Uw zoekacties: Archief van de Geërfden (dorpsbestuur), vanaf 1810 Dorpspold...

3068 Archief van de Geërfden (dorpsbestuur), vanaf 1810 Dorpspolder, Aalst, 1547 - 1954 ( Regionaal Archief Rivierenland )

Uitleg bij archieftoegang

Een archieftoegang geeft uitgebreide informatie over een bepaald archief.

Een archieftoegang bestaat over het algemeen uit de navolgende onderdelen:

• Kenmerken van het archief
• Inleiding op het archief
• Inventaris of plaatsingslijst
• Eventueel bijlagen

De kenmerken van het archief zijn o.m. de omvang, vindplaats, beschikbaarheid, openbaarheid en andere.

De inleiding op het archief bevat interessante informatie over de geschiedenis van het archief, achtergronden van de archiefvormer en kan ook aanwijzingen voor het gebruik bevatten.

De inventaris of plaatsingslijst is een hiërarchisch opgebouwd overzicht van beschreven archiefstukken. De beschrijvingen zijn formeel en globaal. Het lezen en begrijpen van een inventaris behoeft enige oefening en ervaring.

Bij het zoeken in de inventaris wordt de hiërarchie gevolgd. De rubrieken in de inventaris maken deel uit van de beschrijving op een lager niveau. Komt de zoekterm in een hoger niveau voor, dan voldoen onderliggende niveaus ook aan de zoekvraag.

beacon
 
 
Inleiding
1. Geschiedenis
3068 Archief van de Geërfden (dorpsbestuur), vanaf 1810 Dorpspolder, Aalst, 1547 - 1954
Inleiding
1.
Geschiedenis
In de Bommelerwaard boven de Meidijk waren gelegen de hoge heerlijkheden Ammerzoden en Well, Hedel en Nederhemert. Daarnaast lagen hier een aantal heerlijkheden, in welke de rechten van de heren beperkt waren en die, waar het de rechtspleging betrof, verenigd waren onder de Banken van Driel en Zuilichem (de ‘eningen’ van 1335). Deze zgn.’dagelijkse heerlijkheden’ waren Aalst, Bruchem, Delwijnen, Driel, Gameren, Hurwenen, Kerkwijk, Nieuwaal, Rossum en Zuilichem.
Zowel de dagelijkse als de hoge heren stelden gewoonlijk de (dorps-)schout aan benevens één van de twee buurmeesters de andere buurmeester werd gekozen door de geërfden. Ook de (dorps-)schepenen (gerichtsnaburen), armmeesters, kerkmeesters, enz. werden veelal, na verkregen voordracht, aangesteld door de heer. In Aalst stelde de heer tot aan de Bataafse Tijd steeds op St. Pieter (22 februari) twee buurmeesters aan, acht schepenen (gerichtsnaburen) en twee kerkmeesters.
Schout en buurmeesters vormden het dagelijks bestuur van de dorpen. Eén der voornaamste werkzaamheden van de buurmeesters was het zetten (omslaan) van de dorps- en ambtslasten. De buurmeesters beheerden de dorpskas en waren verantwoording schuldig aan de heer en de geërfden. Ook waren zij de aanbesteders van werken.
De geërfdenvergadering was het hoogste college in de dorpen. Zij werd samengeroepen voor de beraadslaging over en het nemen van beslissingen in belangrijke dorpszaken.
Voor armenzaken fungeerden de armmeesters (Heilige Geestmeesters), voor kerkelijke zaken de kerkmeesters, die ook weer verantwoording schuldig waren aan de heer, aan schout en buurmeesters en aan geërfden.
In de hoge heerlijkheden had de heer een grote stem in het kapittel op het terrein der administratie, terwijl hij de jurisdictie oefende door middel van zijn richter (schout) en schepenen. In de dagelijkse heerlijkheden bestonden ‘dagelijkse gerechten’ van schout en gerichtsnaburen (soms ook schepenen genoemd), met uiterst geringe competentie. Zoals reeds gezegd, hadden de Banken van Driel en Zuilichem daar de jurisdictie in handen. Deze banken werden gepresideerd door een richter, aangesteld door de ambtman en overigens kende elke bank een een college van twaalf schepenen.
De Hoge Dijkstoel in de Bommelerwaard en de (particuliere) dijkstoelen van Ammerzoden, Hedel. Nederhemert en Rossum zorgden voor het onderhoud van de dijdijken, De Hoge Dijkstoel vaardigde jaarlijks keurcedullen, cieringen, enz. uit. Dorpsschout en buurmeesters zorgden ervoor, dat de gedijkslaagden in hun dorpen voldeden aan de hun opgelegde verplichtingen.
Het probleem van de waterlozing noopte tot samenwerking van de belanghebbende dorpen. In 1320 verkregen de geërfden van Driel, Rossum en Hurwenen het recht tot het graven van de Drielse Wetering. De zaken met betrekking tot de wetering werden beheerd door zeven gezworen heemraden, van welke er vier gekozen werden door de geërfden en de heer van Driel, twee door de geërfden van Rossum en één door de geërfden van Hurwenen. Naderhand loosden die van Ammerzoden (uitgezonderd het Wellse Broek) en Hedel hun water eveneens op de Drielse Wetering .Ook zij stelden gedeputeerden aan voor weteringszaken. De gezamenlijke gecommitteerden hoorden de rekeningen af, welke werden gedaan door de buurmeesters van Driel. De weteringsbrief bepaalde dat de schouw plaats had door de gecommitteerde heemraden en de richter van Driel. Het recht van keur werd uitgeoefend door die van Driel.
In de jaren 1828-1831 werden er plannen beraamd tot de verbetering van de waterlozing te Aalst. Een speciale Molencommissie werd in 1831 ingesteld voor de polders op de Gemene Drielse Wetering ontlastende. Na de invoering van het Reglement op het Beheer der Rivierpolders in Gelderland (1838) werd deze Commissie ontbonden en het beheer van de Drielse Wetering overgenomen door de Dijkstoel van het Polderdistrict Bommelerwaard boven de Meidijk. Het archief van de Molencommissie werd overgenomen door het Polderdistrict. Het archief der oude administratie van de Drielse Wetering bleef berusten in het Archief van de Geërfden van Driel.
De tweede grote wetering in de Bommelerwaard is de Bommelse Wetering In 1321 confirmeerde graaf Reinald het recht tot het graven daarvan. Het betrof hier een samenwerking tussen magistraat en geërfden van Bommel en de geërfden van Bruchem, Kerkwijk, Delwijnen, Gameren en Nieuwaal.
In 1740 kwam een contract tot stand tussen Bommel en de vijf genoemde dorpen inzake het zetten van twee voormolens en enkele binnenmolens. Het beheer van de voormolens te Aalst werd opgedragen aan een commissie van drie leden, één uit Bommel, één uit Bruchem, Kerkwijk en Delwijnen en één uit Gameren en Nieuwaal. Het archief van deze Commissie is blijven berusten bij het Archief van de Geërden van het Bommelse Veld. In het archief van de Geërfden van Gameren bevindt zich een serie verschotzettingen betreffende de voormolens met de bijlagen van die zettingen, welke te Gameren gedaan waren.
(Het bovenstaande is grotendeels ontleend aan de inleiding in de hieronder behandelde inventaris van R.A.D. Renting uit 1954).
2. Archief
Bijlagen Inleiding
BIJLAGE: LIJST VAN BUURMEESTERS VAN AALST
Onderstaande lijst is ontleend aan de beschrijvingen in de inventaris van R.A.D. Renting uit 1954.
1646/1647 Willem Hendricksen en Cornelis Willemsen
1648/1649 Pouwel Aerts en Hendrick Leenderts
1649/1650 Aert Gysberts en Adriaen Cornelissen
1650/1651 Jan Hendricksen van Well en Cornelis Willemsen
1651/1652 Willem Aerts en Adriaen Eymerts
1653/1654 Peter Joosten en Aert Gysberts
1654/1655 Adriaen Cornelissen Haes en Jan Cornelissen Klop
1660/1661 Hendrick Leenderts en Dirck Gysberts
1663/1664 Hendrick Leenderts en Cornelis Adriaens
1666/1667 Adrien Eymerts en Wouter Adriaens
1667/1668 Jan van Teeffelen en Wouter Ariense
1668/1669 Cornelis Anthonissen en Jan Willemsen
1669/1670 Hendrick Willemse de Bie en Cornelis Sebastiaens Mol
1670/1671 Peter Aerts
1671/1672 Jan Pauwelijck en Arien den Doorn
1795 Dirk van Tuyl en Willem van Ballegoyen
1796 Wouter Klop en Hendricus Ruymschoot
1797 Hendricus Ruymschoot en Wouter Klop
1798 Wouter Klop en Dirk van Ballegoyen
1799 Dirk van Ballegoyen en Gerrit Oom
1800 Gerrit Oom en Dirk van Ballegoyen
1801 Dirk van Ballegoyen en Gerrit Oom
1802 Gerrit Oom en Dirk van Ballegoyen
1803 Dirk van Ballegoyen en Wouter Klop
1804 Wouter Klop en Dirk van Ballegoyen
1805 Wouter Klop en Jacob van Ballegoyen
1806 Jacob van Ballegoyen en (wijlen) Egbert Klop
1807 Dirk van der Zalm en Cornelis Peterse Klop
1808 Cornelis Peterse Klop en Dirk van der Zalm
1809 Wouter van Hemert en Cornelis van Tuyl
1810 Cornelis van Tuyl en Wouter van Hemert
1811 Dirk van Ballegoyen en Huibert van Os
1812 Huibert van Os en Hendrik van Ballegoyen
1813 Dirk van Tuyl en Dirk van Ballegoyen
1814 Dirk van Ballegoyen en Dirk van Tuyl
1815 Dirk van Ballegoyen en Bartolomeus Lammerman
1816 Bartolomeus Lammerman en Dirk van Ballegoyen
1817 Dirk van der Zalm en Arien Cornelisse Oom
1818 Arien Cornelisse Oom en Dirk van der Zalm
1819 Dirk van Tuyl en Cornelis van Ballegoyen
1820 Cornelis van Ballegoyen en Dirk van Tuyl
1821 Dirk van Tuyl en Cornelis van Ballegoyen
1823 Hendrik van der Zalm en Johannes Ooms van Os
1824 Johannes Ooms van Os en Hendrik van der Zalm
1825 Hendrik van der Zalm en Johannes Ooms van Os
1826 Johannes Ooms van Os en Hendrik van der Zalm
1827 Dirk van Tuyl en Cornelis van Ballegoyen
1828 Cornelis van Ballegoyen en Dirk van Tuyl
1829 Aart van Ballegoyen en Adrianus Koolhaas
1830 Adrianus Koolhaas en Aart van Ballegoyen
1831 Dirk van Tuyl en Cornelis van Ballegoyen
1832 Cornelis van Ballegoyen en Dirk van Tuyl
1833 Johannes van Os Hzn. en Adrianus Koolhaas
1834 Adrianus Koolhaas en Johannes van Os Hzn.
1835 Dirk van Ballegoyen en Gerrit van Os
1836 Gerrit van Os en Dirk van Ballegoyen

Kenmerken

Datering:
1547 - 1954
Verversingsgraad:
onregelmatig
Taal:
Nederlands
Omvang in meters:
9,12