. 9). De belangrijkste wijziging bestond hieruit, dat de voorzitter van de commissie hoofd van de distributiedienst werd.
Een wijziging in de indeling van de distributiekringen had tot gevolg, dat de kring Sittard in mei 1943 werd uitgebreid met de gemeente Nieuwstadt en in november 1943 met de gemeenten Grevenbicht en Obbicht en Papenhoven. De betreffende gemeenschappelijke regeling kwam tot stand op 29 november 1943 (inv.no. 11).
Deze gemeenten behoorden voorheen tot de kring Echt. De gemeente Broeksittard was in oktober 1942 opgeheven en bij de gemeente Sittard gevoegd.
Bij koninklijk besluit van 25 augustus 1947, no 87 werd het koninklijk besluit van 29 augustus 1939, no 5 met wijzigingen en aanvullingen ingetrokken. De hieronder volgende gemeenten werden tot één kring samengebundeld:
I. Sittard, Limbricht, Munstergeleen, Urmond, Geleen, Beek, Elsloo en Stein.
II. Echt, Born, Grevenbicht, Nieuwstadt, Obbicht en Papenhoven, Ohé en Laak, Roosteren, Stevensweert en Susteren.
De kring gevormd door de gemeenten Beek, Elsloo, Geleen en Stein, met Geleen als centrale gemeente, werd geheel opgenomen in de kring Sittard; de gemeenten Grevenbicht, Obbicht en Papenhoven en Nieuwstadt werden wederom toegevoegd aan de kring Echt.
Een wijziging van vorengenoemd koninklijk besluit, het koninklijk besluit van 15 november 1947, no 18 leidde ertoe, dat de "per vergissing" an de kring Echt toegevoegde gemeenten Grevenbicht, Obbicht en Papenhoven en Nieuwstadt andermaal bij de kring Sittard werden heringedeeld. Een gemeenschappelijke regeling terzake de inrichting van de dienst werd niet vastgesteld.
Een tweede wijziging van het koninklijk besluit van 24 november 1948, no. 18 betekende een overheveling van de resterende gemeenten van de kring Echt naar de kring Sittard. In verband hiermede kwam op 1 december 1948 tussen de burgemeesters van onderstaande gemeenten een gemeenschappelijke regeling tot stand: Sittard, Beek, Born, Echt, Elsloo, Geleen, Grevenbicht, Limbricht, Munstergeleen, Nieuwstadt, Obbicht en Papenhoven, Ohé en Laak, Roosteren, Stein, Stevensweert, Susteren en Urmond (inv.no. 15).
Bij het Grenscorrectiebesluit 1949 werden de Drostambten Elten en Tudderen aan Nederlands grondgebied toegevoegd. Ingevolge dit besluit gold voor het Drosambt Tudderen, voor wat de toepassing van de Distributiewet 1939 betrof, dezelfde gebiedsindeling als voor de gemeente Sittard. Een afzonderlijk koninklijk besluit tot samenvoeging was derhalve niet nodig. Wel diende een gemeenschappelijke regeling te worden gesloten.
Dit gebeurde op 28 juni 1949 (inv.no. 16). Volgens een mededeling van het Centraal Distributiekantoor werd koninklijke goedkeuring om vorenstaande reden niet nodig geoordeeld.
Organisatorisch was de distributiedienst verantwoording verschuldigd aan het Centraal Distributiekantoor te 's-Gravenhage en tot samenwerking verplicht met de diverse rijksbureaus.
Toeneming van het aantal "distributiegoederen" had uitbreiding van de personele bezetting tot gevolg.
In augustus 1941 werd in verband met de uitreiking van boter- en vetkaarten tijdelijk personeel in dienst genomen.
Medio 1942 ontstonden twee afdelingen, te weten de afdeling Schoenen en de afdeling Coupures.
Per 1 juli 1943 zag het organisatieschema van de dienst er als volgt uit:
Hoofd: Burgemeester van de centrale gemeente
Leiding: Leider
Plaatsvervangend leider
Afdelingen: Administratie
Handel (voorheen afdeling Coupures of afdeling Detail)
Kassiers waardemateriaal met een afzonderlijke kas losse bonnen en ziekenrantsoenen
Schoenen
Textiel
Controleurs: Waardemateriaal
Buitendienst
Loketten:
I. na-uitreiking, bijzondere arbeid en rijwielbonnen
II. ziekenrantsoenen
III. losse bonnen, arbeiders buitenland
Uitreiking bonnen: twee uitreikingsploegen
Agentschappen: Limbricht, Munstergeleen, Nieuwstadt en Urmond.
De chef van de afdeling Schoenen was tevens belast met de na-controle van de Loketten.
Vanaf augustus 1943 tot en met 1945 waren nachtwakers in dienst. Met ingang van 1 november 1943 werden de Loketten ondergebracht in een afdeling Consumenten: de na-controle bleef in handen van de chef afdeling Schoenen.
In maart 1944 kwam de afdeling Interne Controle tot stand en in juni daarop volgend de afdeling Beoordeling.
Per 1 juni 1944 werd een kring-controleur aangesteld.
De afdeling Schoenen kreeg met ingang van 1 oktober 1945 de werkzaamheden betreffende de brandstoffendistributie alsmede die verband hielden met de regeling voor bijzondere arbeidsvormen, toegeschoven.
Op 1 januari 1947 vertoonde het organisatieschema het volgende beeld:
Hoofd: Burgemeester van de centrale gemeente
Leiding: Directeur
Plaatsvervangend directeur
Afdelingen: Administratie
Voorlichting
Beoordeling
Interne Controle
Centrale Kas (uitreiking)
Kassiers waardemateriaal
Handel
Agentschappen: Echt en Geleen
De afdeling Voorlichting was behalve met het verstrekken van inlichting ook belast met het in ontvangst nemen van:
a. in te leveren distributiebescheiden wegens opneming in de gemeenschappelijke voeding, wegens het verkrijgen van ziekenrantsoenen, wegens overlijden of vertrek naar het buitenland en wgens mutatie in arbeid.
b. de diverse soorten aanvragen voor distributiebonnen
c. de aanmelding in verband met vermissing van distributiebescheiden.
De taak van de afdeling Beoordeling bestond uit de beoordeling van de ingediende aanvragen. De werkzaamheden van deze afdeling werden gecontroleerd door de afdeling Interne Controle. De uitreiking van bonnen, de bon-, toeslag- en stamkaarten en inlegvellen alsmede de omruiling van maaltijdbonnen militairen en schoenbonnen tegen aangewezen cijfers, behoorden tot de taak van de afdeling Centrale Kas. Zowel de afdeling Beoordeling als de afdeling Centrale Kas beschikten over een buitendienstambtenaar.
De afdeling Kassiers waardemateriaal was belast met het beheer van de diverse soorten distributiebescheiden. Administratieve verantwoording moest worden afgelegd aande controledienst van het Centraal Distributiekantoor.
De afdeling Handel had tot taak de behartiging van de belangen van de handel.
Zij zorgde voor een periodieke herbevoorrading van grossiers en winkeliers en voor het verstrekken van toewijzingen aan instellingen (ziekenhuizen, hotels, kantines, gevangenissen en dergelijke).
De agentschappen in de kringgemeenten waren met uitzondering van die in de gemeenten Echt en Geleen inmiddels opgeheven: in plaats daarvan werden zitdagen gehouden en uitreiklokalen ingericht in onder anderer gemeentehuizen, café's en patronaatsgebouwen.
Tot aan het eind van het distributietijdperk bleef het vorengenoemd organisatiepatroon gehandhaafd, met dien verstande, dat met de geleidelijke inkrimping van de werkzaamheden kleine reorganisaties plaatsvonden.
De verplichte samenwerking met de diverse rijksbureaus kwam goed tot uitdrukking in de distributie van vaste brandstoffen voor de handel.
In 1941 was deze als volgt opgezet.
Het Rijkskolenbureau te 's-Gravenhage had de taak te zorgen voor een rechtvaardige verdeling van de beschikbare hoeveelheden vaste brandstoffen, met inbegrip van turf, voor het gehele land. In verband hiermede was het land in een aantal districten verdeeld met aan het hoofd een districtsadviseur.
De districtsadviseur voor de provincie Limburg zetelde te Maastricht. Hij had tot opdracht:
a. het formeren van, het houden van toezicht op alsmede het leiding geven aan de zogenaamde Brandstoffencomissies
b. te zorgen voor een zo goed mogelijke verdeling van de in de provincie aanwezige of aan te voeren brandstoffen
c. het controleren van voorraden (eigen controledienst) bij handelaren en verbruikers alsmede het onderzoeken van klachten en overtredingen.
De districtsadviseur vormde de schakel tussen het Rijkskolenbureau en de Brandstoffen-commissies. De provincie Limburg was verdeeld in een vijftal rayons, ieder met een eigen Brandstoffencommissie, te weten: de Brandstoffencommissies Venlo, Weert en Roermond alsmede de commissie voor de Mijnstreek en die voor Zuid-Limburg.
De distributiekring Sittard ressorteerde onder de Brandstoffencommissie voor de Mijnstreek te Heerlen.
De Brandstoffencommissie was de zogenaamde werkcommissie en haar taak bestond uit:
a. zorgen voor een goede functionering van de brandstoffenvoorziening betreffende huisbrand en kleinindustrie in het toegewezen rayon
b. vaststelling van rantsoenen en toewijzingen voor de grotere huisbrandverbruikers en de kleinindustrie
c. rapportage aan de districtsadviseur ten aanzien van noodzakelijke nader te treffen voorzieningen voor bijzondere buiten de regeling staande gevallen.
d. advisering distributiediensten inzake de gegeven regelingen ten aanzien van deze uitzonderingsgevallen
e. samenwerking met de distributiediensten.
Bij de uitvoering van een groot aantal van deze werkzaamheden werd de distributiedienst ingeschakeld: met name bij de inwisseling van bonnen en toewijzingen van klein- en groothandelaren.
Met ingang van 2 december 1946 werden de Brandstoffencommissies opgeheven en werden de werkzaamheden overgenomen door het Toewijzingskantoor van het Rijkskolenbureau, eveneens gevestigd te Maastricht (inv.no. 81).
Op 26 november 1949 zijn de werkzaamheden betreffende de brandstoffendistributie door de dienst beëindigd.
Het in dienst nemen van, het schorsten van, alsmede de ontslagverlening aan het personeel was ingevolge de gemeenschappelijke regeling een taak van het hoofd van de distributiedienst.
De tewerkstelling geschiedde uitsluitend op arbeidsovereenkomst. In de beginjaren op mondelinge afspraak, daarna op een schriftelijke basis. Voorts werden de medewerk(st)ers geacht in dienst te zijn van de gemeente Sittard.
Als laatste in functie werd met ingang van 1 april 1950 ontslag verleend aan de directeur, de heer Th.H. Dirckx.
Bij het van start gaan van de distributiedienst was het kringkantoor gevestigd aan de Rosmolenstraat 1 te Sittard. Per 1 september 1940 bestond het voornemen te verhuizen naar een pand aan de Oude Markt, welk pand gemeente-eigendom was. Later bleek, dat in hetzelfde jaar de dienst was ondergebracht in een lokaal van de oude Stadsschool, Kapittelstraat 6. In verband met de toeneming van de werkzaamheden moest begin 1942 voor ruimere huisvesting worden gezorgd.
Omdat de gemeente voornemens was de in gebruik zijnde lokalen van de oude Stadsschool te bestemmen voor school voor buitengewoon lager onderwijs, werden vervolgens plannen voorbereid tot het huren en verbouwen van een gedeelte van het Missie-College "Franciscus-Solanus" aan de Oude Markt. Wegens het niet ter beschikking krijgen van de benodigde bouwmaterialen van de Algemeen Gemachtigde van de Wederopbouw en voor de Bouwnijverheid te Maastricht konden deze plannen geen doorgang vinden. Besloten werd de dienst in de Oude Stadsschool te handhaven en tot interne verbouwing over te gaan. Gedurende de verbouwing, die enkele dagen in beslag nam, werd de de distributiedienst ondergebracht in de tegenover het Missiehuis gelegen drukkerij. De school voor buitengewoon lager onderwijs moest elders in de stad worden ingericht.
Met ingang van 1 januari 1950 werd de dienst overgeplaatst naar het Gemeentehuis Sittard, Markt 1.
De aan de distributiewerkzaamheden verbonden kosten werden door de centrale gemeente betaald. De niet bij het Rijk declarabele kosten werden jaarlijks met de kringgemeenten en het drostambt Tudderen op basis van het vast te stellen inwonertal verrekend, welke verrekening liep via de gemeente-ontvanger van Sittard.
De dienst ontving financiële voorschotten van de gemeente-ontvanger. Per 7 augustus 1952 werd de financiële administratie afgesloten.
De na deze datum op de distributie betrekking hebbende financiële handelingen werden door de gemeente-ontvanger in de financiële administratie vande gemeente Sittard verantwoord.
Met betrekking tot de feitelijke opheffing van de distributiedienst was in de gemeenschappelijke regeling bepaald, dat-voorzover dit voor de liquidatie van de dienst en voor de daaruit voortvloeiende verrekeningen nodig zou zijn-de gemeenschappelijke regeling van kracht zou blijven.
1.3. Geschiedenis van het Archief * 
1.4. De verantwoording van de inventaris

Kenmerken

Datering:
1939-1952
Soort toegang:
Inventaris
Datering:
1939-1952
Omvang:
2 m1
Status:
Definitieve inventaris ontsloten via internet
Geografische namen: