Uw zoekacties: Afbeeldingen (oud)

Afbeeldingen (oud)

beacon
5  zoekresultaten
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Foto
941 Het strijken van de seinmast bij het gemaal van de polder Berkel., 1961
Datering:
1961
Afmeting:
13,3 x 8,3
Materiaalsoort:
foto
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Foto
1083 Het opzetten of strijken van een seinmast vermoedelijk in de polder Zestienhoven., Z.j.
Datering:
Z.j.
Afmeting:
22,8 x 17,1
Materiaalsoort:
foto
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Foto
1063 De Poldervaart, de boezemkering en op de achtergrond het gemaal Schieveen met de seinmast, gezien naar het noordoosten., 1963
Datering:
1963
Fotograaf:
Fotobureau J. Klaver
Plaats:
Rotterdam
Afmeting:
17,4 x 23,3
Materiaalsoort:
foto
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Foto
2451 Seinlantaarn met losse olielamp van de hoofdseinmast van de Kerkpolder te Schipluiden
Annotatie:
Zie voor overzichtskaart van Delfland met daarop in rood aangegeven de seinmolens, seinmasten, grondduikers, kerken en groentenveilingen, alsmede gemalen en peilgebieden, 1929, RAD voorlopig inventarisnummer 11915 (X-21).
In 1571 stelden Delfland en Schieland een gemeenschappelijk peil vast. Het hoofdpeilmerk voor Delfland werd aangebracht in Delft en “gestelt ende genomen na den dreppel van seeckere gootgadt, staende aen de oostzyde van de Oude Delff, besuyden de Lange Steene brugge gaende onder ‘t kerckhoff van de Oude Kerck”.

In 1825 besloten Gedeputeerde Staten tot aanwijzing van een vast peil voor de gemeenschappelijke boezem van Delfland en Schieland. Men ging hierbij uit van het oude peil, dat in vergelijking werd gebracht met het Amsterdams Peil. Omgerekend bedroeg het peil 19,6 cm - A.P. De bijbehorende peilsteen werd in 1825 door de landmeters van Delfland en Schieland in de westelijke kaaimuur van het Oude Delft ten zuiden van de stoep van het Gemeenlandshuis aangebracht.

Het maalpeil werd gebruikt om vast te stellen of er niet te veel water in de boezem stond. Als dit peil werd bereikt werd er via de molens, vanaf laatste kwart van de 19e eeuw ook wel gemalen een sein gegeven dat de polder-molenaars/machinisten moesten stoppen met malen. De eerste seinmolen was die van de Kerkpolder. Het sein werd overgenomen door andere, aangewezen seinmolens/seinmasten. Op de kaart is de situering van de seinmolens/masten in 1937 te zien. Dit sein werd overdag met blauw-witte seinvlaggen en ’s nachts met seinlantaarns gegeven. Op overtreding stonden zware straffen.
Als het sein stoppen met malen werd gegeven zou de polder in het ergste geval onder water lopen. Om dit te voorkomen beschikten de polders in vorige eeuwen vaak over gebieden waar zij tijdelijk water konden bergen, de z.g. bergboezems. Als ze dus niet konden uitmalen werd het overtollige water in deze bergboezems bewaard en later als de boezem weer was vrijgegeven voor uitmaling werd
Aantal:
1
Materiaalsoort:
foto
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Foto
67 Het plaatsen van de seinpaal of seinmast in 1922 bij het in oktober 1921 gebouwde dieselgemaal in de Noordpolder van Delfgauw, 1922
Datering:
1922
Annotatie:
De seinpaal is in 1961 gesloopt
Moest er gemalen worden dan werd een mand met vlag gehesen. Bij duisternis maakte men gebruik van een lantaarn.
Aantal:
2
Afmeting:
12 x 9 cm
Gepubliceerd in:
Ach lieve tijd nr. 18 B 5371 p. 421
Materiaalsoort:
foto