Uw zoekacties: Verzameling afkomstig van de familie Pauw te Tiel betreffend...

0079 Verzameling afkomstig van de familie Pauw te Tiel betreffende krijgskunde en vestingbouw, 1650 - 1841 ( Regionaal Archief Rivierenland )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Toelichting
Het archief is in januari 1966 door Mr. J. van Nes te Tiel aan de Gemeente Tiel geschonken en globaal door hem beschreven.
Plaatsingslijst
4. Bijlage 2: Aantekeningen over de familie Pauw
0079 Verzameling afkomstig van de familie Pauw te Tiel betreffende krijgskunde en vestingbouw, 1650 - 1841
1. Plaatsingslijst
4.
Bijlage 2: Aantekeningen over de familie Pauw
Nicolaas Zwanenbeek Pauw voornoemd, geboren te Utrecht den 17den juli 1772 en aldaar in de Domkerk gedoopt den 22sten Juli 1772, zoon van Thomas Dionisius Pauw, notaris te Utrecht, en Emerentis Zwanenbeek, wordt cadet bij het Regiment Waalse Dragonders van den Graaf van Byland 16 mei 1791; vaandrig 19 maart 1792; demissie 3 maart 1795 en naar het Rassemblement van Z.K.H. den Prins van Oranje. Hij is geëmigreerd naar Duitsland omdat hij niet, gelijk zovelen, in Fransen dienst wilde overgaan bij de overheersing der Fransen in ons land. Hij heeft dientengevolge Engelsch tractement of allowanoe genoten tot 23 januari 1814, toen hij 1e Luitenant werd bij het 4e Regiment Hussaren no. 6, 1815; pensioen ingaande 1 maart 1819. Hij was 1e Luitenant der Hussaren gecommandeerd door Lt. Kolonel Boreel; "werd verminkt door het vijandelijk lood bij Waterloo" en op het slagveld gedecoreerd met de Militaire Willemsorde; gepensioneerd met den titel van Ritmeester. Hij huwde in 1801 met Susanna Elisabeth Sommer, geboren te Frankfort a.d. Main. Hij overleed te Tiel den 17den december 1835. Uit zijn huwelijk met Susanna Elisabeth Sommer is te Bochelt een dochter geboren, Emerentia, die op 28 mei 1875 ongehuwd te Utrecht is overleden.
Hermanus II Pauw, geboren te Utrecht den 10den oktober 1770, studeerde aldaar en werd in 1792 predikant te Renkum en Heelsum. Op 5 augustus 1794 huwde hij in de Domkerk te Utrecht met Sara Maria Wolterbeek. (Sara Maria Wolterbeek werd geboren te Zutfen den 5den juli 1771 en overleed te Arnhem den 31sten mei 1838. Hare ouders waren Johannes Wolterbeek, predikant te Utrecht, die haar huwelijk inzegende, en Anna Maria Brossel, beiden overleden tussen 5 augustus 1794 en 5 augustus 1819. Otto Conradus Wolterbeek, predikant te Utrecht, was een broer van haar. Hij huwde den 30sten maart 1796 met Geertruida Budde; zijn 50-jarige evangeliedienst werd gevierd te Utrecht op 31 maart 1833. Een andere broer van haar was Jan Isaac Wolterbeek, Ridder der Orde van den Nederlandschen Leeuw, Dr. en Prof. in de medicijnen te Utrecht en vader van den Heer J.G.W. Wolterbeek, die woonde in de Hamburgerstraat 21 te Utrecht,-najaar 1965 pension Schilt-en gehuwd was met mejuffrouw Soblet, uit welk huwelijk verscheidene kinderen werden geboren. Een dochter uit dit huwelijk was Louise Wolterbeek, weduwe van den tijdens een lustrum jong gestorven Heer Bruno, die tot haar dood den 2den november 1930 in dit huis aan de Hamburgerstraat 21 heeft gewoond.)
In 1798 werd Hermanus II Pauw predikant te Krommenie, in 1802 te Breda en in 1806 te Brielle. Den 15den mei 1814 werd hij vereerd met de Brielsche Medaille, op last van den Souvereinen Vorst geslagen en slechts aan 15 personen uitgereikt voor bij de verlossing van Den Briel uit handen der Franschen in 1813 betoonde moed en vaderlandsliefde. In november 1813 is zijn huis te Brielle door de Franschen overrompeld. Het moedig gedrag van zijn vrouw daarbij is beschreven in het werk "Levensbeschrijving van Beroemde Vrouwen uit vroegeren en lateren tijd", art Sara Maria Peuw, geb. Wolterbeek en bij J. Konijnenburg, Nationaal Gedenkboek van 1813. Den 18den november 1815 werd Hermanus Pauw benoemd tot Ridder van den Nederlandschen Leeuw. Laatst was hij protestants hofpredikant te Brussel van 1816 tot de omwenteling van augustus 1830. Het Hof hield afwisselend verblijf in Den Haag en in Brussel; bevond het zich in laatstgenoemde stad dan deed hij bij Willem I dienst als hofprediker. Tengevolge van de omwenteling in de Zuidelijke Gewesten van het voormalige Koninkrijk der Nederlanden ontving hij op zijn verzoek bij Z.M. besluit van 13 februari 1831 eervol emeritaat "Brussel ontwijkende, dezen zetel des gewapenden, zoo hoogst midadigen als zeer ontdankbaren opstands en de Leeden der zoo bloeiende Gemeente met hem, slechts weinigen uitgezonderd". Hij heeft daarna gewoond te Doesburg en Arnhem en de laatste 15 jaren zijns levens te Breda, waar hij op 23 februari 1856 is overleden. Hij is in de laatste jaren zijns levens nog meermalen als predikant opgetreden, o.a. te Apeldoorn, waar hij in 1824 de Nieuwe Prot. Kerk-het geschenk van Koning Willem I-inwijdde, en te Krommenie, waar hij nog in 1848, oud 78 jaren, voor zijn vroegere gemeente preekte. Omstreeks 1790 had hij een neef, S. Sander, Heere van Drakensteyn en de Vuursche; conform diens tekening voor in het album amicorum van H. Pauw van anno 1787.
Uit het huwelijk van Hermannus II Pauw en Sara Maria Wolterbeek sproten 12 kinderen, van wie de meeste doodgeboren of zeer jong gestorven zijn. Cf. hieromtrent de uitvoerige genealogie van het Geldersche Geslacht Pauw, pag. 12 tot en met 16. Het eerste kind was Emerentia Maria, genoemd naar haars vaders moeder en grootmoeder, geboren te Utrecht den 17den april 1795. Zij werd aldaar door haar vader gedoopt den 3den mei 1795 en is overleden te Delft den 12den mei 1865. Den 10den oktober 1826 werd zij in dan echt verenigd en door Ds. Hermannus Pauw ingezegend met Jacobus Wilhelmus Timmerman, eerste Luitenant hier te lande, zoon van den Generaal-Majoor Pieter Joseph Timmerman, voor of in 1843 overleden, en van Theodora Elisabeth Bisdom, geboren te 's-Hertogenbosch den 25sten september 1764 en overleden te Oudshoorn den 23sten april 1844, dochter van Mr. Karel Jan Bisdom, geboren te 's-Gravenhage, ontvanger der convoyen en licenten, schapen van 's-Hertogenbosch en aldaar overleden den 22sten november 1803, weduwnaar van Jonkvrouwe Henrietta Charlotta Louisa Storm van 's-Gravesande (dochter van Jonkheer Mr. Ewoud Hendrik Storm van 's-Gavesande en van Johanna Charlotta Baronesse Boyd van Kilmarnock) en van Agneta Anna Verspijck, geboren te 's-Hertogenbosch den 21sten augustus 1736 en aldaar overleden den 12den Februari 1825. Cf. voor de verdere gegevens betrekkelijk de families Bisdom en Wijckerheld de pagina's 23 en 24 van gemelde genealogie.
Het vierde kind was Johannes Marius, genoemd achtereenvolgens naar zijn grootvader en grootmoeder, geboren te Krommenie den 9den november 1798, door zijn vader gedoopt den 11den november 1798. Volgt.
Het vijfde kind was Thomasia Dionisia, genoemd naar haar grootvader, geboren te Krommenie den 7den mei 1800, door haar vader gedoopt den 9den of den 18den mei 1800. Na het overlijden van haar vader in 1856 heeft zij Breda verlaten en heeft zich in 's-Gravenhage, Kampen en later wederom in 's-Gravenhage gevestigd, waar zij ongehuwd is overleden den 17den maart 1871 aan "buitengewoon hevige pokziekte. Zij was ingeënt geweest, doch had zich gedurende de pokkenepidemie uit vrees voor onzuivere stof niet durven laten herinenten". Haar portret bevindt zich in het familie-album.
Het achtste kind was Anna Maria, genoemd naar haar grootmoeder, geboren te Breda op 14 januari 1805, gedoopt den 19den januari 1805. Zij werd op 18 augustus 1832 te Doesburg in den echt verenigd, door Ds. Hermannus Pauw kerkelijk ingezegend, met Daniel ten Cate, geboren te Grootzundert den 22sten april 1804, zoon van Henricus Gerhardus ten Cate, predikant van Zundert en Rijsbergen; werd 1e Luitenant den 14den augustus 1831. Hij was Ridder der Militaire Willemsorde, benoemd bij Koninklijk Besluit van 3 februari 1832, no. 112. In 1830 bij het verenigde leger tegen den opstand in België heeft hij bijzonder uitgemunt. Hij werd den 26sten oktober 1830 te Antwerpen gewond. Anna Maria Pauw is overleden in Oost-Indië op 2 augustus 1860. Zie voor de verdere gegevens betrekkelijk hun twee kinderen en de families Ten Cate en Van Vleuten de pagina's 25 en 26 van gemelde genealogie.
Het twaalfde en laatste kind was Otto Conradus Geertruidus, genoemd naar zijn oom en tante, geboren te Brielle den 1sten april 1815, aldaar door zijn vader gedoopt den 7den mei 1815; ongehuwd overleden tussen Kaapstad en Batavia den 21sten januari 1841 en in zee begraven.
Johannes Marius Pauw, geboren den 9den november 1798 te Krommenie en overleden den 10den februari 1879 te Kampen. Den 6den november 1822 zijn te Namen in den echt verenigd en door Ds. Hermannus Pauw kerkelijk ingezegend: Johannes Marius Pauw en Janneke (Johanna) Dolleman.
(De grootvader van Janneke (Johanna) Dolleman was Deonisius Dolleman, Majoor der Infanterie, geboren den 3den mei 1730. Haar grootmoeder was Johanna Gezina de Bruyn. Uit het huwelijk van Deonisius Dolleman en Johanna Gezina de Bruyn zijn 5 kinderen geboren, van wie het eerste kind was Gerrit Maurits Dolleman, Kolonel-Kommandant van Namen, later bevorderd tot Generaal. Gerrit Maurits Dolleman is twee maal getrouwd geweest. Eerst met Aafke Blok en daarna met Elisabeth Zubli. Uit het eerste huwelijk sproten 7 kinderen, van wie het
vierde kind was Janneke (Johanna) Dolleman voornoemd, geboren 22 mei 1797 en overleden te Naarden op 29 oktober 1829. Het vijfde kind was Dientje, gehuwd met den befaamden Ds. Roldanus, uit welk huwelijk 6 kinderen zijn geboren. Een der kinderen uit dit laatste huwelijk is gehuwd met F.C.M. Groshans, rijksontvanger der directe belastingen, invoerrechten en accijnsen te Oldenzaal, uit welk huwelijk verscheidene kinderen. Uit het tweede huwelijk van Gerrit Maurits Dolleman met Elisabeth Zubli sproten 4 kinderen. Zie voor de gegevens dienaangaande en betrekkelijk de familie Zubli uit St. Gallen in Zwitserland afkomstig en in de tweede helft van de 18e eeuw naar Holland gegaan, de pagina's 18 en 19 van gemelde genealogie.)
Vóór zijn huwelijk met Janneke Dolleman, en wel op 3 april 1822 duelleerde Johannes Marius Pauw met den Heer Raimond, voormalig officier ook in Nederlandschen dienst, op pistolen naar aanleiding van een twist over de taalkwestie. Het geschil was ontstaan in het Logement het Hotel Wellington te Gend in België. Zijn secondant was de 2e Luitenant-Ingenieur Carsten, in uniform gekleed. Het duel vond plaats op een stuk weiland achter de coupure langs en tegen de rivier de Leye; rode stip op het Plan van Gend. Zie voor "de vreesselyke zelfstryd" waarin Pauw alstoen verkeerde-niet te mogen doden en zich bij afwijzen van het duel prijsgeven aan de algemene verachting, waarin zijn verloofde zou delen-en de wetten des duels, de zeer uitvoerige beschrijving van dit tweegevecht en zijn voorgeschiedenis, in het geschrift hierover van 13 pagina's. Pauw en Raimond bleven ongedeerd. Na afloop reikten zij elkaar de hand.
Johannes Marius Pauw werd den 9den juli 1814 Cadet voor de Artillerie en Genie aan de artillerie- en genieschool te Delft; den 24sten juni 1816 2e Luitenant-Ingenieur en den 20sten maart 1831 1e Kapitein-Ingenieur. Door Emerentia Zwanenbeek, weduwe van Thomas Dionisius Pauw, was het verlangen geuit om de namen Pauw en Zwanenbeek samen te voegen, hetgeen eerst in 1837-38 gebeurde wijl haar zoon Nicolaas Zwanenbeek Pauw, die de naam Zwanenbeek, vroeger Swanenbeek, als voornaam voerde, was overleden op 17 december 1835. Diensvolgens heeft J.M. Pauw den 6den augustus 1838 nevens zijn geslachtsnaam dien van Zwanenbeek, vroeger van Swaanenbeek, aangenomen voor zich en zijn nakomelingen, namelijk voor zijn eventuele nakomelingen na den 6den augustus 1838, dus niet voor de kinderen uit zijn gemeld eerste huwelijk met Janneke Dolleman. De vergunning tot het voegen van de geslachtsnaam van Zwanenbeek nevens die van Pauw is verleend den 22sten april 1837.
Uit het huwelijk van Johannes Marius Pauw en Janneke Dolleman sproten 5 kinderen! 1e Sara Maria, geboren te Gent in België, den 22sten september 1823, aldaar in de Protestantsche Kerk gedoopt door Ds. Hermannus Pauw den 19den oktober 1823 (volgt) 2e Aafke, geboren te Utrecht den 22sten augustus 1824, aldaar door Ds. Otto Conradus Wolterbeek gedoopt den 19den september 1824 en aldaar overleden den 11den december 1824. 3e Aafke, geboren in het Fort Admiraal Dirkszoon aan Den Helder den 1sten oktober 1825 en aldaar overleden den 16den december 1825. 4e Aafke, geboren op 6 juli 1827, gedoopt in Den Helder op 19 augustus 1827 door haar grootvader H. Pauw, predikant te Brussel. Hermannus, geboren te Naarden op 12 oktober 1829, overleden aldaar den 15den oktober 1829, ongedoopt. "Zijne brave moeder volgde hem naar den Hemel den 29sten oktober 1829".
Johannes Marius Pauw werd den 4den november 1830 overgeplaatst van Bergen op Zoom naar Lillo waar hij tot 4 januari 1832 heeft gediend, alstoen overplaatsing naar Maastricht. Op de forten Lillo en Liefkenshoek was hij Eerstaanwezende en Commanderend Officier der Genie. Gedagtekend uit Breda den 13den oktober 1831, no. 625, had door den Kolonel-Directeur der 4e Fortificatie-Directie van der Wyck aan de Algemene Directie der Genie te 's-Gravenhage plaats de voordracht van eenige Officieren der Genie in de 4e Fortificatie-Directie, die door kunde, yver en trouwhartige vervulling hunner belangryke dienst-pligten gedurende den tyd van het in staat van verdediging stellen van de vestingen in die Directie zich waardig hebben gemaakt om op eene uitstekende wyze beloond te worden". "Daarbij worden o.a. voorgedragen tot Ridders der Militaire Willemsorde voor de vesting Breda Majoor-Ingenieur Michael Witsenborg (volgt) en voor de Forten Lillo en Liefkenshoek de 1e Kapitein-Ingenieur Johannes Marius Pauw. Zie portefeuille over Lillo. Van deze zo vererende voordracht is evenwel niets gekomen".
Op 14 september 1836 werd door Johannes Marius Pauw ontvangen een gedrukte brochure ten titel voerende: "Merkwaardigheden voor de Geschiedenis van den Belgischen Opstand, behelzende eene nauwkeurige opgave der belangrijkste voorvallen te Antwerpen en op deszelfs Citadel, alsmede een verslag der krijgsverrichtingen op de forten Lillo en Liefkenshoek enz. te Utrecht bij L.E. Bosch, 1836 in 8e". In deze brochure wordt Pauw van lafheid beschuldigd. Bij vonnis van de Regtbank van Eersten Aanleg zittende te Amsterdam d.d. 8 juni 1837 werd de schrijver van de brochure de Markies George Anne Christiaan Willem de Thouars deswege ter zake van het wanbedrijf van laster gecondemneerd tot een "gevangenzetting in een huis van correctie voor den tijd van eene maand, tot betaling eener geldboete ten bedrage van f. 25,- en in de kosten van den processe met ontzegging gedurende den tijd van vijf jaren na het uiteinde van zijn straf van de uitoefening der rechten bij art. 42 van het Wetboek van Strafrecht omschreven". Blijkens brief van 18 december 1837 no. 824 van den Procureur-Crimineel over de provinciën Noord-Holland en Utrecht" is de gevangenisstraf aan den veroordeelde niet kunnen worden geëxecuteerd daar hij zich had geabsenteerd en over de grenzen van het Rijk schuil hield. Het vonnis is opentlijk gepronuncieerd geworden". "Een neef van Pauw, Mr. J.W.H. Conrady, Kommandeur van den Nederlandschen Leeuw, President van het Hoog-Militair Gerechtshof diende hem van raad in bedoelde strafzaak". Johannes Marius Pauw werd den 16den mei 1842 na op non-activiteit gesteld te zijn, gepensioneerd.
Naar aanleiding hiervan ontstond een uitvoerige correspondentie. In een adres d.d. 18 november 1841 verklaarden o.m. de navolgende autoriteiten te Groningen, waar hij toen in dienst was, in verband met deze op non-actiefstelling "met diepe smart te zijn aangedaan": P. Hofstede de Groot, Hoogleeraar in de Godgeleerdheid, H. Nienhuis, Hoogleeraar in de Regten, S. Baert de la Faille, Hoogleeraar in de Geneeskunde, H.R. Hayunga, oud-President van het Gerechtshof te Suriname, H. de Ranitz, wethouder van Groningen, G.J. Meyer, Hoogleeraar in de Litt. Faculteit, G.J. Keizer, Lid der Gedeputeerde Staten, G.J. van Kinschot, Luitenant Colonel, Militiecommissaris, L.G. Pareau, Theol. Prof., W. Muurling, Theol. Prof., Th. van Swinderen, professor in de Faculteit van Wis- en Natuurkunde en C. Star Numan, Hoogleeraar in de Rechtsgeleerdheid. Het baatte niet. Gelijk Z.M. de Koning Willem II letterlijk zeide: "Ja, ik weet het, je bent te eerlijk geweest". Pauw had ter zake van door hem gedane aanbestedingen kwesties gehad met mensen die het niet zo nauw namen. D.d. 4 oktober 1845 verleende de Koning Pauw deswege audiëntie. Zij vond plaats te Ruurlo op den Huize Ruurlo, waar Z.M. bij den Gouverneur van Gelderland verbleef.
Het verloop is zeer uitvoerig beschreven in 6 pagina's. Sara Maria Pauw voornoemd, dochter van Johannes Marius Pauw en Janneke Dolleman, geboren te Gent den 22sten september 1823, huwde te Kampen, door Ds. Rambonnet kerkelijk ingezegend, met Nioolaas Houwink van Nes, zoon van David Nicolaas (Houwink) van Nes. Laatstgenoemde, gehuwd met Catharina Hoog, en afstammende van het "bekende" geslacht der van Nessen, was de zoon van Petrus Johannes van Nes, apotheker te Leeuwarden, geboren den 18den januari 1785 en overleden te Hattem den 4den juli 1831. David Nicolaas (Houwink) van Nes huwde den 7den september 1811 met Catharina Johanna Hoog, geboren in 1790 te Amersfoort. Zij was een dochter van Thomas Hoog (1763-1829) predikant sedert 1787, gehuwd (2 december 1788) met Johanna Maria Scheltus, dochter van de Amersfoortse burgemeester Isaac Scheltus. Conform voor de geslachten Van Nes en Hoog respectievelijk de Bijdrage van de Luitenant-Kolonel N. Scheltus te Rotterdam d.d. 1865 Overdruk uit de Rott. Hist. Bladen en het Familieboek van het geslacht Hoog. De hierna te noemen genealoog Hermannus Pauw plaatst de naam Houwink eenmaal tussen haakjes; er is namelijk verschil van mening over de vraag of Houwink als een geslachtsnaam dan wel als een voornaam moet worden aangemerkt.
Voor beide standpunten kunnen argumenten worden aangevoerd. Vroeger bedienden vele leden van het geslacht van Nes zich van deze naam als achternaam, wat ook nu (1965) nog het geval is. Onze Taal, maandblad van het genootschap Onze Taal-gemotiveerd bericht van 1965-noemt de naam Houwink een geslachtnaam. Sara Maria Pauw overleed den 4den december 1865. Uit haar huwelijk met Nicolaas Houwink van Nes sproten 6 kinderen, van wie het derde kind was Petrus Johannes van Nes, geboren te Amersfoort den 31sten januari 1861, ambtenaar bij het Ministerie van Oorlog te 's-Gravenhage en kunstschilder, overleden te Soestdijk den 13den juli 1936. Hij huwde den 11den oktober 1894 te 's-Gravenhage met Johanna Susanna Sibilla Zwanenbeek Pauw, geboren te Kampen den 4den Juli 1862 (volgt). Uit dit huwelijk is geboren Jan van Nes, geboren te 's-Gravenhage den 30sten augustus 1895 (volgt).
Johannes Marius Zwanenbeek Pauw huwden den 14den september 1859 ten tweeden male. Op dien dag is hij te Kampen in den echt verenigd -door Ds. Dwars kerkelijk ingezegend-met Gezina Anna Witsenborg.
(Zie voor deze laatste familie het "Geslacht-Register van Eenige Voornaame, Meestal Drentsche Familien, opgesteld door den Heer Nantoo Ampsingh, Gesworen der Stadt Groningen, in den jare 1768 en voortgezet door den Heer Mr. Everhard Jan Witsenborg" (volgt). Het vroegste in dit Register voorkomende lid der familie is Roelof Witsenborg. Uit diens huwelijk met Aleida Bartling werd den 8sten februari 1715 geboren Michael Witsenborg, overleden den 12den mei 1773. Michael Witsenborg, Predikant te Emmen, trouwde den 13den augustus 1748 met Henrica Johanna Carsten, geboren den 16den maart 1712 en overleden den laten februari 1761, dochter van Johan Carsten en Walradina Emmen. Johan Carsten is geboren den laten mei 1681 en overleden den 5den november 1739. Hij was doctor in de rechten, Ontvanger-Generaal en Ette van het Landschap Drente en trouwde der 27sten april 1711 te Zweelo met genoemde Walradina Emmen.
Uit het huwelijk van Ds. Michael Witsenborg en Henrica Johanna Carsten sproten 4 kinderen, van wie het vierde kind was Everhard Jan Witsenborg, hiervoor genoemd, geboren den 3den juli 1754 en overleden den 31sten januari 1847. Onder Wilhelmus den Vijfden promoveerde hij den 20sten juli 1776 te Groningen tot Utriusque Juris Doctor cum laude op het proefschrift Huur gaat voor Koop. De fraaie perkamenten promotiebul nog in ons bezit. Promotor was Joannes Cannegieter. Hij was o.m. Scholtus van Zuidwolde en 't Hoogeveen en Raad in den Hove van Justitie van het Landschap Drente. Hij trouwde den 23sten december 1785 te Oosterhesselen met Gezina Anna Homan, dochter van Joannes Homan, utriusque juris doctor, Scholtus van Norg en Johanna van Rikkinga. Gezina Anna Homan is geboren den 18den april 1766 en overleden den 22sten februari 1821. Zie voor de verdere gegevens betrekkelijk de families Carsten en Homan het uitvoerige geslachtsregister hiervoor genoemd.
De echtelieden Everhard Jan Witsenborg en Gezina Anna Homan wonen op 't Hoogeveen en verwekten 5 kinderen. Het eerste kind was Michael Witsenborg, geboren den 9den oktober 1786 en overleden den 4den november 1852. Deze was generaal-majoor en een "vermaard vestingbouwkundige", Ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw. Hij huwde den 30sten juni 1817 te Alpen in het Pruisische met Johanna Susanna Sibilla Hagenberg, dochter van de predikant Franz Heinrich Hagenberg en Catharina Gertraud Schlickum, echtelieden te Büderich. Johanna Susanna Sibilla Hagenberg is geboren den 3den mei 1793 en overleden den 24 aten april 1866.
Everhard Jan Witsenborg en Gezina Anna Homan hebben verwekt 12 kinderen. Het derde kind, Gezina Anna Witsenborg, geboren te Groningen den 9den maart 1826 en overleden te 's-Gravenhage den 7den november 1900, is genoemd naar haar vaders moeder Gezina Homan en huwde den 14den september 1859 met Johannes Marius Zwanenbeek Pauw voornoemd. Het negende kind was Johanna Susanna Sibilla Witsenborg geboren den 25sten mei 1831 en gehuwd met Hendrikus Leonardus Oudendijk, wethouder der gemeente Kampen, zoon van den Kolonel Pieter Oudendijk en Jaooba Angenus Smits te Zwolle, welke echtelieden den 5den juli 1825 door het huwelijk zijn verenigd. Pieter Oudendijk heeft als kapitein Napoleons tocht naar Moskou en den overtocht over de Beresina meegemaakt en ontving van hem in verband hiermede het Legioen van Eer. Bij den terugkeer van den Prins van Oranje trad hij in Nederlandsen dienst en commandeerde tijdens de Belgische omwenteling het bataillon dat zich zo bijzonder onderscheidde bij het beleg door de Fransen van de Citadel van Antwerpen. Hij ontving hiervoor van Z.M. Koning Willem I de Militaire Willemsorde.
Uit het huwelijk van H.M.L. Oudendijk en J.S.S. Witsenborg sproten o.m. Karel Eduard Oudendijk, geboren te Kampen den 21sten augustus 1872 en overleden te 's-Gravenhage den 23sten maart 1955, weduwnaar van Johanna Billau (uit zijn huwelijk met haar zijn twee kinderen nog in leven; de zoon Karel Eduard overleden den 20sten januari 1960 op den leeftijd van 48 jaren), generaal-majoor der Artillerie, voorzitter van de Koninklijke Nederlandsche Vereeniging Ons Leger, voorzitter van de afdeling 's-Gravenhage van het Algemeen Nederlandsch Verbond, Ridder in de Orde van Oranje-Nassau met de Zwaarden, Ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw, alsmede Willem Jacob Oudendijk, geboren te Kampen den 22sten juli 1874 en overleden te Warnsveld den 22sten november 1953. Hij was gezant en buitengewoon gevolmachtigd minister in China, Rusland en Perzië. Fungeerde te Peking jarenlang als Deken van het Corps Diplomatique aldaar. Hij huwde den 27sten november 1911 met Margaret Fuller, logerende op de Britsche Legatie te Teheran. Hij werd wegens zijn verdiensten bij de waarneming van de Britse belangen tijdens de Russische revolutie door Z.M. King George "Knight Commander of St. Michael and St. George" gemaakt. Zijn echtgenote werd "Dame Commander of the British Empire". Hij schreef memoires. Afgezien van hem verleende buitenlandse grootkruizen was hij Commandeur en Officier in de Orde van Oranje-Nassau en Ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw. Het huwelijk bleef kinderloos.
Het elfde kind was Johann Heinrich Witsenborg, geboren den 25sten juli 1835, overleden te Breda den 22sten mei 1909. Hij huwde den 4den maart 1862 of 1863 met Henriette Albertine van der Hucht, geboren den 23sten november 1837 en overleden den 1sten januari 1912 te Breda. Haar zuster, mejuffrouw B.L.W. van der Hucht, Ridder in de Orde van Oranje-Nassau, was de stichtster van de kwart-guldenvereniging. Uit het huwelijk van Johann Heinrich Witsenborg en Henriette Albertine van der Hucht zijn twee dochters geboren: Johanna Susanna Sibilla, geboren den 15den februari 1864 te 's-Gravenhage en Johanna Constance Witsenborg, geboren te 's-Gravenhage den 14den december 1866, overleden respectievelijk den 3den mei 1932 en den 18den december 1948 te Amersfoort en te Rijswijk (Z.-H.) Johanna Sibilla Witsenborg huwde den 15 mei 1888 te Breda met Jonkheer J.W.F. van Schmidt auf Altenstadt, zoon van den Gouverneur van Suriname, Kolonel der Marechaussee, geboren den 7den augustus 1852 te Paramaribo en overleden den 28sten december 1936 te Amersfoort.
Uit dit huwelijk zijn drie kinderen geboren van wie een dochter nog in leven. De oudste zoon, Jonkheer J.G.O.S. von Schmidt auf Altenstadt, geboren te Breda den 11den april 1889 is den 11den augustus 1948 te Zwolle overleden. De jongste zoon Johann Heinrich von Schmidt auf Altenstadt, geboren te Breda den 7den juli 189.. is den 2den september 1946 te Haarlem overleden. Johanna Constance Witsenborg huwde te Breda met W. Verhey, Majoor bij de Artillerie, geboren den 13den juli 1862 en overleden den 7den februari 1919 te Rijswijk (Z.H.). Uit dit huwelijk is een zoon geboren die nog in leven is.
Uit het huwelijk van Johannes Marius Zwanenbeek Pauw en Gezina Anna Witsenborg zijn geboren drie kinderen. Het eerste kind was Hermannus Zwanenbeek Pauw, genoemd naar zijn grootvader, geboren te Kampen den 27sten maart 1861 en ongehuwd overleden aldaar den 22sten maart 1884, cadet voor het wapen der Artillerie aan de Koninklijke Militaire Academie te Breda den 17den oktober 1877; op verzoek, omdat de militaire dienst hem mishaagde, eervol ontslagen den 2den januari 1879; daarna zich gewijd aan genealogische studiën. Het tweede kind was Johanna Susanna Sibilla Zwanenbeek Pauw, genoemd naar haar grootmoeder, geboren te Kampen den 4den juli 1862, overleden te 's-Gravenhage den 21sten juni 1908. Zij huwde den 11den oktober 1894 met Petrus Johannes van Nes voornoemd, uit welk huwelijk is geboren Jan van Nes voornoemd, geboren te 's-Gravenhage den 30sten augustus 1895. Zij was in het begin van deze eeuw te 's-Gravenhage een voorvechtster voor den vrede en zeer sociaal gericht. Zie haar levensbericht in "Herwonnen Levenskracht" van 1908.
Het derde kind was Johannes Marius Zwanenbeek Pauw, geboren te Kampen den 18den september 1863, adelborst 3e klas voor den zeedienst aan het Koninklijk Instituut voor de Marine te Willemsoord den 1sten september 1878; adelborst 2e klas den 1sten september 1880; bij Z.M. Besluit van den 31sten juli 1882, no. 36, benoemd tot adelborst der 1e klas; den 16den oktober 1884 bevorderd tot Luitenant ter Zee 2e klasse. Op 22 augustus 1890 overleed hij ongehuwd "tengevolge van het omslaan tijdens een stevige bries van een marinesloep, die ter reede van Texel zeilde". Zie de beschrijving van de indrukwekkende begrafenis en het in Memoriam in het Marineblad, 4e Aflevering, 5e Jaargang van 1890.
Aantekening.
Dit tweede blad betrekkelijk de familie van mijn moeder Johanna Susanna Sibilla Zwanenbeek Pauw en van mijn grootmoeder van vaderszijde Sara Maria Pauw is tijdens den laatsten oorlogswinter 1944-45, toen te Tiel de oorlog woedde, verloren gegaan. Het was geschreven door mijn oom Hermannus Pauw. In het najaar 1965 na mijn afscheid als kantonrechter te Tiel op 31 augustus 1965, is het door mij opnieuw opgesteld en aangevuld met de sinds zijn dood in 1884 bekend geworden gegevens. Het tussen aanhalingstekens geplaatste is in hoofdzaak afkomstig van mijn genoemden oom en van mijn grootvader, zijnde van vaderszijde tevens mijn overgrootvader.
Ik heb mij bij het vermelden van de feiten zeer beperkt; wel had m.i. op het eerste blad, eveneens door mijn oom opgesteld, nog kunnen zijn opgenomen, dat Thomas Dionisius Pauw, notaris te Utrecht, die gelijk daarvermeld "zonder eenige de minste wettige reedenen ten waare de politique denokenswyze uit zyn ambt wierd geremoveerd-hij was prinsgezind-en 't zelve met ultimo maart 1796 moetende nederleggen. Omdat het hem ondoenlyk zoude geweest zyn eensklaps uit zodanig werok in eene geheele werckloosheydt te geraken, den Bybel is gaan uitschryven, hetwelck door hem begonnen is op den laten april 1796 en op den 3den januari 1797 en dus in den tydt van negen maanden en drie dagen voleyndt". Er bestaat slechts een vijftal geschreven bijbels in Nederland. Deze bijbel is tijdens den Belgischen opstand uit ons bezit geraakt en eerst eind 1838 door onze familie (voor f. 70,26) weer teruggekocht. Zie de voorin liggende correspondentie met den heer van Mossevelde te Brussel. In den laatsten oorlogswinter is zij mede ter evacuatie geweest. Wij wandelden van 20 januari tot 1 februari 1945 van Tiel naar Breukelen, waar wij op Huize Vecht en Rhyn door de familie de Freytag-Barmen 't Loo liefderijk zijn opgenomen. Na de bevrijding is de bijbel onbeschadigd weer te Tiel teruggekeerd.
Mr. J. van Nes
Tiel, St. Walburg 5.

Kenmerken

Verversingsgraad:
onregelmatig
Taal:
Nederlands
Openbaarheid:
Onbeperkt
Omvang in meters:
1
Categorie: