Uw zoekacties: Gasthuis en de Armenzorg Sittard, 1321-1802 (1827)

177 Gasthuis en de Armenzorg Sittard, 1321-1802 (1827) ( Regioarchief Sittard-Geleen )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Verantwoording
2. Gasthuiswezen en armenzorg te Sittard voor de Franse tijd
2.1. Ontstaan en verbreiding in algemene zin * 
2.2. Ontwikkeling en bestuur
2.3. Functie
2.4. Gebouw en ligging
2.5. Onderhoud en reparatie van de gebouwen
2.6. Financiën en bedeling
2.7. Episcopale en landsheerlijke invloeden
2.8. Gasthuiskapellen en hun patroonheiligen
177 Gasthuis en de Armenzorg Sittard, 1321-1802 (1827)
Inleiding
2. Gasthuiswezen en armenzorg te Sittard voor de Franse tijd
2.8.
Gasthuiskapellen en hun patroonheiligen
Het gasthuis met de daaraan verbonden kapel was zonder twijfel een onscheidbare twee-eenheid. In oorsprong was de kapel een noodzakelijk onderdeel van deze middeleeuwse instelling aangezien het leven van de gasthuisbewoners-en zeker in de beginfase-begeleid werd door gebed en godsdienst. Dit gold in het bijzonder ten aanzien van een dagelijks memorie voor de stichter van het gebouw en zijn weldoeners, die overeenkomstig de ideeën van die tijd Gods loon en dankbaarheid vanwege de betrokkenen voor hun materiële gaven verwachten mochten *  . Bij de oudere gasthuizen zal deze kapel of kerk dan ook nooit ontbreken.
De gasthuizen werden ofwel tegelijkertijd met de kapel of bij een al bestaand kerkelijk gebouw opgericht dat dan aan het gasthuis werd toegevoegd. Voor Sittard lijkt de bouw van gasthuis en gasthuiskapel in één campagne te zijn verwezenlijkt. Immers er is nergens enig gegeven gevonden over een gescheiden bouw of een latere toevoeging. De gasthuiskapel heeft waarschijnlijk aangesloten oostelijk van de binnen de pandhof opgegraven funderingen (zie hoofdstuk 4). De kapel lag ten noorden van de beek en was, zoals gebruikelijk, georiënteerd. In 1659 is men, na afbraak van de gasthuiskapel, begonnen met het leggen van de funderingen voor de op die plaats nieuw te bouwen kloosterkerk en het overkluizen van de beek ter plaatse. Zo werd de grondslag gelegd voor de eerste vijf traveeën van de nieuwe kloosterkerk, gerekend vanaf de Markt. De overkluizing en het muurwerk daarboven zijn in mergelsteen uitgevoerd. Waarschijnlijk heeft men deze vijf traveeën eerste geheel voltooid en daarna de gasthuiskapel afgebroken om vervolgens de kloosterkerk-de huidige St.-Michaelskerk-in noordelijke richting af te bouwen *  .
Hoe vaak en wanneer of door wie nu in deze kapel Echaristie gevierd is, blijft naar alle waarschijn-lijkheid in de schoot van de onzekerheid verborgen. Reeds op 15 juni 1350 verklaarde Egbert de jonge voor de schepenen van Sittard schuldig te zijn aan het gasthuis aldaar een jaarrente van "12 oude grootten" waarvan op Allerzielendag (2 november) één groot betaald moest worden aan "den tijdelijken priester die het Gasthuis bedient". Tot zekerheid van betaling stelde hij tot onderpand een gedeelte van zijn hof, groot een sil, gelegen aan de beek "daer men gheit tot Millen" *  . Wel vermelden de bewaard gebleven rekeningen jaarlijks een uitgavepost van "ein Malder Rogen vor den dreyen Capellanen jederen" *  .
De bedienaren moeten wellicht gezocht worden onder de beneficianten van het Sittardse kapittel van St.-Petrus, die als taak hadden onder andere de bediening van de altaren in de collegiale kerk en de bij het kapittel geïncorporeerde kerken, zoals het gasthuis *  . Over het aantal altaren bestaat momenteel nog geen overeenstemming. Oud-archivaris J. Habets noemt een getal van zeven *  . B.A. Pothast telt er voor het jaar 1802 acht *  terwijl volgens de opgave van pastoor Chimareus uit 1539 *  en O.R. Redlich uit 1582 *  er negen existeren.
De meest voorkomende gasthuis- of hospitaalpatroon was in vele gebieden de H.-Spiritus of H.-Geest. Deze H.-Geest-gasthuizen behoorden tot verschillende stichtingsfasen. Aanvankelijk gaf de Spiritus Sanctus van de 11e-13e eeuw als "Pater pauperum, consolator optimus, hospes animae" *  , alzo als "vader van de armen, als beste trooster, als gast van de ziel" niet alleen talrijke gasthuizen/hospitalen in Europa zijn naam, doch ook een in deze tijd opgerichte hospitaalorde. De H.-Geestorden hadden evenwel ten aanzien van het Rijnland, ondanks tegenstrijdige beweringen, nauwelijks betrekkingen. Pas in de 16e eeuw krieeg deze orde enige grip op dit gebied door middel van stichtingen van H.-Geesthuizen te Düren en Jülich. In deze tijd was veel meer de "mensa Sti Spiritus" of de "mensa pauperum" het gangbare begrip voor de armenstichtingen van een parochie. Vaak heetten de armenmeester dan ook H.-Geestmeesters *  .
Een andere, niet minder typische, gasthuis/hospitaal patroon was ook de H.-Nicolaas, die niet alleen over een aantal Rijnlandse hospitalen (onder andere Wassenberg) het beschermheerschap voerde, doch daarnaast ook gold als de patroon van de reizenden *  . In het algemeen werd hij in het gebied van de Nederrijn en in het bisdom Luik als zodanig vereerd. Hierbij bleef het echter niet. Vele gasthuizen hebben op lokale gronden natuurlijk ook gebruik gemaakt van andere heiligen zoals bijvoorbeeld de H.-Elisabeth * 
Ze stierf vrij snel daarna en wel op 24-jarige leeftijd. *  en zoals in Sittard de H.-Catharina *  .
Haar feestdag behoorde derhalve tot de vaste dagen waarop een bedeling plaats vond *  . Deze dag was te Sittard tevens de aanvang van een nieuw boekjaar voor de financiële verantwoording. De reden van de patroonskeuze van de H.-Catharina te Sittard is onbekend. De bewaard gebleven-en thans geïnventariseerde-stukken geven hierover geen uitsluitsel. Merkwaardig in deze keuze is dat de feestdag van Catharina van Genua (22 maart), die gezien haar verdiensten in deze sector model zou moeten staan voor dit patroonschap, niet als zodanig gold, doch de herdenkingsdag van Catharina van Alexandrië (25 november), één van de "noodhelpers".
De Sittardse huiskapel werd in 1626 in gebruik gegeven aan de zich aldaar gevestigde paters Dominicanen in de Plakstraat in de daar gelegen voogdswoning. In 1631 volgde dan de overdracht in eigendom samen met het gebouw van het gasthuis *  . Even van te voren werd het kapeldak nog aan een onderhoudsbeurt onderworpen: "item deweil Johan der Neussernen auff das Gasthaus Capel allerleyns gedeckt ..." *  . Beide gebouwen zijn successievelijk tussen 1631 en 1668 vervangen door het Dominicanenklooster aan de Oude Markt met kapel, de huidige St.-Michaelskerk *  .
Ook in het nieuwe onderkomen van het gasthuis was vanzelfsprekend weer een ruimte tot kapel ingericht waaraan ook weer bedienaren waren verbonden, die trouw jaarlijks de daarvoor ter beschikking staande vergoeding, zoals uit de rekeningen blijkt, in ontvangst namen *  . Deze kapel was evenwel geen afzonderlijk gebouw doch een inpandige ruimte. We treffen dan ook geen afzonderlijke rekeningen ten behoeve van reparaties aan deze kapel meer aan. De rekeningen spreken na de verhuizing bij het onderhoud uitsluitend nog van het gasthuis.
2.9. Medische zorg
2.10. Andere instellingen van armenzorg binnen Sittard
2.11. Pest- en leprahuizen
2.12. Het einde van het gasthuis-oude-stijl
3. Bijlagen

Kenmerken

Soort toegang:
Inventaris
Datering:
1321-1802 (1827)
Auteur:
N.G.H.M. Eussen en J.M.A. Kreukels, Gemeentelijke Archiefdienst Sittard, 1989
Omvang:
2 m1
Status:
Definitieve inventaris ontsloten via internet
Trefwoorden:
Geografische namen: