In 1911 werd in Varsseveld en Winterswijk door de Geldersche en Overijsselsche Maatschappij van Landbouw (later Geldersche Maatschappij van Landbouw; GLM) gestart met de eerste landbouwhuishoudcursussen. De duur van die cursussen, die daarna overal in de provincie werden gegeven, in vaak gebrekkige lokaliteiten, was twee maanden, gedurende twee middagen per week. Het leerplan was sterk afgestemd op de werkzaamheden op de boerderij. In de jaren twintig van de vorige eeuw kwamen er hier en daar 'blijvende of vaste cursussen' in meer geschikte lokalen en werden de leerplannen zodanig aangepast dat ze meer geschikt werden voor alle plattelandsmeisjes. Aangezien de animo voor de cursussen wat verliep streefde de GLM eind jaren twintig naar de oprichting van echte scholen met dagelijks onderwijs. De eerste landbouwhuishoudschool werd in 1928 in Doetinchem geopend. Na de tweede wereldoorlog nam deze vorm van onderwijs een grote vlucht, niet in de laatste plaats door de verlenging van de leerplicht. In 1961 waren er in Gelderland al 32 scholen met in totaal bijna 6500 dagleerlingen en 2800 cursisten. De scholen werden gesticht door allerlei organisaties, niet alleen door de GLM.

Op 9 juni 1931 had op initiatief van mevr. Cambier van Nooten te Zaltbommel de eerste vergadering plaats van het ‘Dames-Comité ter bevordering van het Huishoudonderwijs voor Zaltbommel en Omstreken’. In september van datzelfde jaar begonnen de eerste naai- en knipcursussen en in begin 1932 in samenwerking met de Gelderssch Overijsselsche Maatschappij van Landbouw de eerste kooklessen. Toen al werd de wens uitgesproken dat het zou komen tot de oprichting van een echte huishoudschool. In de daarop volgende jaren werden langzamerhand de lessen steeds uitgebreider. In september 1941 startte een tweejarige Landbouwhuishoudschool. Er werd gedurende drie dagen per week les gegeven in koken, knippen, naaien en verstellen, kinderverzorging, huishoudelijk werk en in algemeen vormende vakken. De cursussen in de avonduren bleven daarnaast bestaan. De Huishoudschool werd gevestigd in drie lokalen van de openbare lagere school nr. II, Nonnenstraat 17 (in de volksmond de Rikkerschool genoemd). Daar werden eerder al de avondcursussen gegeven.

In 1953 werd begonnen met de bouw van een nieuwe landbouwhuishoudschool aan de Oude Bosscheweg te Zaltbommel. De school, die in gebruik werd genomen bij de aanvang van het schooljaar 1954/1955 bleef onder auspiciën staan van de Geldersche Maatschappij van Landbouw (GML) en kreeg de naam ‘Prinses Irene’. Het gebouw was een ontwerp van het Arnhemse architectenbureau Gerritsen en Cramer en het werd gebouwd door aannemersbedrijf Van Erp uit Kerkdriel. De school kreeg een primaire opleiding van twee jaar met de mogelijkheid tot vervolgcursussen. Ook de avondcursussen voor volwassenen werden voortaan hier gegeven. De leiding van de school was in handen van een door de GML ingestelde Commissie van Beheer. Na twee basisjaren konden de leerlingen voortaan kiezen uit drie afstudeerrichtingen: verzorging, mode en kleding en administratie (kantoor en verkoop). Het bestuur van de school werd gevormd door een Commissie van Beheer, overeenkomstig het Reglement voor het Landbouwhuishoudonderwijs van de GML. De Commissie bestond uit tenminste vijf leden, die werden benoemd door de GML.

Per 1 augustus 1987 kwam er een fusie tot stand tussen de R.K. L.H.N.O.-school St. Maarten te Kerkdriel (Noord-Brabantse Christelijke Boerenbond) en de Algemeen Bijzondere L.B.O.-school voor L.H.N.O. 'Prinses Irene' te Zaltbommel (Geldersche Maatschappij voor Landbouw). De school in Kerkdriel aan de Leyensteinstraat 4 werd daarbij opgeheven. Het bevoegde gezag van de school in Zaltbommel bleef de GML. De naam van de school veranderde na de fusie per 1 januari 1988 van Prinses Irene in De Hoeven.

De Wet op de Basisvorming, van kracht geworden op 1 januari 1993, dwong scholen met minder dan 240 leerlingen tot opheffing of tot fusie met andere scholen. De Hoeven zat net onder dat aantal leerlingen. In Zaltbommel voldeed ook de Christelijke MAVO niet aan die norm. Er werden fusiebesprekingen tussen alle scholen voor het voortgezet onderwijs in Zaltbommel opgestart. In 1994 werden de Algemeen bijzondere L.B.O. school voor HNO 'De Hoeven', de gemeentelijke scholengemeenschap voor Atheneum, HAVO en MAVO 'Buys Ballot', de Christelijke school voor MAVO en de 'De Waard' scholengemeenschap voor technisch en agrarisch onderwijs opgeheven en kwam een brede gemeentelijke scholengemeenschap voor VBO, MAVO, HAVO en VWO tot stand. De nieuwe school kreeg de naam 'Cambium' en werd gevestigd op drie lokaties. Naast de lokatie van de oude Buys Ballot aan de Courtine bleven ook de scholen van De Waard aan de Van Heemstraweg west en van De Hoeven aan de Oude Bosscheweg in gebruik.