Uw zoekacties: 1868/187De Hoge Raad van Holland bepaalt dat het beroep van ...

titel ( Hoogheemraadschap van Delfland )

beacon
 
 
Erfgoedstuk
I. Inventaris Oud Archief Delfland (OAD)
3. Bijlage: Regesten van charters
Taakuitoefening
waterkeringen
Charter
1868/187 1868/187De Hoge Raad van Holland bepaalt dat het beroep van het Hoogheemraadschap van Rijnland tegen de uitspraak van het Hof van Holland dat de hoogheemraden van Delfland bevoegd zijn tot naschouw van de landscheiding tussen deze hoogheemraadschappen, ongegrond is.
Datering:
1661 april 1
Overlevering:
Origineel
Samenvatting:
Dijkgraaf en hoogheemraden van Rijnland dienen een verzoek in om in beroep te kunnen gaan tegen een uitspraak van het Hof van Holland terwijl de termijn daartoe verstreken is. Het beroep heeft betrekking op een uitspraak over de ligging van de landscheiding tussen Delfland en Rijnland. Op 22 december 1656 bepaalde het hof dat de grens loopt vanaf Leidschendam noordwaarts, ten westen van het Huis van Couwenhoven, over de heerweg, noordwaarts langs de Zijde tot aan de Hoevenzijdwinde naar de Bezuidenhoutseweg, westwaarts langs de ambachtsgrens van Wassenaar. Als voorwaarde werd gesteld dat afzanding van de binnenduinen niet tot gevolg mag hebben dat de waterhuishouding van beide waterschappen wordt verenigd, maar altijd van elkaar gescheiden moet blijven middels een waterkering. Het hof verbood de twee partijen hier nog verder processen over te voeren. Op verzoek van het Hoogheemraadschap van Delfland heeft het hof op 27 november 1657 vastgelegd dat de in de sententie van 22 december 1656 genoemde landscheiding wordt gelegd, gekeurd en geschouwd door de hoogheemraden van Delfland. Volgens de uitleg van het Hoogheemraadschap van Rijnland van die sententie was de landscheiding tevens de juridictiegrens tussen beide hoogheemraadschappen en had Rijnland de bevoegdheid om er te keuren en te schouwen. Het had daarom een keur opgesteld waarin het verbood het gebied zodanig af te zanden dat het Hoogheemraadschap van Delfland wateroverlast zou ondervinden. Om duidelijkheid te verschaffen is op 12 april 1658 door het Hof van Holland opnieuw vastgelegd dat de landscheiding tussen beide hoogheemraadschappen loopt vanaf het noordeinde van de Hoevezijdwinde, over de Bezuidenhoutseweg, langs de weg tussen de woning van Vremans en De Man, over de Spiegeldijk, noordwaarts door de duinen naar de Roggewoning, westwaarts tot voorbij de woning van Van Wouw, noordwaarts tot aan de zee. Zie verder PDF-bestand onder 'Transcriptie'.
Bezegeling:
Uithangend zegel van rode was

Gebruik CTRL + scroll om te scrollen

Ga