Tekst: Meer en meer breidt zich ook het Zuiden van onze hoofdstad uit; de rivierenwijk, begrensd door den Vaartschen Rijn, het Merwedekanaal en de Kruisvaart wordt langzamerhand een stad op zich zelf, waar duizende[n] Utrechtenaren een woonplaats vinden. Vanaf het dak van een der fabrieken aan den overkant heeft onze fotograaf de zaak in vogelvlucht bezien, en ons dunkt: het was de moeite waard. Kaarsrecht ligt op den voorgrond de Jutfaasche weg, daarachter begint een schier eindelooze zee van roode daken, zich verliezend in een wazige verte, waaruit flauw de Domtoren oprijst als een veilige baken. Rustig glijden op het water van den Rijn de schepen door de inundatiesluizen, op weg naar Rotterdam of het Rijnland. Zoo ziet men, ook in de groote stad ligt de schoonheid voor het grijpen; het gaat er maar om, wie haar weet te vinden.; Soort: onderschrift