Uw zoekacties: Afbeeldingen (oud)
beacon
16.369  afbeeldingen
sorteren op:
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0360 Bel
Toelichting:
Bel van het zogenaamde gotische model met sierranden op schouder, faussure en slagring. Op de bovenflank, tussen dubbele sierringen, het randschrift "Peeter de Clerck me fecit AD MDCXXIII". Hieronder drie identieke engelenkopjes met gespreide vleugels en een vanuit de mond aan linten gehangen blanco cartouche. Eenvoudige beugel. Klepel met ring en houten greep met oog. De bel werd gebruikt als oproepsignaal voor de confraters
Datering:
1623
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Peter (Pieter) de Clerck II
Plaats vervaardiging:
Mechelen
Hoogte in cm:
31 (met beugel)
Opmerkingen:
Peter (Pieter) de Clerck II, werkzaam te Mechelen van 1616 tot 1636, gehuwd met Jeanne van den Ghein, eveneens stammende uit een bronsgietersgeslacht, en overleden ca.1642. Van hem zijn elf vijzels bekend, gegoten tussen 1616 en 1636. Een aan hem toegeschreven vijzel, die zich in particulier bezit te Oudenaarde bevindt, heeft een vergelijkbaar randschrift als dat op de hier beschreven bel, namelijk ""Peeter de Clerck me fecit AD MDCXXX"
Documentatie:
Voorloopige lijst 1931, p.337
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0337 Ex voto, ring
Toelichting:
Ring met verbrede bovenzijde. Hierop ornamenteel graveerwerk en in de centrale cirkel een figuur met gespreide vleugels (?). Aan de binnenzijde gegraveerd "Ave sponse coelestis"
Datering:
1850-1900
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Zilver
Diameter in cm:
2
Opmerkingen:
Gezien de inscriptie (gegroet hemelse bruidegom) zal de ring behoord hebben aan een religieuze
Documentatie:
Literatuur: M. Beilmann-Schöner, M.M. van Zanten e.a., "In Cruce Salus. 800 Jahre Klosterleben. Das Kulturerbe der Kreuzherren in Westeuropa", tentoonstellingscatalogus (D/NL), Bentlage 2010, p. 321; "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 337; P.J. Margry en C.M.A. Caspers, "Bedevaartplaatsen in Nederland", 3 dln, 1997-2000
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0283 Stola
Toelichting:
Stola van crèmekleurige zijde met geborduurde voorstellingen. Op de ene zijde een staande Kruisbroeder met een boek in de linkerhand (Theodorus de Celles); vóór hem een geknielde
Kruisbroeder. Op de achtergrond een kerkgebouw (van het klooster te Hoei). Aan de bovenzijde ervan een blauw schild met het Kruisherenkruis, waarboven een doornenkroon met drie nagels. Aan de onderzijde opnieuw het Kruisherenkruis. Verbindende teksten "B. P. Theod. de Celles" en "Fvndator sae Ordinis". Op de andere zijde Odilia, staande met een kerkgebouw op de linkerhand en een pijl in de rechterhand. Aan weerszijden van haar een geknielde Kruisbroeder. Schild en Kruisherenkruis identiek. Teksten "Sancta Odilia" en "Patrona sae Ordinis".
Datering:
ca. 1930
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Zijde, stukjes textiel, zijden borduurgarens
Opmerkingen:
In de collectie van klooster St. Agatha bevindt zich een identieke stola
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0279 Stola
Toelichting:
Stola van gele stof met ingeweven zilverdraad waarop geborduurde roosachtige bloemen in de kleuren rood, rose en bruin, waarin ook zilverdraad is verwerkt en bloemen in de kleuren paars en ecru, eveneens met zilverdraad. Een aantal bladeren zijn van gouddraad en in aangebracht, een aantal bloemtakjes, eveneens in , van zowel goud- en zilverdraad. Centraal op de brede uiteinden een geborduurd leliekruis van zilverdraad; in de hoeken van de viering een bloemtakje, eveneens van zilverdraad. Rand in de vorm van drielobbige bladeren, vervaardigd van gouddraad. Goudfranje en kwasten van gouddraad
Datering:
1850-1900
Deelcollectie:
Kruisheren
Plaats vervaardiging:
[Frankrijk]
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0278 Stola
Toelichting:
Stola van gele stof met ingeweven zilverdraad waarop geborduurde roosachtige bloemen in de kleuren rood, rose en zwart, waarin ook zilderdraad is verwerkt en groene bladertakken. Een aantal bladeren zijn van gouddraad en in aangebracht, evenals de rand. Centraal op de brede uiteinden een leliekruis met zwarte contouren; viering in de vorm van een bloem, vanuit de hoeken drie stralen
Datering:
1850-1900
Deelcollectie:
Kruisheren
Plaats vervaardiging:
[Frankrijk]
Materiaal/techniek:
Zilverlamé, zijden borduurgarens, goud- en zilverdraad
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0272 Koorkap (wit)
Toelichting:
Kap van goudkleurige damast met ingeweven roodbruine motieven bestaande uit ovale, spits toelopende medaillons met in top een fleur-de-lysornament. Binnen de medaillons een floraal motief, tussen de medaillons bladertakken. Schild van goudkleurige stof waarop twee in geborduurde symmetrische en spiegelbeeldige lelietakken van gouddraad, die met bruinrode draden is vastgezet. De takken omgeven een met 'edelstenen' en vier rozetten geornamenteerd medaillon waarbinnen een geappliqueerde voorstelling van Odilia, ten halve weergegeven, gekroond, de rechterhand opgericht, in de linkerhand een pijl, een palmtak en een kruisvaan met Kruisherenkruis. Aan de voorzijde twee stroken met in aangebrachte bladertakken met elk vijf bloemmotieven en knoppen in de kleuren blauw, paars en roodbruin. Stroken en hals omzoomd met goudband met ingeweven geometrische patronen
Datering:
ca. 1905
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Damast, zijde, zijden borduurgarens, goud- en zilverdraad, goudband, goudfranje
Documentatie:
Blijkens kroniekgegevens werd bij gelegenheid van de consecratie van de nieuwe kapel op 23 september 1905 door mgr. Wilhelmus van de Ven, bisschop van 's-Hertogenbosch, onder meer een koorkap geschonken. Waarschijnlijk is de hierboven beschreven koorkap hiermee te identificeren
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0235 Vierstel met toebehoren (wit)
Toelichting:
Kazuifel en dalmatieken: crèmekleurige damast met ingeweven vierpassen waarin vruchten met Franse lelie en bladmotieven rond een centrale vierpas met kruisvorm. Deze motieven zijn omgeven door wingerd met druiventrossen. Koorkap: crèmekleurige damast met ingeweven florale motieven met kruis in top en bladertakken. Kazuifel: kolom en rugkruis van effen crèmekleurige zijde, waarop geborduurde bladranken en bloemmotieven met leliekruisen in de kleuren rood, paarsrose en wit. Tekstbanderollen van gele zijde met teksten in rood. Op de kolom "spes nostra". Op het rugkruis "macula non est in te". In de viering een vlammende mandorla van goudgele stof waarop een geappliqueerde Maria Immaculata, staande op de slang met appel in de bek en pijlstaart. Kolom, rugkruis en kazuifel zelf omzoomd met band in de kleuren geel en rood waarin kruismotieven zijn verwerkt. Dalmatieken: aan voor- en rugzijde twee friezen, die met elkaar zijn verbonden door een dwarsbalk, identiek aan kolom en rugkruis van het kazuifel. Op elk fries een tekstbanderol: 1. respectievelijk "tu laetitia / Israel" (voorkant), "Tota pulchra / es Maria" (achterkant) 2. "honorificentia / populi nostri" (voorkant), "Tu gloria / Jerusalem" (achterkant). Ook aan de mouwen een dergelijk fries. Franje in de kleuren rood, geel en bruingroen. Koorkap: Schild van effen zijde met identiek borduurwerk. Centraal een vierpas met uitstekende punten, waarin geappliqueerd een heilige bisschop staande met zwaard, waarschijnlijk Quiriacus. Op de tekstbanderol "non recuso laborem". Schild omzoomd met band en afgezet met franje. Aan de voorzijde stroken van effen crèmekleurige zijde waarop identiek borduurwerk. Op elke strook een banderol, respectievelijk "scimus quidem desiderari te Christe", en "D[omi]ne si adhuc populo tuo sum necessarius". Schoudervelum: Centraal in een met bloemen omgeven vierpas van zilverdraad de figuur van Odilia, met in haar rechterhand het kruisvaan met roodwit kruis, in de linkerhand de palmtak en pijl
Datering:
ca. 1900
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Damast, zijde, stukjes textiel, band, zijden borduurgarens, goud- en zilverdraad, emaille, glassteentjs
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0225 Reliekenkast
Toelichting:
Eenvoudige kast met glazen deur in convex-concaaf gewelfde lijst, waarin 32 geëxposeerde theca's met relieken en 3 bewaard in het kastje dat aan de onderzijde is aangebracht. Achterwand evenals het kastje zijn met fluweel bekleed. Verzonken in de achterwand 17 in ronde theca's gevatte relieken, geplaatst in boogvorm. Van linksonder naar rechtsonder de relieken van: 1. Adrianus, martelaar, 2. Bernardus, abt, 3. een van de gezellinnen van Ursula, maagd en martelares, 4. Clemens Maria Hofbauer, 5. Guilielmus, hertog 6. Franciscus, 7. Donatus, martelaar, 8. Thomas van Aquino, 9. Birgitta, weduwe, 10. Johannes Berchmans, 11. Jozef, echtgenoot van Maria, 12. apostel Johannes, apostel Andreas, Quiriacus, Hubertus, Johannes Nepomucenus, 13. Gertrudis, maagd, 14. Thomas van Aquino [2de reliek!], 15. Aloysius van Gonzaga, 16. Cornelius, paus en martelaar, 17. Nicolaas van Tolentino. Binnen deze boog twee kolommen van elk vijf opgehangen theca's waarin relieken van: (linkerkolom van boven naar beneden) : 18. Elisabeth van Hongarije, 19. Thomas van Villanova, 20. Eustachius, 21. Camillus van Lellis, 22. Bernadette van Soubirous.
(rechterkolom van boven naar beneden): 23. Rosa, maagd, 24. Bonaventura, bisschop en kerkleraar, 25. Johannes de Doper, 26. Crispinus, 27. Matthias, apostel. In het middenveld drie verzonken ronde theca's en een opgehangen vierkante theca. In de ronde theca's, van boven naar beneden, relieken van: 28. de krib te Bethlehem, 29. Optatus, martelaar, 30. Odilia, maagd en martelares. In de vierkante theca een reliek van 31. paus Pius V. Tegen het deurtje van het kastje aan de onderzijde een in een metalen montuur gevatte, rechthoekige theca met een reliek van 32. Johannes, apostel en evangelist. In het kastje drie losse theca's met relieken van 33. Justinus, martelaar, 34. Antonius van Padua, 35. Monica, weduwe. In het kastje worden de bij de relieken behorende authenticiteitsbrieven bewaard, gedagtekend 1 maart 1940 en ondertekend door J. de Pater o.s.c.,
Datering:
1925-1950
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Hout, glas
Breedte in cm:
46,2
Hoogte in cm:
76,3
Diepte in cm:
11,5
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0222 Reliekenkast met relieken
Toelichting:
Kast met 33 theca's, waarin een of meer relieken. Kast met dubbel gewelfde kap en convex-concaaf gewelfde zijwanden met schijnpanelen. Deur met snijwerk, gekenmerkt door gotische en barokornamenten: vierpas met uitstekende punten, waarin een symmetrische bladrozet, omgeven door bladwerk. Omlijsting van geknikte, gedecoreerde voluten met bladwerk. Aan de bovenzijde een culotmotief tussen bladvoluten. Kast inwendig verdeeld in zeven horizontale vakken met elk vijf theca's. Centraal boven een theca met een reliek van het H. Kruishout, geflankeerd door twee (identieke) metalen borststukken van Petrus met twee sleutels, in geornamenteerd medaillon. Achterwand bedekt met rood fluweel. Relieken van: Rij 1: a. Guilielmus (Wilhelm von Maleval), belijder; b. Jozef bruidegom van Maria; c. Odilia, maagd; d. Moeder Anna; e. Joachim. Rij 2: a. Guilielmus (Wilhelm von Maleval), belijder [2de reliek!), b. Augustinus, bisschop; c. Maria, maagd; d. de sluier van Maria; e. Elisabeth, moeder. Rij 3: a. Martelaren van Gorcum; b. Albricus van Utrecht, bisschop; c. Petrus, apostel; d. Gregorius, bisschop; e. Martinus, bisschop. Rij 4: a. Antonius, abt; b. Agapitus, bisschop; c. de krib van Bethlehem en vier heiligen: Maria [2de reliek!], Jozef [2de reliek!], Anna, Johannes de Doper; d. Gerardus, bisschop en martelaar; e. Martinus, bisschop [2de reliek!]. Rij 5: a. Zeno en Gezellen; b. Imma, maagd en martelares; c. Agnetus (?), martelaar; d. Donatus, martelaar; e. Zeno en Gezellen [2de reliek!]. Rij 6: a. Ida, maagd en martelares; b. Odilia, maagd en martelares; c. Maria en Jozef [3de reliek!]; d. Alfonsus de Liguori, bisschop; e. Johannes Gualberti. Rij 7: a. Andreas, apostel; b. Thomas van Aquino; c. Andreas, apostel [2de reliek!]
Datering:
1850-1875 (?)
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Hout, fluweel, metaal
Breedte in cm:
46
Hoogte in cm:
49
Diepte in cm:
10
Opmerkingen:
De twee buitenste theca's van de onderste rij ontbreken
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0218 Ziekenlantaarn
Toelichting:
Lantaarn op ronde, ingesnoerde en geprofileerde voet. Zeszijdig frame met scharnierend deurtje, dat twee zijden omvat. Concaaf gewelfd deksel met profielrand en trommel met platte koepel ter afsluiting. In het deksel afwisselend vijf in ruitvorm geplaatste en drie in driehoek geplaatste, ronde perforaties, in de trommel zes perforaties. Handgreep in de vorm van geknikte voluten, eindigend in een druiventros met gestileerde wingerd. Dwarsverbinding met belletje, waarop een Kruisherenkruisje. Houten, gedraaide handgreep
Datering:
1900-1925
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Koper, glas, hout
Hoogte in cm:
45,5
Diameter in cm:
17,4 [voet]
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 218
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0209 Canonborden
Toelichting:
Canonteksten in rood en blauw, geïllustreerd met kleurrijke en van bladgoud voorziene, neogotische afbeeldingen; voorts gecalligrafeerde met al of niet van voorstellingen voorziene kapitaalletters en ornamentele randen. Linkerbord: Kapitaalletter I met een medaillon waarin de evangelist Johannes op Patmos, schrijvend in een boek en opkijkend naar een naast hem staande engel, die richting hemel wijst. Rechts een adelaar met inktpot. Aan de onderzijde, in een door voluterend bladwerk omgeven medaillon de Annunciatie: Maria is geknield op een bidstoel, een geopend boek vóór haar. Links de engel Gabriël. De Geestesduif vliegt binnen. Middenvoor een bloeiende lelietak. Op de achtergrond een bed met een wiegje. Centrale bord: In de middelste kolom de Calvariegroep. Aan weerszijden van het kruis Maria en Johannes. Voorts een aantal engelen die het bloed opvangen. Aan de bovenzijde de zon en de verduisterde maan. Rechterbord: Boven floraal rankwerk de kapitaalletter D waarin een voorstelling van de Geboorte: Maria is geknield, vóór haar, op een deel van haar mantel, het naakte Kind. Rechts de os en de ezel. Op de achtergrond Jozef met lantaarn en Tau-staf. Neobarokke, verzilverd koperen omlijsting met holle en bolle profielranden. Erop gesoldeerde hoekornamenten in de vorm van symmetrisch en voluterend acanthusblad rond een blanco medaillon, in de uiterste hoeken een waaiermotief
Datering:
ca. 1950
Deelcollectie:
Kruisheren
Hoogte in cm:
38,8 x 50 en twee maal 35,5 x 28,8
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0175 Ampullenset op lavaboblad
Toelichting:
In de ampullen worden water en wijn tijdens voorbereiding van de communie naar het altaar gebracht. De waterampul en het blad kunnen tevens worden gebruikt voor de handwassing van de priester.Op deze kannetjes staan de letters A (aqua) en V (vinum)op een kruisherenkruisje. Op de cilindrische rand van het lichaam van beide ampullen is een inscriptie gegraveerd "* F : A : vander : Voort : prior : udensis *", waaruit blijkt dat het set in bezit is gekomen van de Udense Kruisheren tijdens het prioraat van Albertus van der Voort osc (1730-1747). Uit de inscriptie, die in de nominativus en niet in de dativus is gesteld, kan worden opgemaakt dat het stel door de prior zelf is aangeschaft en hier geen sprake is van een geschenk. Op de onderzijde van de schaalrand is dezelfde inscriptie aangebracht als op de ampullen
Datering:
1738-1739
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
G.L.F. van der Sloot
Plaats vervaardiging:
's-Hertogenbosch
Materiaal/techniek:
Zilver
Lengte in cm:
29 x 22 [blad]
Hoogte in cm:
17,5 [ampullen]
Opmerkingen:
Blijkens de inscriptie zijn deze in 1738-1739 vervaardigde voorwerpen in bezit gekomen van de Udense Kruisheren tijdens het prioraat van Albertus van der Voort osc (1730-1747). Of ze hem in 1739 geschonken zijn - samen met de in inv. nr. VW-P017-Ud0176 vermelde voorwerpen, wierookvat en scheepje, (Cat. tent. Uden 1986 en 1987) - mag worden betwijfeld. Waarschijnlijk zijn ze door hem zelf aangeschaft. De betiteling is namelijk in de nominativus en niet in de dativus gesteld. Ook in de hieronder vermelde catalogus uit 1993 wordt gesteld dat ze als geschenk aan prior A. van der Voort waren aangeboden. Albertus van der Voort, voor diens portret en (vermeende) uitbreiding van het liturgisch vaatwerk tijdens zijn bewind, zie onder inv. nr. VW-P017-Ud0093. Godefridus Leo F. van der Sloot werd op 10 augustus 1712 als meester opgenomen in het gilde van zilversmeden te 's-Hertogenbosch (nr.120 op de insculpatieplaat) en was er tot 1739/1740 werkzaam. Zijn meesterteken: een met twee pijlen doorboord hart in een gekroond en geschulpt schild. Hij was twee jaar keurmeester
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0171 Monstransje
Toelichting:
Op de voet c-voluten en rankwerk. Balustervormige stam. Theca met een ajourrand van hoornen van overvloed, waartussen een leliemotief
Datering:
1875-1900
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Zilver
Hoogte in cm:
12,5
Diameter in cm:
6,1 (voet)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0170 Ziekendoosje
Toelichting:
Verguld zilveren ziekendoosje, getopt door een kruisje
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Zilver, verguld zilver
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 170
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0169 Ziekendoosje
Toelichting:
Ziekendoosje met vergulde binnenzijde. Het deksel heeft een ajour versiering van bladranken rondom het centraal geplaatste Lam met kruisvaan
Datering:
1900-1950
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Zilver, verguld zilver
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 169
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0168 Ziekendoosje
Toelichting:
Ziekendoosje, gegraveerd met bloem- en bladmotieven en gettopt door een gelijkarmig kruisje
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Zilver, verguld zilver
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 168
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0145 Kelk met pateen en lepeltje
Toelichting:
Fijn gehamerde kelk met ronde, schuin oplopende, gladde voetrand. Zeer licht gewelfde voet waarop drie vierkante, in vatting gezette stukjes ivoor en een ivoren Kruisherenkruis, waarvan de staande balk rood is gekleurd. Ronde stam. Aan de onderzijde vier, in vatting gezette ivoren staafjes, aan de bovenzijde vier van dergelijke staafjes maar als oplopende driehoekjes met de smalle zijde bij wijze van steun tegen de cuppa geplaatst. Ronde, ivoren nodus met dubbelkonische rand. Brede, lage cuppa met flauw oplopende bodem. Op de voetrand gegraveerd "1935 - 25 Juli - 1960". Flauw gewelfde pateen met een gegraveerd kruisherenkruis in de bovenrand.
Lepeltje met ronde bak en een haaks erop staand, gehamerd steeltje, eindigend in een platte, hoekige greep
Datering:
1960
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
fa.J. Nijs & Zn.
Plaats vervaardiging:
Rotterdam
Materiaal/techniek:
Verguld zilver, ivoor
Hoogte in cm:
19,9
Diameter in cm:
15,4 [voet]; 14,8 [monding]
Opmerkingen:
Blijkens de inscriptie werd de kelk geschonken bij een zilveren priesterfeest op 25 juli 1960
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0125 Kelk
Toelichting:
Ronde, ingesnoerde voet met gebonden lauwerkrans. Geschulpte bovenvoet. Stam, bestaande uit een manchet met gebonden lauwerkrans, een cilindrische rand, waarboven een rand met opgaand bladmotief en een cilindrische nodus waarop twee kransen opgehangen aan strikken waartussen guirlandes. Hierboven een gebonden lauwerkrans. Tegencuppa met een staande knorrenrand. Op de tulpvormige cuppa drie medaillons, die onderling door guirlandes zijn verbonden en met strikjes opgehangen aan een afsluitend fries met golvende bladrank. In de medaillons voorstellingen van 1. het Lam Gods met kruis op het Boek met de Zeven Zegels, 2. de Ark van het Verbond, 3. de Tafel met de toonbroden
Datering:
1775-1800
Deelcollectie:
Kruisheren
Plaats vervaardiging:
Zuidelijke Nederlanden [Luik?]
Hoogte in cm:
26,3
Diameter in cm:
15 [voet]
Opmerkingen:
Bij de kelk wordt een lepeltje bewaard, beschreven onder inv. nr. VW-P017-Ud0126
Documentatie:
Literatuur: Voorloopige lijst 1931, p. 337 (kelk, XVIIId); Cat. tent. Ter Apel 1993, p. 52, cat. nr.18
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0124 Kelk
Toelichting:
Achtpuntige voet met parelrand tussen filetranden, oplopend naar de ronde stam. Aan de onderzijde hiervan enige profielen, aan de bovenzijde een ring. Platronde nodus met generfde lobben en ruitvormen, geplaatst tussen holle profielen. Op de lobben gegraveerd gotisch traceerwerk. Tulpvormige cuppa op cilindrische rand
Datering:
1500-1550 (voet), 1875-1925 (stam en cuppa)
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Zilver, verguld zilver (binnen- en buitenzijde cuppa)
Opmerkingen:
De Voorloopige lijst spreekt van "een grootendeels vernieuwde kelk (± 1500)". Waarschijnlijk is deze kelk hiermee bedoeld
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 124; Voorloopige lijst 1931, p. 336; Cat. tent. Amersfoort 1961, cat. nr. 47 (Kelk, ± 1500, zilver; cuppa nieuw); Cat. tent. Agatha 1971, cat. nr. 110 (zilver, ca.1500, cuppa nieuw).
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0109 Pentekening
Toelichting:
Gezicht op de kerk en ommuurde gebouwen van het kruisherenklooster Sint Matthias te Luik
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
E. Fontaine o.s.c. ?
Materiaal/techniek:
Papier
Lengte in cm:
15
Breedte in cm:
22,9
Opmerkingen:
Tekening naar een achttiende eeuwse gravure van Remacle Le Loup (Zie ook VW-P017-Ud0108)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0107 Portret Gerardus Hermans, litho
Toelichting:
Gerardus Hermans (1764-1841), ten halve, nagenoeg frontaal, de blik vaag op de beschouwer gericht. Hij draagt een boord met witte randen en een toog waarover een brede sjerp. Op de borst de onderscheiding van Ridder in de orde van de Nederlandse Leeuw. Onder het portret, binnen de moet, "Gerardus Hermans, / Apostolische Vicaris-Generaal over de Noord Nederlandsche Districten / van het voormalige Bisdom van Roermonde, / Ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw, en pastoor te Grave"
Datering:
1832
Deelcollectie:
Kruisheren
Lengte in cm:
45,6
Breedte in cm:
37,7
Opmerkingen:
Gerardus Hermans (Venlo 1764-Grave 1841), studeerde aan de Latijnse School van de Kruisheren in zijn geboortestad, trad bij hen in en werd er in 1784 geprofest. Na zijn priesterwijding in 1787 werd hij leraar, later ook procureur van het klooster. In 1796 werd het Kruisherenklooster opgeheven. Een jaar daarna werd hij rector van de Latijnse School te Grave. In 1801 werkzaam als pastoor te Weurt. Daarna begon zijn loopbaan als landdeken van het district Nijmegen en als Bisschoppelijk Vicaris Generaal. In 1824 aanvaardde hij de functies, vermeld onder de prent. Van 1839 tot 1841 aangesteld als Commisaris-Generaal van de orde der Kruisheren en als zodanig nam hij Henricus van den Wijmelenberg officieel op in de orde
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr.107; Schutjes 1876, I, p. 233; M. Colson osc, 'De Kruisheren van Venlo tijdens de Franse Revolutie', in Clair-lieu 13 (1955) p. 57-58 en afb. tegen over p.64 (portret)
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0102 Portret magister-generaal Henricus van den Wijmelenberg
Toelichting:
Henricus van den Wijmelenberg, magister-generaal (1853-1881). Kniestuk. In ordegewaad met mozetta en borstkruis, zittend in een stoel met gecanneleerde poten en gesneden rozetten. In de linkerhand een bonnet, aan de ringvinger van de rechterhand een ring met stenen, op het hoofd een kalot. Blik gericht op de beschouwer. Achter hem een tafel met rood kleed, waarop een gezegelde akte (oorkonde?). Hierop twee boekdelen. Op de rug van het bovenste staat de titel "ANNALES / ORDINIS / TOM [..]". Een derde boek, getiteld "REGULA / ET / CONSTITUTIONES" ligt geopend op deze beide, ervoor een (zegel?)doosje. Linksboven een draperie waarachter zichtbaar een geornamenteerde staf met in de krul een beeldje, voorzien van staf en mijter. Rechts ervan, tegen de achterwand het wapenschild van de geportretteerde: opkomende zon boven horizon met ordekruis erboven. Gedekt met hoed met tweemaal zes kwasten, mijter en staf. Eronder een tekstbanderol met het devies "IGNEUS HINC VIGOR". Op de achtergrond classicistische architectuur.
Zwart gelakte lijst met hol gewelfde binnen- en geprofileerde buitenrand, goudkleurig binnenlijstje
Datering:
ca.1870
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
C.J. Grips
Plaats vervaardiging:
Vught
Materiaal/techniek:
olieverf op doek
Lengte in cm:
dagmaat 129 x 98 cm, lijst 144,3 x 113
Opmerkingen:
Charles Jozef Grips (Grave 1825-Vught 1920) werkte in Grave en Oss, van 1874 tot 1879 te Brussel, tot 1881 te Schaerbeek (B) en daarna te Vught. Leerling van de Akademie voor Beeldende Kunst te Antwerpen en van J.H. Grootvelt. Schilderde, tekende en lithografeerde genre- en figuurstukken, vooral keukeninterieurs. Hij vervaardigde ook een aantal portretten. Vader en leermeester van F.A.M. Grips en E.M. Grips.In het klooster St. Agatha bevindt zich een nagenoeg identiek, uit 1855 daterend portret, eveneens vervaardigd door C.J. Grips. Van de Wijmelenberg wordt er voorgesteld op 55-jarige leeftijd. Van den Wijmelenberg heeft C.R. Hermans gevraagd de geschiedenis van de herleefde orde te reconstrueren, hetgeen resulteerde in een boekwerk van drie delen, uitgegeven in 1858. Op het hier beschreven portret zijn, evenals op dat te St. Agatha, twee delen afgebeeld. Dat er op het laatst genoemde portret slechts twee delen staan is begrijpelijk aangezien het schilderij werd vervaardigd vóór het werk van Hermans verscheen. Dat op het hier beschreven portret eveneens slechts twee delen voorkomen is ook te verklaren aangezien het een nagenoeg exacte kopie is van het andere
Documentatie:
Literatuur:"Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 102
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0100 Portret Jacobus van Winden osc, prior te Uden
Toelichting:
Jacobus van Winden, praeses te Uden (1840). In ordegewaad, ten halve en driekwart naar rechts weergegeven, zittend aan een tafel, waarop zijn rechterarm rust. In de hand een (gebeden)boek, de wijsvinger tussen de pagina's. De linkerarm op de armleuning van de stoel, de hand op een naar hem toegewende (wind)hondenkop. Blik gericht op de beschouwer. Op de tafel een ronde (zegel?)doos. Zwart gelakte lijst met holle welving en goudkleurige binnenrand met parelrandje. Op de onderrand een koperen plaatje met de naam en de functie ("PRAES. 1840-1840")
Datering:
1840 (of kort daarna)
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Olieverf op doek
Lengte in cm:
97
Breedte in cm:
83,5
Opmerkingen:
Jacobus van Winden (Delft 1777 (1778 ?) - Uden 1845) werd in 1802 aangenomen door de kruisheren in Uden en een jaar later geprofest en priester gewijd. In 1812 tijdens de Franse overheersing uit het klooster verdreven en in 1814 teruggekeerd. Vanaf 14 november tot 8 december 1840 was hij de enige overgebleven Kruisheer te Uden. In de periode van 14 november tot 15 december vervulde hij de functie van praeses ad interim van het klooster. Hij nam in het geheim Henricus van den Wijmelenberg (zie inv.nrs. 101 en 102) aan als novice, door wiens activiteiten de orde voor uitsterven zou worden behoed. Hij overleed te Uden in 1845. De (wind)hond, op de kop waarvan zijn hand rust, verwijst vermoedelijk naar zijn naam. In de hieronder vermelde catalogi van 1986 en 1987 wordt zonder opgaaf van reden 1840 als jaar van vervaardiging van het schilderij vermeld. Het doek is noch gesigneerd, noch gedateerd. Het zou dus ook nog na 1840 tot stand kunnen zijn gekomen
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 100; Hermans 1858, III, p. 627; Schutjes 1876, p .764; Cat. tent. Uden 1986, p. 106, cat. nr. 19, afb. 30; Cat. tent. Uden 1987, p. 159, cat. nr. 114, afb. 250; Elsen 1988, p.14
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0099 Portret Antonius van den Berg (?)
Toelichting:
Antonius van den Berg (?) wereldheer, leraar en rector van de Latijnse School (1834-1883). Ten halve weergegeven, driekwart naar links, gezeten aan een tafel en schrijvend met een ganzenpen. De blik gericht op de beschouwer. De linkerarm rust op de armlegger van de stoel. In de linkerhand een bril. Rechts van hem, vaag zichtbaar, een wereldbol. Zwart gelakte, hol gewelfde rand met goudkleurige binnenrand
Datering:
ca. 1840
Deelcollectie:
Kruisheren
Materiaal/techniek:
Olieverf op doek
Lengte in cm:
102,5
Breedte in cm:
90,8
Opmerkingen:
De geportretteerde is waarschijnlijk Antonius van den Berg (Schayk 1810-Boekel 1899). Hij werd in 1833 te Keulen tot priester gewijd en als seculier geestelijke door rector H. van Rooy (zie VW-P017-Ud0098) tot zijn assistent benoemd. In 1834 volgde hij deze op als preceptor en vanaf 1841 tot 1883 was hij rector van de Latijnse School. Door pater Th. van den Elsen o.s.c. is in eerste instantie de mogelijkheid geopperd dat het portret de seculiere priester Petrus van den Brand voorstelt, die van 1827 tot 1834 conrector was van de Latijnse School en vanaf dit jaar tot het jaar van zijn intreden bij de Carmelieten, in 1841, rector
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 99; Uden 1986, p.18-19, afb. 12 (bidprentje, afb. 13 (portret op latere leeftijd), p.21
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden
 
 
 
 
 
Erfgoedstuk
Voorwerp
VW-P017-Ud0098 Portret Henricus van Rooy osc, prior te Uden
Toelichting:
Henricus van Rooy, prior te Uden (1815-1838). Kniestuk. In ordegewaad, zittend in een stoel, de rechterhand op een groot, geopend boek, de linkerarm op de armleuning. Blik gericht op de beschouwer. Naast de rechterarm een bonnet. Zwart gelakte, holle lijst met goudkleurige binnenrand. Op de onderrand een koperen plaatje met de naam en de (niet juiste) regeerperiode
Datering:
1834
Deelcollectie:
Kruisheren
Vervaardiger:
Onbekend
Materiaal/techniek:
Olieverf op doek
Lengte in cm:
125
Breedte in cm:
104,5
Opmerkingen:
Henricus Van Rooy (Uden 1757-1838) werd op 5 december 1775 aangenomen in Uden en was van 1778 tot 1 januari 1834 leraar en rector van de in 1743 opgerichte Latijnse School. Vanaf 1815 tot aan zijn dood op 15 december 1838 was hij ook prior te Uden. Hij probeerde in 1824, overigens tevergeefs, van de landsoverheid verlof te krijgen om nieuwe leden voor de orde te mogen aannemen. (In Uden 1986 staat foutief 1748 als zijn geboortejaar vermeld en 1816 als het jaar van de keuze tot praeses van het convent)
Documentatie:
Literatuur: "Inventarisatie-rapport Kruisherenklooster te Uden", Stichting Kerkelijk Kunstbezit in Nederland (SKKN), 2 delen: tekst en foto's, 1996, inv. nr. 98; Hermans 1858, I (2), p. 209, nr. 9, III, p. 62; Schutjes 1876, p. 763-764; Voorloopige lijst 1931, p. 336 (drie portretten van prioren: XIX; een van deze is waarschijnlijk hiermee te identificeren); Uden 1986, p. 14-16, afb. 8; Cat.tent. Uden, 1986, p.106, cat.nr. 18, afb. 29
Trefwoorden:
Organisatietrefwoorden:
Bestanden Bestanden