Landdagsrecessen ( Gelders Archief )
1707 Gelderse Landdagsrecessen 1581-1798
Inventaris
1593
Landdag 17 maart - 30 maart 1593 te Zutphen
24 maart (zie Nota bene)
N.B. In 2000 Oud archief Arnhem, inv. nr. 4696, fol. 345 v. (scan 670) heeft de scribent per vergissing als datum "Sabbati den 29en Martij" (zaterdag de 29ste maart) genoteerd, in plaats van 24 maart.
N.B. In 2000 Oud archief Arnhem, inv. nr. 4696, fol. 345 v. (scan 670) heeft de scribent per vergissing als datum "Sabbati den 29en Martij" (zaterdag de 29ste maart) genoteerd, in plaats van 24 maart.

086 Everhardt van Rheydt, leengriffier en tweede secretaris van de kanselarij, presenteert een rekest namens de Rekenkamer met verzoek de Rekenkamer te machtigen tot liquidatie van de lening van 25.000 gulden plus interest die Gelderland nog schuldig is aan de voormalige stadhouder Jan van Nassau. Zie Nota bene.
Datering:
1593 maart 24
Notabene:
a. Voor de tegoeden van Jan van Nassau, zie de regesten 054 (1581), 205 (1581), 047 (1582), 032 (1583), 208 (1583), 107 (1588), 015, 034, 035, 111 en 136 (alle uit het jaar 1591) en 034 (1592). Het ging om een bedrag van 25.000 gulden, door Jan van Nassau voorgeschoten aan het gewest Gelderland.
b. Jan graaf van Nassau, een jongere broer van Willem van Oranje en stadhouder van Gelderland in de jaren 1578-1581. Voluit: Jan VI de Oude van Nassau-Dillenburg (Dillenburg, 1536 - Dillenburg, 1606). Zijn ouders waren Willem I de Rijke van Nassau-Dillenburg (1487-1559) en Juliana van Stolberg (1506-1580). Willem was graaf van Nassau-Siegen, Dillenburg, Hadamar, Herborn, Vianden en Dietz. In 1572 ging de Luthers opgevoede Jan van Nassau over tot het calvinisme en in 1578 voerde hij de calvinisering van het gewestelijk Gelderse bestuur door. Hij had grote moeite met de Fransgezinde politiek van zijn broer Willem en met de naar zijn oordeel veel te ongeregelde gang van zaken in de Gelderse Landdag, en vertrok daarom in 1581 terug naar Dillenburg.
c. Everhardt van Rheydt, tweede secretaris van de kanselarij en griffier van de lenen van 29 april 1579 tot 1 december 1595. Dat juist hij dit verzoek indient is geen toeval: vóór zijn benoeming tot secretaris en leengriffier bij het Hof was hij privésecretaris van Jan van Nassau.
d. Zie ook regest 124 (1593).
b. Jan graaf van Nassau, een jongere broer van Willem van Oranje en stadhouder van Gelderland in de jaren 1578-1581. Voluit: Jan VI de Oude van Nassau-Dillenburg (Dillenburg, 1536 - Dillenburg, 1606). Zijn ouders waren Willem I de Rijke van Nassau-Dillenburg (1487-1559) en Juliana van Stolberg (1506-1580). Willem was graaf van Nassau-Siegen, Dillenburg, Hadamar, Herborn, Vianden en Dietz. In 1572 ging de Luthers opgevoede Jan van Nassau over tot het calvinisme en in 1578 voerde hij de calvinisering van het gewestelijk Gelderse bestuur door. Hij had grote moeite met de Fransgezinde politiek van zijn broer Willem en met de naar zijn oordeel veel te ongeregelde gang van zaken in de Gelderse Landdag, en vertrok daarom in 1581 terug naar Dillenburg.
c. Everhardt van Rheydt, tweede secretaris van de kanselarij en griffier van de lenen van 29 april 1579 tot 1 december 1595. Dat juist hij dit verzoek indient is geen toeval: vóór zijn benoeming tot secretaris en leengriffier bij het Hof was hij privésecretaris van Jan van Nassau.
d. Zie ook regest 124 (1593).
Toegangsnummer:
2000 Oud archief Arnhem
Inventarisnummer:
Folionummer:
348 v. (scan 676)
Organisatie: Gelders Archief
laatste wijziging 13-02-2025