12 januari 1898. Het metselwerk van de sluismuren, den vloer en van de vleugelmuren, is gereed. De stortbedden ter lengte van 15 meter uit de jokdorpels zijn gereed. De vloeddeuren elk met 4 tolkleppen liggen, evenals de stormdeuren gereed om ingehangen te worden. De 22inlaatopeningen bestaan uit: 2 riolen met 3.12 m2 doorsnede, 8 tolkleppen met 4.88 m2 doorsnede, te zamen 8 m2 doorsnede. De sluis heeft eene wijdte van 7.50 meter, eene lengte 27.76 meter en eene drempeldiepte van 2.60 m. D.P.
Gezichtspunt: omgeveer 25 meter zuidwaarts buiten het buitenfront op den tijdelijken rivierwaterkeerden dijk.

7 januari 1897. Toen de Vijfsluizen (de Kethelse-, de Vrijenbansche-, de Hof van Delftsche-, de Pijnackersche- en de Berkelsche sluis) door ouderdom waren vervallen, werden deze vijf sluizen afgebroken en in plaats daarvan tot deze groote sluis verbouwd in het jaar 1587. Zij is wijd 6,50 meter en heeft eene drempeldiepte aan de rivierzijde van 2,55 m. D.P. en aan de boezemzijde van 2,25 m. D.P. en heeft twee paar vloeddeuren , waarvan 1 paar met 1,50 m2 en een riool met 0,34 m2 inlaatopening. Deze sluis is thans na drie eeuwen zoodanig gescheurd en vervallen, dat zij in 1897 wordt afgebroken en door een geheel nieuwe sluis wordt vervangen.
Gezichtspunt: de tijdelijke rivierdijk op 30 meter bezuiden de sluis.